CITROEN DS4 2013 Instructieboekjes (in Dutch)
Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2013, Model line: DS4, Model: CITROEN DS4 2013Pages: 408, PDF Size: 13.3 MB
Page 291 of 408

Technische gegevens
GEWICHTEN EN AANHANGERGEWICHTEN (in kg)
DieselmotorenHDi 90 FAPHDi 110 FAPe- HDi 110 FAPHDi 160 FAP
VersnellingsbakkenHandgeschakeldHandgeschakeldHandgeschakeldEGSHandgeschakeld
Type variant uitvoering: NX...9HP09HR89HR8/S9HR8/PSRHH8
- Ledi
g gewicht 1205 129 01295 13 0 0
1320
- Gewicht rijklaar 128 0 1365
1370 1375
1395
- Maximaal technisch toe
gestane massa totaal 1765 18 05 18101815 1880
- Maximaal toegestaan treingewicht
helling max. 12%
2865 3105
3110
3115
3180
-Aanhanger geremd (binnen max. toegestaan treingewicht)
helling max. 12% 11 0 0
1300
1300
1300
1300
- Aanhanger geremd
*
(met verminderde
belading auto, binnen max. toegestaan
treingewicht)
13501550
1550
1550
1550
-
Aanhanger ongeremd
640
680
680680695
- Aanbevolen kogeldruk
75
75
75
75
75
*
Het totale gewicht van de aanhanger kan, binnen het maximaal toegestane treingewicht, worden verhoogd indien de belading van de auto wordt verminderd.Houd er in dat geval rekening mee dat het trekken van een aanhanger met een licht beladen auto een negatieve invloed heeft op het weggedrag.
Het maximaal toe
gestane treingewicht en de aanhangergewichten gelden tot een hoogte van maximaal 10 0 0 meter; het opgegeven aanhangergewicht
dient voor elke extra 1000 meter met 10% te worden verminderd.
Bij het trekken van een aanhanger mag niet harder worden gereden dan 100 km/h of de plaatselijk geldende snelheidslimiet (in Nederland wettelijk90 km/h).
Bij hoge buitentemperaturen kunnen de prestaties van de auto minder worden om de motor te beschermen. Als de buitentemperatuur meer dan 37°C
bedraagt, moet het treingewicht worden verminderd.
Page 292 of 408

Afmetingen (in mm)
Page 293 of 408

291Technische gegevens
Identifi catie
De auto is voorzien van verschillende zichtbare merktekens voor de identificatie en registratie van de auto.
A. Serienummer onder de motorka
p. Dit nummer is ingeslagen in de carrosserie,
bij de motorsteun.
B. Serienummer o
p het dashboard. Dit nummer staat op een sticker en is zichtbaar door de voorruit.
D. Sticker bandenspanning/kleurcode lak .
Deze sticker is op de voorstijl aanbestuurderszijde geplakt.
Wielen met 225/40 R18 bandenkunnen niet worden voorzien van sneeuwkettingen. Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats voor meer informatie.
Een te lage bandenspanningveroorzaakt een hoger brandstofverbruik.
Controleer de bandenspanning minimaal één keer per maand, bij koude banden. C. Constructeursplaat
je.Dit nummer staat op een eenmalige sticker op
de middenstijl, aan bestuurderszijde. Het bevat de vol
gende informatie:
- bandenspanning, auto onbeladen en
beladen,
- vel
gmaat en bandenmaat,
- door de constructeur aanbevolen
bandenmerken,
- bandenspannin
g van het reservewiel,
- kleurcode van de lak.
Page 294 of 408

013
Audio en telematica
Page 295 of 408

Page 296 of 408

Page 297 of 408

295
URGENCE-OPROEP OF ASSISTANCE-OPROEP
Page 298 of 408

URGENCE-OPROEP OF ASSISTANCE-OPROEP
CITROËN OPROEP NAAR URGENCE MET
LOKALISERING
Druk in geval van nood langer dan 2 seconden op deze
toets. Het knipperen van het groene LED-lampje en een geluidssignaal bevestigen dat de oproep naar de alarmcentrale CITROËN-Urgence is verstuurd * . gg g pp
Door deze toets meteen opnieuw in te drukken, wordt de oproepgeannuleerd. Het groene LED-lampje dooft.
Wanneer u deze toets op een willekeuri
g moment langer dan 8 seconden
ingedrukt houdt, annuleert u de oproep.
CITROËN OPROEP NAAR ASSISTANCE
MET LOKALISERING
Bij het aanzetten van het contact, gaat het groene lampje 3 seconden branden.Dit duidt op een goede werking van hetsysteem.
Het oran
je lampje knippert: er is eenstoring in het systeem.
Het oranje lampje blijft branden: denoodbatterij moet vervangen worden.
Raadpleeg in beide gevallen het CITROËN-netwerk.pg
Door deze toets meteen opnieuw in te drukken, wordt de aanvraaggeannuleerd.
Dit wordt bevestigd door een gesproken bericht.
Druk lan
ger dan 2 seconden op deze toets voor het
aanvragen van hulp bij het stranden van de auto.
Een gesproken bericht bevestigt dat de oproep is
verstuurd* .
WERKING VAN HET SYSTEEM Het groene LED-lampje blijft branden (zonder te knipperen) wanneer de
verbinding tot stand is gebracht. Aan het einde van het gesprek gaat het lampje uit.
Deze oproep wordt beheerd door de CITRO
ËN-Urgence alarmcentrale
die de informatie over de lokalisatie van de auto ontvangt en een
waarschuwing kan zenden naar de gekwalifi ceerde hulpdiensten.
In landen waar de alarmcentrale niet operationeel is of wanneer
de lokalisatie uitdrukkelijk is geweigerd, wordt de oproep meteen
doorgestuurd naar de hulpdiensten (11 2), zonder lokalisatie.
Wanneer de elektronische eenheid airba
gs een botsing heeft
waargenomen, wordt onafhankelijk van het eventueel afgaan vande airbags, automatisch een noodoproep gedaan.
*Deze diensten zijn afhankelijk van bepaalde voorwaarden en beschikbaarheid.
Raadpleeg het CITROÀN-netwerk.Wanneer u uw auto buiten het CITROÀN-netwerk hebt gekocht, raden
wi
j u aan de aanwezigheid van deze diensten bij het netwerk te latencontroleren en eventueel confi gureren. In een meertalig land kunt u het
systeem laten confi gureren in de offi ciële landstaal van uw voorkeur.
Om technische redenenen, zoals het verbeteren van de
telematicadiensten aan de klant, behoudt de constructeur zich het recht
voor om op elk willekeuri
g moment het telematicasysteem in de auto te
wijzigen. Indien u
gebruik maakt van de dienst CITROËN eTouch, beschikt u ook over aanvullende diensten via uw persoonlijke pagina MyCITROEN op deCITROËN-internetsite voor uw land. Surf hiervoor naar www.citroen.com. pjpgy p
Page 299 of 408

297
Dit systeem is zodanig gecodeerd dat het uitsluitend inuw auto functioneert.
eMyWay
01 Basisfunctie - Bedieningspaneel
Om veiligheidsredenen mag de bestuurder handelingendie zijn volledige aandacht vragen uitsluitend uitvoeren
bij stilstaande auto.
Wanneer de eco-modus is
geactiveerd schakelt het systeem zichzelf na het afzetten van de motor automatisch uit om te voorkomen dat de accu ontladen raakt.
INHOUD
02 Bediening op stuur
03 Werking
04 Navigatie
05 Verkeersinformatie
06 Telefoneren
07 Radio
08 Multimediaspelers
09 Audio-instellingen
10 Configuratie
11 Menustructuur display
Veelgestelde vragen blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
298
300
30
1
303
316
319
329
332
338
339
340
3
43
GPS-NAVIGATIE
MULTIMEDIA-AUTORADIO/
BLUETOOTH-TELEFOON
Page 300 of 408

01 BASISFUNCTIES
Toegang tot het menu "Navigatie " en
weergave van de laatste
bestemmingen.
Draaiknop:
Kort indrukken als de motor niet draait: aan
/uit.
Kort indrukken bi
j draaiende motor: uit-/inschakelen van geluidsbron.
Draaien: volumere
geling (voor elke geluidsbronafzonderlijk, geldt ook voor verkeersinformatie en navigatie-instructies).
Lang indrukken: resetten
van het systeem.
K
ort indrukken: selecteren
van een opgeslagen
radiozender.
Lang indrukken: in hetgeheugen opslaan van de huidige radiozender.
T
oets MODE: Selecteren
van het type permanente
weergave.
Lang indrukken: Blackpanel-functie (DARK).
Toegang tot het
menu " Telefoon " en
weergave van de
laatste gesprekken
of inkomend gesprekaccepteren.
Toegang tot het menu"Confi guratie".
Lan
g indrukken:
toegang tot het GPS-bereik en de demo-modus.To e
gang tot het menu"VerkeersinformatieTMC" en weergave
van de actuele
verkeersinformatie.