reset CITROEN DS3 CABRIO 2015 Instructieboekjes (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2015, Model line: DS3 CABRIO, Model: CITROEN DS3 CABRIO 2015Pages: 404, PDF Size: 13.42 MB
Page 34 of 404

DS3_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2014
ControlelampjebrandtOorzaak Acties / Opmerkingen
Bandenspanning 
te laag permanent, in 
combinatie met een 
geluidssignaal en een 
melding. De bandenspanning van een of 
meerdere wielen is te laag.
Controleer zo snel mogelijk de bandenspanning.
De controle dient bij voorkeur bij koude banden te 
worden uitgevoerd.
el
ke keer nadat u een of meer banden op spanning 
hebt gebracht en na het verwisselen van een of meer 
wielen, moet u het systeem resetten.
ra
adpleeg voor meer informatie de rubriek  
"Detectie te lage bandenspanning"
+
knippert en brandt 
vervolgens permanent, 
in combinatie met het 
verklikkerlampje Service.er zit een storing in de functie: de 
bandenspanning wordt niet meer 
gecontroleerd. Controleer zo snel mogelijk de bandenspanning.
Laat het systeem controleren door het CIt
roËn-
n
etwerk of door een gekwalificeerde werkplaats. 
Page 38 of 404

DS3_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2014
De onderhoudsindicator geeft aan hoeveel 
kilometer u nog ver wijderd bent van de 
eerstvolgende onderhoudsbeurt volgens het 
onderhoudsschema van de fabrikant.
Onderhoudsindicator
De afstand tot de eerstvolgende 
beurt is 1000  tot 3000   km
Als het contact wordt aangezet, gaat 
gedurende 5 
seconden de onderhoudssleutel 
branden. De kilometerteller geeft de 
resterende kilometers tot de eerstvolgende 
onderhoudsbeurt aan.
Voorbeeld:  de afstand tot de eerstvolgende 
onderhoudsbeurt bedraagt 2800
 
km.
Als het contact wordt aangezet, geeft  
het display gedurende 5
 
seconden het 
volgende aan :
5
  seconden na het aanzetten van het contact, 
verdwijnt de sleutel ; de teller geeft de 
kilometerstand aan.
bij de  blueHDi-uitvoeringen met 
dieselmotor heeft de mate van vervuiling 
van de motorolie ook invloed op de 
berekening (volgens land van bestemming).
Deze termijn wordt berekend op basis van de 
laatste reset van de onderhoudsindicator en is 
afhankelijk van het aantal afgelegde kilometers en 
de verstreken tijd sinds de laatste onderhoudsbeurt.
De afstand tot de eerstvolgende 
beurt is meer dan 3000
  km
Als het contact wordt aangezet, verschijnt er 
geen onderhoudsinformatie op het display. 
Page 40 of 404

DS3_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2014
Op 0 zetten van de 
o nderhoudsindicator
De onderhoudsindicator moet na elke 
onderhoudsbeurt op 0 
gezet worden.
Voer dit als volgt uit:
F
 
zet
  het contact af,
F
 
d
 ruk op de resetknop van de dagteller en 
houd deze ingedrukt,
F
 
z
 et het contact aan; de kilometerteller 
begint terug te tellen,
F
 
l
 aat de knop los als het display "=0"  
aangeeft; de sleutel verdwijnt. Als u na deze handeling de accu wilt 
loskoppelen, vergrendel dan de auto 
en wacht minimaal 5
  minuten. Het op 
0
 
 zetten van de onderhoudsindicator 
zal anders niet worden opgeslagen.
Opnieuw weergeven van de 
onderhoudsinformatie
u kunt op elk moment de onderhoudsinformatie 
w eergeven.
F
 
D
 ruk op de knop voor nulstelling van de 
dagteller.
 D
e onderhoudsinformatie wordt enkele 
seconden weergegeven en verdwijnt 
vervolgens weer. 
Page 51 of 404

49
DS3_nl_Chap02_ecrans-multifonction_ed01-2014
Radio- CD
Als uw Autoradio is ingeschakeld en het 
menu "radio-CD" is geselecteerd, kunnen 
de functies van de radio (
rD
S,  re
G
 ) en de 
CD-speler (introscan, willekeurig afspelen, 
herhalen van CD) worden geactiveerd of 
gedeactiveerd.
ra
adpleeg voor meer informatie over de radio/
CD-speler de rubriek "Autoradio".
Configuratie van de auto
Als het menu "Config. auto" is geselecteerd, 
kunnen de volgende functies geactiveerd of 
gedeactiveerd worden:
-
 
h
 et inschakelen van de ruitenwisser 
achter als de achteruitversnelling wordt 
ingeschakeld (zie het hoofdstuk "Zicht"),
-
 
d
 e follow me home-verlichting (zie het 
hoofdstuk "Zicht"),
-
 
d
 e parkeerhulp (zie het hoofdstuk "
ri
 jden").
Opties
Als het menu "opties" is geselecteerd, kan de 
status van de verschillende functies worden 
weergegeven (geactiveerd, gedeactiveerd, 
sto r ing).
Via dit menu kunt u ook het 
bandenspanningscontrolesysteem resetten  
(zie het hoofdstuk "Veiligheid").
Multifunctionele displays  
Page 55 of 404

53
DS3_nl_Chap02_ecrans-multifonction_ed01-2014
Menu "Persoonlijke 
instellingen - 
configuratie"
Als dit menu is geselecteerd, kunnen de 
volgende functies worden geselecteerd:
- 
p
 arameters van de auto,
-
 
c
 onfiguratie van het display,
-
 
taalkeuze.
Parameters van de auto instellen
Via dit menu kunnen verschillende systemen 
van de auto geactiveerd of uitgeschakeld 
worden:
- 
h
 et inschakelen van de ruitenwisser 
achter als de achteruitversnelling wordt 
ingeschakeld (zie het hoofdstuk "Zicht"),
-
 
d
 e follow me home-verlichting en de 
tijdsduur ervan (zie hoofdstuk "Zicht""), Voorbeeld: instellen van de tijdsduur van de 
follow me home-verlichting
F
 D ruk op de toets "5" of " 6" en vervolgens 
op "OK"  om het gewenste menu te 
selecteren. F
 
D
 ruk op de toets "
5" of " 6" en vervolgens 
op "OK"  om het item "Follow me home" te 
selecteren.
F  
D
 ruk op de toets "
7" of " 8" om de 
gewenste waarde in te stellen (15, 30   of 
60   seconden) en druk op de toets "OK"
 om 
te bevestigen.
F  
D
 ruk op de toets "5" of " 6" en vervolgens 
op "OK"  om "OK"  te selecteren en 
bevestigen of op de toets "Terug"  om de 
uitgevoerde handeling af te breken.
Via dit menu kunt u ook het 
bandenspanningscontrolesysteem resetten (zie 
hoofdstuk "Veiligheid"). -  
d
 e parkeerhulp (zie hoofdstuk "
ri
 jden"),
-  
h
 et automatische noodremsysteem (zie 
hoofdstuk " Veiligheid", rubriek "Active City 
br
 ake").
Multifunctionele displays  
Page 59 of 404

57
DS3_nl_Chap02_ecrans-multifonction_ed01-2014
Parameters auto
Via dit menu kunt u verschillende functies 
ten behoeve van het rijden en het comfort, 
gerangschikt op categorie, in- of uitschakelen:
-  "Parkeerhulp "
 
r
a
 adpleeg het hoofdstuk "
rij
 den".
-
  "Werking van de ruitenwissers "
●	 " Ruitenwisser achter inschakelen 
bij achteruitversnelling: O " 
(
ru
itenwisser achter gekoppeld aan de 
achteruitversnelling)
 
r
a
 adpleeg het hoofdstuk "Zicht".
-
  "Configuratie verlichting "
●	 " Duur follow me home-verlichting: 
O " (Automatische follow me home-
verlichting)
 
r
a
 adpleeg het hoofdstuk "Zicht".
-
  "Rijhulpsysteem "
●	 " Automatisch noodremsysteem: OFF " 
(Active City 
b
r
 ake)
 
r aadpleeg het hoofdstuk "Veiligheid".
●	 " Reset bandenspanningscontrole " 
(
re
setten van het 
bandenspanningscontrolesysteem)
 
r aadpleeg het hoofdstuk "Veiligheid".
Boordcomputer
In dit menu kunt u informatie over de staat 
van de auto bekijken.  u  kunt uit de volgende 
functies kiezen:
-
  "Logboek waarschuwingsmeldingen ".
 L
ijst van actieve waarschuwingsmeldingen.
-
  "Staat van de functies "
 L
ijst van de staat van de functies 
(ingeschakeld, uitgeschakeld, defect)
om
 veiligheidsredenen mag de 
bestuurder de instellingen van het 
display uitsluitend wijzigen als de auto 
stilstaat.
Multifunctionele displays  
Page 69 of 404

67
DS3_nl_Chap03_ouvertures_ed01-2014
Als de ruit bijvoorbeeld bij vorst niet wil 
sluiten:
F 
d
 ruk dan op de schakelaar tot 
voorbij het zware punt en laat de 
schakelaar weer los om de ruit 
helemaal te openen,
F
 
t
 rek de schakelaar omhoog tot aan 
het zware punt tot de ruit volledig is 
gesloten,
F
 
h
 oud de schakelaar na het sluiten 
nog ongeveer 1
  seconde vast.
Tijdens deze handelingen is de 
antiklemvoorziening uitgeschakeld.
Antiklemvoorziening
De eentraps elektrische ruitbediening 
aan bestuurderszijde is voorzien van een 
antiklemvoorziening.
Als de ruit wordt gesloten en tegen een 
obstakel stuit, stopt de ruit en gaat deze 
gedeeltelijk weer open.
Resetten
neem bij het verlaten van de auto, zelfs 
voor een korte periode, altijd de sleutel 
uit het contact.
Wanneer tijdens het bedienen van de 
ruit iets tussen de ruit en de sponning 
bekneld raakt, moet de ruit weer 
worden geopend. Druk daarvoor op de 
desbetreffende schakelaar.
Wanneer de bestuurder de ruit aan 
passagierszijde bedient, moet deze ervan 
verzekerd zijn dat geen van de inzittenden 
het correcte sluiten van de ruit hindert.
Let er vooral op dat kinderen zich 
tijdens het bedienen van de ruit niet 
kunnen bezeren.na e
en storing moet de ruitbediening worden 
gereset:
F
 
l
aat de schakelaar los en trek hem opnieuw 
omhoog totdat de ruit volledig is gesloten,
F
 
h
oud de schakelaar na het sluiten nog 
ongeveer 1
 
seconde vast,
F
 
d
ruk op de schakelaar om de ruit 
automatisch te openen.
Tijdens deze handelingen is de 
antiklemvoorziening uitgeschakeld.
Toegang tot de auto  
Page 114 of 404

DS3_nl_Chap06_conduite_ed01-2014
Storing
Als bij aangezet contact dit 
controlelampje gaat branden en de 
aanduiding AUTO  gaat knipperen in combinatie 
met een geluidssignaal en een melding op 
het multifunctionele display, duidt dit op een 
storing in de versnellingsbak. Laat het systeem 
controleren door het CI
t
ro
Ën-
 netwerk of een 
gekwalificeerde werkplaats.
Resetten
(Elektronisch gestuurde 
versnellingsbak met 5
 
versnellingen)
In uitzonderlijke gevallen kan het 
voorkomen dat de versnellingsbak 
automatisch gereset moet worden: in 
dat geval kan de auto niet meer rijden of 
schakelt de versnellingsbak niet meer.
op h
et instrumentenpaneel 
verschijnen de aanduidingen 
AUTO  en - -.
op
 het instrumentenpaneel verschijnen 
de aanduidingen AUTO  en - -.
F
 
Sel
ecteer stand N .
F
  t
r
ap het rempedaal in.
F
 
W
acht ongeveer 30
 
seconden tot de 
aanduiding N of een ingeschakelde 
versnelling op het instrumentenpaneel 
verschijnt.
F
  b
e
weeg de selectiehendel naar stand A en 
vervolgens naar stand N .
F
 
S
tart, ter wijl u het rempedaal nog steeds 
ingetrapt houdt, de motor.
De versnellingsbak werkt nu weer naar behoren.na
dat de accu losgekoppeld is geweest, moet 
u de versnellingsbak resetten.
F
 
Z
et het contact aan.
Volg de hierboven beschreven 
procedure. 
Page 152 of 404

bandenspanningscontrolesysteem
Dit systeem controleert automatisch de bandenspanning tijdens het rijden.
Het bandenspanningscontrolesysteem is niet 
meer dan een hulpmiddel, hetgeen inhoudt dat 
de waakzaamheid en verantwoordelijkheid van 
de bestuurder niet door het systeem kunnen 
worden vervangen.
Het systeem onthoudt u niet van de 
verantwoordelijkheid om elke maand de 
bandenspanning te controleren (ook die van 
het reservewiel). Doe dit ook voordat u een 
lange rit gaat maken.
Het rijden met een te lage bandenspanning 
heeft een nadelige invloed op het weggedrag 
en de remweg van de auto en veroorzaakt 
vroegtijdige bandenslijtage, vooral onder 
zware omstandigheden (zware belading, hoge 
snelheden, een lange rit).De voor uw auto voorgeschreven 
bandenspanning vindt u op de sticker 
met de bandenspanningen.
Zie de rubriek "Identificatie".
De bandenspanning moet worden 
gecontroleerd als de banden "koud" 
zijn (de auto staat langer dan een uur 
stil of er is minder dan 10  km gereden 
met een beperkte snelheid).
ond
er andere omstandigheden 
(bij warme banden) moet de 
bandenspanning ten opzichte van de 
op de sticker vermelde spanning met 
0,3
  bar worden verhoogd.
Het rijden met een te lage 
bandenspanning veroorzaakt bovendien 
een hoger brandstofverbruik.
Het systeem bewaakt de spanning van de vier 
banden zodra de auto begint te rijden.
Het systeem vergelijkt de signalen van de 
snelheidssensoren van de wielen met de 
referentiewaarden die elke keer nadat de 
banden op spanning zijn gebracht of na het 
ver wisselen van een wiel moeten worden 
gereset
.
Het systeem geeft een waarschuwing zodra 
wordt gesignaleerd dat de spanning van een of 
meer banden te laag is. 
Page 153 of 404

151
DS3_nl_Chap08_securite_ed01-2014
De waarschuwing blijft actief tot het 
systeem is gereset.ee
n te lage bandenspanning is niet 
altijd aan de band te zien. 
ee
n visuele 
controle is dus niet voldoende.
Controleer voordat u het systeem 
gaat resetten of de spanning van 
de vier banden overeenkomstig de 
gebruiksomstandigheden van de auto 
en de voorschriften op de sticker met 
de bandenspanningen is.
Het bandenspanningscontrolesysteem 
geeft geen meldingen als de 
bandenspanning bij het resetten 
onjuist is.
Waarschuwing te lage bandenspanning
u krijgt deze waarschuwing als dit 
lam pje blijft branden in combinatie 
met een geluidssignaal en een 
melding.
F
 
V
erminder onmiddellijk uw snelheid en 
vermijd plotselinge stuurbewegingen en 
krachtig remmen.
F
 
S
top zodra dit mogelijk is op een veilige 
plaats. F
 C ontroleer als u een compressor in 
de auto hebt (bijvoorbeeld die van de 
bandenreparatieset) de spanning van de 
vier banden als deze zijn afgekoeld. 
r
i
 jd 
voorzichtig verder als het niet mogelijk is 
om deze controle onmiddellijk uit te voeren.
of
F
 
G
 ebruik in het geval van een lekke band 
de bandenreparatieset of het reservewiel 
(volgens uitvoering),
Resetten
elke keer nadat u een of meer banden op 
spanning hebt gebracht en na het verwisselen 
van een of meer wielen, moet u het systeem 
resetten.
er i
s een sticker op de linker middenstijl 
aangebracht om u hierop attent te maken.
Veiligheid