stop start CITROEN DS4 2014 Instructieboekjes (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2014, Model line: DS4, Model: CITROEN DS4 2014Pages: 431, PDF Size: 32.57 MB
Page 394 of 431

Bestuurdersplaats
Instrumentenpanelen 38- 42
Controlelampjes 43-53
Meters 54-56
Handmatige test 57
Regelknoppen 58- 61
- dagteller
- regelknop dashboardverlichting /
black panel
- persoonlijke instellingen
klokken en displays
Stop & Start-systeem 218 -220
Lane Departure Warning System 221
Lichtschakelaar 124-128
Koplampverstelling 130
Buitenspiegels 95-96
R u i t b e d i e n i n g 115 -11 6
Zekeringen dashboard 270 -273
Openen motorkap 237
Stuurwielverstelling 94
Claxon 179
Multifunctionele displays 64- 69
Pictogrammendisplay gordels en
passagiersairbag vóór 184-185
Handgeschakelde versnellingsbak 205
EGS-versnellingsbak 206-209
Automatische versnellingsbak 210-213
Opschakelindicator 215
Handrem 196 -203, 204
Binnenspiegel 97
Urgence- en Assistance-oproep 179, 301
Plafonniers 138
Ruitenwis ser sc hakelaar 13 3 -137
Boordcomputer 70 -74
Ventilatie 78 -79
Handmatig bediende
airconditioning 80-81, 86
Automatische airconditioning 82- 86
Achterruitver warming 87
Autoradio 357-387
Instelling datum / tijd 67, 69
Navigatiesysteem eMyWay 303 -356
Instelling datum / tijd 67, 69
Sfeerverlichting 139
A l a r m k n i p p e r l i c hte n 178 -179
Centrale vergrendeling 107-108
Black panel 60
Programmeren van snelheden 225
Snelheidsbegrenzer 226-227
Snelheidsregelaar 228-229
Page 399 of 431

397Tr e f w o o r d e n r e g i s t e r
Radio .............................................335, 336, 361
RCA-aansluitingen ........................................ 344
Regelmatig onderhoud ................................... 34
Regeneratie roetfilter .................................... 245
Rembekrachtigingsysteem ........................... 180
Remblokken .................................................. 246
Remlichten .................................................... 268
Remmen ........................................................ 246
Remschijven.................................................. 246
Remvloeistofniveau ...................................... 241
Reser vewiel .................................................. 255
Richtingaanwijzers .........127, 178, 264-266, 268
Riem .............................................................. 155
Rijstrookcontrolesystemen ........................... 181
Risicozones (update) .................................... 314
Roetfilter ........................................ 242, 243, 245
Ruitbediening ................................................ 115
Ruitbediening resetten .................................. 115
Ruitensproeier achter ................................... 137
Ruitensproeiers vóór..................................... 135
Ruitenwisser achter ...................................... 137
Ruitenwisserbladen (ver vangen) .......... 136, 281
Ruitenwisserbladen ver vangen ............ 136, 281
Ruitenwissers .................................. 52, 133, 134
Ruitenwisserschakelaar ................ 133, 134, 137
R
Selectiehendel elektronisch gestuurde
versnellingsbak ........................................... 206
Serienummer auto ........................................ 297
Sfeer verlichting ............................................. 139
Sjorogen ........................................................ 155
Skiluik ............................................................ 154
Slepen van een auto ..................................... 283
Sleutel met afstandsbediening .................... 100,
102, 103, 10 6
Sneeuwkettingen .......................................... 262
Sneeuwscherm ............................................. 281
Snelheidsbegrenzer .............................. 225, 226
Snelheidsregelaar ................................. 225, 228
Snelmenu's ................................................... 308
Spaarfase ...................................................... 280
Spraaksynthese ............................................ 320
Startblokkering, elektronische .............. 103, 106
Starten........................................................... 277
Starten van de auto....................... 104, 206, 210
Stilzetten van de auto ................... 104, 206, 210
Stoelen verstellen ..................................... 88, 89
Stoelver warming ............................................. 90
Stoelver warming, schakelaars ....................... 90
Stop & Start ..... 74, 83, 86, 117, 218, 237, 244, 276
Streaming audio Bluetooth ........... 343, 371, 373
Stuurbekrachtigingsvloeistofniveau ............. 242
Stuurkolomschakelaars ........................306, 359
Stuurslot ........................................................ 103
Stuur verstelling ............................................... 94
Stuur wiel (verstellen) ...................................... 94
Synchroniseren afstandsbediening .............. 105Tankbeveiliging ............................................. 120
Technische gegevens ...........................292, 294
Telefoon ................................................ 326, 330
Te l l e r .......................................................... 38, 39
Tijd instellen .............................................. 64, 68
TMC (verkeersinformatie) ............................. 323
Toerenteller ......................................... 38, 39, 42
Trekhaak ....................................................... 285
T
U
V
S
Schakelen automatische versnellingsbak .... 210
Schakelen elektronisch bediende
versnellingsbak .......................................... 205Updaten risicozones ..................................... 314
Urgence-oproep ............................ 179, 301, 302
USB-aansluiting .................................... 146, 368
USB-box ........................................................ 146
Veiligheidsgordels ................. 168, 183, 184, 186
Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen ..... 162,
163, 167, 169, 171-173, 188
Ventilatie ............................................. 34, 78 - 80
Ventilatieroosters ............................................ 78
Vergrendeling van binnenuit ......................... 107
Verkeersinformatie (TA) ................ 324, 337, 362
Verkeersinformatie (TMC) .................... 323, 324
Verklikkerlampjes .......................... 46, 50, 51, 53
Versnellingsbak, automatische ..... 210, 245, 279
Page 413 of 431

8Rijden
Stop & Start
Het Stop & Start-systeem zet de motor tijdelijk af (STOP-stand) als u stopt (bij rood licht, opstoppingen enz.). De motor wordt automatisch gestart
(START-stand) als u weer weg wilt rijden. Het starten gebeurt direct, snel en stil.
Het Stop & Start-systeem zorgt voor een lager brandstofverbruik, minder uitstoot van schadelijke stoffen en een aangename rust in het interieur tijdens
het wachten.
Werking
Overgang naar de STOP-stand
van de motor
Is uw auto uitgerust met een elektronisch
gestuurde versnellingsbak en u parkeert
uw auto, dan is - ten behoeve van uw
eigen comfort - de STOP-stand de eerste
seconden na het inschakelen van de
achteruit niet beschikbaar.
Als de STOP-stand geactiveerd is,
blijven alle andere componenten zoals
de remmen en de stuurbekrachtiging
normaal functioneren.
Tank nooit als de motor in de STOP-
stand staat; zet in dat geval altijd het
contact af en neem de sleutel uit het
contactslot. Het controlelampje "ECO"
op het
instrumentenpaneel gaat branden en
de motor komt automatisch in een
standby-stand:
- bij een handgeschakelde versnellingsbak,
bij snelheden beneden 20 km/h of, bij
uitvoeringen met de PureTech 130 -motor of
een BlueHDi-dieselmotor, bij stilstaande auto,
wanneer u de versnellingsbak in zijn vrij zet en
de koppeling loslaat,
- bij een elektronisch gestuurde
versnellingsbak,
bij snelheden beneden
8 km/h, wanneer u op het rempedaal trapt of
wanneer u de selectiehendel in stand N
zet.
Als uw auto is uitgerust met een teller,
wordt de duur van de momenten dat de
motor in de STOP-stand geschakeld
wordt, opgeteld en weergegeven. Elke
keer als u het contact opnieuw aanzet,
wordt deze teller op 0 gezet.
De STOP-stand wordt niet geactiveerd als:
- de auto op een steile helling staat
(beklimming of afdaling),
- het bestuurderportier geopend is,
- de veiligheidsgordel van de bestuurder
losgemaakt is,
- de auto sinds de laatste start met de sleutel
niet sneller dan 10 km/h heeft gereden,
- de elektrisch bediende handrem wordt /is
aangetrokken,
- de klimaatregeling in het interieur dat niet
toelaat,
- de ruitontwaseming is ingeschakeld,
- bepaalde bijzondere omstandigheden
(laadtoestand accu, motortemperatuur,
rembekrachtiging, buitentemperatuur enz.)
dat niet toelaten.
Bijzonderheden: STOP-stand niet
beschikbaar
In dat geval knippert het lampje
"ECO"
enkele seconden en gaat
ver volgens uit.
Dit is volkomen normaal.
Page 414 of 431

9Rijden
Overgang naar de START-stand
van de motor
Het controlelampje "ECO"
gaat uit en
de motor wordt automatisch gestart:
- bij een handgeschakelde
versnellingsbak
, wanneer u het
koppelingspedaal helemaal
intrapt,
- bij een elektronisch gestuurde
versnellingsbak
:
●
met de selectiehendel in stand A
of M
,
wanneer u het rempedaal loslaat.
●
of met de selectiehendel in stand N
en
het rempedaal losgelaten, wanneer u de
selectiehendel in stand A
of M
zet,
●
of wanneer u de achteruitversnelling
inschakelt.
Bijzonderheden: automatisch
activeren van de START-stand
Als u het systeem met de motor in de
STOP-stand uitschakelt, dan wordt de
motor direct weer gestart.
Als u bij een auto met een handgeschakelde
versnellingsbak in de STOP-stand een
versnelling inschakelt, maar daarbij het
koppelingspedaal niet helemaal intrapt, gaat
er een lampje branden of verschijnt er een
bericht met het verzoek het koppelingspedaal
helemaal in te trappen, omdat anders de
motor niet gestart kan worden.
U kunt deze functie op elk willekeurig moment
uitschakelen door de schakelaar "ECO OFF"
in
te drukken.
Het controlelampje in de schakelaar
gaat branden en er wordt een melding
weergegeven.
Uitschakelen
In dat geval knippert het lampje
"ECO"
enkele seconden en gaat
ver volgens uit.
Dit is volkomen normaal.
De START-stand wordt ten behoeve van
de veiligheid en het comfort automatisch
geactiveerd als:
- het bestuurderportier wordt geopend,
- de veiligheidsgordel van de bestuurder los
wordt gemaakt,
- de snelheid van de auto hoger is dan
25 km/h bij een handgeschakelde
versnellingsbak (3 km/h bij de PureTech
130-motor en de BlueHDi-dieselmotoren)
en hoger dan 11 km/h bij een elektronisch
gestuurde versnellingsbak,
- de elektrisch bediende handrem wordt
aangetrokken,
- bepaalde bijzondere omstandigheden
(laadtoestand accu, motortemperatuur,
rembekrachtiging, buitentemperatuur enz.)
dit niet toelaten.
Page 415 of 431

10Rijden
Het systeem wordt automatisch
opnieuw ingeschakeld zodra u het
contact weer aanzet.
Opnieuw inschakelen
Dit systeem heeft specifieke kenmerken
en maakt gebruik van een speciale accu
(raadpleeg voor meer informatie het CITROËN-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats).
Het gebruik van een andere dan de door
CITROËN voorgeschreven accu's kan leiden
tot storingen in het systeem. Bij een storing in het systeem gaat het
controlelampje in de schakelaar "ECO OFF"
eerst knipperen en brandt ver volgens permanent.
Laat het systeem controleren door het CITROËN-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Storingen
Onderhoud
Schakel het Stop & Start-systeem
altijd uit als u handelingen onder de
motorkap wilt verrichten, om letsel
door het automatisch activeren van de
START-stand te voorkomen.
Het Stop & Start-systeem maakt
gebruik van geavanceerde technologie.
Laat eventuele werkzaamheden aan
dit type accu uitsluitend uitvoeren door
een officiële CITROËN-dealer of een
gekwalificeerde werkplaats. Druk nogmaals op de schakelaar "ECO OFF"
.
Het systeem is dan opnieuw actief; het
controlelampje in de schakelaar gaat uit en er
wordt een melding weergegeven.
Als er in de STOP-stand een storing
zou optreden, kan het zijn dat de
motor niet meer wil aanslaan of direct
afslaat. Alle controlelampjes op het
instrumentenpaneel gaan branden.
Afhankelijk van de uitvoering kan er ook
een waarschuwingsmelding worden
weergegeven waarin u wordt gevraagd
de selectiehendel in de stand N
te
zetten en het rempedaal in te trappen.
Zet in dat geval het contact af en start
de auto met behulp van de sleutel.