brake FIAT 500L 2019 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: FIAT, Model Year: 2019, Model line: 500L, Model: FIAT 500L 2019Pages: 260, PDF Size: 5.65 MB
Page 46 of 260

SET-UP-MENU
Het Instellingenmenu omvat de
volgende opties:
Snelheidsmeter
Trip
Info voertuig
Audio
Telefoon (voor bepaalde versies/
markten)
Navigatie (voor bepaalde versies/
markten)
Waarschuwingen
Voertuiginstellingen
Wanneer de contactsleutel naar MAR
wordt gedraaid, geeft het display de
laatste menuoptie weer die actief was
voordat de motor werd uitgeschakeld.OPMERKING Met hetUconnect™-
systeem worden sommige menuopties
weergegeven en beheerd op het
display van dat systeem en niet op het
display van het instrumentenpaneel
(zie het hoofdstuk Multimedia of het
online beschikbare supplement).
Voertuiginstellingen
Door middel van deze menuoptie
kunnen de instellingen gewijzigd
worden voor:
"Display"
"Veiligheid / Hulp"
"Beveiliging”
Display
Door het kiezen van de optie "Display"
kan toegang verkregen worden tot
de instellingen/informatie met
betrekking tot: “Dimmer” (voor
bepaalde versies/markten),
“Scherminstellingen”, “Zie telefoon”,
“Zie navigatie”, “Trip B automatisch
resetten".
Veiligheid / Hulp
Door het kiezen van de optie “Veiligheid
/ Hulp” kan toegang verkregen worden
tot de instellingen/informatie met
betrekking tot: “City Brake Control”
(voor bepaalde versies/markten),
“Volume parkeersensor”,
“Geluidssterkte waarsch.”.Veiligheid
Door het kiezen van de optie
"Veiligheid" kan toegang verkregen
worden tot de instellingen/informatie
met betrekking tot: “Hill Holder” (voor
bepaalde versies/markten), “Airbag
passagier” (voor bepaalde versies/
markten), Piep veiligheidsgordels”,
“Snelheidspiep”.
BELANGRIJK Als de olie niet wordt
bijgevuld, kan het oliepeil te laag
worden, waardoor de auto mogelijk niet
meer normaal functioneert en zelfs
kan stilvallen.
TRIP COMPUTER
De Trip Computer geeft informatie over
de werking van de auto weer wanneer
de contactsleutel in de stand MAR
staat.
De Trip Computer omvat:
Moment. Info:: geeft de
parameters “Bereik” en "Momentaan
verbruik” weer.
"Trip A" geeft de volgende waarden
weer: “Gereden afstand”, “Reisduur”,
“Gemiddeld brandstofverbruik” en
“Gemiddelde snelheid”
"Trip B" geeft de volgende waarden
weer: “Gereden afstand”, “Reistijd”,
“Gemiddeld brandstofverbruik” en
“Gemiddelde snelheid”.
53F0Y0659C
44
KENNISMAKING MET HET INSTRUMENTENPANEEL
Page 58 of 260

Waarschuwingslampje Wat het betekent
geelUITSCHAKELING VAN CITY BRAKE CONTROL - "Collision Mitigation"-SYSTEEM
(voor bepaalde versies/markten)
Het lampje gaat branden als het City Brake Control - "Collision Mitigation"-systeem wordt uitgeschakeld
door de bestuurder of automatisch wordt uitgeschakeld als gevolg van een tijdelijke storing in het systeem.
Neem zo snel mogelijk contact op met het Fiat Servicenetwerk.
geelVOORGLOEIBOUGIES (Dieselversies)
Dit lampje gaat branden wanneer de contactsleutel in de stand MAR wordt gedraaid. Het lampje dooft
zodra de voorgloeibougies de van tevoren ingestelde temperatuur hebben bereikt. De motor kan worden
gestart zodra het lampje gedoofd is.
BELANGRIJK Bij gemiddelde of hoge omgevingstemperaturen blijft het lampje zeer kort bijna
onwaarneembaar branden.
Storing voorgloeisysteem
Het lampje knippert om aan te geven dat er een storing in het voorgloeisysteem is. Neem zo snel mogelijk
contact op met het Fiat Servicenetwerk.
geelAANDUIDING LAAG NIVEAU AdBlue® (UREUM) ADDITIEF VOOR DIESELUITSTOOT
(voor bepaalde versies/markten)
Het controlelampje laag niveau AdBlue® (UREUM) vloeistof voor dieseluitstoot
gaat branden als het
niveau van AdBlue® (UREUM) in de auto laag is.
Vul de AdBlue®-tank (UREUM) zo snel mogelijk bij met ten minste 5 liter AdBlue® (UREUM). Wanneer
wordt bijgevuld terwijl het resterende AdBlue®-peil (UREUM) in de tank gelijk was aan nul, moet 2 minuten
gewacht worden alvorens de motor te starten.
56
KENNISMAKING MET HET INSTRUMENTENPANEEL
Page 64 of 260

Symbool Wat het betekent
geelCity Brake Control - "Collision Mitigation"-SYSTEEM GEACTIVEERD
(voor bepaalde versies/markten)
Het symbool gaat aan als het City Brake Control - "Collision Mitigation"-systeem is
geactiveerd.
geelSTORING CITY BRAKE CONTROL - "Collision Mitigation"-SYSTEEM
(voor bepaalde versies/markten)
Het symbool gaat aan om een tijdelijke of permanente storing van het City Brake Control -
"Collision Mitigation"-systeem aan te duiden. Neem zo snel mogelijk contact op met het
Fiat Servicenetwerk.
geelMOTOROLIE VERSLECHTERD
(voor bepaalde versies/markten)
Dieselversies: het symbool gaat branden en wordt gedurende durende cycli van 3
minuten weergegeven en met intervallen van 5 seconden tot de olie ververst is. Het
symbool wordt weergegeven tot het probleem is opgelost.
Benzineversies: het symbool wordt weergegeven en verdwijnt nadat de weergavecyclus
is voltooid.
BELANGRIJK Na de eerste melding zal, bij elke start van de motor, het symbool blijven
knipperen zoals hiervoor is beschreven totdat de olie wordt ververst.
Het knipperen van het symbool moet niet als een storing in het voertuig worden
beschouwd, maar wil de bestuurder erop wijzen dat de motorolie moet worden ververst na
een normaal gebruik van het voertuig.
De verslechtering van de motorolie wordt versneld als het voertuig veel gebruikt wordt
voor korte ritten, waardoor de bedrijfstemperatuur van de motor niet bereikt kan worden.
Neem zo snel mogelijk contact op met het Fiat Servicenetwerk.
19) 20)
geelSTORING MOTOROLIEDRUKSENSOR
Het symbool gaat branden als de sensor van het motoroliepeil een storing heeft.
62
KENNISMAKING MET HET INSTRUMENTENPANEEL
Page 73 of 260

ACTIEVE
VEILIGHEIDSSYSTEMEN
In de auto zijn de volgende actieve
veiligheidssystemen aanwezig:
ABS (antiblokkeersysteem van de
wielen);
ESC-systeem (Electronic Stability
Control);
HH-systeem (Hill Holder);
ASR-systeem (AntiSlip Regulation);
DST-systeem (Dynamic Steering
Torque of stuurcorrectie);
ERM-systeem (Electronic Rollover
Mitigation).
ABS (Anti-lock Braking
System)
36) 37) 38) 39) 40) 41) 42)
Dit systeem, dat deel uitmaakt van het
remsysteem, voorkomt het blokkeren of
slippen van een of meerdere wielen op
alle soorten wegdek en ongeacht de
kracht van de remwerking, zodat de
auto ook tijdens paniekremmen onder
controle gehouden kan worden en
de remweg wordt geoptimaliseerd.
Het ABS-systeem omvat ook de
volgende subsystemen: EBD (Electronic
Braking Force Distribution), MSR
(Motor Schleppmoment Regelung) en
HBA (Hydraulic Brake Assist).BELANGRIJK Een inrijperiode van circa
500 km is vereist om het beste uit het
remsysteem te halen: vermijd tijdens
deze periode bruusk, herhaaldelijk
of langdurig remmen.
43) 44) 45)
Inwerkingtreding van het systeem
Een licht pulseren van het rempedaal en
geluid duiden op het ingrijpen van het
ABS: dit zijn volledig normale
verschijnselen.
ESC-SYSTEEM
(Electronic Stability
Control)
46) 47) 48) 49) 50) 51)
Het ESC-systeem corrigeert het
onderstuur en overstuur van de auto
door de remkracht op de juiste wijze
naar de wielen te sturen. Ook het door
de motor geleverde koppel kan
verminderd worden om de controle
over de auto te behouden.
Inwerkingtreding van het systeem
De ingreep van het systeem wordt
aangegeven door het knipperen van het
lampje
op het instrumentenpaneel,
om de bestuurder te waarschuwen dat
de stabiliteit en de grip van de auto
kritiek zijn.Systeem inschakelen
Het ESC-systeem wordt automatisch
ingeschakeld wanneer de motor wordt
gestart; het kan niet worden
uitgeschakeld.
GRAVITY CONTROL
(voor bepaalde versies/markten)
56)
Dit is een integraal onderdeel van het
ESC-systeem dat erop gericht is om de
auto tijdens de afdaling op een
constante snelheid te houden, door op
zelfstandige en gedifferentieerde wijze
op de remmen in te werken.
Op die manier biedt de “Gravity
Control”-functie assistentie als onder
gladde omstandigheden en/of op
ruig terrein op steile hellingen wordt
gereden.
Raadpleeg voor meer informatie over
de werking van het systeem de
paragraaf “Rijhulpsystemen” in dit
hoofdstuk.
HH-SYSTEEM (Hill
Holder)
52) 53)
Dit systeem is een onderdeel van het
ESC-systeem en helpt de bestuurder bij
het wegrijden op hellingen.
71
Page 76 of 260

55)De prestaties van een voertuig met
ERM mogen nooit op onvoorzichtige of
gevaarlijke manier getest worden, met de
mogelijkheid dat de veiligheid van de
bestuurder of andere mensen in gevaar
komt.
56)Het systeem is een ondersteuning voor
de bestuurder die altijd zijn volle aandacht
bij het rijden moet houden. De
verantwoordelijkheid ligt altijd bij de
bestuurder, die rekening moet houden met
de verkeersomstandigheden om in alle
veiligheid te kunnen rijden. De bestuurder
dient altijd een veilige afstand tot het
voertuig vóór hem te houden.RIJHULPSYSTEMEN
In de auto kunnen de volgende
rijhulpsystemen aanwezig zijn:
City Brake Control - “Collision
Mitigation”-systeem
iTPMS
Zie de volgende pagina's voor de
beschrijving van de werking van deze
systemen.
CITY BRAKE CONTROL -
“Collision
Mitigation”-SYSTEEM
(voor bepaalde versies/markten)
57) 58) 59) 60) 61)
24) 25) 26) 27) 28) 29) 30) 31)
Dit is een rijhulpsysteem dat voorzien is
van een lasersensor, die zich aan de
bovenkant van de voorruit fig. 55
bevindt en die de aanwezigheid van
auto’s voor de auto detecteert.
In het geval van een dreigende botsing,
grijpt het systeem in door automatisch
te remmen om een botsing te
voorkomen of de gevolgen daarvan te
beperken.
Het systeem is alleen actief als:
de contactsleutel naar MAR is
gedraaid;
de rijsnelheid tussen 5 en 30
km/h ligt;
een vooruitversnelling is
ingeschakeld;
de veiligheidsgordels van de
voorstoelen zijn omgelegd;
het "Modusselectiesysteem"
staat op de stand "Normaal".
Inschakelen/uitschakelen
Het systeem kan via het
instellingenmenu van het display
worden ingeschakeld (en uitgeschakeld)
(zie de paragraaf "Display" in het
hoofdstuk “Kennismaking met het
instrumentenpaneel”).
Werking
Het systeem treedt in werking als er
een gevaar is van een dreigende
botsing en de bestuurder het
rempedaal niet direct intrapt.
55F0Y0200C
74
VEILIGHEID
Page 115 of 260

Als de Speed Limiter is ingeschakeld,
moet knop A tweemaal worden
ingedrukt om de cruisecontrol in te
schakelen.
BELANGRIJK Het systeem kan niet
worden ingeschakeld als het voertuig in
de 1
eversnelling of in de achteruit
staat. Het is raadzaam om het systeem
in te schakelen vanaf de 4
eversnelling
of hoger.
BELANGRIJK Het is gevaarlijk het
systeem ingeschakeld te houden als
het niet gebruikt wordt. Er bestaat een
risico van per ongeluk inschakelen
en de controle over het voertuig
te verliezen vanwege onverwachte
overmatige snelheid.DE GEWENSTE
SNELHEID INSTELLEN
Ga als volgt te werk:
Druk op knop A fig. 91 om het
systeem in te schakelen.
Druk, wanneer de auto de gewenste
snelheid heeft bereikt, op knop SET +
(of SET –) en laat de knop los om
het systeem in te schakelen. Wanneer
het gaspedaal wordt losgelaten, zal
de auto automatisch op de
geselecteerde snelheid verder rijden.
Indien nodig (bijvoorbeeld bij inhalen)
kan de snelheid gewoon verhoogd
worden door het gaspedaal in te
trappen; als het gaspedaal vervolgens
wordt losgelaten, keert de auto terug
naar de eerder opgeslagen snelheid.
Op afdalingen kan de snelheid bij
ingeschakelde cruisecontrol iets hoger
liggen dan de opgeslagen snelheid.
BELANGRIJK Voordat de knoppen SET
+ (of SET –) ingedrukt worden, moet
de auto op constante snelheid op een
vlak wegdek rijden.SNELHEID VERHOGEN /
VERLAGEN
Snelheid verhogen: zodra de
elektronische cruisecontrol is
ingeschakeld, kan de snelheid
verhoogd worden door op de knop SET
+ te drukken.
Snelheid verlagen: bij ingeschakeld
systeem kan de snelheid worden
verlaagd door op de knop SET – te
drukken.
DEACTIVERING VAN HET
SYSTEEM
Door het rempedaal een klein stukje in
te trappen, de koppeling in te trappen
om te schakelen of de knop CANC in te
drukken, wordt de elektronische
cruisecontrol uitgeschakeld zonder dat
de opgeslagen snelheid gewist wordt.
Het systeem kan ook worden
uitgeschakeld door inschakeling van de
handrem, inschakeling van het
remsysteem (bijv. door activering van
het ESC-systeem) of inschakeling
van het automatische remsysteem door
het City Brake Control - “Collision
Mitigation”-systeem.
Als het systeem is uitgeschakeld, wordt
het (witte) symbool
met CANC
ernaast op het instrumentenpaneel
weergegeven.
91F0Y0619C
113
Page 119 of 260

BELANGRIJK Wanneer de modus
“Traction +” wordt ingeschakeld, wordt
het City Brake Control - “Collision
Mitigation”-systeem tijdelijk
uitgeschakeld. Tijdelijke uitschakeling
van het systeem wordt aangeduid door
het lampje
op het
instrumentenpaneel (en een bericht op
het display). Wanneer de modus
“Traction +” wordt uitgeschakeld, wordt
het City Brake Control - “Collision
Mitigation”-systeem weer ingeschakeld.
FUNCTIE “GRAVITY CONTROL”
Deze rijfunctie houdt de snelheid
constant als van een steile helling naar
beneden wordt gereden. Lawaai en
trillingen afkomstig van de zijkant van
de wielen (remmen) zijn normaal
wanneer deze functie is ingeschakeld.
BELANGRIJK De functie kan alleen
worden geselecteerd als de modus
“Traction +” is ingeschakeld, de motor
draait, de handrem is uitgeschakeld
en het bestuurdersportier goed dicht
zit.
Inschakeling
Verlaag uw snelheid tot minder dan 25
km/h om de functie in te schakelen.Laat, zodra de gewenste snelheid is
bereikt, het gas- en rempedaal volledig
los. Als u de snelheid wilt verhogen/
verlagen, trapt u het gas-/rempedaal
weer in.
Inschakeling
Draai de ring naar rechts (stand C fig.
93) en houd hem gedurende een halve
seconde, of tenminste tot de
bijbehorende led gaat branden en de
inschakelingsindicatie "Gravity Control”
op het display weergegeven wordt
fig. 96, in deze stand.
Na het loslaten keert de ring terug naar
de middelste stand. “Gravity Control”
is klaar om te werken, wanneer de
“Gravity Control”-functie wordt
geselecteerd.
Uitschakelen
Om de modus “Gravity Control” uit te
schakelen, draait u de ring naar links en
houdt u deze gedurende een halve
seconde in deze stand.
In dit geval gaat de led van de modus
“Traction +” branden en wordt een
melding op het scherm weergegeven
dat de functie “Gravity Control” is
uitgeschakeld.
De functie “Gravity Control” is altijd
uitgeschakeld wanneer de motor
gestart wordt.BELANGRIJKE OPMERKINGEN
BELANGRIJK GEBRUIK HET
SYSTEEM NIET MET DE
VERSNELLINGSBAK IN DE
VRIJSTAND.
BELANGRIJK De functie is beschikbaar
voor snelheden tussen 7 km/h en 25
km/h.
96F0Y0668C
117
Page 255 of 260

ALFABETISCH
REGISTER
A
anvullend veiligheidssysteem
(SRS) - Airbags...................97
ABS (systeem)......................71
Accu (elektrolytpeil controleren).....169
Accu (opladen).....................171
Achterbank.........................15
Achterruitwisser / -sproeier..........29
Achterstoelen derde rij...............16
Achteruitkijkspiegels.................19
Achteruitrijcamera..................120
Actieve veiligheidssystemen..........71
Additief voor dieseluitstoot
AdBlue (UREUM)................127
Afmetingen........................187
Afsluitsysteem
brandstoftoevoer................153
Alarmknipperlichten................129
ASR (systeem)......................72
Automatische dual-zone
klimaatregeling....................22
Bagageruimte......................37
Bandenspanning...................185
Bedieningspaneel en
boordinstrumenten................42
Bedieningstoetsen (display)..........43
Belangrijke informatie en
aanbevelingen...................243Beschermingssystemen
inzittenden.......................79
Bochtverlichting (inschakeling).......26
Brandstofverbruik..................205
Buitenverlichting.....................24
Cargo Magic Space................38
Carrosserie (reiniging en
onderhoud)......................175
centrale portiervergrendeling;........32
City Brake Control - Collision
Mitigation-systeem................74
CO2-emissie.......................205
Contactslot.........................13
Cruisecontrol (constante
snelheidsregeling)................112
Dagrijlichten (DRL)
(inschakeling).....................24
Dak met vast glaspaneel.............30
Dashboard..........................10
De auto opkrikken
De motor starten...................106
Derde remlicht
(lamp vervangen)................144
Dimlicht (lamp vervangen)..........140
Display.............................43
DST (systeem)......................72
Dualdrive (elektrische
stuurbekrachtiging)...............39
Dualogic (versnellingsbak)..........109
Een aanhanger trekken............122Elektrisch schuifdak.................31
Elektrische ruitbediening.............34
ERM (systeem)......................72
ESC (systeem)......................71
Fiat CODE (systeem)................11
Fix&Go Automatic (kit)..............134
Follow Me Home (systeem)..........26
Frontairbag bestuurderszijde.........98
Frontairbag passagierszijde..........98
Frontairbags........................97
Gear Shift Indicator (systeem).......43
Gebruik van het Instructieboek........4
Geprogrammeerd onderhoud.......157
Gewichten.........................193
Gordelspanners.....................82
Gravity Control (functie)..............71
Grootlicht (inschakeling)..............25
Grootlicht (lamp vervangen).........141
Grootlichtsignaal (inschakeling).......25
Handbediende klimaatregeling......21
Handgeschakelde
versnellingsbak..................108
Handrem..........................107
Hill Holder-systeem..................71
Hoofdairbag.......................102
Hoofdsteunen.......................18
....................91
Identificatiegegevens...............178
Instapverlichting.....................26
I-Size kinderzitjes .................174