display CITROEN DS3 2011 Instructieboekjes (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2011, Model line: DS3, Model: CITROEN DS3 2011Pages: 324, PDF Size: 10.01 MB
Page 5 of 324

MULTIFUNCTIONELE
DISPLAYSCOMFORT TOEGANG TOT
DE AUTOZICHT
52 Monochroom displayA
55Monochroom displayC
59Kleurendisplay 16x9(MyWay)
64 Ventilatie
66 Verwarming
67 Handbediendeairconditioning
71Automatische airconditioning
74 Ontwaseming - Ontdooiing achterruit
75Parfumeur
77Voorstoelen
82Achterbank
83 Stuurwielverstelling
84Spiegels
88Sleutel met afstandsbediening
94Ruitbediening
96 Portieren
99 Achterklep
100 Brandstoftank
102Vulpistoolrestrictie
106 Lichtschakelaar
111LED-dagrijverlichting
111Koplampen verstellen
112 Ruitenwisserschakelaar
116 Plafonnier
117Sfeerverlichting
117Verlichting bagageruimte
004004005005002002003003
Page 14 of 324

Cockpit
1.
Contact-/stuurslot. 2.
Stuurkolomschakelaar autoradio.3.
Schakelaar ruitenwissers/ruitensproeiers/boordcomputer.4.
Parfumeur.5.
Schakelaar centrale vergrendeling.
6.Multifunctioneel display.7. Schakelaar alarmknipperlichten.8.Middelste verstelbare en afsluitbare
ventilatieroosters.9. Zonnesensor.
Middelste luidspreker hifi-audiosysteem.10.Airbag passagier.11. Verstelbaar en afsluitbaar zijventilatierooster. 12.Dashboardkastje / Uitschakeling passagiersairbag. 13.Parkeerrem.14 .Middenarmsteun met opbergvakken. 15.
Bovenste en onderste opbergvakken. 16.
MyWay of Autoradio.17.Bedieningspaneel ver warming/airconditioning.
Page 28 of 324

Instrumentenpaneel benzine - diesel met handgeschakelde versnellingsbak,
SensoDrive versnellingsbak of automatische versnellingsbak
Het instrumentenpaneel is permanent verlicht en bevat alle instrumenten en signaleringen voor de werking van de auto.
1. Toerenteller .
Geeft het motortoerental aan(x 1000 t /min).2.Snelheidsmeter.Geeft de wagensnelheid aan (km/h of mph). 3.Koelvloeistoftemperatuurmeter.Geeft de temperatuur van de koelvloeistof
van de motor aan.
Instrumenten
7.Dimmer dashboardverlichting.Knop voor de instelling van de lichtsterkte van
de dashboardverlichting en de sfeerverlichting.
4.Display.5.Brandstofniveaumeter. Geeft de resterende hoeveelheid brandstof in de tank aan.
6.Regelknop weergave display.Knop voor de weergave van afwisselend de actieradius en de dagteller.
Knop voor de weergave van de informatie van deonderhoudsintervalindicator.
Knop voor de nulstellin
g van de geselecteerde
functie (dagteller of onderhoudsintervalindicator).
Raadpleeg voor meer informatie over
de werking en de weergave van een bepaalde functie de desbetreffendeparagraaf.
Page 29 of 324

27Controle tijdens het rijden
Display
E.Onderhoudsintervalindicator(km of miles), ver volgens,
kilometerteller.Deze twee functies worden
achtereenvolgens na het aanzetten van het contact weergegeven.
F.Olieniveaumeter.Na het aanzetten van het contact wordt gedurende enkele seconden het olieniveau
weergegeven.
A
.Snelheidsbegrenzer (km/h of mph) of
Snelheidsregelaar.B. Opschakelindicator.C.InformatieSensoDrive versnellingsbakoffautomatische versnellingsbak.D.Actieradius (km of mijlen) of
Dagteller.
Page 30 of 324

Instrumentenpaneel benzinemotor met handgeschakelde
versnellingsbak RACING
Het instrumentenpaneel is permanent verlicht en bevat alle instrumenten en signaleringen voor de werking van de auto.
1. Toerenteller .
Geeft het motortoerental aan(x 1000 t/min).2.Snelheidsmeter.Geeft de wagensnelheid aan (km/h of mph). 3.Koelvloeistoftemperatuurmeter.Geeft de temperatuur van de koelvloeistof
van de motor aan.
Instrumenten
7.Dimmer dashboardverlichting. Knop voor de instelling van de lichtsterkte
van de dashboardverlichting en desfeerverlichting.
4.Display.5.Brandstofniveaumeter. Geeft de resterende hoeveelheid brandstof
in de tank aan.
6.Regelknop weergave display. Knop voor de weergave van afwisselend
de actieradius en de dagteller.
Knop voor de weergave van de informatie
van de onderhoudsintervalindicator.
Knop voor de nulstelling van degeselecteerde functie (dagteller of onderhoudsintervalindicator).
Raadpleeg voor meer informatie over
de werking en de weergave van een bepaalde functie de desbetreffendeparagraaf.
Page 31 of 324

29Controle tijdens het rijden
Display
C.Onderhoudsintervalindicatorr(km of miles), ver volgens,kilometerteller.Deze twee functies worden
achtereenvolgens na het aanzetten van het contact weergegeven. D.Olieniveaumeter.Na het aanzetten van het contact wordt gedurende enkele seconden het olieniveau
weergegeven.
A.Snelheidsbegrenzerr (km/h of mph) of
Snelheidsregelaar.B.Actieradius (km of mijlen) of
Dagteller.
Page 32 of 324

De controle- en waarschuwingslampjes geven
de bestuurder informatie over de werking van een systeem (controlelampje dat aangeeft of een systeem ingeschakeld of uitgeschakeld is)
of waarschuwen de bestuurder in het geval van een storing (waarschuwingslampje).
Controle- en
waarschuwin
gslampjes
Bijbehorende waarschuwingen
Sommige lampjes kunnen gaan branden incombinatie met een geluidssignaal en een melding op het multifunctionele display.
De lampjes kunnen constant brandenof knipperen.
Een aantal lampjes heeft beide mogelijkheden. Of het constant branden of knipperen van een lampje duidt op een storing, is afhankelijk van
de werkingsfase van de auto.
Als het lampje blijft branden, controleer dan voordat u gaat rijden welke functie het betreft. Het controlelampje voor de passagiersairbag blijft na het aanzetten van het contact nog ongeveer een minuut
branden, ook nadat de motor is gestart.
Bij het aanzetten van het contact
Als het contact wordt aangezet, gaan bepaalde
waarschuwingslampjes enkele seconden branden.
Zodra de motor wordt gestart, moeten deze
lampjes weer uitgaan.
Page 36 of 324

Verklikkerlampjes uitgeschakelde functies
De volgende verklikkerlampjes geven aan dat de desbetreffende functie handmatig is uitgeschakeld. Soms klinkt er ook een geluidssignaal en verschijnt er een bericht op het multifunctionele display.
ControlelampjebrandtOorzaakActies / Opmerkingen
Passagiersairbag
permanent. De schakelaar in het dashboardkastje
staat in de stand "OFF".
De frontairbag aan passagierszijde is uitgeschakeld. In dit geval kunt u een kinderzitje met de "rug in de rijrichting" plaatsen. Z
et de schakelaar in de stand "ON
" om de frontairbag
aan passa
gierszijde in te schakelen. Bevestig in dit geval op deze zitplaats geen kinderzitje
met de "rug in de rijrichting".
ESP/ASR
permanent. De toets links onder op het dashboard
wordt ingedrukt. Het bijbehorendecontrolelampje gaat branden.
De functie ESP/ASR wordt uitgeschakeld.
ESP: dynamische stabiliteitscontrole.
ASR: antislipegeling. Druk opnieuw op de toets om de functie ESP/ASR
weer te activeren. Het controlelamp
je dooft.
Het systeem wordt automatisch opnieuw geactiveerdbij snelheden hoger dan ongeveer 50 km/h(uitgezonderd bij de benzinemotoren 1.6 THP 150 enRACING).
De functie ESP/ASR wordt automatisch geactiveerd als
de motor wordt gestart.
Page 37 of 324

35
Controle tijdens het rijden
Waarschuwingslampjes
Als bij draaiende motor of tijdens het rijden een van
de volgende waarschuwingslampjes gaat branden,
wijst dit op een storing in het desbetreffende systeem en moet de bestuurder actie ondernemen.
Lees in het geval van een storing waarbij een waarschuwingslampje gaat brandende aanvullende informatie, die via een melding op het multifunctionele display wordt weergegeven.
Raadpleeg indien nodig het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
ControlelampjebrandtOorzaakActies / Opmerkingen
STOPpermanent, alleen of in combinatie met eenander controlelampje,
een geluidssignaal
en een bericht op het
display. Dit controlelamp
je brandt bij een ernstige storing aan het remsysteem of bij een te hogekoelvloeistoftemperatuur.Zet de auto zo snel mo
gelijk stil op een veilige plaats,
omdat de motor onder het rijden kan afslaan.
Zet het contact af en neem contact op met het
CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Servicetijdelijk. Er is een kleine storing opgetreden
waarbij geen specifiek controlelampje gaat branden. Identi
ficeer de storing met behulp van de melding ophet display zoals bijvoorbeeld:
- het motorolieniveau,
- het niveau van de ruitensproeier vloeistof,
- de batteri
j van de afstandsbediening,
- ver vuiling van het roetfilter, bij uitvoeringen
met dieselmotor (zie hoofdstuk "Controles - §Roetfilter").
Raadpleeg in andere gevallen het CITROËN-netwerk
o
f eengekwalificeerde werkplaats.
permanent. Er is een ernsti
ge storing opgetreden
waarbij geen specifiek controlelampje gaat branden. Identificeer de storin
g met behulp van de melding ophet display en raadpleeg het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Page 42 of 324

Als bij draaiende motor de wijzer zich bevindt in:
- zone A
, is de temperatuur in orde,
- zone B, is de temperatuur te hoog. De
waarschuwingslampjes STOPen het koelvloeistoftemperatuurlampje 1
gaan rood branden in combinatie met een geluidssignaal en een melding op het multifunctionele display.
Stop zo snel mogelijk op een veilige plaats.Wacht enkele minuten voordat u de motor afzet.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Koelvloeistoftemperatuurmeter
De temperatuur en de druk in het koelcircuitbeginnen na enkele minuten rijden te stijgen.
Om koelvloeistof bij te vullen: ) wacht tot de motor is afgekoeld, )
draai de dop twee omwentelingen los om
de druk te laten dalen, ) ver wijder vervolgens de dop, )
vul bij tot aan het merkteken "MAXI".