display BMW 4 SERIES COUPE 2016 Instructieboekjes (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: BMW, Model Year: 2016, Model line: 4 SERIES COUPE, Model: BMW 4 SERIES COUPE 2016Pages: 271, PDF Size: 5.41 MB
Page 212 of 271

MotorolieUitrusting van de autoIn dit hoofdstuk worden alle standaard, lands‐
pecifieke en speciale uitrustingen beschreven
die in de modelserie aangeboden worden. Er
worden daarom ook uitrustingen beschreven
die in een auto, bijv. vanwege de landspeci‐
fieke of gekozen speciale uitrusting niet be‐
schikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligheidsre‐
levante functies en systemen. Bij gebruik van
deze functies en systemen moeten de in het
land geldende voorschriften worden nage‐
leefd.
Algemeen Het motorolieverbruik is afhankelijk van de
rijstijl en van de gebruiksomstandigheden.
Het motorolieverbruik kan hoger zijn, bijv. in de
volgende situaties:▷Bij een sportieve rijstijl.▷Bij het inrijden van de motor.▷Bij het stationair draaien van de motor.▷Bij het gebruik van soorten motorolie, die
als ongeschikt zijn aangemerkt.
Daarom regelmatig, na elke tankbeurt, het mo‐
toroliepeil controleren.
De auto beschikt over een elektronische olie‐
peilcontrole.
De elektronische oliepeilcontrole beschikt over
twee meetprincipes:
▷Statusweergave▷Uitvoerige metingElektronische
oliepeilcontrole
Statusweergave
Principe
Het motoroliepeil wordt tijdens het rijden elek‐
tronisch bewaakt en in het Control Display
weergegeven.
Als het motoroliepeil het minimum bereikt, ver‐
schijnt er een Check-Control-melding.
Voorwaarden
Een actuele meetwaarde staat ter beschikking na ca. 30 minuten rijden. Bij een korte rit wordt
de status van de laatste, voldoende lange rit
weergegeven.
Wanneer vaak korte ritten worden afgelegd, re‐
gelmatig een uitvoerige meting uitvoeren.
Peil motorolie tonen Op het Control Display:1."Auto-info"2."Autostatus"3. "Motoroliepeil"
Meldingen motorolie-indicator
ATTENTIE
Te weinig motorolie veroorzaakt motor‐
schade. Er bestaat gevaar voor schade. On‐
middellijk motorolie bijvullen.◀
Erop letten dat er niet te veel motorolie gevuld
wordt.
ATTENTIE
Te veel motorolie kan de motor of de ka‐
talysator beschadigen. Er bestaat gevaar voor
schade. Niet te veel motorolie bijvullen. Te veel
bijgevulde motorolie door een Service Partner
Seite 212MobiliteitMotorolie212
Online Edition for Part no. 01 40 2 963 964 - VI/15
Page 213 of 271

of een gekwalificeerde specialist laten afzui‐
gen.◀
Afhankelijk van het motoroliepeil worden ver‐
schillende meldingen op het display weerge‐
geven. Deze meldingen in acht nemen.
Bij een te laag motoroliepeil binnen de vol‐
gende 200 km Motorolie bijvullen, zie pa‐
gina 213.
Uitvoerige meting
Principe Bij de uitvoerige meting wordt het motorolie‐
peil gecontroleerd en op een schaalverdeling
weergegeven.
Bij benzinemotor:
Als het motoroliepeil het minimum bereikt, ver‐
schijnt er een Check-Control-melding.
Bij dieselmotor:
Als het motoroliepeil het minimum bereikt of
wordt vastgesteld dat te veel olie is bijgevuld,
verschijnt er een Check-Control-melding.
Tijdens de meting wordt het stationaire toe‐
rental iets verhoogd.
Algemeen
Een uitvoerige meting is alleen bij bepaalde
motoren mogelijk.
Voorwaarden▷Auto staat op een vlakke weg.▷Handgeschakelde versnellingsbak: keuze‐
hendel in vrijstand, koppeling en gaspedaal
niet ingedrukt.▷Steptronic versnellingsbak: keuzehendel in
keuzehendelstand N of P en gaspedaal niet
ingedrukt.▷Motor draait en is op bedrijfstemperatuur.Uitvoerige meting uitvoeren
Om een uitvoerige meting van het motorolie‐
peil uit te voeren:1."Auto-info"2."Autostatus"3. "Motoroliepeilmeting starten"4."Meting starten"
Het motoroliepeil wordt gecontroleerd en op
een schaalverdeling weergegeven.
Duur: ca. 1 minuut.
Motorolie bijvullen
Aanwijzingen ATTENTIE
Te weinig motorolie veroorzaakt motor‐
schade. Er bestaat gevaar voor schade.
Binnen de volgende 200 km motorolie bijvul‐
len.◀
ATTENTIE
Te veel motorolie kan de motor of de ka‐
talysator beschadigen. Er bestaat gevaar voor
schade. Niet te veel motorolie bijvullen. Te veel
bijgevulde motorolie door een Service Partner
of een gekwalificeerde specialist laten afzui‐
gen.◀
WAARSCHUWING
Bedrijfsstoffen, bijv. olie, vet, koelvloei‐
stof en brandstof, kunnen stoffen bevatten die
schadelijk zijn voor de gezondheid. Er bestaat
kans op letsel of levensgevaar. Aanwijzingen
op de verpakkingen in acht nemen. Ervoor zor‐
gen dat kleding, huid of ogen niet met bedrijfs‐
stoffen in contact komen. Bedrijfsstoffen niet
in andere flessen overgieten. Bedrijfsstoffen
buiten het bereik van kinderen bewaren.◀
Algemeen
Motorolie pas bijvullen als de melding op het
instrumentenpaneel verschijnt. De hoeveel‐
Seite 213MotorolieMobiliteit213
Online Edition for Part no. 01 40 2 963 964 - VI/15
Page 218 of 271

OnderhoudUitrusting van de autoIn dit hoofdstuk worden alle standaard, lands‐
pecifieke en speciale uitrustingen beschreven
die in de modelserie aangeboden worden. Er
worden daarom ook uitrustingen beschreven
die in een auto, bijv. vanwege de landspeci‐
fieke of gekozen speciale uitrusting niet be‐
schikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligheidsre‐
levante functies en systemen. Bij gebruik van
deze functies en systemen moeten de in het
land geldende voorschriften worden nage‐
leefd.
BMW onderhoudssysteem Het onderhoudssysteem wijst op vereiste on‐
derhoudsmaatregelen en helpt zo om de auto
verkeers- en bedrijfsveilig te houden.
De omvang en intervallen kunnen verschillen
afhankelijk van de landspecifieke uitrusting.
Vervangingswerkzaamheden, reserveonderde‐
len, verbruiksmaterialen en materiaal onderhe‐
vig aan slijtage worden afzonderlijk berekend.
Meer informatie is verkrijgbaar bij een Service
Partner of een gekwalificeerde specialist.
Condition Based Service
CBS
Sensoren en speciale algoritmen houden reke‐
ning met het gebruik van uw auto. Condition
Based Service bepaalt daarmee het noodzake‐
lijk onderhoud.
Met dit systeem kan dus het onderhoud wor‐
den aangepast aan het individuele gebruiks‐
profiel.
Op het Control Display kan gedetailleerde in‐
formatie over servicebehoefte, zie pagina 88,
worden weergegeven.Servicegegevens in de
afstandsbediening
Informatie over het noodzakelijk onderhoud
wordt continu in de afstandsbediening opge‐
slagen. De Service Partner of een gekwalifi‐
ceerde specialist kan deze gegevens uitlezen
en een op uw auto afgestemde onderhouds‐
beurt voorstellen.
Overhandig de serviceadviseur daarom de af‐
standsbediening waarmee het laatst werd ge‐
reden.
Stilstandtijden Er wordt geen rekening gehouden met stil‐
standtijden met losgekoppelde voertuigaccu.
Daarom periodieke onderhoudswerkzaamhe‐
den, zoals vervangen van de remvloeistof en
evt. de motorolie en het micro-/actief-koolstof‐
filter, door een Service Partner of een gekwali‐
ficeerde specialist laten uitvoeren.
OnderhoudsgeschiedenisOnderhoud en reparatie bij een Service Partner
of een gekwalificeerde specialist laten uitvoe‐
ren.
De uitgevoerde onderhoudswerkzaamheden
worden in de onderhoudsbriefjes en in de
voertuiggegevens ingevoerd. De vermeldingen
zijn net zoals het onderhoudsboekje het bewijs
van regelmatig onderhoud.
Als een invoer in de elektronische onder‐
houdsgeschiedenis van de auto wordt opge‐
slagen, worden onderhoudsrelevante gege‐
vens niet alleen in de auto maar ook op de
centrale IT-systemen van BMW AG, München
opgeslagen.
De in de elektronische onderhoudsgeschiede‐
nis opgeslagen gegevens kunnen na een wijzi‐
ging van de autobezitter ook door de nieuwe
autobezitter worden ingezien. Bovendien kun‐Seite 218MobiliteitOnderhoud218
Online Edition for Part no. 01 40 2 963 964 - VI/15
Page 219 of 271

nen alle service partners en andere bevoegde
en gekwalificeerde specialisten de in de elek‐
tronische onderhoudsgeschiedenis opgesla‐
gen gegevens inzien.
De autobezitter kan bij zijn Service Partner of
een gekwalificeerde specialist bezwaar maken
tegen de invoer in de elektronische onder‐
houdsgeschiedenis met de daarmee gepaard
gaande opslag van de gegevens in de auto en
de gegevensoverdracht aan de autofabrikant
gedurende de tijd dat de auto in zijn bezit is. Er
vindt dan geen invoer in de elektronische on‐
derhoudsgeschiedenis van de auto plaats.
Ingevoerd onderhoud op het Control Display
weergeven, zie pagina 89.
Aansluiting voor On-Board
Diagnose OBD
Opmerking ATTENTIE
Ondeskundig gebruik van de contact‐
doos voor de On-Board-Diagnose kan tot sto‐
ringen aan de auto leiden. Er bestaat gevaar
voor schade. De contactdoos voor de On-
Board-Diagnose alleen door een Service Part‐
ner, een gekwalificeerde specialist of andere
geautoriseerde personen laten gebruiken.◀
Positie
Aan bestuurderszijde bevindt zich een OBD-
aansluiting voor het testen van onderdelen die
voor de emissiesamenstelling bepalend zijn.
Emissiewaarden▷Het waarschuwingslampje knip‐
pert:
Motorstoring die tot beschadiging
van de katalysator kan leiden. Auto
onmiddellijk laten controleren.▷Het waarschuwingslampje brandt:
Verslechtering van de emissiewaarden.
Auto zo spoedig mogelijk laten controle‐
ren.
Terugname van de auto
De fabrikant van uw auto adviseert de auto aan
het eind van zijn levenscyclus in te leveren bij
een door de fabrikant aangeduid terugname‐
punt. Voor de terugname zijn de betreffende
nationale wettelijke voorschriften van toepas‐
sing. Meer informatie is verkrijgbaar bij een
Service Partner of een gekwalificeerde specia‐
list.
Seite 219OnderhoudMobiliteit219
Online Edition for Part no. 01 40 2 963 964 - VI/15
Page 230 of 271

Hulp in geval van pechUitrusting van de autoIn dit hoofdstuk worden alle standaard, lands‐
pecifieke en speciale uitrustingen beschreven
die in de modelserie aangeboden worden. Er
worden daarom ook uitrustingen beschreven
die in een auto, bijv. vanwege de landspeci‐
fieke of gekozen speciale uitrusting niet be‐
schikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligheidsre‐
levante functies en systemen. Bij gebruik van
deze functies en systemen moeten de in het
land geldende voorschriften worden nage‐
leefd.
Waarschuwingsknipperlicht
De toets bevindt zich in de middenconsole.
Intelligente noodoproep
Principe Via dit systeem kan in noodsituaties een nood‐
oproep worden verzonden.
Algemeen
SOS-toets uitsluitend bij noodgevallen gebrui‐
ken.
Ook als er geen noodoproep via BMW mogelijk
is, kan het zijn dat een noodoproep naar een
openbaar alarmnummer tot stand wordt ge‐
bracht. Dit is onder andere afhankelijk van het
mobiele netwerk en de nationale wetgeving.
De noodoproep kan om technische redenen
onder ongunstige omstandigheden niet wor‐
den gegarandeerd.
Overzicht
SOS-toets in de dakhemel
Voorwaarden
▷In de auto geïntegreerde SIM-kaart is ge‐
activeerd.▷Standby-modus van de radio is ingescha‐
keld.▷Noodoproepsysteem is bedrijfsklaar.
Noodoproep versturen
1.Voor het openen licht op afsluitklep druk‐
ken.2.De SOS-toets indrukken tot LED in de
toets groen brandt.▷LED brandt groen: noodoproep geacti‐
veerd.
Als een onderbrekingsvraag op het display
wordt weergegeven, kan de noodoproep
worden afgebroken.
Indien de omstandigheden dit toelaten, in
de auto wachten tot de spraakverbinding
tot stand is gekomen.Seite 230MobiliteitHulp in geval van pech230
Online Edition for Part no. 01 40 2 963 964 - VI/15
Page 240 of 271

▷Verlichtingsglas.▷Dekglas van het instrumentenpaneel.▷Matzwart gespoten delen.▷Gelakte delen in het interieur.
Gebruik voor de reiniging een microvezeldoek.
De doek evt. licht met water bevochtigen.
Dakhemel niet te nat maken.
ATTENTIE
Reinigers die alcohol of oplosmiddelen
bevatten zoals nitroverdunner, koudreiniger,
brandstof o.i.d. kunnen kunststof delen be‐
schadigen. Er bestaat gevaar voor schade. Ge‐
bruik voor de reiniging een microvezeldoek. De
doek evt. licht met water bevochtigen.◀
Veiligheidsgordels
Vervuilde gordels rollen niet goed op, waar‐
door de veiligheid nadelig wordt beïnvloed.
WAARSCHUWING
Chemische reinigers kunnen de stof van
de veiligheidsgordels aantasten. Ontbrekende
beschermende werking van de veiligheidsgor‐
dels. Er bestaat kans op letsel of levensgevaar.
Voor het reinigen van de veiligheidsgordels al‐
leen mild zeepsop gebruiken.◀
Gordels alleen in ingebouwde toestand met
mild zeepsop schoonmaken.
Veiligheidsgordels altijd in volkomen droge
toestand oprollen.
Vloerbedekking en vloermatten WAARSCHUWING
Voorwerpen in de beenruimte aan be‐
stuurderszijde kunnen de gaspedaalslag be‐
perken of een ingedrukt pedaal blokkeren. Er
bestaat gevaar voor ongevallen. Voorwerpen in
de auto zo opbergen dat deze beveiligd zijn en
niet in de beenruimte aan bestuurderszijde
kunnen komen. Vloermatten gebruiken die
voor de auto goedgekeurd zijn en adequaat
bevestigd kunnen worden. Geen losse vloer‐
matten gebruiken en niet meerdere vloermat‐
ten over elkaar leggen. Erop letten dat vol‐
doende ruimte voor de pedalen aanwezig is.
Erop letten dat de vloermatten weer veilig wor‐
den bevestigd nadat deze werden verwijderd,
bijv. voor reiniging.◀
Voor het reinigen kunnen de vloermatten uit de
auto worden genomen.
Vloertapijt bij sterkere vervuiling met een mi‐
crovezeldoek en water of textielreiniger
schoonmaken. Hierbij in de rijrichting vooruit
en achteruit wrijven, het tapijt kan anders ver‐
vilten.
Sensoren/cameralenzen
Gebruik voor de reiniging van sensoren of ca‐
meralenzen een met een beetje glasreiniger
bevochtigde doek.
Displays/beeldschermen/
beschermruit van het Head-Up
Display
ATTENTIE
Chemische reinigers, vocht of vloeistof‐
fen kunnen het oppervlak van displays en
beeldschermen beschadigen. Er bestaat ge‐
vaar voor schade. Gebruik voor de reiniging
een schone, antistatische microvezeldoek.◀
ATTENTIE
Het oppervlak van displays kan door on‐
deskundig reinigen worden beschadigd. Er be‐
staat gevaar voor schade. Niet te hard drukken
en geen krassende materialen gebruiken.◀
Gebruik voor de reiniging een schone, antista‐
tische microvezeldoek.
De beschermruit van het Head-Up Display met
een microvezeldoek een universeel afwasmid‐
del reinigen.
Auto buiten bedrijf stellenWanneer de auto langer dan drie maanden bui‐
ten bedrijf gesteld wordt, moeten bijzondereSeite 240MobiliteitVerzorging240
Online Edition for Part no. 01 40 2 963 964 - VI/15
Page 261 of 271

Banden, alles over wielen enbanden 202
Banden met noodloopeigen‐ schappen 205
Bandenpech verhelpen 205
Bandenpechwaarschuwing RPA 110
Bandenpech, waarschu‐ wingslampje 108, 111
Bandenprofiel 203
Bandenspanning 202
Bandenspanningbewaking, zie RPA 110
Bandenspanningscontrole RDC 107
Banden voor het gehele jaar, zie Winterbanden 204
Bedieningsorganen 12
Bedieningsprincipe iDrive 16
Beeldscherm, zie Control Dis‐ play 16
Begroetingsverlichting 99
Begroetingsverlichting bij ontgrendelen 36
Bekerhouder 172
Belangrijke zaken in de mo‐ torruimte 210
Benodigd onderhoud, Condi‐ tion Based Service
CBS 218
Benodigd onderhoud, weer‐ gave 88
Benzine 200
Benzinekwaliteit 200
Bergen, auto 240
Bergingsvoertuig voor het slepen/wegslepen 233
Bestuurdersassistentie, zie Intelligent Safety 113
Beveiligingsfunctie, glazen dak 47
Beveiligingsfunctie, ruiten 45
Beveiliging tegen bevriezing, sproeiervloeistof 75
Bevestigingsbanden, bagage vastzetten 181 Bevestigingsmateriaal, ba‐
gage vastzetten 181
Bevestigingsogen, bagage vastzetten 181
Bevestigingssignalen 42
Binnenspiegel, automatisch dimmend 59
Binnenspiegel, handmatig dimmend 59
Biodiesel 201
Blikjeshouder, zie Bekerhou‐ der 172
BMW diensten 6
BMW Driver’s Guide app 6
BMW homepage 6
BMW internetpagina 6
BMW onderhoudssys‐ teem 218
Bochtlijnen, achteruitrijca‐ mera 149
Bochtverlichting 100
Bonusactieradius, ECO PRO 190
Boordcomputer 92
Boordgereedschap 220
Boordmonitor, zie Control Display 16
Botsingswaarschuwing met City-remfunctie 114
Botsingswaarschuwing met remfunctie 116
Bovenbeensteun 51
Brandstof 200
Brandstof besparen 187
Brandstofkwaliteit 200
Brandstofmeter 86
Brandstof, tankinhoud 257
Brandstofverbruiksmeter 87
Breedte, auto 244
Buiten bedrijf stellen, auto 240
Buitenluchtfilter 163
Buitenlucht, zie AUC 162
Buitenspiegel assagierszijde omlaag kantelen 58 Buitenspiegel, automatisch
dimmend 58
Buitenspiegels 57
Buitentemperatuurindica‐ tie 86
Buitentemperatuurwaarschu‐ wing 86
C
Camera, achteruitrijca‐ mera 148
Cameralenzen, verzor‐ ging 240
Camera, Side View 151
Camera, Top View 152
CBS Condition Based Ser‐ vice 218
Centraal scherm, zie Control Display 16
Centrale sleutel, zie Afstands‐ bediening 32
Centrale vergrendeling 38
Chassisnummer, zie Voer‐ tuigidentificatienummer 8
Check-Control 82
Chroomachtige delen, onder‐ houd 239
Claxon 12
Combinatieschakelaar, zie Knipperlicht 72
Combinatieschakelaar, zie Ruitenwisserinstallatie 73
Comfort Access, zie Comfort‐ toegang 39
Comfortopenen met de af‐ standsbediening 36
COMFORT-programma, rij‐ dynamiek 133
Comfortsluiten met de af‐ standsbediening 36
Comforttoegang 39
Compressor 206
Computer, zie Boordcompu‐ ter 92 Seite 261Alles van A tot ZOpzoeken261
Online Edition for Part no. 01 40 2 963 964 - VI/15
Page 262 of 271

Condenswater onder deauto 180
Condition Based Service CBS 218
ConnectedDrive 6
ConnectedDrive Services 6
Contact aan 67
Contactdoos 166
Contactdoos achterin 167
Contactdoos, On-Board Dia‐ gnose OBD 219
Contactloos openen van het kofferdeksel 41
Contactsleutel, zie Afstands‐ bediening 32
Contact uit 67
Control Display 16
Control Display, instellin‐ gen 94
Controle- en waarschuwings‐ lampjes, zie "Check-Con‐
trol" 82
Controlelampjes, zie "Check- Control" 82
Controller 17
Corrosie van de remschij‐ ven 180
Cosmeticaspiegel 165
Coverbanden 204
Cruise-control, zie Actieve gewenste rijsnelheid 135
Cruise-control, zie Snelheids‐ regeling 141
Cupholder, bekerhouder 172
D
Dagrijlicht 100
Dagteller 86
Dakbelasting 245
Dakdrager 182
Dakdrager, zie Dakdra‐ ger 182
Dakhemel 15
Dashboardkastje 170
Datum 87 Deactiveren, airbags 106
Defrost, zie Ruiten ont‐ dooien 162
Diefstalbeveiliging, wielbou‐ ten 227
Diefstalbeveiliging, zie Alarm‐ installatie 43
Diesel 201
Dieselroetfilter 179
Digitale klok 87
Dimlicht 98
Dimmende binnenspiegel 59
Dimmende buitenspiegel 58
Displays reinigen 240
Displayverlichting, zie Instru‐ mentenverlichting 102
Doorlaadsysteem 168
Door water rijden 179
Draaicirkel 244
Draai-drukregelaar, zie Con‐ troller 17
Driving Assistant, zie Intelli‐ gent Safety 113
DSC dynamische stabiliteits‐ controle 129
DTC dynamische tractiecon‐ trole 130
Dynamische remlichten 126
Dynamische schokdemper‐ controle 131
Dynamische stabiliteitscon‐ trole DSC 129
Dynamische tractiecontrole DTC 130
E
ECO PRO 188
ECO PRO, anticipeer‐ hulp 191
ECO PRO, bonusactiera‐ dius 190
ECO PRO-rijstijlanalyse 194
ECO PRO-tip 190
Edelhout, onderhoud 239
Eenheden, maten 95 Een wasstraat binnenrij‐
den 237
Eerstehulpset 231
EfficientDynamics 191
EHBO-tas 231
Eigen veiligheid 7
Elektrische glazen dak 46
Elektrische ruitbediening 44
Elektrische stuurwielvergren‐ deling 59
Elektronische weergaven, in‐ strumentenpaneel 81
Elektronisch stabiliteitspro‐ gramma ESP, zie DSC 129
Energieterugwinning 88
ESP elektronisch stabiliteits‐ programma, zie DSC 129
Externe start 231
F
Flessenhouder, zie Bekerhou‐ der 172
Foutmeldingen, zie "Check- Control" 82
Frontairbags 104
Frontlampen 221
G
Garantie 7
Gebruikte symbolen 6
Gedeeld scherm, split‐ screen 22
Gegevens, technische 244
Geïntegreerde gebruiksaan‐ wijzing in de auto 28
Geïntegreerde sleutel 32
Gemiddelde snelheid 93
Gemiddeld verbruik 93
Geparkeerde auto, condens‐ water 180
Gereedschap 220
Geschikte motoroliesoor‐ ten 214 Seite 262OpzoekenAlles van A tot Z262
Online Edition for Part no. 01 40 2 963 964 - VI/15
Page 263 of 271

Gesleept worden, zie Slepen/wegslepen 233
Gevarendriehoek 231
Gewichten 245
Gladheid, zie buitentempera‐ tuurwaarschuwing 86
Glazen dak, elektrisch 46
Gloeilampen vervangen, zie Vervangen van lampen 220
Goedgekeurde motoroliën, zie Geschikte motorolie‐
soorten 214
Gordelbrenger 55
Gordelherinnering voor be‐ stuurders- en passagiers‐
stoel 54
Gordelherinnering voor de achterbank 54
Gordels, veiligheidsgor‐ dels 53
Grootlicht 73
Grootlichtassistent 100
H
Handbediening, Steptronic versnellingsbak 77
Handgeschakelde versnel‐ lingsbak, zie Handgescha‐
kelde versnellingsbak 76
Handmatige bediening, ach‐ teruitrijcamera 148
Handmatige bediening, bui‐ tenspiegel 58
Handmatige bediening, Park Distance Control PDC 145
Handmatige bediening, por‐ tierslot 37
Handmatige bediening, Side View 151
Handmatige bediening, tank‐ dopklep 199
Handmatige bediening, Top View 152
Handmatige luchthoeveel‐ heid 159, 162 Handmatige luchtverde‐
ling 160, 162
Handmatige snelheidsbe‐ grenzer 124
Handmatige versnellings‐ bak 76
Handrem, zie Parkeerrem 71
Head-Up Display 96
Head-Up Display, verzor‐ ging 240
Heet uitlaatsysteem 179
Helderheid, van het Control Display 95
Hellingshoeksensor 44
Hoekverlichting 100
Homepage 6
Hoofdairbags 104
Hoofdsteunen 49
Hoofdsteunen, voorin 55
Hoogte, auto 244
Hoogwater 179
Houder voor dranken 172
Hout, onderhoud 239
HUD Head-Up Display 96
Hulp bij het wegrijden 134
Hulp bij pechgeval 230
I
IBA, geïntegreerde gebruiks‐ aanwijzing in de auto 28
Identificatienummer, zie Voer‐ tuigidentificatienummer 8
iDrive 16
IJswaarschuwing, zie buiten‐ temperatuurwaarschu‐
wing 86
In-/uitschakelen, zie Groot‐ lichtassistent 100
Individuele instellingen, zie Personal Profile 34
Info bestuurdersassistentie, op het Control Display 96
Info display, zie Boordcompu‐ ter 92
Inhaalverboden 90 Inhaalverbodinfo 90
Initialiseren, bandenpech‐ waarschuwing RPA 111
Initialiseren, bandenspan‐ ningscontrole RDC 108
Inklembeveiliging, glazen dak 47
Inklembeveiliging, ruiten 45
Inparkeerassistent 153
Inrijden, rijaanwijzingen 178
Inschakeltijden, interieurvoor‐ ventilatie 164
Instellingen op Control Dis‐ play 94
Instellingen opslaan van stoel, spiegels 56
Instellingen, stoelen/hoofd‐ steunen 49
Instellingen, ver-/ontgrende‐ len 42
Instrumentenpaneel 81
Instrumentenpaneel, elektro‐ nische weergaven 81
Instrumentenverlichting 102
Intelligente noodoproep 230
Intelligent Safety 113
Intensiteit, AUTO-pro‐ gramma 162
Interieurbeveiliging 44
Interieurverlichting 102
Interieurverlichting bij ont‐ grendelen 36
Interieurverlichting bij ver‐ grendelde auto 37
Internetpagina 6
Intervalmelding, servicebe‐ hoefte 88
Intervalmodus 74
ISOFIX kinderzitjesbevesti‐ ging 64
J Joystick, Steptronic versnel‐ lingsbak 76 Seite 263Alles van A tot ZOpzoeken263
Online Edition for Part no. 01 40 2 963 964 - VI/15
Page 266 of 271

Ontgrendelen/vergrendelenmet afstandsbediening 36
Ontgrendelen/vergrendelen via portierslot 37
Ontgrendelen, instellin‐ gen 42
Oog om te slepen, zie "Sleep‐ oog" 235
Oog voor borgkabel, rijden met een aanhangwa‐
gen 186
Opbergmogelijkheden 170
Opbergvak achterin 172
Opbergvakken 170
Opbergvakken in de portie‐ ren 171
Openen/sluiten via portier‐ slot 37
Openen en sluiten 32
Openen en sluiten, met af‐ standsbediening 36
Openen en sluiten, zonder af‐ standsbediening 37
Opmerkingen 6
Opslag, banden 205
Oude accu verwerken 228
Overbruggen, zie Start‐ hulp 231
Oververhitting van de motor, zie Koelvloeistoftempera‐
tuur 86
P Park Distance Control PDC 144
Parkeerassistent 153
Parkeerfunctie 58
Parkeerlicht 99
Parkeerrem 71
Parkeerwaarschuwing, zie PDC 144
Passagiersairbags, deactive‐ ring/activering 106
PDC Park Distance Con‐ trol 144 Pech, bandenpechwaarschu‐
wing RPA 110
Pech, vervangen van een wiel 226
Personal Profile 34
Personal Profile, profiel ex‐ porteren 35
Personal Profile, profiel im‐ porteren 35
Persoonlijke gegevens wis‐ sen 23
Persoonswaarschuwing met City-remfunctie 119
Plaats voor kinderen 61
Pleister, zie EHBO-tas 231
Portiersleutel, zie Afstands‐ bediening 32
Portierslot 37
Praktische tips voor het rij‐ den 178
Profiel, banden 203
Profile, zie Personal Pro‐ file 34
R Raapoliemethylester RME 201
Radio 6
Radiografische sleutel, zie Af‐ standsbediening 32
RDC bandenspanningscon‐ trole 107
Rechtsrijdend verkeer, instel‐ ling koplampen 102
Recycling 219
Regelsystemen, koersstabili‐ teit 129
Regensensor 74
Reiniging displays 240
Reinigingsmiddel voor vel‐ gen 239
Reinigingsvloeistof 75
Reis-boordcomputer 93
Reisdoelafstand 93
Remassistent 129 Remlicht, adaptief 126
Remlichten, dynamisch 126
Remmen, aanwijzingen 179
Remschijven inrijden 178
Remvoeringen inrijden 178
Reservewaarschuwing, zie Actieradius 87
Reservezekering 228
Reset, bandenspanningscon‐ trole RDC 108
Resetten, bandenspannings‐ controle RDC 108
Resterende actieradius 87
RES-toets 138
RES-toets, zie Actieve snel‐ heidsregeling, ACC 135
RES-toets, zie Snelheidsre‐ geling 141
Richtingaanwijzer achter 223
Richtingaanwijzer, zie Knip‐ perlicht 72
Rijaanwijzing, ECO PRO 190
Rijaanwijzingen, alge‐ meen 178
Rijbaanbegrenzing, waar‐ schuwing 121
Rijbelevingsschakelaar 131
Rijmodus 131
Rijmodus ECO PRO 188
Rijprogramma configure‐ ren 133
Rijstabiliteitsregelsyste‐ men 129
Rijstijlanalyse 194
Rijstrookwisselmelding 123
Rijtips 178
RME raapoliemethyles‐ ter 201
Roetdeeltjesfilter 179
Roetfilter 179
RON, benzinekwaliteit 200
Rondom de dakhemel 15
Rondom de middencon‐ sole 14
Rondom het stuurwiel 12 Seite 266OpzoekenAlles van A tot Z266
Online Edition for Part no. 01 40 2 963 964 - VI/15