stop start CITROEN DS5 2016 Instructieboekjes (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2016, Model line: DS5, Model: CITROEN DS5 2016Pages: 745, PDF Size: 50.09 MB
Page 228 of 745

DS5_nl_Chap08_info-pratiques_ed02-2015
Loskoppelen van de accu
Als u de auto gedurende langere tijd niet gaat
gebruiken, koppel dan de 12V-accu los. Op
deze manier blijft het laadniveau van de accu
voldoende om de motor weer te starten.
Voer de volgende handelingen uit alvorens de
accu los te koppelen:
F
sl
uit alle te openen carrosseriedelen
(portieren, achterklep, ruiten, dak),
F
s
chakel alle stroomverbruikers (autoradio,
ruitenwissers, verlichting enz.) uit,
F
z
et het contact uit en wacht vier minuten.
U hoeft slechts de klem van de pluspool (+) los
te nemen.
Accupoolklem met snelsluiting
De (+) klem loskoppelen
F Trek de hendel A zo ver mogelijk omhoog om de accupoolklem B te ontgrendelen.
Na het weer aansluiten van de
accukabels
Weer aansluiten van de (+) klem
F Plaats de geopende accupoolklem B op de pluspool (+) van de accu.
F
D
ruk verticaal op de accupoolklem om
deze goed tegen de accu aan te drukken.
F
Z
et de accupoolklem vast door de hendel A
omlaag te bewegen.
Forceer de hendel niet door erop te
duwen, aangezien de accupoolklem
niet kan worden vergrendeld als deze
niet correct is geplaatst; herhaal de
procedure. Tijdens de rit die volgt op het de eerste
keer starten van de motor, werkt het
Stop & Start-systeem mogelijk niet.
In dat geval werkt de functie pas
weer als de auto gedurende een
bepaalde periode, die afhankelijk is
van de omgevingstemperatuur en de
laadtoestand van de accu (maximaal
8
uur), niet is gebruikt.
Zet na het weer aansluiten van de accu het
contact aan en wacht 1
minuut alvorens de
motor te starten, zodat de elektronische
systemen geïnitialiseerd kunnen worden.
Mochten er zich na deze handeling kleine storingen
blijven voordoen, raadpleeg dan het CITROËN-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor het
zelf opnieuw initialiseren van de elektronische
systemen zoals:
-
d
e sleutel met afstandsbediening of de
elektronische sleutel (volgens uitvoering),
-
h
et elektrische zonnescherm/de
elektrische zonneschermen,
-
d
e elektrische ruitbediening,
-
d
e datum en de tijd,
-
de
voorkeuzezenders.
Page 241 of 745

239
DS5_nl_Chap09_verifications_ed02-2015
BrandstoftankInhoud van de brandstoftank: ongeveer 60 liter.A ls er minder dan 5 liter brandstof getankt wordt,
wordt deze stijging van het brandstofniveau niet
weergegeven op de brandstofmeter.
Tijdens het openen van de tankdop kan een
geluid van aangezogen lucht hoorbaar zijn.
Dit wordt veroorzaakt door de onderdruk
die ontstaat door de afdichting van het
brandstofcircuit. Dit geluid is normaal.
F
Kies bij het tankstation de juiste brandstof (deze
staat vermeld op de sticker aan de binnenzijde
van de brandstofvulklep van uw auto).
F Open de vuldop door deze een kwart omwenteling linksom te draaien.
F
V
er wijder de vuldop en plaats deze op de
steun (aan de klep).
Openen
Indien u per vergissing de verkeerde
brandstof voor uw auto tankt, moet
de tank beslist worden afgetapt
voordat de motor kan worden
gestart.
Tank nooit als de motor door het Stop
&
Start-systeem in de STOP-stand is
geschakeld; zet in dat geval altijd het
contact af met "START/STOP"-knop.
Ta n k e n
F Steek bij een benzine-uitvoering het vulpistool zo ver mogelijk in de vulopening
en druk hierbij de metalen klep A in.
F
V
ul de brandstoftank. Laat het vulpistool
maximaal drie keer afslaan, aangezien er
anders storingen kunnen optreden.
F
P
laats de vuldop terug en sluit deze door
de dop een kwart omwenteling rechtsom te
draaien.
F
D
ruk de klep van de tankdop dicht.
Uw auto is voorzien van een katalysator, die de
schadelijke bestanddelen in de uitlaatgassen
vermindert.
Door de vernauwde vulpijp kan alleen benzine
worden getankt.
Bij benzinemotoren mag uitsluitend
loodvrije benzine worden gebruikt.
F
D
ruk op de toets.
Na afzetten van het contact is deze toets
nog enkele minuten actief. Zet eventueel
opnieuw het contact aan om deze toets weer te
activeren.
Onderhoud
Page 245 of 745

243
DS5_nl_Chap09_verifications_ed02-2015
Motorkap
Openen
Schakel het Stop & Start-systeem
altijd uit als u handelingen onder de
motorkap wilt uitvoeren, om letsel door
het automatisch activeren van de
START-stand te voorkomen.
Sluiten
F Laat de motorkap voorzichtig zakken en laat deze aan het einde van de slag in het
slot vallen.
F
C
ontroleer of de motorkap goed
vergrendeld is.
F
A
an de buitenzijde
: beweeg de hendel
omhoog en til de motorkap op.
Een gasdemper opent de motorkap en houdt
deze omhoog.
In verband met de aanwezigheid
van elektrische uitrustingen in de
motorruimte wordt geadviseerd om
blootstelling aan water (regen,
wassen, ...) te beperken. De koelventilator kan ook nog gaan
draaien nadat de motor is afgezet:
houd daarom voor werpen en kleding
uit de buur t van de ventilator.
F
I
n het interieur
: trek de handgreep links
onder het dashboard naar u toe.
Onderhoud
Page 253 of 745

251
DS5_nl_Chap09_verifications_ed02-2015
Laat de filters periodiek vervangen
volgens de in het onderhoudsschema
van de fabrikant aangegeven
intervallen.
Luchtfilter en interieurfilter
Als de omgeving (veel stof...) en het gebruik
(veel stadsverkeer...) daartoe aanleiding
geven, moeten de filters twee keer zo vaak
worden vervangen.
Een verstopt interieur filter kan de prestaties
van de airconditioning verstoren en
onaangename geuren veroorzaken.
Controles
12V-accu
De accu is onderhoudsvrij.
Niettemin is het raadzaam om
regelmatig te controleren of de
accupoolklemmen goed vastzitten en
of de aansluitingen schoon zijn.
Uitvoeringen met het Stop & Start-
systeem zijn voorzien van een speciale
12V- loodac c u.
Deze accu mag uitsluitend worden
vervangen door het CITROËN-netwerk
of door een gekwalificeerde werkplaats.
Raadpleeg, tenzij anders aangegeven, het onderhoudsschema van de fabrikant dat betrekking heeft op de motoruitvoering van uw auto voor het
controleren van bepaalde onderdelen.
Laat de controles eventueel uitvoeren door het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Raadpleeg voordat u werkzaamheden uitvoert
aan de 12V-accu de desbetreffende rubriek
voor meer informatie over de te nemen
voorzorgsmaatregelen.
Laat bij het olie verversen tevens het
oliefilter vervangen.
Raadpleeg het onderhoudsschema
van de fabrikant voor het
vervangingsinterval van dit
onderdeel.
OliefilterRoetfilter (diesel)
Als het roetfilter vervuild is, wordt
u hierop geattendeerd door het
tijdelijk branden van dit lampje in
combinatie met een melding op het
multifunctionele display.
Ga om het roetfilter te regenereren,
zodra de omstandigheden het toelaten,
met een snelheid van minimaal 60
km/h
rijden tot het lampje dooft.
Als het lampje blijft branden, is het
minimum brandstofadditiefniveau bereikt.
Raadpleeg de desbetreffende
rubriek voor meer informatie over het
controleren van niveaus.
Bij een nieuwe auto kunt u de
eerste paar keer dat het roetfilter
geregenereerd wordt een brandlucht
ruiken; dit is volkomen normaal.
Als langdurig met zeer lage snelheid
wordt gereden of de motor langdurig
stationair draait, kan bij gasgeven
soms rook uit de uitlaat waargenomen
worden. Dit heeft geen invloed op de
prestaties en heeft geen gevolgen voor
het milieu.
Onderhoud
Page 261 of 745

259
DS5_nl_Chap09_verifications_ed02-2015
Bewaar de flacons AdBlue® niet in uw
auto. Controleer voor het bijvullen of de auto op een
vlakke en horizontale ondergrond staat.
Controleer 's winters of de
omgevingstemperatuur van de auto hoger
is dan -11°C. Als het kouder is, bevriest het
AdBlue
® waardoor u het niet in het reservoir
kunt gieten. Laat uw auto enkele uren op een
warmere plaats staan en vul vervolgens het
reservoir bij.
Procedure voor bijvullen
F Druk op de START/STOP-knop om de motor af te zetten. F
T
il de vloerplaat van de bagageruimte op
voor toegang tot het AdBlue
®-reservoir.
Houd het linkergedeelte omhoog met
bijvoorbeeld een tas.
Voorschriften voor opslag
AdBlue® bevriest bij temperaturen lager dan
ongeveer -11°C en verliest zijn kwaliteit bij
temperaturen vanaf 25°C. Het is raadzaam de
flacons koel en buiten direct zonlicht te bewaren.
Onder deze omstandigheden is het additief ten
minste één jaar houdbaar.
Additief dat bevroren is geweest, kan
weer worden gebruikt nadat het bij
kamertemperatuur volledig is ontdooid.
Onderhoud
Page 266 of 745

DS5_nl_Chap10_caracteristiques_ed02-2015
BenzinemotorenTHP 15 0THP 160THP 165 S&S THP 210 S&S
Versnellingsbakken BVA6
(
automaat
6
versnellingen)BVA6
(
automaat
6
versnellingen)E AT 6
(
automaat
6
versnellingen)BVM6
(handgeschakeld 6
versnellingen)
Type Variant Uitvoering 5FEA5FMA - Y - A /D 5GZT/S - T/1S - T/2S 5GMM/S
Cilinderinhoud (cm
3) 159 8159 8159 8159 8
Boring x slag (mm) 77
x 85,877
x 85,877
x 85,877
x 85,8
Max.vermogen*: ECE-norm (kW) 11 0120 121155
Toerental bij max.vermogen (t/min) 60506000 60006000
Max.koppel: ECE-norm (Nm) 240240240285
Toerental bij max.koppel (t/min) 140 0140 0140 0 175 0
Brandstof LoodvrijLoodvrijLoodvrijLoodvrij
Katalysator JaJaJaJa
Hoeveelheid motorolie
(met vervangen filter) (in liters) 4,25
4,254,254,25
Motoren en versnellingsbakken benzine-uitvoeringen
* Het maximumvermogen komt overeen met de op de testbank gehomologeerde waarde, onder de omstandigheden die zijn vastgelegd in de Europese
regelgeving (richtlijn 1999/99/CE).
.../S: uitvoering met Stop & Start.
.../1: uitvoering met banden met lage rolweerstand.
.../2: uitvoering met banden met zeer lage rolweerstand.
Page 269 of 745

267
DS5_nl_Chap10_caracteristiques_ed02-2015
Motoren en versnellingsbakken dieseluitvoeringen
* Het maximumvermogen komt overeen met de op de testbank gehomologeerde waarde, onder de omstandigheden die zijn vastgelegd in de Europese regelgeving (richtlijn 1999/99/CE).
Dieselmotor
BlueHDi 115
S&S
BlueHDi 120
S&S
Versnellingsbakken BVM6
(handgeschakeld
6
versnellingen)
E AT 6
(automaat
6
versnellingen)
BVM6
(handgeschakeld
6
versnellingen)
E AT 6
(automaat
6
versnellingen)
Type Variant Uitvoering BHXM/S - M1/S - M2/SBHX T/S -T/1S -T/2SBHZM/S - M/1S - M/2S BHZT/S -T/1S -T/2S
Cilinderinhoud (cm
3) 15 6 015 6 0
Boring x slag (mm) 75
x 88,375
x 88,3
Max. vermogen*: ECE-norm (kW) 8588
Toerental bij max. vermogen (t/min) 37503750
Max. koppel: ECE-norm (Nm) 300300
Toerental bij max. koppel (t /min) 175 0175 0
Brandstof DieselDiesel
Katalysator JaJa
Roetfilter JaJa
Hoeveelheid motorolie (met vervangen filter) (in liters)3,753,75
.../S: uitvoering met Stop & Start.
.../1: uitvoering met banden met lage rolweerstand.
.../2: uitvoering met banden met zeer lage rolweerstand.
Technische gegevens
Page 270 of 745

DS5_nl_Chap10_caracteristiques_ed02-2015
* Het maximumvermogen komt overeen met de op de testbank gehomologeerde waarde, onder de omstandigheden die zijn vastgelegd in de Europese regelgeving (richtlijn 1999/99/CE).
Dieselmotor
BlueHDi 135
S&S
BlueHDi 150
S&S
BlueHDi 180
S&S
Versnellingsbakken
BVM6 (
handgeschakeld 6 versnellingen) BVM6
(
handgeschakeld 6 versnellingen)E AT 6
(automaat 6 versnellingen)
Type Variant Uitvoering AHV AHSM/S - M/1S - M/2S AHX AHRM/S - M/1S - M/2S AHW T/S -T/1S -T/2S
Cilinderinhoud (cm
3) 19 9719 9719 97
Boring x slag (mm) 85
x 8885
x 8885
x 88
Max. vermogen*: ECE-norm (kW) 10 011 0132
Toerental bij max. vermogen (t/min) 40004000 3750
Max. koppel: ECE-norm (Nm) 320370400
Toerental bij max. koppel (t /min) 200020002000
Brandstof DieselDieselDiesel
Katalysator JaJaJa
Roetfilter JaJaJa
Hoeveelheid motorolie
(met vervangen filter) (in liters) 6 ,1
6 ,1 5 ,1
Motoren en versnellingsbakken dieseluitvoeringen
.../S: uitvoering met Stop & Start.
.../1: uitvoering met banden met lage rolweerstand.
.../2: uitvoering met banden met zeer lage rolweerstand.
Page 315 of 745

313
S
Schakelen automatische versnellingsbak .....111
Schakelen elektronisch bediende versnellingsbak
.......................................... 11 0
SCR (Selective Catalytic Reduction)
............253
SCR-systeem
.......................................... 30, 253
Serienummer auto
..............................
..........2 74
Sfeerverlichting
............................................. 15 8
Sjorogen
.......................................................... 87
Reinigen (adviezen)
......................................
233
Rembekrachtigingsysteem
........................... 18
2
Remblokken
..................................................
252
Remlampje
......................................................
27
Remlichten
....................................................
216
Remmen
..................................................
27, 252
Remschijven .................................................. 252
Remvloeistofniveau
...................................... 24
8
Reservewiel
..........................................
202, 203
Resetten van het traject
............................
46,
47
Richtingaanwijzers
.........
148, 180 , 2 11, 214 -216
Riem
...............
.................................................
87
Rijadviezen
...............................................
98, 99
Rijstrookcontrolesystemen
...........................
182
Roetfilter
................................................
250, 2 51
Ruitbediening
..................................................
66
Ruitensproeier achter
...................................
15 4
Ruitensproeiers
............................................. 24
9
Ruitensproeiers vóór ..................................... 15 4
Ruitensproeiervloeistofniveau
......................
249
Ruitenwisser achter
......................................
15 4
Ruitenwisserbladen (vervangen)
..........
15 6, 228
Ruitenwisserbladen vervangen
............ 15
6
, 228
Ruitenwissers
.................................. 2
2
, 153 , 155
Ruitenwisserschakelaar
......................... 15
3 -155T
Tankbeveiliging ...............................
..............242
Technische gegevens ...........264, 265 , 267, 269
Tijd instellen
........................................ 38, 39 , 42
Touchscreen
................................. 38,
43, 45 , 47
Trekhaak
................................................. 99, 231
Skiluik
..............................................................
86
Slepen van een auto .....................................
229
Sleutel
....................................
52, 54 , 55, 59, 60
Sleutel met afstandsbediening
..................... 10
1
Sneeuwkettingen
..........................................
210
Snelheidsbegrenzer
..............................
128, 13 0
Snelheidsregelaar
.................................
128, 13 3
Spaarfase
......................................................
227
Startblokkering, elektronische
................ 60,
101
Starten ........................................................... 224
Starten van de auto....................... 10 0, 102 , 111
Stickers
.........................................................
233
Stickerset
......................................................
233
Stilzetten van de auto ...................
10 0, 102 , 111
Stoelen verstellen
.....................................
72, 73
Stoelverwarming
.............................................
76
Stoelverwarming, schakelaars
.......................
76
Stop Start
....................................
22, 48, 92 , 95,
118 , 223 , 226 , 239, 243, 2 51
Streaming audio Bluetooth
...................
291, 293
Stuurbekrachtigingsvloeistofniveau
.............
248
Stuurslot
........................................................
101
Stuurverstelling
...............................................
81
Stuurwiel (verstellen)
......................................
81
Supervergrendeling
........................................ 56
S
ynchroniseren afstandsbediening
................
59
U
UREA .................................................... 253, 254
Urgence-oproep .................................... 181, 278
USB-aansluiting
...................................... 85, 290
USB-box
.......................................................... 85
Veiligheidsgordels
..........................168, 18 6 -188
Veiligheidsvoorzieningen
voor kinderen
........ 16
2, 163 , 167, 171-173 , 189
Ventilatie
...............
..............................14, 89 , 90
Ventilatieroosters
............................................ 89
Vergrendeling van binnenuit
........................... 61
V
erkeersinformatie (TA)
................................ 28
6
Verklikkerlampjes
.......................... 20,
21, 23 , 26
Verklikkerlampje SCR-systeem
......................30
Verklikkerlampje service
.................................25
Verklikkerlampje voorgloeien (diesel)
............21
Verlichting
..................................................... 15 8
Versnellingsbak,
automatische
.........14, 109 , 111, 118 , 223 , 252
Versnellingsbak, handgeschakeld
......................
14 , 109 , 11 0, 118 , 252
Versnellingshendel
......................................... 14
Verversen
...................................................... 247
Vervuiling van het roetfilter (diesel)
..............2 51
Verwarming
...............................
......................14
Voor stoelen
................................................ 7 2 -74
V
Trefwoordenregister
Page 333 of 745

7 Audio en telematica
Niveau 1
Niveau 2
Niveau 3
Aanwijzingen
Navigatie
Instellingen
Navigatie
Bestemming invoeren
Weergeven van de meest recente
bestemmingen.
Berekeningscriteria
Snelste
De navigatiecriteria kiezen.
Op de kaart wordt het aan de hand van de
criteria gekozen traject weergegeven. Kor tste
Tijd/afstand
Ecologisch
To l
Veer bot
Ver keer
Exact-Dichtb.
Zie route op de kaart De kaart weergeven en de routegeleiding starten.
Bevestigen De opties opslaan.
Huidie locatie opslaan
Het actuele adres opslaan.
De navigatie stoppen
De navigatie-informatie uitschakelen.
Spraakweergave
Het stemvolume en het opnoemen van
straatnamen instellen.
Route omleiden
Afwijken van de oorspronkelijke route met een
bepaalde afstand.
Navigatie
Weergeven als tekst.
Inzoomen.
Uitzoomen.
Weergeven op volledig scherm.
De kaart verplaatsen met de pijlen.
Kaart tweedimensionaal weergeven.