ESP CITROEN DS3 2011 Instructieboekjes (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2011, Model line: DS3, Model: CITROEN DS3 2011Pages: 324, PDF Size: 10.01 MB
Page 217 of 324

215
Praktische informatie
ZekeringAmpèreFuncties
F1230 ALage/hoge snelheid ruitenwissers vóór.
F1
340 AVoeding BSI (+ na contact).
F1
430 AVoeding Valvetronic (VTi)
F1
510 AGrootlicht rechts.
F1
610 AGrootlicht links.
F17 15 ADimli
cht links.
F18 15 ADimli
cht rechts.
F1
915 ALambdasondes en elektrokleppen (VTi), elektrokleppen
(Diesel), EGR-elektroklep (Diesel).
F20 10 APompen,
gestuurde thermostaat (VTi), elektroklep nokkenas (THP), sensor water in brandstof (Diesel).
F2
15 AVoeding bediening koelventilator, ABS / ESP, turbopomp (THP).
Page 218 of 324

Overzicht hoofdzekeringen
ZekeringAmpèreFuncties
MF1*60 AKoelventilator.
MF2 *30 A ABS-/ESP-pomp.
MF3
* 30 A ABS-/ESP-elektrokleppen.
MF4*60 AVoeding BSI.
MF5 * 60
AVoeding BSI.
MF6 *30 AExtra koelventilator (THP).
MF7 *80 AZekeringkast interieur.
MF
8 * -Niet gebruikt.
*
De hoofdzekeringen zorgen voor een extra beveiliging van de elektrische installatie. Werkzaamheden aan de hoofdzekeringen dienen door het
CITROËN-netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats uitgevoerd te worden.
Page 225 of 324

Praktische informatie
Trekken van een aanhanger, een caravan...
De trekhaak bestaat uit een mechanisch systeem voor het aankoppelen van een
aanhanger of caravan en een elektrische
aansluiting voor de verlichting en signalering.
Uw auto is hoofdzakelijk bedoeld voor het
ver voer van personen en bagage, maar is
tevens geschikt voor het trekken van een
aanhanger.
Wij raden u aan gebruik te maken van een speciaal door CITROËN getesteen goedgekeurde trekhaak inclusief bedrading en deze door het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerdewerkplaats te laten monteren. Als de trekhaak wordt gemonteerd door een bedrijf dat niet tot het CITROËN-netwerk behoort, moet de montage altijd volgens de voorschriften van de fabrikant worden uitgevoerd.
Het ri
jden met een aanhanger heeft veel invloed op het rijgedrag van de auto en vergt daarom extra aandacht van de bestuurder.
Adviezen
Gewichtsverdeling
)
Verdeel het gewicht in de caravan/aanhanger gelijkmatig, plaats zware
voor werpen zo dicht mogelijk bij de as en houd u aan de toegestane kogeldruk.
Door een geringere luchtdichtheid nemen
de prestaties van de motor af als men opgrotere hoogte boven de zeespiegel komt.
Trek boven de 1000 m 10% van het maximale
aanhangergewicht af en herhaal dit voor elke
volgende 1000 m.
Raadpleeg het hoofdstuk "Technische gegevens" voor de gewichten en
aanhangergewichten die voor uw auto van
toepassing zijn.
Zijwind
)
Houd er rekening mee dat de
zijwindgevoeligheid van de auto groter is.
Page 248 of 324

URGENCE-OPROEP OF ASSISTANCE-OPROEP
CITROËN OPROEP NAAR URGENCE MET LOKALISERING
Druk in geval van nood langer dan 2 seconden op deze
toets. Het knipperen van het groene LED-lampje en een geluidssignaal bevestigen dat de oproep naar de alarmcentrale CITROËN-Urgence is verstuurd * . gg g pp
Door deze toets meteen opnieuw in te drukken, wordt de oproepgeannuleerd. Het groene LED-lampje dooft.
Wanneer u deze toets op een willekeuri
g moment langer dan 8 seconden
ingedrukt houdt, annuleert u de oproep.
CITROËN OPROEP NAAR ASSISTANCE MET LOKALISERING
Bij het aanzetten van het contact, gaat het groene lampje 3 seconden branden.Dit duidt op een goede werking van hetsysteem.
Het oranje lampje knippert: er is eenstoring in het systeem.
Het oranje lampje blij
ft branden: denoodbatterij moet vervangen worden.
Raadpleeg in beide gevallen het CITROËN-netwerk.pg
Door deze toets meteen opnieuw in te drukken, wordt de aanvraaggeannuleerd.
Dit wordt bevesti
gd door een gesproken bericht.
Druk langer dan 2 seconden op deze toets voor het
aanvra
gen van hulp bij het stranden van de auto.
Een
gesproken bericht bevestigt dat de oproep is
verstuurd*.
WERKING VAN HET SYSTEEM Het groene LED-lampje blijft branden (zonder te knipperen) wanneer de
verbinding tot stand is gebracht. Aan het einde van het gesprek gaat het lampje uit.
Deze oproep wordt beheerd door de CITRO
ËN-Urgence alarmcentrale
die de informatie over de lokalisatie van de auto ontvangt en een
waarschuwing kan zenden naar de gekwalifi ceerde hulpdiensten.
In landen waar de alarmcentrale niet operationeel is of wanneer
de lokalisatie uitdrukkelijk is geweigerd, wordt de oproep meteen
doorgestuurd naar de hulpdiensten (11 2), zonder lokalisatie.
Wanneer de elektronische eenheid airba
gs een botsing heeft
waargenomen, wordt onafhankelijk van het eventueel afgaan vande airbags, automatisch een noodoproep gedaan.
*
Deze diensten zijn afhankelijk van bepaalde voorwaarden en beschikbaarheid.
Raadpleeg het CITROÀN-netwerk.Wanneer u uw auto buiten het CITROÀN-netwerk hebt gekocht, raden
wi
j u aan de aanwezigheid van deze diensten bij het netwerk te latencontroleren en eventueel confi gureren. In een meertalig land kunt u het
systeem laten confi gureren in de offi ciële landstaal van uw voorkeur.
Om technische redenenen, zoals het verbeteren van de
telematicadiensten aan de klant, behoudt de constructeur zich het recht
voor om op elk willekeuri
g moment het telematicasysteem in de auto te
wijzigen. Indien u
gebruik maakt van de dienst CITROËN eTouch, beschikt u ook over aanvullende diensten via uw persoonlijke pagina MyCITROEN op deCITROËN-internetsite voor uw land. Surf hiervoor naar www.citroen.com. pjpgy p
Page 250 of 324

01
11
55
101
22
334466
131
111
99
144155
77881212161
1. Motor afgezet: - Kort indrukken: aan/uit - Lang indrukken: CD pauzeren, geluidsweergaveradio onderbreken. Draaiende motor: - Kort indrukken: CD pauzeren, geluidsweergave radio onderbreken. - Lang indrukken: resetten van het systeem.2. Volumeregeling (individueel voor iedere geluidsbron, inclusief berichten en waarschuwingen van hetnavigatiesysteem).3. To egang tot het Menu "Radio". Weergave van het zenderoverzicht.4. Toegang tot het Menu "Muziek". Weergave van tracks.
5. To egang tot het Menu "SETUP". Lang indrukken: toegang tot het GPS-bereik en dedemo-modus. 6. To egang tot het Menu "Telefoon". Weergave van het logboek gesprekken.7. Toegang tot het Menu "MODE". Selecteren van het achtereenvolgens weergeven van: Radio, Kaart, NAV (tijdens navigatie), Telefoon (tijdens een gesprek), Boordcomputer. Lang indrukken: black-panelfunctie (DARK).8. To egang tot het Menu "Navigatie". Weergave van delaatst gekozen bestemmingen.9. To egang tot het Menu "Verkeer". Weergave van deactuele verkeersinformatie.10. ESC: huidige bewerking afbreken.11. CD uitwerpen.
12. Selecteren van de vorige/volgende radiozender in het overzicht. Selecteren van de vorige/volgende MP3-afspeellijst. Selecteren van het vorige/volgende pagina in een lijst.
13. Selecteren van de vorige/volgende radiozender. Selecteren van de vorige/volgende titel van een CD of vorig/volgend MP3-bestand. Selecteren van het vorige/volgende item in een lijst.
14. Toetsen 1 t/m 6: Selecteren van een in het geheugen opgeslagen radiozender. Lang indrukken: in het geheugen opslaan van dehuidige radiozender.
15. SD-kaartlezer, uitsluitend voor navigatie.
16. Selectieknop voor de weergave op het display,afhankelijk van de context van het menu. Kort indrukken: contextmenu of bevestigen. Lang indrukken: specifi ek contextmenu van de weergegeven lijst.
BASISFUNCTIES
BEDIENINGSPANEEL MyWay
3 - 4. Lang indrukken: toegang tot de audio-instellingen:geluidsverdeling voor/achter, links/rechts, lage-/hogetonenregeling, sfeerinstellingen, loudness,automatische volumecorrectie, standaardinstellingen.
Page 252 of 324

03 ALGEMENE WERKING
Raadpleeg het hoofdstuk "Menustructuren displays" voor een gedetailleerd overzicht van de keuzemogelijkheden binnen demenu's.
Door meerdere keren achter elkaar op de toets MODE te drukken, krijgt u toegang tot de volgende menu's:
Gebruik voor het schoonmaken van het display een zacht, niet-schurend doekje (bijvoorbeeld een brillendoekje) zonder schoonmaakmiddel. RADIO
/ MULTIMEDIASPELERS
TELEFOON
(Tijdens een telefoongesprek) KAARTWEERGAVE OP
VOLLEDIG SCHERM
NAVIGATIE
(Tijdens navigatie)
SETUP :
taalkeuze * , datum en tijd *
, weergave, parameters van de auto *
, eenheden ensysteeminstellingen "Demo-modus".
VERKEER :
TMC-informatie en berichten.
*
Afhankeli
jk van de uitvoering. BOORDCOMPUTE
R
Page 253 of 324

03
251
ALGEMENE WERKING
Door de draaiknop OK in te drukken krijgt
u toegang tot de snelkeuzemenu's.
WEERGAVE AFHANKELIJK VAN DE CONTEXT
NAVIGATIE (TIJDENS NAVIGATIE):
BOORDCOMPUTER: Navi
gatie stoppen
Bericht herhalen
Alternatieve route
Route-informatie
Bestemming tonen
Tra
jectinformatie
Navi
gatiecriteria
Vermijdcriteria
A
antal satellietenKaart verplaatsen
Gespr. bericht
Navigatie-opties
Logboek waarschuwingen
Status van functie
s
1
2
3
3
2
1
1
1
3
1
1
1
1
2
TELEFOON:
Ophangen
In de wacht zetten
Bellen
DTMF-tonen
Privémodus
Micro ui
t
1
1
1
1
1
1
Page 262 of 324

04
5
6
3 2 1
4
NAVIGATIE-INSTELLINGEN
Selecteer "Instellen risicozones" voor
toegang tot de functies "Op kaart
weergeven", "Visuele waarschuwing" en "Akoestische waarschuwing".
Selecteer de functie "POI-categorieën op kaart" om de POI's
die standaard op de kaart worden
weer
gegeven in te stellen. Druk o
p de toets NAV.
Druk nogmaals op de toets NAV of selecteer de functie Menu "Navigatie" en druk op de draaiknop
om te bevestigen.
Selecteer de functie "Instellin
gen" en druk op de draaiknop om tebevestigen.POI-cate
gorieën op kaart
InstellingenInstellen risicozones
Menu "Navigatie"
NAVIGATIE
Selecteer de functie "Navigatievolume"
en draai aan de draaiknop om het
volume van de verschillende
gesproken
berichttypen (verkeersinformatie,
waarschuwingsmeldingen…) in te stellen.
Navigatievolume
Het volume van de POI-waarschuwingen kan alleen tijdens het
uitzenden ervan worden aangepast.
UPDATEN RISICOZONE-POI'S
(flitspaalinfo)
Neem contact op met het CITROËN-netwerk voor de procedure
voor het ontvangen van RISICO-POI'S.
Voor het updaten van RI
SICOZONE-POI's is een SDHC-speler (High Capacity) vereist.
Als het navigatiesysteem is ingeschakeld en de kaart op het display wordt weergegeven,
kunt u de spraakbediening in- of uitschakelen door op het knopje te drukken en vervolgens
"Gespr. instructie" te selecteren of deze selectie juist ongedaan te maken.
Gespr. instructie
Page 263 of 324

05
2 1
3
4
5
261
VERKEERSINFORMATIE
INSTELLEN VAN DE FILTERS EN DE
WEERGAVE VAN TMC-BERICHTEN
Selecteer vervolgens de gewenste straal van het fi lter (in km),
afhankelijk van de route, en bevestigdoor op de draaiknop te drukken.
W
anneer alle berichten over het
traject worden geselecteerd, wordt
aanbevolen een geografi sche
fi lter (over een straal van 5 km
bijvoorbeeld) toe te voegen omhet aantal berichten dat op dekaart verschijnt te verkleinen.Het geografi sch fi lter volgt de
verplaatsing van de auto.
De fi lters werken onafhankeli
jk van elkaar en cumulatief.
Het is raadzaam om een fi lter o
p de route en een fi lter rondom de auto in te schakelen van:
- 3 km o
f 5 km voor een gebied met een dicht wegennet,
- 10 km voor een
gebied met een normaal wegennet,
- 50 km voor lange trajecten
(autosnelweg).
Druk no
gmaals op de toets TRAFFICof selecteer het Menu Verkeer en druk op de draaiknop om te
bevestigen.Druk o
p de toets TRAFFIC.
Een TMC-bericht
(Trafi c Message Channel) is informatie met betrekking
tot het verkeer en het weer die in real time wordt ontvangen endoorgestuurd naar de bestuurder in de vorm van gesproken berichten en
visuele waarschuwingen op de navigatiekaart.
Het navigatiesysteem kan in dat geval een alternatieve route voorstellen.
Selecteer de functie "Geo
grafi sch
fi lter" en druk op de draaiknop om te
bevestigen.
Berichten op route
De lijst met TMC-berichten verschijnt onder Menu Verkeer op
volgorde van nabijheid.
Alleen waarsch. berichten op route
Menu Verkeer
Selecteer het
gewenste fi lter:
Alle waarschuwingsberichten
Alle berichten
De berichten verschijnen op de kaarten in de lijst.
Druk op ESC om het fi lter uit te schakelen.
Geografi sch fi lter
Page 266 of 324

07MULTIMEDIASPELERS
CD, CD MET MP3- OF WMA-BESTANDEN
INFORMATIE EN TIPS
Selecteer bij het branden van een CD-R of CD-RW de standaardISO 9660 niveau 1, 2 of bij voorkeur Joliet om deze te kunnenafspelen.
Als de
CD in een ander formaat is gebrand, kan het zijn dat dezeniet goed wordt afgespeeld.
Het is raadzaam voor één
CD niet meer dan één standaard voor het branden te gebruiken. Stel de laagst mogelijke snelheid in (maximaal 4 x) voor een optimale geluidskwaliteit.
Voor het branden van een multisessie-
CD is het raadzaam de
standaard Joliet te gebruiken.
De MyWay speelt bestanden met de extensie ".mp
3" en een bitrate
van 8 tot 320 Kbps en bestanden met de extensie ".wma" en een
bitrate van 5 tot 384 Kbps af.
Ook bestanden met een VBR (Variable Bit Rate) kunnen worden
afgespeeld.
Geluidsbestanden met een andere extensie
(.mp4, .m3u...) kunnen
niet worden afgespeeld. De
formaten MP3 (afkorting van MPEG 1, 2 & 2.5 Audio Layer 3) en WMA (afkorting van Windows Media Audio, eigendom
van Microsoft) zijn standaarden voor het comprimeren van geluid
die de mogelijkheid bieden enkele tientallen nummers op één
CD te plaatsen.
Gebruik voor bestandsnamen maximaal 20 karakters en verwi
jder speciale tekens (bijv.: " " ? ; ù) om problemen met het afspelen of de weergave te voorkomen.