Veiligheid
Waarschuwingslampje veiligheidsgordel (op instrumentenpaneel)
Als een achterpassagier zijngordel losmaakt, gaat dit
waarschuwingslampje branden .
Display waarschuwingslampjes veiligheidsgordels
3. Waarschuwingslampje veiligheidsgordel rechtsachter. 4.
Waarschuwingslampje veiligheidsgordel
middenachter.
5. Waarschuwingslampje veiligheidsgordel linksachter.
Als het contact wordt aan
gezet bij een
draaiende motor en een snelheid van ongeveer 20 km/h, gaat het waarschuwingslampje 3 , 4 of
5ongeveer 30 seconden rood branden als de
desbetreffende gordel niet is vastgemaakt.
Als het waarschuwingslampje 3
, 4 of 5
bij een
snelheid van meer dan 20 km/h rood gaat
branden in combinatie met een geluidssignaal en
een melding op het display, is de gordel van de
desbetreffende achterpassagier weer losgemaakt.
Als de snelheid hoger is dan 20 km/h, knipperthet waarschuwingslampje gedurende tweeminuten in combinatie met een steeds sterker
wordend geluidssignaal. Na deze twee minuten
bli
jft het waarschuwingslampje branden zolang
de achterpassagiers hun gordels niet hebben
vastgemaakt.