CITROEN DS4 2016 Instructieboekjes (in Dutch)
Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2016, Model line: DS4, Model: CITROEN DS4 2016Pages: 436, PDF Size: 10.45 MB
Page 191 of 436

189
DS4_nl_Chap08_conduite_ed03-2015
Starten / Afzetten van de motor met keyless entry and start
Starten van de motor
F Zet de selectiehendel in de stand P
of N (auto's met automatische
versnellingsbak) of de versnellingshendel
in de neutraalstand (auto's met
handgeschakelde versnellingsbak).
F
H
oud, als de elektronische sleutel zich in
de auto bevindt, het rempedaal ingetrapt bij
auto's met automatische versnellingsbak
of houd het koppelingspedaal volledig
ingetrapt bij auto's met handgeschakelde
versnellingsbak. F
D
ruk kort op de " S TA R T/
STOP
"-knop en houd daarbij
het pedaal ingetrapt tot de motor
draait. Als de elektronische sleutel niet
in de zone wordt gedetecteerd,
verschijnt een melding. Verplaats
de elektronische sleutel naar de
detectiezone zodat de motor kan
worden gestart.
Als aan een van de voor waarden voor
het starten niet wordt voldaan, wordt
ter herinnering een melding op het
instrumentenpaneel weergegeven. In
sommige gevallen moet het stuur wiel
heen en weer worden bewogen
ter wijl de " START/STOP "-knop
wordt ingedrukt om het stuurslot te
ontgrendelen; u wordt hiervan via een
melding op de hoogte gebracht.
De elektronische sleutel van het
keyless entry and start-systeem moet
zich binnen de detectiezone bevinden.
Verlaat om veiligheidsredenen deze
zone niet ter wijl de motor nog draait.
Auto's met
dieselmotor
Bij temperaturen onder
0 graden wordt de motor
pas na het doven van
het verklikkerlampje
"Voorgloeien" gestart.
Als dit lampje gaat branden nadat u op
" START/STOP "-knop hebt gedrukt,
moet u het rem- of koppelingspedaal
ingetrapt houden tot dit lampje uitgaat
en niet opnieuw op de " S TA R T/
STOP "-knop drukken, tot de motor is
aangeslagen.
Het stuurslot wordt ontgrendeld en de motor
start bijna direct.
Zie de onderstaande waarschuwing voor auto's
met een dieselmotor.
De elektronische sleutel hoeft niet in de lezer te
worden gestoken.
Rijden
Page 192 of 436

DS4_nl_Chap08_conduite_ed03-2015
Afzetten van de motor
Als de auto niet stilstaat, wordt de
motor niet afgezet.
Laat nooit de elektronische sleutel in
de auto achter als u de auto verlaat.
Bij het afzetten van de motor is de
rembekrachtiging niet meer actief.
F
Z
et de auto stil.
F
Z
et de selectiehendel in de stand P
of N (auto's met automatische
versnellingsbak) of de versnellingshendel
in de neutraalstand (auto's met
handgeschakelde versnellingsbak).
F
D
ruk ter wijl de elektronische
sleutel zich in de auto bevindt op
de " START/STOP "-knop.
De motor wordt afgezet en het
stuurslot wordt vergrendeld.
Noodprocedure voor het starten
Als de elektronische sleutel zich in het
detectiegebied bevindt en de motor niet start
als u op de knop "START/STOP" drukt:
F
Z
et bij auto's met een automatische
versnellingsbak de selectiehendel in
de stand P of N en bij auto's met een
handgeschakelde versnellingsbak de
versnellingshendel in de neutraalstand. F
P laats de elektronische sleutel in de lezer.
(
zie de rubriek" Toegang tot de auto -
Noodsleutel").
F
H
oud bij auto's met een automatische
versnellingsbak het rempedaal ingetrapt of
houd bij auto's met een handgeschakelde
versnellingsbak het koppelingspedaal
volledig ingetrapt.
F
D
ruk op de knop " S TA R T/
STOP" .
D
e motor wordt gestart.
Page 193 of 436

191
DS4_nl_Chap08_conduite_ed03-2015
Noodprocedure voor het
afzetten van de motor
In noodgevallen kan de motor
geforceerd worden afgezet door de
knop "START/STOP" ongeveer drie
seconden ingedrukt te houden.
In dat geval wordt het stuurslot ingeschakeld
zodra de auto stilstaat.
Als de elektronische sleutel
niet wordt herkend
Als de elektronische sleutel zich niet meer in
het detectiegebied bevindt tijdens het rijden of
wanneer u (op een later moment) de motor wilt
afzetten, wordt een melding weergegeven. F
H
oud de knop "START/STOP"
ongeveer drie seconden
ingedrukt als u de motor
geforceerd wilt afzetten (let op:
zonder de sleutel kan de motor
niet meer gestar t worden) .
Contact aanzetten
(zonder te starten)
Druk, met de sleutel van het Keyless entry
and start-systeem in het interieur van de auto,
zonder een pedaal in te trappen op de knop
" START/STOP " om het contact aan te zetten.
F
D
ruk op de knop " START/STOP ":
de verlichting en lampjes van het
instrumentenpaneel gaan branden
zonder dat de motor wordt gestart.
F
D
ruk nogmaals op de knop om het
contact af te zetten en de auto te kunnen
vergrendelen.
Bij aangezet contact gaat het systeem
automatisch over op de eco-mode om
te voorkomen dat het laadniveau van
de accu te ver zakt.
Rijden
Page 194 of 436

DS4_nl_Chap08_conduite_ed03-2015
Elektrisch bediende handrem
De elektrisch bediende handrem kan op twee
manieren worden bediend:
-
A
utomatisch aantrekken/vrijzetten
D
e handrem wordt automatisch
aangetrokken bij het afzetten van de motor
en automatisch vrijgezet bij het wegrijden
(standaard geactiveerde functies),
-
H
andmatig aantrekken/vrijzetten
D
e handrem kan handmatig worden
aangetrokken of vrijgezet door het
bedienen van de hendel A . Plaats geen voor werpen (pakjes
sigaretten, telefoon enz.) tussen de
versnellingspook en de hendel van de
elektrische parkeerrem. Wij raden aan om de handrem niet te
gebruiken bij zeer lage temperaturen
(vorst) en bij het trekken van een
aanhanger of het slepen van een
auto. Schakel in dergelijke gevallen de
automatische werking van de handrem
uit of zet deze met de hand vrij.
Als dit controlelampje brandt op
het instrumentenpaneel, is de
automatische functie uitgeschakeld.
Programmeren van de werking
Afhankelijk van het land van bestemming kan
de functie voor het automatisch aantrekken van
de handrem bij het afzetten van de motor en
het automatisch vrijzetten van de handrem bij
het wegrijden worden uitgeschakeld. Deze functie kan worden
ingeschakeld/uitgeschakeld via
het configuratiemenu van de auto;
raadpleeg de rubriek over het
instellen van de diverse systemen in
de auto.
Als de functie is uitgeschakeld, dient u de
handrem dus handmatig te bedienen. Als
de handrem nog niet is aangetrokken en het
bestuurdersportier wordt geopend, klinkt er een
geluidssignaal en verschijnt er een melding op
het display.
Page 195 of 436

193
DS4_nl_Chap08_conduite_ed03-2015
Om bij aangezet contact of draaiende motor de
handrem vrij te zetten, trapt u het rempedaal
of het gaspedaal in, trekt u aan de hendel A en
laat u deze vervolgens weer los .
Handmatig vrijzetten
Controleer voordat u de auto verlaat of
het verklikkerlampje van de handrem
op het instrumentenpaneel constant
brandt.
Handmatig aantrekken
Wanneer de auto stilstaat en u bij draaiende of
afgezette motor de handrem wilt aantrekken,
trekt u aan de hendel A .
De aangetrokken toestand van de handrem
wordt aangegeven door: -
h
et branden van het
verklikkerlampje handrem en het
verklikkerlampje P op de hendel A ,
-
d
e melding "Handrem
aangetrokken".
Wanneer u het bestuurdersportier opent bij
draaiende motor ter wijl de handrem niet is
aangetrokken, klinkt er een geluidssignaal
en verschijnt er een melding op het
display (behalve als bij een automatische
versnellingsbak de selectiehendel in de stand
P staat). De vrijgezette toestand van de handrem wordt
aangegeven door:
-
h
et uitgaan van het
verklikkerlampje handrem en het
verklikkerlampje P op de hendel A ,
-
d
e melding "Handrem vrijgezet".
Als u aan de hendel A trekt zonder
het rempedaal in te trappen, wordt
de handrem niet vrijgezet en
gaat een lampje branden op het
instrumentenpaneel.
Extra stevig aantrekken
U kunt, indien nodig, de handrem extra stevig
aantrekken . Dit gebeurt door de hendel A
langer te bedienen , tot de melding "Handrem
maximaal aangetrokken" op het display
verschijnt en er een geluidsignaal klinkt.
Het extra stevig aantrekken van de
handrem is noodzakelijk in de volgende
omstandigheden:
-
w
anneer een caravan of aanhanger aan
de auto is gekoppeld en de automatische
bediening is geactiveerd, terwijl u de
handrem handmatig bedient,
-
w
anneer de hellingcondities vermoedelijk
zullen variëren ter wijl de auto stilstaat
(bijvoorbeeld wanneer de auto vervoerd
wordt op een boot of trailer, of bij slepen).
In het geval van een aangekoppelde
aanhanger, wanneer de auto beladen is
of op een steile helling staat, dient u de
handrem extra stevig aan te trekken, bij het
parkeren de voor wielen naar de stoeprand
te sturen en een versnelling in te schakelen.
Na het extra stevig aantrekken van de
handrem duurt het langer voordat de
handrem weer is vrijgezet.
Rijden
Page 196 of 436

DS4_nl_Chap08_conduite_ed03-2015
Wanneer de auto stilstaat en u de motor
afzet, wordt de handrem automatisch
aangetrokken.
Automatisch aantrekken,
motor afgezet
In het geval van een aangekoppelde
aanhanger, wanneer de auto beladen
is of op een steile helling staat, dient u
bij het parkeren de voor wielen naar de
stoeprand te sturen en een versnelling in
te schakelen. Controleer voordat u de auto verlaat of
het verklikkerlampje handrem op het
instrumentenpaneel constant brandt.
Laat kinderen nooit alleen in de auto
wanneer het contact is aangezet: ze
zouden de handrem kunnen vrijzetten.
-
he
t branden van het
verklikkerlampje handrem en het
verklikkerlampje P op de hendel A ,
-
d
e melding "Handrem
aangetrokken".
De aangetrokken toestand van de handrem
wordt aangegeven door:
Automatisch vrijzetten
De elektrisch bediende handrem wordt
automatisch geleidelijk vrijgezet bij het
wegrijden
:
F
H
andgeschakelde versnellingsbak:
houd het koppelingspedaal geheel
ingetrapt en schakel de 1
e versnelling of de
achteruitversnelling in. Trap vervolgens het
gaspedaal in terwijl u het koppelingspedaal
laat opkomen.
F
A
utomatische versnellingsbak : selecteer
de stand D , M of R en geef gas.
Geef, wanneer de auto stilstaat met draaiende
motor, niet onnodig gas, omdat u dan het
risico loopt dat de handrem wordt vrijgezet.
De vrijgezette toestand van de handrem wordt
aangegeven door:
-
he
t doven van het verklikkerlampje
handrem en het verklikkerlampje P
op de hendel
A,
-
d
e melding "Handrem vrijgezet".
Page 197 of 436

195
DS4_nl_Chap08_conduite_ed03-2015
Wanneer de auto stilstaat met draaiende motor,
dient u de auto beslist tegen wegrollen te
beveiligen door de handrem handmatig aan te
trekken. Trek daarvoor aan de hendel A .
Handrem aantrekken,
bij draaiende motor
De noodremfunctie mag uitsluitend in
uitzonderlijke gevallen worden gebruikt.
Controleer voordat u de auto verlaat of
het verklikkerlampje van de handrem op
het instrumentenpaneel constant brandt.
De aangetrokken toestand van de handrem
wordt aangegeven door:
-
he
t branden van het
verklikkerlampje handrem en het
verklikkerlampje P op de hendel A ,
-
d
e melding "Handrem
aangetrokken".
Wanneer u het bestuurdersportier opent
om uit te stappen ter wijl de handrem niet is
aangetrokken, klinkt er een geluidssignaal
en verschijnt er een melding op het
display (behalve als bij een automatische
versnellingsbak de selectiehendel in de stand
P staat).
Bijzondere omstandigheden
In bepaalde situaties (starten van de motor...)
bepaalt de handrem zelf zijn aantrekkracht. Dit
is normaal.
Wilt u de auto enkele centimeters verplaatsen
zonder de motor te starten, trap dan met
aangezet contact het rempedaal in en zet
de handrem vrij door eerst aan de hendel A
te trekken en deze vervolgens los te laten .
De vrijgezette toestand van de handrem
wordt aangegeven door het doven van het
verklikkerlampje op de hendel A in combinatie
met de melding "Handrem vrijgezet".
Noodremfunctie
Bij een defect aan de dynamische
stabiliteitscontrole, aangegeven door
het branden van dit verklikkerlampje,
kan de stabiliteit bij het remmen niet
worden gegarandeerd.
Wanneer het rempedaal niet werkt of bij
uitzonderlijke situaties (onwel worden van
de bestuurder, rijles geven (indien wettelijk
toegestaan) enz.), kan de auto worden gestopt
door aan de hendel A te trekken en deze vast
te houden.
De dynamische stabiliteitscontrole zorgt
ervoor dat de auto stabiel blijft wanneer de
noodremfunctie actief is.
In geval van een storing aan het systeem
van de noodremfunctie verschijnt het bericht
"Handrem defect".
In dat geval moet de bestuurder er zelf
voor zorgen dat de auto stabiel blijft door
afwisselend aan de hendel A te trekken en
deze weer los te laten.
Rijden
Page 198 of 436

DS4_nl_Chap08_conduite_ed03-2015
Storingen
Als het storingslampje van de elektrische parkeerrem gaat branden in combinatie met één of meer controlelampjes uit de onderstaande tabel, zet de auto dan op
een veilige plaats stil (vlakke ondergrond, met ingeschakelde versnelling) en raadpleeg zo snel mogelijk het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
SituatiesGevolgen
Weergave van de melding "Storing parkeerrem"
en de volgende controlelampjes: -
D
e automatische bediening is uitgeschakeld.
-
D
e Hill Start Assist is niet beschikbaar.
-
D
e elektrische parkeerrem kan alleen handmatig worden bediend.
Weergave van de melding "Storing parkeerrem"
en de volgende controlelampjes: -
D
e elektrische parkeerrem kan alleen worden vrijgezet door het rempedaal in
te trappen en de hendel los te laten.
-
D
e Hill Start Assist is niet beschikbaar.
-
D
e automatische bediening en het handmatig aantrekken van de parkeerrem
blijven mogelijk.
Weergave van de melding "Storing parkeerrem"
en de volgende controlelampjes: -
D
e automatische bediening is uitgeschakeld.
-
D
e Hill Start Assist is niet beschikbaar.
Page 199 of 436

197
DS4_nl_Chap08_conduite_ed03-2015
SituatiesGevolgen
Om de elektrische parkeerrem aan te trekken:
F
p
arkeer de auto en zet het contact uit,
F
t
rek de hendel ten minste 5 seconden uit tot de parkeerrem is aangetrokken,
F
z
et het contact aan en controleer of de controlelampjes van de elektrische
parkeerrem gaan branden.
Het aantrekken van de parkeerrem duurt langer dan normaal.
Om de elektrische parkeerrem vrij te zetten:
F
zet
het contact aan,
F
t
rek aan de hendel, houd deze ongeveer 3 seconden uitgetrokken en laat de
hendel weer los.
Als het controlelampje van de elektrische parkeerrem knippert of als de
controlelampjes niet gaan branden als het contact wordt aangezet, werken deze
procedures niet. Parkeer de auto op een vlakke ondergrond en laat het systeem
controleren door het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
en eventueel
knipperend
Weergave van de melding "
Storing parkeerrem" en de
volgende controlelampjes: -
A
lleen de functies automatisch aantrekken bij het afzetten van de motor en
automatisch vrijzetten bij het wegrijden zijn beschikbaar.
-
H
et handmatig aantrekken/vrijzetten van de elektrische parkeerrem is niet
mogelijk en de dynamische noodremfunctie is niet beschikbaar.
en eventueel
knipperend
Storing accu: -
A
ls het laadstroomcontrolelampje gaat branden, moet u de auto direct
stoppen (rekening houdend met het overige verkeer) en tegen wegrollen
beveiligen (plaats indien nodig de twee wielblokken onder de wielen).
-
T
rek de elektrische parkeerrem aan alvorens de motor af te zetten.
Rijden
Page 200 of 436

DS4_nl_Chap08_conduite_ed03-2015
Handbediende parkeerrem
Aantrekken
F Trek de hefboom van de parkeerrem volledig aan om uw auto stil te zetten.
Vrijzetten
F Trek de hefboom van de parkeerrem licht omhoog, druk de ontgrendelknop in en duw
de hefboom geheel omlaag. Draai bij het parkeren van de auto
op een helling de wielen vast tegen
het trottoir, trek de parkeerrem aan,
schakel een versnelling in en zet het
contact uit.
Als tijdens het rijden dit
verklikkerlampje en het
verklikkerlampje STOP branden
in combinatie met een geluidssignaal en
een melding op het multifunctionele display,
geeft dit aan dat de parkeerrem nog (iets) is
aangetrokken.