sensor BMW 2 SERIES COUPE 2016 Instructieboekjes (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: BMW, Model Year: 2016, Model line: 2 SERIES COUPE, Model: BMW 2 SERIES COUPE 2016Pages: 243, PDF Size: 5.41 MB
Page 198 of 243

OnderhoudUitrusting van de autoIn dit hoofdstuk worden alle standaard, lands‐
pecifieke en speciale uitrustingen beschreven
die in de modelserie aangeboden worden. Er
worden daarom ook uitrustingen beschreven
die in een auto, bijv. vanwege de landspeci‐
fieke of gekozen speciale uitrusting niet be‐
schikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligheidsre‐
levante functies en systemen. Bij gebruik van
deze functies en systemen moeten de in het
land geldende voorschriften worden nage‐
leefd.
BMW onderhoudssysteem Het onderhoudssysteem wijst op vereiste on‐
derhoudsmaatregelen en helpt zo om de auto
verkeers- en bedrijfsveilig te houden.
De omvang en intervallen kunnen verschillen
afhankelijk van de landspecifieke uitrusting.
Vervangingswerkzaamheden, reserveonderde‐
len, verbruiksmaterialen en materiaal onderhe‐
vig aan slijtage worden afzonderlijk berekend.
Meer informatie is verkrijgbaar bij een Service
Partner of een gekwalificeerde specialist.
Condition Based Service
CBS
Sensoren en speciale algoritmen houden reke‐
ning met het gebruik van uw auto. Condition
Based Service bepaalt daarmee het noodzake‐
lijk onderhoud.
Met dit systeem kan dus het onderhoud wor‐
den aangepast aan het individuele gebruiks‐
profiel.
Op het Control Display kan gedetailleerde in‐
formatie over servicebehoefte, zie pagina 84,
worden weergegeven.Servicegegevens in de
afstandsbediening
Informatie over het noodzakelijk onderhoud
wordt continu in de afstandsbediening opge‐
slagen. De Service Partner of een gekwalifi‐
ceerde specialist kan deze gegevens uitlezen
en een op uw auto afgestemde onderhouds‐
beurt voorstellen.
Overhandig de serviceadviseur daarom de af‐
standsbediening waarmee het laatst werd ge‐
reden.
Stilstandtijden Er wordt geen rekening gehouden met stil‐
standtijden met losgekoppelde voertuigaccu.
Daarom periodieke onderhoudswerkzaamhe‐
den, zoals vervangen van de remvloeistof en
evt. de motorolie en het micro-/actief-koolstof‐
filter, door een Service Partner of een gekwali‐
ficeerde specialist laten uitvoeren.
OnderhoudsgeschiedenisOnderhoud en reparatie bij een Service Partner
of een gekwalificeerde specialist laten uitvoe‐
ren.
De uitgevoerde onderhoudswerkzaamheden
worden in de onderhoudsbriefjes en in de
voertuiggegevens ingevoerd. De vermeldingen
zijn net zoals het onderhoudsboekje het bewijs
van regelmatig onderhoud.
Als een invoer in de elektronische onder‐
houdsgeschiedenis van de auto wordt opge‐
slagen, worden onderhoudsrelevante gege‐
vens niet alleen in de auto maar ook op de
centrale IT-systemen van BMW AG, München
opgeslagen.
De in de elektronische onderhoudsgeschiede‐
nis opgeslagen gegevens kunnen na een wijzi‐
ging van de autobezitter ook door de nieuwe
autobezitter worden ingezien. Bovendien kun‐Seite 198MobiliteitOnderhoud198
Online Edition for Part no. 01 40 2 963 857 - VI/15
Page 217 of 243

VerzorgingUitrusting van de auto
In dit hoofdstuk worden alle standaard, lands‐
pecifieke en speciale uitrustingen beschreven
die in de modelserie aangeboden worden. Er
worden daarom ook uitrustingen beschreven
die in een auto, bijv. vanwege de landspeci‐
fieke of gekozen speciale uitrusting niet be‐
schikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligheidsre‐
levante functies en systemen. Bij gebruik van
deze functies en systemen moeten de in het
land geldende voorschriften worden nage‐
leefd.
Na het wassen van de auto Algemeen
Regelmatig vreemde voorwerpen, bijv. blade‐
ren, bij geopende motorkap in het gebied on‐
der de voorruit verwijderen.
Zeker in de winter de auto vaker wassen.
Sterke verontreiniging en strooizout kunnen
tot schade aan de auto leiden.
Stoomreiniger en hogedrukreinigerAanwijzingen ATTENTIE
Bij het reinigen met een hogedrukreini‐
ger kunnen verschillende onderdelen worden
beschadigd door een te hoge druk of een te
hoge temperatuur. Er bestaat gevaar voor
schade. Voldoende afstand aanhouden en niet
continu sproeien. De bedieningsinstructies
voor de hogedrukreiniger in acht nemen.◀
Afstanden en temperatuur▷Maximale temperatuur: 60 ℃.▷Minimale afstand tot sensoren, camera's,
afdichtingen: 30 cm.▷Minimale afstand tot glazen dak: 80 cm.
Automatische wasinstallaties of
wasstraten
Aanwijzingen ATTENTIE
Door hogedruk wasinrichtingen kan in
het bereik van de ruiten water binnendringen.
Er bestaat gevaar voor schade. Hogedruk was‐
inrichtingen vermijden.◀
▷Wasinstallaties met lappen of installaties
met zachte borstels verdienen de voorkeur
om lakbeschadigingen te voorkomen.▷Wielen en banden mogen niet door trans‐
portinrichtingen worden beschadigd.▷Buitenspiegels inklappen, anders kunnen
deze, door de breedte van de auto, worden
beschadigd.▷Regensensor, zie pagina 72, deactiveren,
om een onbedoeld wissen te voorkomen.▷In veel gevallen kan, afhankelijk van de in‐
terieurbeveiliging van het alarminstallatie,
een ongewenst alarm worden geactiveerd.
Neem de aanwijzingen ter vermijding van
ongewenste alarmen, zie pagina 43, in
acht.
ATTENTIE
Te hoge geleiderails in wasinstallaties of
wasstraten kunnen carrosseriedelen beschadi‐
gen. Er bestaat gevaar voor schade. Wasinstal‐
laties of wasstraten waarvan de geleiderails
hoger dan 10 cm zijn vermijden.◀
Een wasstraat binnenrijden
De volgende stappen aanhouden, zodat de auto in een wasstraat kan rollen:
Seite 217VerzorgingMobiliteit217
Online Edition for Part no. 01 40 2 963 857 - VI/15
Page 220 of 243

▷Verlichtingsglas.▷Dekglas van het instrumentenpaneel.▷Matzwart gespoten delen.▷Gelakte delen in het interieur.
Gebruik voor de reiniging een microvezeldoek.
De doek evt. licht met water bevochtigen.
Dakhemel niet te nat maken.
ATTENTIE
Reinigers die alcohol of oplosmiddelen
bevatten zoals nitroverdunner, koudreiniger,
brandstof o.i.d. kunnen kunststof delen be‐
schadigen. Er bestaat gevaar voor schade. Ge‐
bruik voor de reiniging een microvezeldoek. De
doek evt. licht met water bevochtigen.◀
Veiligheidsgordels
Vervuilde gordels rollen niet goed op, waar‐
door de veiligheid nadelig wordt beïnvloed.
WAARSCHUWING
Chemische reinigers kunnen de stof van
de veiligheidsgordels aantasten. Ontbrekende
beschermende werking van de veiligheidsgor‐
dels. Er bestaat kans op letsel of levensgevaar.
Voor het reinigen van de veiligheidsgordels al‐
leen mild zeepsop gebruiken.◀
Gordels alleen in ingebouwde toestand met
mild zeepsop schoonmaken.
Veiligheidsgordels altijd in volkomen droge
toestand oprollen.
Vloerbedekking en vloermatten WAARSCHUWING
Voorwerpen in de beenruimte aan be‐
stuurderszijde kunnen de gaspedaalslag be‐
perken of een ingedrukt pedaal blokkeren. Er
bestaat gevaar voor ongevallen. Voorwerpen in
de auto zo opbergen dat deze beveiligd zijn en
niet in de beenruimte aan bestuurderszijde
kunnen komen. Vloermatten gebruiken die
voor de auto goedgekeurd zijn en adequaat
bevestigd kunnen worden. Geen losse vloer‐
matten gebruiken en niet meerdere vloermat‐
ten over elkaar leggen. Erop letten dat vol‐
doende ruimte voor de pedalen aanwezig is.
Erop letten dat de vloermatten weer veilig wor‐
den bevestigd nadat deze werden verwijderd,
bijv. voor reiniging.◀
Voor het reinigen kunnen de vloermatten uit de
auto worden genomen.
Vloertapijt bij sterkere vervuiling met een mi‐
crovezeldoek en water of textielreiniger
schoonmaken. Hierbij in de rijrichting vooruit
en achteruit wrijven, het tapijt kan anders ver‐
vilten.
Trekhaak met afneembare kogelkop
Kogelkop en de bevestiging schoon houden.
Lagerpunten, loopvlakken en de kleine kogels
op de bevestigingspen regelmatig met harsvrij
vet of olie invetten resp. smeren.
Voor het gebruik van de stoomreiniger of ho‐
gedrukreiniger op de auto, de kogelkop verwij‐
deren en afdekstoppen in de bevestiging
plaatsen, zie pagina 165.
Kogelkop niet met stoomreiniger of hogedruk‐
reiniger reinigen.
Sensoren/cameralenzen
Gebruik voor de reiniging van sensoren of ca‐
meralenzen een met een beetje glasreiniger
bevochtigde doek.
Displays/beeldschermen ATTENTIE
Chemische reinigers, vocht of vloeistof‐
fen kunnen het oppervlak van displays en
beeldschermen beschadigen. Er bestaat ge‐
vaar voor schade. Gebruik voor de reiniging
een schone, antistatische microvezeldoek.◀Seite 220MobiliteitVerzorging220
Online Edition for Part no. 01 40 2 963 857 - VI/15
Page 235 of 243

Gloeilampen vervangen, zieVervangen van lampen 200
Goedgekeurde motoroliën, zie Geschikte motorolie‐
soorten 194
Gordelherinnering voor be‐ stuurders- en passagiers‐
stoel 52
Gordelherinnering voor de achterbank 52
Gordels, veiligheidsgor‐ dels 51
Grootlicht 71
Grootlichtassistent 96
Grootlicht, gloeilamp vervan‐ gen 203
H Halogeen-koplampen, lam‐ pen vervangen 202
Handbediening, Steptronic versnellingsbak 75
Handgeschakelde versnel‐ lingsbak, zie Handgescha‐
kelde versnellingsbak 73
Handmatige bediening, ach‐ teruitrijcamera 132
Handmatige bediening, bui‐ tenspiegel 56
Handmatige bediening, Park Distance Control PDC 129
Handmatige bediening, por‐ tierslot 37
Handmatige bediening, tank‐ dopklep 179
Handmatige luchthoeveel‐ heid 141, 144
Handmatige luchtverde‐ ling 142, 144
Handmatige snelheidsbe‐ grenzer 116
Handmatige versnellings‐ bak 73
Handrem, zie Parkeerrem 69
Heet uitlaatsysteem 159 Helderheid, van het Control
Display 92
Hellingshoeksensor 43
Hoekverlichting 95
Homepage 6
Hoofdairbags 99
Hoofdsteunen 47
Hoofdsteunen, achterin 53
Hoofdsteunen, voorin 52
Hoogwater 159
Houder voor dranken 153
Hout, onderhoud 219
Hulp bij het wegrijden 125
Hulp bij pechgeval 210
I IBA, geïntegreerde gebruiks‐ aanwijzing in de auto 28
Identificatienummer, zie Voer‐ tuigidentificatienummer 8
iDrive 16
IJswaarschuwing, zie buiten‐ temperatuurwaarschu‐
wing 83
In-/uitschakelen, zie Groot‐ lichtassistent 96
Individuele instellingen, zie Personal Profile 34
Info display, zie Boordcompu‐ ter 88
Inhaalverboden 86
Inhaalverbodinfo 86
Initialiseren, bandenpech‐ waarschuwing RPA 107
Initialiseren, bandenspan‐ ningscontrole RDC 104
Inklembeveiliging, glazen dak 46
Inklembeveiliging, ruiten 44
Inparkeerassistent 135
Inrijden, rijaanwijzingen 158
Inschakeltijden, interieurvoor‐ ventilatie 146
Instellingen op Control Dis‐ play 91 Instellingen opslaan van stoel,
spiegels 54
Instellingen, stoelen/hoofd‐ steunen 47
Instellingen, ver-/ontgrende‐ len 41
Instrumentenpaneel 78
Instrumentenpaneel, elektro‐ nische weergaven 78
Instrumentenverlichting 97
Intelligente noodoproep 210
Intelligent Safety 109
Intensiteit, AUTO-pro‐ gramma 144
Interieurbeveiliging 43
Interieurverlichting 97
Interieurverlichting bij ont‐ grendelen 36
Interieurverlichting bij ver‐ grendelde auto 37
Internetpagina 6
Intervalmelding, servicebe‐ hoefte 84
Intervalmodus 71
ISOFIX kinderzitjesbevesti‐ ging 62
J Joystick, Steptronic versnel‐ lingsbak 74
Juiste plaats voor kinde‐ ren 59
K
Katalysator, zie Heet uitlaat‐ systeem 159
Kenmerken van aanbevolen banden 184
Keuzehendel, Steptronic ver‐ snellingsbak 74
Keuzelijst op instrumenten‐ paneel 87
Keyless-Go, zie Comforttoe‐ gang 39 Seite 235Alles van A tot ZOpzoeken235
Online Edition for Part no. 01 40 2 963 857 - VI/15
Page 238 of 243

Oververhitting van de motor,zie Koelvloeistoftempera‐
tuur 83
P Park Distance Control PDC 128
Parkeerassistent 135
Parkeerfunctie 56
Parkeerlicht 94
Parkeerrem 69
Parkeerwaarschuwing, zie PDC 128
Passagiersairbags, deactive‐ ring/activering 101
PDC Park Distance Con‐ trol 128
Pech, bandenpechwaarschu‐ wing RPA 106
Pech, vervangen van een wiel 207
Personal Profile 34
Personal Profile, profiel ex‐ porteren 35
Personal Profile, profiel im‐ porteren 35
Persoonlijke gegevens wis‐ sen 23
Persoonswaarschuwing met City-remfunctie 112
Plaats voor kinderen 59
Pleister, zie EHBO-tas 211
Portiersleutel, zie Afstands‐ bediening 32
Portierslot 37
Praktische tips voor het rij‐ den 158
Profiel, banden 183
Profile, zie Personal Pro‐ file 34
R Raapoliemethylester RME 181 Radio 6
Radiografische sleutel, zie Af‐ standsbediening 32
RDC bandenspanningscon‐ trole 103
Rechtsrijdend verkeer, instel‐ ling koplampen 97
Recycling 199
Regelsystemen, koersstabili‐ teit 120
Regensensor 71
Reiniging displays 220
Reinigingsmiddel voor vel‐ gen 219
Reinigingsvloeistof 73
Reis-boordcomputer 89
Reisdoelafstand 89
Remassistent 120
Remlicht, adaptief 118
Remlichten, dynamisch 118
Remmen, aanwijzingen 159
Remschijven inrijden 158
Remvoeringen inrijden 158
Reservewaarschuwing, zie Actieradius 83
Reservezekering 209
Reset, bandenspanningscon‐ trole RDC 104
Resetten, bandenspannings‐ controle RDC 104
Resterende actieradius 83
RES-toets, zie Snelheidsre‐ geling 126
Richtingaanwijzer, zie Knip‐ perlicht 70
Rijaanwijzing, ECO PRO 171
Rijaanwijzingen, alge‐ meen 158
Rijbaanbegrenzing, waar‐ schuwing 115
Rijbelevingsschakelaar 123
Rijmodus 123
Rijmodus ECO PRO 169
Rijprogramma configure‐ ren 124 Rijstabiliteitsregelsyste‐
men 120
Rijstijlanalyse 175
Rijtips 158
RME raapoliemethyles‐ ter 181
Roetdeeltjesfilter 159
Roetfilter 159
RON, benzinekwaliteit 180
Rondom de dakhemel 15
Rondom de middencon‐ sole 14
Rondom het stuurwiel 12
RPA bandenpechwaarschu‐ wing 106
RSC Runflat System Compo‐ nent, zie Banden met nood‐
loopeigenschappen 185
Rubber, verzorging 219
Rugleuning achterbank om‐ klappen, zie doorlaadsys‐
teem 149
Rugleuningbreedte 49
Rugleuningcontour, zie Len‐ densteun 49
Ruitbediening 43
Ruitensproeierinstallatie 71
Ruitensproeiermonden 72
Ruitensproeiers, ruiten 72
Ruitenwisserinstallatie 71
Ruitenwissers, zie Ruitenwis‐ serinstallatie 71
Ruitenwisser, uitgeklapte stand 72
Run Flat-banden 185
S
Schade, banden 183
Schakelaars, zie Bedienings‐ organen 12
Schakelaar voor rijdyna‐ miek 123
Schakeling, handmatige ver‐ snellingsbak 73 Seite 238OpzoekenAlles van A tot Z238
Online Edition for Part no. 01 40 2 963 857 - VI/15
Page 239 of 243

Schakelpaddels op het stuur‐wiel 76
Schakelpuntindicator 85
Scherm tegen verblin‐ ding 147
Schminkspiegel 147
Schokdempercontrole, dyna‐ misch 122
Schroefdraad voor wegsleep‐ oog 215
Schroefdraad, zie Schroef‐ draad voor wegsleep‐
oog 215
Schroevendraaier, zie Boord‐ gereedschap 200
Schuif-/kanteldak 45
Sensoren, verzorging 220
Servicegeschiedenis 85
Services, ConnectedDrive 6
Servotronic 122
Sfeerverlichting 98
Sigarettenaansteker 147
Signalen bij het ontgrende‐ len 41
Sleepoog, zie "Sleep‐ oog" 215
Sleeptouw voor het slepen/ wegslepen 214
Slepen, zie Slepen/wegsle‐ pen 213
Sleutel/afstandsbediening 32
Sleutelschakelaar voor passa‐ giersairbags 101
Slingeren van de aanhanger, zie Aanhangerstabilisatie‐
regeling 164
Slot, portier 37
Sluiten/openen met afstands‐ bediening 36
Sluiten/openen via portier‐ slot 37
Sneeuwkettingen 189
Snelheidsbegrenzer, hand‐ matig 116
Snelheidsbeperking, weer‐ gave 86 Snelheidslimietinfo 86
Snelheidslimietinformatie, boordcomputer 89
Snelheidslimiet, zie Handma‐ tige snelheidsbegren‐
zer 116
Snelheidsregeling 126
Snelheidswaarschuwing 90
SOS-toets 210
Spanning, banden 182
Spanningscontrole, ban‐ den 103
Spanningwaarschuwing, ban‐ den 106
Speciale uitrustingen, stan‐ daard uitrustingen 7
Speed Limit Device, zie Handmatige snelheidsbe‐
grenzer 116
Spiegels 55
Spiegels, memory 54
Splitscreen 22
SPORT+ - programma, rijdy‐ namiek 123
Sportbesturing, variabel 122
Sportmeldingen, koppelweer‐ gave, vermogensweer‐
gave 90
SPORT-programma, rijdyna‐ miek 124
Sportprogramma, versnel‐ lingsbak 75
Spraakgestuurd systeem 25
Sproeiervloeistof 73
Stabiliteitsregelsyste‐ men 120
Stadslicht 93
Stadslicht, vervangen van de lamp 203
Standby-modus van de radio 66
Standventilatie 145
Stang voor het slepen/aansle‐ pen 214
Start/stop-knop 65
Starten van de motor 66 Starten van de motor bij sto‐
ring 33
Starten, zie Starten van de motor 66
Startfunctie bij storing 33
Starthulp 211
Starthulp, zie DSC 120
Stationair draaien van de mo‐ tor tijdens het rijden, uitrol‐
len 173
Stationair uitrollen 173
Statusinformatie, iDrive 21
Steptronic Sport-versnel‐ lingsbak, zie Steptronic-ver‐
snellingsbak 74
Steptronic versnellings‐ bak 74
Stoelen 47
Stoel- en spiegelgeheu‐ gen 54
Stoelverwarming, voorin 50
Storingsmeldingen, zie Check-Control 79
Stroomonderbreking 208
Stuurondersteuning 122
Stuurwiel, verstellen 57
Stuurwielverwarming 58
Symbolen 6
Symbolen in het status‐ veld 21
T Taal, op het Control Dis‐ play 91
Takelwagen 213
Tankdop 178
Tankdopklep 178
Tanken 178
Tapijt, onderhoud 220
Technische gegevens 224
Technische wijzigingen, zie Eigen veiligheid 7
Tekstmeldingen, aanvul‐ lend 82
Telefoon 6 Seite 239Alles van A tot ZOpzoeken239
Online Edition for Part no. 01 40 2 963 857 - VI/15