YAMAHA YZF1000 2021 Instructieboekje (in Dutch)
Page 21 of 108
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-6
3
DAU03889
Richtingaanwijzerschakelaar “ / ”
Druk deze schakelaar naar “ ” om af-
slaan naar rechts aan te geven. Druk deze
schakelaar naar “ ” om afslaan naar
links aan te geven. Na loslaten keert de
schakelaar terug naar de middenstand. Om
de richtingaanwijzers uit te schakelen wordt
de schakelaar ingedrukt nadat hij is terug-
gekeerd in de middenstand.
DAU00129
Claxonschakelaar “ ”
Druk deze schakelaar in om een claxonsig-
naal te geven.
DAU03890
Noodstopschakelaar “ / ”
Zet deze schakelaar op “ ” alvorens de
motor te starten. Zet deze schakelaar op
“ ” om in een noodgeval de motor direct
uit te schakelen, zoals wanneer de machine
omslaat of als de gaskabel blijft hangen.
DAU03898*
Lichtschakelaar “ / / ”
Zet deze schakelaar in de stand “ ”
om het parkeerlicht, het achterlicht en de in-
strumentenverlichting in te schakelen. Zet
de schakelaar in de stand “ ” om ook de
koplamp in te schakelen. Zet de schakelaar
in de stand “ ” om alle verlichting uit te
schakelen.
DAU00143
Startknop “ ”
Druk deze knop in om de motor door middel
van de startmotor te starten.
DC000005
LET OP:_ Zie pagina 5-1 voor startinstructies
voordat u de motor start. _
1. Noodstopschakelaar “ / ”
2. Lichtschakelaar “ / / ”
3. Startknop “ ”
D_4sv.book Page 6 Friday, November 10, 2000 2:59 PM
Page 22 of 108
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-7
3
DAU00153
Koppelingshendel De koppelingshendel bevindt zich aan de
linkerstuurgreep. Trek de hendel naar het
stuur toe om de koppeling te ontkoppelen.
Laat de hendel los om de koppeling te laten
aangrijpen. Voor een soepele werking van
de koppeling moet de hendel snel ingetrok-
ken worden en langzaam worden losgela-
ten.
De koppelingshendel is voorzien van een
stelwiel voor het instellen van de stand van
de koppelingshendel. Verstel de afstand
tussen de koppelingshendel en de stuur-
greep door het stelwiel te verdraaien terwijl
de hendel van het stuur vandaan wordt ge-
houden. Controleer of het correcte instel-
punt op het stelwiel tegenover het pijlteken
op de koppelingshendel staat.
De koppelingshendel is voorzien van een
sperschakelaar die deel uitmaakt van het
startspersysteem. (Zie pagina 3-18 voor uit-
leg over het startspersysteem.)
DAU00157
Schakelpedaal Het schakelpedaal bevindt zich aan de linker-
zijde van de motor en wordt in combinatie met
de koppelingshendel gebruikt bij het schake-
len van de versnellingen van de 5-traps con-
stant-mesh versnellingsbak op deze
motorfiets.
1. Koppelingshendel
2. Stelwiel voor afstelpositie koppelingshendel
3. Pijlteken
a. Afstand tussen koppelingshendel en stuur-
greep
1. Schakelpedaal
D_4sv.book Page 7 Friday, November 10, 2000 2:59 PM
Page 23 of 108
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-8
3
DAU00161
Remhendel De remhendel bevindt zich aan de rechter-
stuurgreep. Trek de hendel naar het stuur
toe om de voorrem te bekrachtigen.
De remhendel is voorzien van een stelwiel
voor afstelpositie. Om de afstand tussen de
remhendel en de stuurgreep af te stellen,
wordt het stelwiel gedraaid terwijl de hendel
van het stuur vandaan wordt gehouden.
Controleer of het correcte instelpunt op het
stelwiel tegenover het pijlteken staat op de
koppelingshendel.
DAU00162
Rempedaal Het rempedaal bevindt zich aan de rechter-
zijde van de motorfiets. Trap op het rempe-
daal om de achterrem te bekrachtigen.
1. Stelwiel voor afstelpositie remhendel
2. Remhendel
3. Pijlteken
a. Afstand tussen remhendel en stuurgreep
1. Rempedaal
D_4sv.book Page 8 Friday, November 10, 2000 2:59 PM
Page 24 of 108
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-9
3
DAU02935
Vuldop brandstoftank Openen van de tankdop
Open het slotplaatje op de tankdop, steek
de sleutel in het slot en draai hem dan een
kwartslag rechtsom. Het slot wordt ontgren-
deld en de tankdop kan worden verwijderd.
Sluiten van de tankdop
1. Druk de tankdop in positie met de
sleutel in het slot. 2. Draai de sleutel linksom naar de oor-
spronkelijke positie, neem hem uit en
sluit dan het slotplaatje.
OPMERKING:_ De tankdop kan alleen worden gesloten
met de sleutel in het slot. Bovendien kan de
sleutel niet worden uitgenomen als de
tankdop niet correct gesloten en vergren-
deld is. _
DWA00025
WAARSCHUWING
_ Controleer of de tankdop stevig is aan-
gebracht alvorens te gaan rijden. _
DAU03753
Brandstof Controleer of voldoende brandstof in de
brandstoftank aanwezig is. Vul de brand-
stoftank tot onderaan de vulpijp zoals ge-
toond.
DW000130
WAARSCHUWING
_ l
Overvul de brandstoftank niet, an-
ders zal benzine uitstromen zodra
deze warm wordt en uitzet.
l
Mors geen brandstof op een heet
motorblok.
_
1. Slotplaatje tankdopslot
2. Ontgrendelen.
1. Vulpijp brandstoftank
2. Brandstofniveau
D_4sv.book Page 9 Friday, November 10, 2000 2:59 PM
Page 25 of 108
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-10
3
DAU00186
LET OP:_ l
Veeg gemorste brandstof direct af
met een schone, droge en zachte
doek, de brandstof kan immers
schade toebrengen aan de lak of
aan kunststof onderdelen.
l
Alleen voor Duitsland: Als vervan-
ging nodig is, moet een tankdop
worden gebruikt met hetzelfde spe-
ciale ontwerp als de oorspronkelij-
ke dop.
_
DAU00191
OPMERKING:_ Als de motor gaat detoneren (pingelen), ge-
bruik dan brandstof van een ander merk of
met een hoger octaangetal. _
DAU02955
Tankbeluchtingsslang Alvorens de motorfiets te gebruiken:l
Controleer de aansluiting van de tank-
beluchtingsslang.
l
Controleer de tankbeluchtingsslang
op scheuren of beschadiging en ver-
vang zo nodig.
l
Controleer of het uiteinde van de tank-
beluchtingsslang niet verstopt is en
reinig die zo nodig.
DAU03839
Chokehendel “ ” Voor het starten van een koude motor is
een rijker lucht/brandstof mengsel nodig;
via de choke wordt dit mengsel geleverd.
Beweeg de chokehendel richting
a om de
choke aan te zetten.
Beweeg de chokehendel richting
b om de
choke uit te zetten. Aanbevolen brandstof:
Normale loodvrije brandstof met een
octaangetal (RON) van minstens 91
Inhoud brandstoftank:
Totale hoeveelheid:
20 L
Reservehoeveelheid:
4,5 L
1. Tankbeluchtingsslang
1. Chokehendel “ ”
D_4sv.book Page 10 Friday, November 10, 2000 2:59 PM
Page 26 of 108
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-11
3
DAU01698
Zadels Rijderzadel
Verwijderen van het motorrijderzadel1. Steek de sleutel in het zadelslot en
draai hem dan zoals afgebeeld.
2. Trek het rijderzadel los.Aanbrengen van het motorrijderzadel
1. Steek het uitsteeksel aan de voorzijde
van het motorrijderzadel in de zadel-
bevestiging zoals getoond, en druk
dan de achterzijde van het zadel om-
laag om te vergrendelen.
2. Neem de sleutel uit.Duozadel
Verwijderen van het duozadel
1. Verwijder het motorrijderzadel.
2. Trek het duozadel omhoog.
Aanbrengen van het duozadel1. Steek het uitsteeksel aan de achterzij-
de van het duozadel en de haken aan
de voorzijde van het duozadel in de
zadelbevestiging zoals getoond, en
druk dan het zadel naar achteren.
2. Breng het motorrijderzadel aan.
1. Slot motorrijderzadel
1. Uitsteeksel
2. Zadelbevestiging
1. Uitsteeksel
2. Haak (´ 2)
3. Zadelbevestiging (´ 3)
D_4sv.book Page 11 Friday, November 10, 2000 2:59 PM
Page 27 of 108
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-12
3
OPMERKING:_ Controleer of de zadels stevig zijn vergren-
deld alvorens te gaan rijden. _
DAU00264
Helmbevestiging De helmbevestiging bevindt zich onder het
motorrijderzadel.
Om een helm aan de helmbevestiging te
bevestigen
1. Verwijder het motorrijderzadel. (Zie
pagina 3-11 voor instructies over ver-
wijderen en aanbrengen van het rij-
derzadel.)
2. Maak de helm vast aan de helmbe-
vestiging en druk dan het zadel stevig
dicht.
DW000030
WAARSCHUWING
_ Rijd nooit met een helm bevestigd aan
de helmbevestiging, de helm kan zo
voorwerpen raken waardoor de machine
mogelijk onbestuurbaar wordt en een
ongeval niet uitgesloten is. _Om een helm los te maken van de helm-
bevestiging
Verwijder het motorrijderzadel, neem de
helm los van de helmbevestiging en breng
het zadel weer aan.
1. Helmbevestiging
D_4sv.book Page 12 Friday, November 10, 2000 2:59 PM
Page 28 of 108
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-13
3
DAU01688
Opbergcompartiment Dit opbergcompartiment is bedoeld voor
het opbergen van een origineel Yamaha U-
LOCK-slot. (Andere typen sloten passen
mogelijk niet.) Bij het opbergen van een U-
slot in het opbergcompartiment, moet dit
stevig met de riemen worden bevestigd. Als
het U-slot niet in het opbergcompartiment is
opgeborgen, maak dan de riemen vast om
deze niet te verliezen.
Als het instructieboekje of andere docu-
mentatie in het opbergcompartiment wordt
opgeborgen, omwikkel dit dan in een plastic
zak om nat worden te voorkomen. Zorg bij
het wassen van de motorfiets dat geen wa-
ter het opbergcompartiment kan binnen-
dringen.
DAU01862
Afstellen van de voorvork Deze voorvork is voorzien van stelbouten
voor instellen van de veervoorspanning,
stelschroeven voor instellen van de uitveer-
demping en stelschroeven voor instellen
van de inveerdemping.
DW000035
WAARSCHUWING
_ Geef beide vorkpoten steeds dezelfde
afstelling, anders kan slecht weggedrag
en verminderde rijstabiliteit het gevolg
zijn. _
Veervoorspanning
Draai om de veervoorspanning te verhogen
en zo de vering stugger te maken de stel-
bout op beide vorkpoten in de richting
a.
Draai om de veervoorspanning te verlagen
en zo de vering zachter te maken de stel-
bout op beide vorkpoten in de richting
b.OPMERKING:_ Breng de gewenste groef op het stelmecha-
nisme in lijn met het bovenvlak van de voor-
vorkplugbout. _
1. U-SLOT
2. Riem
1. Stelbout veervoorspanning
D_4sv.book Page 13 Friday, November 10, 2000 2:59 PM
Page 29 of 108
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-14
3
CI-01D
Uitveerdemping
Draai om de uitveerdemping te verhogen
en zo de vering stugger te maken de stel-
schroef op beide vorkpoten richting
a.
Draai om de uitveerdemping te verlagen en
zo de vering zachter te maken de stel-
schroef op beide vorkpoten richting
b.CI-02D
Inveerdemping
Draai om de inveerdemping te verhogen en
zo de vering stugger te maken de stel-
schroef op beide vorkpoten richting
a.
Draai om de inveerdemping te verlagen en
zo de vering zachter te maken de stel-
schroef op beide vorkpoten richting
b.CI-02D
1. Huidige instelling
2. Tappo filettato dello stello forcella
Stand afsteller
Minimum (zacht) 5
Standaard 4
Maximum (hard) 1
1. Stelschroef voor uitveerdempingMinimum (zacht) 17 klikstanden ingedraaid b
*
Standaard 9 klikstanden ingedraaid b
*
Maximum (hard) 0 klikstanden ingedraaid b
*
* Met de stelschroef volledig in de richting a
gedraaid
1. Stelschroef voor inveerdempingMinimum (zacht) 21 klikstanden ingedraaid b
*
Standaard 12 klikstanden ingedraaid b
*
Maximum (hard) 0 klikstanden ingedraaid b
*
* Met de stelschroef volledig in de richting a
gedraaid
D_4sv.book Page 14 Friday, November 10, 2000 2:59 PM
Page 30 of 108
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-15
3
DC000015
LET OP:_ Probeer nooit een stelmechanisme
voorbij de maximum- of minimuminstel-
waarden te verdraaien. _OPMERKING:_ Door geringe productie-afwijkingen zal het
totaal aantal klikken van een instelmecha-
nisme voor veerdemping niet altijd exact
met bovenstaande specificaties overeenko-
men; het werkelijke aantal klikken vormt
echter wel altijd het complete afstelbereik.
Voor een precieze afstelling is het aan te ra-
den het aantal klikken van elk veerdem-
pingsinstelmechanisme te controleren en
de specificaties dienovereenkomstig aan te
passen. _
DAU01699
Afstellen van de
schokdemperunit Deze schokdemper is uitgerust met een
stelring voor veervoorspanning, een stel-
knop voor uitveerdemping en een stel-
schroef voor inveerdemping.
DC000015
LET OP:_ Probeer nooit een stelmechanisme
voorbij de maximum- of minimuminstel-
waarden te verdraaien. _
Veervoorspanning
Om de veervoorspanning te verhogen en
zo de vering stugger te maken, wordt de
stelring gedraaid richting
a. Om de veer-
voorspanning te verlagen voor een zachte-
re vering wordt de stelring gedraaid in de
richting
b.CI-01D1. Stelring veervoorspanning
2. Positie-indicator
Stand afsteller
Minimum (zacht) 1
Standaard 4
Maximum (hard) 9
D_4sv.book Page 15 Friday, November 10, 2000 2:59 PM