airbag CITROEN DS4 2014 Instructieboekjes (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2014, Model line: DS4, Model: CITROEN DS4 2014Pages: 431, PDF Size: 32.57 MB
Page 6 of 431
VEILIGHEID RIJDEN VOORZIENINGEN VEILIG VERVOEREN
VA N K I N D E R E N
196 Elektrisch bediende handrem
204 Handbediende parkeerrem
205 Handgeschakelde
versnellingsbak
206 Elektronisch gestuurde
versnellingsbak
210 Automatische
versnellingsbak
214 Hill Start Assist
215 Opschakelindicator
216 Controlesysteem
bandenspanning
218 Stop & Start
221 Lane Departure Warning
System (LDWS)
222 Dode-hoekdetectie
226 Snelheidsbegrenzer
228 Snelheidsregelaar
230 Parkeerplaatsassistent
232 Parkeerhulp 178 Richtingaanwijzers
178 Alarmknipperlichten
179 Claxon
179 Urgence-oproep of
Assistance-oproep
180 Hulpsystemen bij het
remmen
181 Stabiliteitscontrolesystemen
(ESP)
183 Veiligheidsgordels
187 Airbags 162 Kinderzitjes
164 Uitschakelen van de
passagiersairbag vóór
171 ISOFIX-kinderzitjes
175 Veiligheidsvoor zieningen
voor kinderen 14 4 Inrichting interieur
15 0 Armleuning vóór
155 Inrichting van bagageruimte
008008009009006006007007
Page 16 of 431
Cockpit
1.
Schakelaars snelheidsregelaar/-begrenzer.
2.
Schakelaars extra functies.
3.
Hendel stuurwielverstelling.
4.
Schakelaar verlichting en
richtingaanwijzers.
5.
Instrumentenpaneel.
6.
Airbag bestuurder.
Claxon.
7.
Schakelaars audio-installatie en
navigatiesysteem.
8.
Schakelaars Bluetooth-functies of telefoon.
9.
Hendel motorkapontgrendeling.
10.
Schakelaars buitenspiegels.
Schakelaars ruitbediening.
11.
Zekeringkast.
12 .
Handmatige koplampverstelling.
Paneel met schakelaars linksonder.
13.
Knop voor openen van brandstoftankklep.
Paneel met schakelaars linksboven.
14 .
Verstelbaar en afsluitbaar
zijventilatierooster.
15.
Zijruitontwaseming.
Page 17 of 431
15Eerste kennismaking
Cockpit
1.
Contact-/stuurslot.
2.
Flippers van EGS-versnellingsbak.
3.
Schakelaar ruitenwissers/ruitensproeiers/
boordcomputer.
4.
Luidspreker (tweeter).
5.
Voor r uitont waseming.
6.
Zonnesensor.
7.
Airbag aan passagierszijde.
8.
Handschoenenkastje / Aansluitingen
audio/video / Uitschakeling airbag aan
passagierszijde.
9.
Schakelaar stoelverwarming.
10.
Schakelaar lendenmassage.
11.
Elektrisch bediende handrem.
12 .
Versnellingshendel handgeschakelde
versnellingsbak, of selectiehendel
EGS-versnellingsbak of automatische
versnellingsbak.
13.
Groot multifunctioneel opbergvak.
Page 18 of 431
Dakconsole - Centrale consoles
A.
Binnenspiegel.
B.
Microfoon van audio-/
datacommunicatiesysteem.
C.
Sfeerverlichting.
D.
Urgence-toets / Assistance-toets.
E.
Plafonnier / Kaartleeslampjes.
1.
Verstelbare en afsluitbare middelste
ventilatieroosters.
2.
Monochroom display en display met
gordel- en passagiersairbaglampje of
kleurendisplay met kaartweergave.
3.
Radio of navigatiesysteem eMyWay.
4.
Schakelaars op centraal bedieningspaneel.
5.
Bedieningspaneel verwarming/
airconditioning.
6.
USB-/JACK-aansluiting en aansteker/
12V- aansluiting.
7.
Versnellingshendel of selectiehendel.
8.
Handbediende of elektrisch bediende
handrem.
9.
Ver wijderbare asbak.
10.
Armleuning vóór.
Page 28 of 431
Veiligheid voor de inzittenden
1.
Open het dashboardkastje.
2.
Steek de sleutel in de schakelaar.
3.
Selecteer de stand:
"OFF"
(uitschakelen) wanneer een
kinderzitje "met de rug in de rijrichting" is
bevestigd,
"ON"
(inschakelen) wanneer een passagier
op de voorstoel zit of een kinderzitje "met
het gezicht in de rijrichting" is bevestigd.
4.
Ver wijder de sleutel zonder de stand van de
schakelaar te veranderen.
Airbag voorpassagier
188
A.
Controlelampje autogordel links voor.
B.
Controlelampje autogordel rechts voor.
C.
Controlelampje autogordel rechts achter.
D.
Controlelampje autogordel midden achter.
E.
Controlelampje autogordel links achter.
F.
Controlelampje airbag vóór aan
passagierszijde uitgeschakeld.
G.
Controlelampje airbag vóór aan
passagierszijde ingeschakeld.
Autogordels en airbag vóór
aan passagierszijde
183, 189
Page 51 of 431
49Controle tijdens het rijden
Stuurbekrachtiging
permanent. Er is een storing met betrekking tot de
stuurbekrachtiging. Rijd voorzichtig en met lage snelheid.
Laat het systeem nakijken door het CITROËN-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
Bandenspanning
te laag
permanent. De bandenspanning van een of
meerdere wielen is te laag. Controleer zo snel mogelijk de bandenspanning.
De controle dient bij voorkeur bij koude banden te
worden uitgevoerd.
+
knipperend en
ver volgens permanent,
in combinatie met het
verklikkerlampje Service.
Het controlesysteem voor de
bandenspanning is defect of de
sensor van een van de wielen wordt
niet gedetecteerd. De bandenspanning wordt niet meer gecontroleerd.
Laat het systeem controleren door het CITROËN-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Bochtverlichting
knippert. Er is een storing in de
bochtverlichting. Laat dit controleren door het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Controlelampje
brandt
Oorzaak
Acties / Opmerkingen
Voet op het
rempedaal
permanent. Het rempedaal is niet ingetrapt.
Trap bij de elektronisch gestuurde versnellingsbak het
rempedaal in om de motor te starten (selectiehendel in stand N
).
Als u de handrem wilt vrijzetten zonder het rempedaal in te
trappen blijft dit lampje branden.
knippert.
Als u de auto met een elektronisch gestuurde
versnellingsbak op een helling te lang
probeert tegen te houden door het gaspedaal
in te trappen, raakt de koppeling over verhit . Gebruik het rempedaal en/of de elektrisch bediende
handrem.
Airbags
tijdelijk. Het lampje brandt gedurende enkele
seconden en dooft als het contact
wordt aangezet. Het lampje moet doven zodra de motor wordt gestart.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats als dit niet het geval is.
permanent. Er is een storing in een van de
airbags of de pyrotechnische
gordelspanners. Laat dit controleren door het CITROËN-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats.
Page 54 of 431
Dimmer
dashboardverlichting
permanent. De lichtsterkte wordt ingesteld. U kunt de lichtsterkte instellen van 1 tot 16.
Airbag aan
passagierszijde
permanent op het
display van de
verklikkerlampjes voor
de veiligheidsgordels
en de airbag vóór aan
passagierszijde. De schakelaar in het dashboardkastje
staat in de stand " ON ".
De passagiersairbag vóór is
geactiveerd.
Plaats in dit geval geen kinderzitje
met de rug in de rijrichting op de stoel
van de voorpassagier. Zet de schakelaar in de stand "OFF"
om de
passagiersairbag vóór uit te schakelen.
In dit geval kunt u een kinderzitje met de rug in de
rijrichting plaatsen.
Automatische
ruitenwissers
permanent. De ruitenwisserschakelaar is naar
beneden bewogen. De automatische stand van de ruitenwissers vóór is
geactiveerd.
Beweeg om de automatische stand van de
ruitenwissers te deactiveren de hendel omlaag of zet
de hendel in een andere stand.
Controlelampje
brandt
Oorzaak
Acties / Opmerkingen
Stop & Start
permanent. Het Stop & Start-systeem heeft
de motor in de STOP-stand gezet
(verkeerslicht, stopbord, opstopping,
enz.). Het lampje gaat uit en de motor wordt automatisch
gestart als u wilt wegrijden.
knippert enkele
seconden en gaat
dan uit. De STOP-stand is nu niet
beschikbaar.
of
De motor wordt automatisch in de
START-stand gezet. Raadpleeg voor meer informatie over de
bijzonderheden van de STOP- en START-stand de
rubriek "Stop & Start".
Parkeerplaatsassistent
permanent. De parkeerplaatsassistent is
geselecteerd. Bedien de richtingaanwijzer naar de kant waar u een
parkeerplaats wilt meten en zorg dat u niet harder dan
20 km/h rijdt. Er verschijnt een bericht op het display
als de meting klaar is.
Page 55 of 431
53Controle tijdens het rijden
Passagiersairbag
permanent, op
het display van de
verklikkerlampjes voor
de veiligheidsgordels
en de airbag vóór aan
passagierszijde. De schakelaar in het dashboardkastje
staat in de stand " OFF
".
De airbag vóór aan passagierszijde is
uitgeschakeld.
Zet de schakelaar in de stand " ON
" om de airbag vóór
aan passagierszijde in te schakelen.
Bevestig in dit geval op deze zitplaats geen kinderzitje
met de rug in de rijrichting.
Controlelampje
brandt
Oorzaak
Acties / Opmerkingen
Verklikkerlampjes uitgeschakelde functies
De volgende verklikkerlampjes geven aan dat de desbetreffende functie handmatig is uitgeschakeld.
Soms klinkt er ook een geluidssignaal en verschijnt er een bericht op het multifunctionele display.
Page 147 of 431
145Voor zieningen
Dashboardkastje
met verlichting
In het dashboardkastje kan een fles
mineraalwater, de boorddocumentatie enz.
worden opgeborgen.
In het deksel zijn voorgevormde houders
aangebracht voor een pen, een bril, munten,
kaarten, een blikje enz.
) Trek de handgreep omhoog om het te
openen.
De verlichting van het dashboardkastje treedt
in werking zodra het wordt geopend.
In het dashboardkastje bevindt zich de
schakelaar voor het uitschakelen van de airbag
aan passagierszijde A .
Als uw auto is voorzien van airconditioning, bevat
het dashboardkastje een ventilatieopening B , via
welke dezelfde gekoelde lucht als die voor het
interieur wordt aangevoerd.
Uitneembare asbak
) Trek aan het deksel om de asbak te
openen.
) Leegmaken: ver wijder de asbak door deze
naar boven te trekken.
Plaats de asbak niet te dicht bij de
versnelingspook om problemen tijdens
het schakelen te voorkomen.
Page 165 of 431
163Veilig vervoeren van kinderen
Kinderzitje op de passagiersstoel voor *
"Met de rug in de rijrichting"
"Met het gezicht in de rijrichting"
Passagiersstoel in de hoogste stand en in
de middelste stand van de verstelling in
lengterichting.
Wanneer een kinderzitje met de rug in de
rijrichting op de passagiersstoel voor
wordt
geplaatst, moet de stoel in de middelste stand
van de verstelling in lengterichting worden
geschoven, en in de hoogste stand en met de
rugleuning rechtop worden gezet.
De airbag aan passagierszijde moet zijn
uitgeschakeld. Gebeurt dit niet, dan kan
het kind bij het afgaan van de airbag
levensgevaarlijk gewond raken
.
*
Raadpleeg de wetgeving in uw land voordat u
een kinderzitje op deze plaats bevestigt.
Wanneer een kinderzitje met het gezicht in de rijrichting
op de passagiersstoel voor
wordt geplaatst, moet
de stoel in de middelste stand van de verstelling in
lengterichting worden geschoven, en in de hoogste stand
en met de rugleuning rechtop worden gezet en mag de
airbag aan passagierszijde niet worden uitgeschakeld.
Controleer of de veiligheidsgordel goed
strak staat.
Controleer bij kinderzitjes met een
standaard of deze goed op de vloer
steunt. Verstel indien nodig de
passagiersstoel.