CITROEN DS5 2012 Instructieboekjes (in Dutch)
Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2012, Model line: DS5, Model: CITROEN DS5 2012Pages: 348, PDF Size: 10.82 MB
Page 171 of 348

Veiligheid
Dynamische stabiliteitscontrole(CDS)
   Inschakelen 
 Dit systeem wordt automatisch ingeschakeld 
zodra de motor wordt gestart. 
  Het systeem wordt geactiveerd zodra de wielen te 
weini
g grip hebben of de koers van de auto afwijkt. 
In dat geval gaat dit verklikkerlampje 
o
p het instrumentenpaneelknipperen.  
 
Uitschakelen 
 
In bijzondere omstandigheden (als de auto 
vastzit in de modder, sneeuw, in mulle grond,...) 
kan het nuttig zijn het CDS-systeem uit teschakelen, zodat de wielen kunnen spinnen en
weer grip kunnen krijgen. 
   
Het CDS-systeem zorgt voor meer veiligheid tijdens het rijden. De bestuurder mag zich echter nooit latenverleiden tot het nemen van meer risico's of te hard rijden. De goede werking van het systeemwordt verzekerd door de naleving vande voorschriften van de constructeur met betrekking tot de wielen (banden en velgen), onderdelen van hetremsysteem, elektronische onderdelen alsmede de montageprocedure en het uitvoeren van werkzaamheden door hetCITROËN-netwerk. Laat het systeem na een aanrijdingcontroleren door het CITROËN-netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
Storing
 Als dit verklikkerlampje gaat branden 
in combinatie met een geluidssignaal en een melding op het display van 
het instrumentenpaneel, duidt dit op
een storin
g in het systeem.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of eengekwalificeerde werkplaats om het systeem te laten controleren.  
Opnieuw inschakelen 
Het systeem wordt automatisch weer ingeschakeld als het contact opnieuw wordt aangezet of vanaf snelheden boven 50 km/h.
 ) 
 Druk op de knop.  
 
Als dit verklikkerlampje en het lampjeop de knop gaan branden, grijpt het CDS-systeem niet meer in op de 
werking van de motor.  
 ) 
 Druk nogmaals op de knop om het systeem handmatig weer in 
te schakelen. Het is echter aanbevolen het s
ysteem zo snel 
mo
gelijk weer in te schakelen. 
Page 172 of 348

  Veiligheidsgor dels  
Veiligheidsgordels vóór    
 
 
 
 Veiligheidsgordels achter 
 
De achterzitplaatsen zijn voorzien van een
driepuntsveiligheidsgordel met oprolautomaat en spankrachtbegrenzer (met uitzondering van
de middelste zitplaats achter).  
Omdoen
 )Trek aan de gordel en steek de gesp in degordelsluiting.  )Controleer of de gordel goed is
vastgemaakt door even aan de riem te 
trekken.
   
Losmaken
 )Druk op de rode knop van de gordelsluiting.  )Houd de gordel vast ter wijl deze zich
oprolt. De veili
gheidsgordels vóór zijn voorzien van een pyrotechnische gordelspanner en eenspankrachtbegrenzer.Deze systemen zorgen voor extra
bescherming van de bestuurder en passagier 
bij frontale en zijdelingse aanrijdingen. Bij een krachtige aanrijding zorgen depyrotechnische gordelspanners ervoor dat de 
veiligheidsgordels stevig tegen de lichamen
van de inzittenden worden 
getrokken. 
De pyrotechnische gordelspanners zijn actief 
zodra het contact wordt aangezet. De spankrachtbegrenzer beperkt de kracht
waarmee de gordel tegen het lichaam vande inzittenden getrokken wordt en bevordert 
daarmee de veiligheid.