CITROEN DS3 2014 Instructieboekjes (in Dutch)
Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2014, Model line: DS3, Model: CITROEN DS3 2014Pages: 356, PDF Size: 11.4 MB
Page 21 of 356

Eerste kennismaking
Veiligheid voor alle inzittenden
1.Open het dashboardkastje. 2.
Steek de sleutel in de schakelaar.3.
Selecteer de stand: "ON"
(inschakelen) wanneer een passagier op de
voorstoel zit of een kinderzitje voor ver voer met hetgezicht in de rijrichting is bevestigd, "OFF"(uitschakelen) wanneer een kinderzitje voor
ver voer met de rug in de rijrichting is bevestigd. 4. Verwijder de sleutel zonder de stand van deschakelaar te veranderen.
Airbag voorpassagier
156
A.
Waarschuwingslampje niet-vastgemaakte/losgemaakte veiligheidsgordels voor.
Veiligheidsgordels vóór en
airbag vóór aan passagierszijde
156
Personal styling
De stickers hebben een speciale behandelingondergaan waardoor ze slijtage- en
vandalismebestendig zijn.Ze zijn gemaakt om de buitenkant van decarrosserie een persoonlijk tintje te geven.
Ze zijn ook leverbaar als accessoire; wij raden
u evenwel aan ze door het CITROËN-netwerkof door een gekwalificeerde werkplaats te laten
aanbrengen.
Fraaie bestickering
Houd, wanneer u uw auto wast, voor de waterstraal een minimale afstand van 30 centimeter van de bestickering aan. B
. Controlelampje uitgeschakelde airbag vóór
aan passagierszijde. 15
1
Page 22 of 356

Onder het rijden
5 of 6 versnellingen. Deze versnellingsbak biedt u de keuze tussen het comfort van een automatische transmissie en het plezier vaneen handgeschakelde versnellingsbak. 1.
Selectiehendel. 2.
Flipper "-". 3.
Flipper "+".
Elektronisch gestuurde versnellingsbak
Weergave op het
instrumentenpaneel
De ingeschakelde versnelling of de geselecteerde rijstand wordt op het display van
het instrumentenpaneel weergegeven.N.Neutral (Neutraalstand).R. Reverse (Achteruitversnelling).
1 t/m 5 / 6.Ingeschakelde versnellingen.
AUTO.Automatische stand.
Starten
)Selecteer de stand N. )Trap het rempedaal stevig in. )Start de motor. )Selecteer de automatische stand (stand A)Aof de handbediende stand (stand M ) met de selectiehendel 1, of
schakel de achteruitversnelling in door de selectiehendel 1in de stand R
te plaatsen. )Zet de handrem vrij. )Laat het rempedaal geleidelijk los en geef gas.
16
4
Page 23 of 356

21Eerste kennismaking
Onder het rijden
Deze transmissie met 4 versnellingen biedt u de keuze tussen het comfort van het
automatisch schakelen en het plezier van het handmatig schakelen. 1. Selectiehendel. 2.Toets "S" (sport).3.Toets " 7
" (sneeuw).
Weergave op hetinstrumentenpaneel
P.Parking (Parkeerstand).
R. Reverse (Achteruitversnelling).
N.Neutral (Neutraalstand). D. Drive (Automatisch schakelen).
S.Programma sport. 7 Programma sneeuw.
1 t/m 4. Ingeschakelde versnelling.-. Ongeldige waarde bij handmatigschakelen.
Starten
)
Trek de handrem aan. )
Selecteer de stand P
of N
. )
Star t de motor. )
Trap het rempedaal in. )
Zet de handrem vrij. )
Selecteer vervolgens de stand R, D
of M. )
Laat het rempedaal geleidelijk los: de auto
zet zich direct in beweging.
Automatische
versnellin
gsbak
169
Page 24 of 356

Onder het rijden
Stop & Start-systeem
Overgang naar de STOP-stand van de motor
174
Het controlelampje "ECO"op hetinstrumentenpaneel gaat branden en de motor
wordt automatisch afgezet (STOP-stand):
- auto met een handgeschakelde
versnellingsbak : wanneer u bij snelheden lager dan 20 km/h de versnellingsbak inzijn vrij zet en de koppeling loslaat,
Overgang naar de START-standvan de motor
Uit-
/inschakelen
U kunt deze functie op elk willekeurig moment uitschakelendoor de schakelaar "ECO OFF"in te drukken; hetcontrolelampje in de schakelaar gaat branden.
175
17
5
Het systeem wordt automatisch opnieuw ingeschakeld zodra u het contact weer aanzet.
Zet tijdens het tanken en als uhandelingen onder de motorkap wilt uitvoeren, altijd het contact af en neemde sleutel uit het contactslot.
Het controlelampje "ECO"
gaat uit en de motor wordt automatisch weer gestart:
- auto met een handgeschakelde versnellingsbak:wanneer u het koppelingspedaal helemaal
intrapt,
-
auto met een elektronischgestuurde versnellingsbak met 5 of
6 versnellingen: wanneer u bij snelhedenlager dan 8 km/h het rempedaal intrapt of de selectiehendel in de stand N zet.
-
auto met een elektronisch gestuurdeversnellingsbak met 5 of 6 versnellingen:
●
wanneer u het rempedaal loslaat terwijlde selectiehendel in de stand Aof Mstaat,
●
of wanneer u, ter wijl het rempedaal niet
is ingetrapt, de selectiehendel vanuit destand Nin de stand Aof M
zet,
●
of wanneer u de achteruitversnelling
inschakelt.
Onder bepaalde omstandigheden is de STOP-stand niet beschikbaar; het controlelampje"ECO"knipper t dan een paar seconden engaat ver volgens uit. Onder bepaalde omstandigheden wordt de STA R T- s t a n d a u t o m a t i s c h geactiveerd; het controlelampje "ECO"
knippert dan een paar
seconden en gaat ver volgens uit.
Page 25 of 356

23Eerste kennismaking
Onder het rijden
1.
Selecteren/deactiveren van desnelheidsbegrenzer.2.Verlagen van de ingestelde snelheid. 3.Verhogen van de ingestelde snelheid. 4.
Snelheidsbegrenzing aan/uit.
Snelheidsbegrenzer "LIMIT"
178
1.Selecteren/deactiveren van de snelheidsregelaar.2.
Verlagen van de ingestelde snelheid.3.
Verhogen van de ingestelde snelheid.4.
Snelheidsregeling aan/uit.
Snelheidsregelaar
"CRUISE"
180
Als de snelheidsregelaar of -begrenzer is
ingeschakeld, verschijnen de instellingen van
het systeem op het instrumentenpaneel.
Weergave op het instrumentenpaneel
Snelheidsregelaar
Snelheidsbe
grenzer
Het instellen van de snelheid is alleen mogelijk
bij draaiende motor. Het instellen van een snelheid en het activeren
van de snelheidsregelaar is alleen mogelijk bij eenrijsnelheid hoger dan 40 km/h, vanaf de vierde
versnelling bij een handgeschakelde versnellingsbak (tweede bij een elektronisch gestuurde
versnellingsbak of een automatische transmissie).
Page 26 of 356

Als bij het instappen blijkt dat de temperatuur in de auto hoog isopgelopen, open dan alle ruiten en de ventilatieroosters alvorens deairconditioning in te schakelen. Sluit vanaf een snelheid van 50 km/h de ruiten, maar laat de ventilatieroosters geopend. Gebruik de voorzieningen in het interieur die de temperatuurstijging kunnen beperken (blinderingspaneel van het panoramadak, zonneschermen, enz.). Schakel de airconditioning uit zodra de gewenste temperatuur is bereikt(behalve bij auto's met een automatische airconditioning). Schakel de achterruitverwarming en de ontwaseming uit zodra deze niet meer nodig zijn als deze niet automatisch worden aangestuurd. Schakel de stoelverwarming zo snel mogelijk uit.
Schakel de verlichting en de mistlampen uit als het zicht voldoende is.
Laat de motor vooral 's winters na het starten niet stationair warmdraaien, maar rijd zo snel mogelijk weg: uw auto warmt sneller op als u rijdt.
Eco-rijden
Door in de dagelijkse praktijk een aantal aanwijzingen op te volgen kunt u het brandstofverbruik en de CO2-uitstoot van uw auto verminderen.
Maak optimaal gebruik van de
versnellingsbak
Als uw auto is voorzien van een handgeschakelde versnellingsbak, rijd dan rustig weg, schakel zo snel mogelijk de tweede versnelling in en schakel bij het accelereren bij voorkeur relatief snel over naar eenhogere versnelling.
Als uw auto is voorzien van een automatische transmissie of een elektronische gestuurde versnellingsbak, gebruik dan bij voorkeur deautomatische stand en trap het gaspedaal niet bruusk of diep in.
De opschakelindicator geeft aan dat u kunt overschakelen: schakel over zodra op het instrumentenpaneel wordt aangegeven dat u een hogere versnelling kunt inschakelen.
Bij auto's met een elektronisch gestuurde versnellingsbak of eenautomatische transmissie wordt de opschakelindicator uitsluitend in de handmatige stand weergegeven.
Kies voor een soepele rijstijl
Houd afstand van de auto's voor u, rem bij voorkeur af op de motor in plaats van het rempedaal te gebruiken en trap het gaspedaal geleidelijkin. Als u deze aanwijzingen naleeft, neemt het brandstofverbruik en de CO2-uitstoot af en wordt de geluidsoverlast door het verkeer beperkt.
Gebruik op slimme wijze de elektrische
voorzieningen
Als het verkeer goed doorstroomt, gebruik dan vanaf een snelheid van ongeveer 40 km/h de snelheidsregelaar (indien aanwezig).
Sluit als passagier zo min mogelijk multimedia-apparatuur (DVD-speler, MP3-speler, spelcomputer, enz.) op de auto aan om het elektriciteitsverbruik, en dus het brandstofverbruik, te beperken. Koppel externe apparatuur los als u de auto verlaat.
Page 27 of 356

25
Beperk de oorzaken van een hoger
brandstofverbruik
Verdeel het gewicht evenwichtig over de auto: plaats de zwaarste voor werpen in de bagageruimte, zo dicht mogelijk bij de achterbank.
Beperk de belading en de luchtweerstand (dakdragers, imperiaal,fietsendrager, aanhanger, enz.) van uw auto. Gebruik liever een dakkoffer. Verwijder na gebruik de dakdragers en het imperiaal.
Vervang na de winter zo snel mogelijk de winterbanden door zomerbanden.
Houd u aan de onderhoudsvoorschriften
Controleer regelmatig de bandenspanning (bij koude banden), houd udaarbij aan de bandenspanning die staat vermeld op de sticker op de portiersponning aan bestuurderszijde.
Controleer de bandenspanning met name:
- voor een lange rit,
- bij de wisseling van de seizoenen,
- als de auto gedurende langere tijd niet is gebruikt. Vergeet niet de bandenspanning van het reservewiel en van de wielen van de aanhanger of de caravan te controleren.
Laat uw auto regelmatig onderhouden (olie verversen, oliefilter en luchtfilter vervangen, enz.) en houd u daarbij aan het door de fabrikant
voorgeschreven inter val.
Laat bij het tanken het vulpistool niet meer dan drie keer afslaan; zo voorkomt u dat brandstof uit de tank stroomt.
U zult bij een nieuwe auto merken dat pas na 3000 km het gemiddelde brandstofverbruik zich stabiliseert.
Page 28 of 356

001
Controle tijdens het rijden
Om gebruik te kunnen maken van alle beschikbare rijinformatie,geeft dit hoofdstuk u uitleg over de werking van de drie verlichte
dashboardinstrumenten, de exacte plaats en functie van de diverse
controlelampjes en signaleringen, en de informatie afkomstig van de
boordcomputer.
Page 29 of 356

Page 30 of 356

Instrumentenpaneel benzine - diesel met handgeschakelde
versnellingsbak, EGS-versnellingsbak of automatische versnellingsbak
Het instrumentenpaneel is permanent verlicht en bevat alle instrumenten en signaleringen voor de werking van de auto.
1.Toerenteller.
rGeeft het motortoerental aan(x 1000 t /min).2.Snelheidsmeter.Geeft de wagensnelheid aan (km/h of mph). 3.Koelvloeistoftemperatuurmeter.Geeft de temperatuur van de koelvloeistof
van de motor aan.
Instrumenten
7.Dimmer dashboardverlichting. Knop voor de instelling van de lichtsterkte
van de dashboardverlichting en desfeerverlichting.
4.Display.5.Brandstofniveaumeter. Geeft de resterende hoeveelheid brandstof in de tank aan.
6.Regelknop weergave display. Knop voor de weergave van afwisselend
de actieradius en de dagteller.
Knop voor de weer
gave van de informatie
van de onderhoudsintervalindicator.
Knop voor de nulstelling van degeselecteerde functie (dagteller of onderhoudsintervalindicator).
Raadpleeg voor meer informatie over
de werking en de weergave van een bepaalde functie de desbetreffendeparagraaf.