stop start CITROEN DS5 2013 Instructieboekjes (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2013, Model line: DS5, Model: CITROEN DS5 2013Pages: 359, PDF Size: 10.94 MB
Page 55 of 359

53Toegang tot de auto
Openen van de auto
"Keyless entry and start"-systeem
Systeem waarmee de auto geopend, gesloten engestar t kan worden zonder dat u de elektronischesleutel tevoorschijn hoeft te halen.
Volledig ontgrendelen
)
Als u de elektronische sleutel op zak hebt binnen de detectiezone A, kunt u de
auto ontgrendelen door uw hand op de
achterzijde van de por tiergreep te leggen. Trek ver volgens aan de por tiergreep om
het por tier te openen.
Ook uw passagiers kunnen de por tieren
openen als de elektronische sleutel zich in
de detectiezone bevindt.
Selectief ontgrendelen
U kunt dit instellen via hetconfiguratiemenu.
Standaard staat de auto ingesteld op
volledig ontgrendelen.
) Wanneer u de elektronische sleutel op zak hebt en u alleen het bestuurdersportier wiltontgrendelen, legt u uw hand achter de
portiergreep van het bestuurdersportier en trektu aan de por tiergreep om het portier te openen. ) Wanneer u met de elektronische sleutel
op zak de volledige auto wilt ontgrendelen, legt u uw hand achter de por tiergreep vaneen passagiersportier aan de zijde waar
zich de elektronische sleutel bevindt en
trekt u ver volgens aan de por tiergreep om het portier te openen.
Het ontgrendelen wordt bevestigd door het gedurende ongeveer 2 seconden snel knipperen van derichtingaanwijzers.
Tegelijker tijd worden de buitenspiegelsuitgeklapt.
Wanneer het alarm actief is, zal hetgeluidssignaal dat te horen is tijdenshet openen van een van de portierenmet de sleutel geïntegreerd in de afstandsbediening stoppen, zodra de motor wordt gestart.
Kan ook worden gebruikt als
afstandsbediening; zie de rubriek
"Sleutel / afstandsbediening".
Omwille van de veiligheid en ter voorkoming van diefstal: laat nooit de
elektronische sleutel in de auto achter,ook niet wanneer u in de buurt bent. Het is raadzaam de sleutel bij u tehouden, bijvoorbeeld in uw kleding of tas.
Page 57 of 359

55
Toegang tot de auto
Supervergrendeling
De supervergrendeling blokkeer t hetvan buitenaf en van binnenuit openenvan de portieren. Als de super vergrendelingis ingeschakeld, is ook devergrendelingsschakelaar in het interieur buiten werking.Schakel daarom nooit desupervergrendeling in als er zich iemand in de auto bevindt.
Met de afstandsbediening
)
Druk op het gesloten hangslot
om de auto volledig te
vergrendelen.Houd het hangslot ingedrukt om de ramen te sluiten.
Druk
, met de elektronische sleutel van het
keyless entry and star t-systeem in de lezer of in
het interieur van de auto, zonder een pedaal in
te trappen op de knop "STA R T/STOP" om het contact aan te zetten en zo de verschillende accessoires te activeren.
Contact aan zonder starten
van
de motor
(accessoirestand)
) Druk op de knop "STA R T/STOP":
de verlichting en lampjes van
het instrumentenpaneel
gaanbranden zonder dat de motor
wordt gestart. ) Druk nogmaals op de knop om
h
et contact af te zetten en deauto te kunnen vergrendelen.
Wanneer u de accessoirestand te lang gebruikt, gaat het systeem automatisch over op de eco-mode om te voorkomen
dat de accu ontladen raakt.
Met keyless entry and start
Via de por tieren: )
Druk, als de elektronische sleutel zich in dedetectiezone A
bevindt, met een vinger op
de portiergreep (bij de merktekens) om de
auto te ver
grendelen. ) Druk binnen vijf seconden nogmaals op de portiergreep om de super vergrendeling in
te schakelen.Zorg er voor dat het correct sluiten van de ramen niet gehinderd wordt door personen.
Let op in de auto aanwezige kinderenwanneer u de ramen sluit.
)
Druk binnen 5 seconden nogmaals
op het gesloten hangslot om desupervergrendeling van de auto in te schakelen.
Page 65 of 359

OFF
OFF
OFF
63Toegang tot de auto
Vergrendelen van de auto
met alleen de uitwendige
beveiliging ingeschakeld
Schakel de interieur- en wegsleepbeveiliging uit
om te voorkomen dat het alarm onnodig wordt
ingeschakeld als bijvoorbeeld:
- een ruit op een kier blijft staan,
- de auto wordt gewassen,
- een wiel wordt ver wisseld,
- de auto wordt gesleept,
- de auto op een boot wordt ver voerd.
Uitschakelen van de interieur- en
wegsleepbeveiliging
) Zet het contact af en druk binnen
10 seconden op deze knop tot
het controlelamp
je blijft branden. ) Verlaat de auto.
)
Druk onmiddellijk op de
vergrendelknop van de
afstandsbediening of vergrendel
de auto met het "Keyless entryand start"-systeem.
Alleen de uitwendige beveiliging wordt
ingeschakeld; het controlelampje van de knop
zal één keer per seconde knipperen.
De interieur- en we
gsleepbeveiliging worden
uitsluitend uitgeschakeld als deze procedure
elke keer na het afzetten van het contact wordt
uitgevoerd.
Opnieuw inschakelen van de interieur- en wegsleepbeveiliging
Afgaan van het alarm
Als het alarm afgaat, treedt de sirene in werking
en knipperen de richtingaanwijzers gedurende
dertig seconden.
Als het alarm voor de 11 ekeer afgaat, worden
de alarmsystemen uitgeschakeld.
) Druk op de ontgrendelknop
van de afstandsbediening of
ontgrendel de auto met het
"Keyless entry and star t"-systeem om de omtrekbeveiliging uit te schakelen.
) Druk op de vergrendelknop van de
afstandsbediening of vergrendelde auto met het "Keyless entry
and start"-systeem om alle
alarmsystemen in te schakelen.
Het controlelampje van de knop
zal opnieuw één keer per seconde
knipperen.
Als het controlelampje van de knopsnel knipper t bij het ontgrendelen van
de auto met de afstandsbediening of
met
het "Keyless entry and start"-
systeem, is het alarm tijdens uw afwezigheid afgegaan. Het lampje stopt met knipperen alshet contact wordt aangezet.
Storing afstandsbediening
Om de alarmsystemen uit te schakelen:
)
Ontgrendel de auto met de sleutel (in de afstandsbediening) in het slot
van het bestuurdersportier.
) Open het por tier; het alarm gaat af. )
Zet het contact aan, het alarm stopt. Hetcontrolelampje van de knop gaat uit.
Vergrendelen van de auto
zonder het alarm in te schakelen
) Vergrendel de auto of schakel desupervergrendeling in met de sleutel (in
de afstandsbediening) in het slot van het
bestuurdersportier.
Storing
Als bij het aanzetten van het contact het controlelampje van de knop blijft branden, duidt dit op een storing in het systeem.
Laat het systeem controleren door het CITROËN-
netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
*
Volgens land van bestemming.
Automatisch inschakelen *
Het systeem wordt 2 minuten nadat het
laatste por tier of de achterklep is gesloten,
automatisch ingeschakeld. ) Om het afgaan van het alarm bij het
openen van een portier of de achterklep te
voorkomen, moet eerst op de ontgrendelknop
van de afstandsbedienin
g worden gedrukt
of moet de auto ontgrendeld worden met het
"Keyless entry and star t"-systeem.
Page 70 of 359

Brandstoftank Inhoud van de brandstoftank: ongeveer 60 liter.
Als er minder dan 5 liter brandstof getankt wordt,
wordt deze stijging van het brandstofniveau niet
weergegeven op de brandstofmeter.
Tijdens het openen van de tankdop kan een geluid van aangezogen lucht hoorbaar zijn. Dit wordt veroorzaakt door de onderdruk
die ontstaat door de afdichting van hetbrandstofcircuit. Dit geluid is normaal. )Kies bij het tankstation de juiste brandstof (deze staat vermeld op de sticker aan de
binnenzijde van de brandstofvulklep vanuw auto). ) Open de vuldop door deze een kwartomwenteling linksom te draaien. )
Verwijder de vuldop en plaats deze op desteun (aan de klep).
Openen
Indien u per vergissing de verkeerde
brandstof voor uw auto tankt, moet de tank beslist worden afgetaptvoordat de motor kan wordengestart.
Tank nooit als de motor door het Stop & Start-systeem in de STOP-stand is geschakeld; zet in dat geval altijd hetcontact af met "START/STOP"-knop.
Tanken
)Steek bij een benzine-uitvoering het
vulpistool zo ver mogelijk in de vulopeningen druk hierbij de metalen klep A in. )Vul de brandstoftank. Laat het vulpistool maximaal drie keer afslaan, aangezien er anders storingen kunnen optreden. )Plaats de vuldop terug en sluit deze door
de dop een kwart omwenteling rechtsom tedraaien. )Druk de klep van de tankdop dicht.
Uw auto is voorzien van een katalysator, die de schadelijke bestanddelen in de uitlaatgassen
vermindert.
Door de vernauwde vulpijp kan alleen benzine
worden getankt.
Bij benzinemotoren mag uitsluitend loodvrije benzine worden gebruikt.
)Druk op de toets.
Na afzetten van het contact is deze toetsnog enkele minuten actief. Zet eventueel
opnieuw het contact aan om deze toets weer te
activeren.
Page 80 of 359

Massagefunctie
Deze functie zorgt voor een massage ter hoogte van de lendenen van de bestuurder. De functie werkt alleen bij draaiende motor en als
de STOP-stand van het Stop & Start-systeem
is geactiveerd.
Inschakelen
)
Druk op deze knop.
Het controlelampje gaat branden en de massagefunctie wordt voor een tijdsduur van
1 uur ingeschakeld.
Gedurende deze tijdsduur wordt de massage
in 6 cycli van 10 minuten uitgevoerd (6 minuten massage worden gevolgd door 4 minuten rust).
Na een uur wordt de functie uitgeschakeld, hetcontrolelampje gaat dan uit.
Uitschakelen
U kunt de massagefunctie op elk gewenst moment uitschakelen door
op deze knop te drukken.
Bediening stoelverwarming
)Met de draaiknop kan de stoelver warming ingeschakeld worden en kan een
ver warmingsstand worden geselecteerd:0: Uit.1: Laag.2 : Gemiddeld. 3
: Hoog.
Bij draaiende motor is de stoelver warming voor
beide voorstoelen afzonderlijk regelbaar.