dashboard CITROEN DS5 2012 Instructieboekjes (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2012, Model line: DS5, Model: CITROEN DS5 2012Pages: 348, PDF Size: 10.82 MB
Page 16 of 348

14 .   Schakelaars ruiten / elektrisch bediendekindersloten / centrale vergrendeling.
15.   Bedieningspaneel van eMyWay.
16.Ver snellingspook. 
17.   Bedieningspaneel ver warming/
airconditionin
g.
18.   Autoradio. 
19.Alarmknipperlichten.
20.Display.21.   Middelste verstelbare en afsluitbareventilatieroosters.
22.Klokje.
23.Starten met START/STOP-knop. 
24.Lezer van de elektronische sleutel.
25.   Schakelaar ruitenwissers/ruitensproeiers/
boordcomputer. 
26
.   Bediening van de autoradio vanaf het stuurwiel .
 
Cockpit 
1. 
 Hendel motorkapontgrendeling.2. 
 Koplampverstelling. 3. 
 Verstelbare en afsluitbarezijventilatieroosters. 4. 
 Ontwaseming van de voorportierruiten. 
5. 
 Ontwaseming voorste zijruiten. 
6.Head-up display.7.   Voorruitontwaseming.8.Airbag passagier.9. 
 Dashboardkastje / Uitschakeling passagiersairbag. 10.12V-aansluiting.11. 
 Bediening ruiten achter.12.Middenarmsteun met opbergvakken  
USB/Jack-aansluiting. 13.Elektrische parkeerrem. 
27.   Airbag bestuurder.
 Claxon. 28.   Schakelaars snelheidsregelaar/-begrenzer. 29. 
 Schakelaarpaneel (zie vorige pagina). 30. 
 Afstellen buitenspiegels.
31.Schakelaar verlichting enrichtingaanwijzers. 32. 
 Instrumentenpaneel.33. 
 Verklikkerlampjes veiligheidsgordels en airbags.34.Plafonnier.35.Bediening head-up display.36.Bediening zonnescherm cockpit roof. 37. 
 Oproep naar Citroën Urgence met
lokalisering - Oproep naar Citroën 
Assistance met lokalisering (per land
verschillend).   
Page 22 of 348

  Veiligheid voor alle inzittenden 
1.Open het dashboardkastje.2.Steek de sleutel (geïntegreerd in deelektronische sleutel) in de schakelaar.3.Selecteer de stand: "ON" 
 (inschakelen) wanneer een passagier op
de voorstoel zit of een kinderzitje voor ver voer 
met het gezicht in de rijrichting is bevestigd, "OFF" 
 (uitschakelen) wanneer een kinderzitje 
voor vervoer met de rug in de rijrichting is 
bevesti
gd. 4.Verwijder de sleutel zonder de stand van deschakelaar te veranderen.  
Airbag voorpassagier 
174
 
 Veiligheidsgordels voor en
frontairba
g aan passagierszijde
A.   Verklikkerlampje niet-vastgemaakte/losgemaakte veiligheidsgordel linksvoor. B. 
 Verklikkerlampje niet-vastgemaakte/losgemaakte veiligheidsgordel rechtsvoor.C. 
 Verklikkerlampje niet-vastgemaakte/losgemaakte veiligheidsgordel 
rechtsachter.D.Verklikkerlampje niet-vastgemaakte/losgemaakte veiligheidsgordel 
middenachter. 
171
E.   Verklikkerlampje niet-vastgemaakte/
losgemaakte veiligheidsgordel linksachter.F.Verklikkerlampje uitgeschakelde airbag 
vóór aan passagierszijde.G.   Verklikkerlampje ingeschakelde airbag vóór aan passagierszijde. 
Page 30 of 348

   
 
 
 
 
Instrumentenpaneel benzine-diesel 
1. 
 Toerenteller (x 1000 t/min of rpm),
schaalverdeling afhankelijk van de 
motoruitvoering (benzine of diesel). 2.   Brandstofniveaumeter.3.Koelvloeistoftemperatuurmeter. 4. 
 Snelheidsmeter (km/h of mph).5. 
 Aanwijzingen van de snelheidsregelaar 
of de snelheidsbegrenzer.A
.Dimmer dashboardverlichting en 
verlichting bedieningselementen.
B
.-  Herhaaldelijk kor t 
indrukken:  bandenspanningscontrole, 
opnieuw weergeven
onderhoudsinformatie, logboek 
waarschuwingsmeldingen.  
 -  Lang indrukken: resetten
van de geselecteerde functie (onderhoudsindicator of dagteller). 6
.   Opschakelindicator (handgeschakelde
versnellingsbak) of weergave positie
selectiehendel (EGS -versnellingsbak of 
automatische transmissie).
7.Display van het instrumentenpaneel: 
dagteller, waarschuwingsmeldingen, 
meldingen over de status van functies(bijv.: oliedruk, accu, geopend portier, ...),boordcomputer, multimedia, navigatie. 8.   Digitale snelheidsmeter (km/h of mph).  
 
Meters en displays   Bedieningstoetsen 
Page 34 of 348

ControlelampjeStatusOorzaakActies / Opmerkingen
   
 
 
Automatische
ruitenwisserspermanen
t.De ruitenwisserschakelaar is naar 
beneden bewo
gen.D
e automatische stand van de ruitenwissers vóór is
geactiveerd.Beweeg om de automatische stand van de 
ruitenwissers te deactiveren de hendel omlaag of zet de hendel in een andere stand. 
   
 
 
Airbag aanpassagierszijdepermanent op hetdisplay van de 
verklikkerlampjes voor 
de veiligheidsgordels 
en de airbag vóór aan passagierszijde. 
De schakelaar in het dashboardkastjestaat in de stand "ON".De passagiersairbag vóór is geactiveerd.Plaats in dit geval geen kinderzitje met de rug in de rijrichting op de stoel 
van de voorpassagier.
Zet de schakelaar in de stand "OFF" 
 om depassagiersairbag vóór uit te schakelen.In dit geval kunt u een kinderzitje met de rug in de 
rijrichting plaatsen. 
   
Stop & Startpermanent. Het Stop & Start-systeem heeft 
de motor in de STOP-standgezet(verkeerslicht, stopbord, 
opstopping, enz.).Het lamp
je gaat uit en de motor wordt automatisch gestart als u wilt wegrijden. 
knippert enkele
seconden en gaat dan uit.De 
STOP-stand is nu nietbeschikbaar.of De motor wordt automatisch in de STA R T- s t a n d  geschakeld. Raadplee
g het hoofdstuk "Rijden - § Stop & Start-systeem" voor bijzonderheden van de Stop- en Start-stand. 
Page 35 of 348

33Controle tijdens het rijden
Verklikkerlampjes uitgeschakelde functies 
  De volgende verklikkerlampjes geven aan dat de desbetreffende functie handmatig is uitgeschakeld.  Soms klinkt er ook een geluidssignaal en verschijnt er een melding op het display van het instrumentenpaneel.  
 
ControlelampjeStatusOorzaakActies / Opmerkingen
 
 
 
 
Passagiersairbag 
 permanent, ophet display van de 
verklikkerlampjes voor de veiligheidsgordelsen de airbag vóór aan passagierszijde.  
De schakelaar in het dashboardkastjestaat in de stand "OFF".
De airbag vóór aan passagierszijde is 
uitgeschakeld.   
 
Zet de schakelaar in de stand "ON" om de airbag vóór 
aan passagierszijde in te schakelen. 
Bevesti
g in dit geval op deze zitplaats geen kinderzitjemet de rug in de rijrichting.
   
 
 
CDS/ASR 
 
permanent. De toets linksonder op het dashboard
wordt ingedrukt. Het bijbehorende 
verklikkerlampje gaat branden. 
De functie CDS/ASR wordt 
uitgeschakeld.
CDS: dynamische stabiliteitscontrole. 
 ASR: antislipregeling.   Druk op de toets om de functie CDS/ASR in te
schakelen. Het verklikkerlampje dooft.
  De functie CDS/ASR wordt automatisch ingeschakeld
als de motor wordt gestart. 
  Na uitschakelen van het systeem, wordt het
automatisch opnieuw in
geschakeld bij snelheden hoger dan ongeveer 50 km/h.