lane assist FIAT 500X 2019 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: FIAT, Model Year: 2019, Model line: 500X, Model: FIAT 500X 2019Pages: 300, PDF Size: 7.73 MB
Page 14 of 300

DASHBOARD
1. Verstelbare luchtroosters aan de zijkant 2. Linker hendel: richtingaanwijzers, grootlicht, grootlichtsignaal, Lane change
functie 3. Instrumentenpaneel 4. Bedieningstoetsen op het stuurwiel: Cruise-Control, Speed Limiter 5. Rechter hendel:
ruitenwisser/-sproeier, achterruitwisser/-sproeier, instelling gevoeligheid regensensor 6.Uconnect™7. Start&Stop,
alarmknipperlichten, led status passagiersairbag 8. Gekoeld bovenste opbergvak (voor bepaalde versies/markten, indien
aanwezig) 9. Frontairbag passagierszijde 10. Verstelbare middelste luchtroosters 11. Onderste
dashboardkastje 12. Klimaatregeling 13. Knoppen op de tunnelconsole: stoelverwarming, Park Assist-systeem, USB-poort
+ AUX-poort (indien aanwezig) 14. Airbagmodule bescherming knie 15. Startinrichting (sleutel of knop) 16. Frontairbag
bestuurderszijde 17. Bedieningselementen op het stuurwiel: menu display, tripcomputer, multimedia, telefoon,
spraakherkenning 18. Bedieningspaneel: lichtschakelaar, koplampverstelling.
2F1B0641
12
KENNISMAKING MET HET VOERTUIG
Page 65 of 300

Waarschuwingslampje Wat het betekent
geelLANE ASSIST SYSTEEM
Het waarschuwingslampje gaat als volgt branden:
Waarschuwingslampje brandt continu (wit):het systeem is ingeschakeld, maar de grenslijnen werden niet
gedetecteerd (de lijnen zijn grijs).
Waarschuwingslampje brandt en knippert (geel):het voertuig heeft de grenslijn genaderd en staat op het
punt deze te overschrijden.
Waarschuwingslampje brandt continu (groen):het systeem heeft de grenzen van beide lijnen gedetecteerd.
Het systeem zal ingrijpen op het stuurwiel als de lijn onbedoeld overschreden wordt.
geelVOORGLOEIBOUGIES (Dieselversies)
Wanneer de startinrichting naar de stand MAR wordt gezet, gaat dit lampje branden. Het dooft wanneer de
voorgloeibougies de vereiste temperatuur hebben bereikt. De motor kan worden gestart zodra het lampje
gedoofd is.
WAARSCHUWING Bij gemiddelde of hoge buitentemperatuur blijft het lampje zeer kort bijna
onwaarneembaar branden.
STORING VOORGLOEIBOUGIES (Dieselversies)
Het waarschuwingslampje knippert om aan te geven dat er een storing in het voorgloeisysteem is. Neem in
dit geval zo snel mogelijk contact op met het Fiat Servicenetwerk.
geelFULL BRAKE CONTROL-SYSTEEM UIT
Het lampje gaat branden als het Full Brake Control-systeem wordt uitgeschakeld door de bestuurder of
automatisch wordt uitgeschakeld als gevolg van een tijdelijke storing in het systeem. Neem zo snel mogelijk
contact op met het Fiat Servicenetwerk.
63
Page 69 of 300

Symbool Wat het betekent
roodSTORING DYNAMO
Het aangaan van het symbool terwijl de motor loopt komt overeen met een storing van de dynamo. Neem
zo snel mogelijk contact op met het Fiat Servicenetwerk.
roodPORTIER OPEN
Het symbool gaat branden als een of meer portieren niet volledig gesloten zijn. Bij geopende portieren en
als de auto rijdt klinkt er een geluidssignaal. Sluit de portieren goed.
geel
geelSTORING FULL BRAKE CONTROL SYSTEEM
De symbolen gaan branden (en er wordt een bericht weergegeven) in geval van storing van het Full Brake
Control-systeem. Neem zo snel mogelijk contact op met het Fiat Servicenetwerk.
geelSTORING LANE ASSIST SYSTEEM
Het symbool gaat branden in geval van een permanente storing van het Lane Assist-systeem. Neem zo
snel mogelijk contact op met het Fiat Servicenetwerk.
67
Page 79 of 300

Melding op display
LANE ASSISTLANE ASSIST SYSTEEM
Camera afgeschermd: er verschijnt een speciaal bericht op het display in geval
van vuil op de voorruit dat afbreuk kan doen aan de correcte werking van de
camera. Maak in dit geval de voorruit schoon met een zachte, schone doek, en let
op geen krassen te maken. Als de storing zich blijft voordoen, neem dan zo snel
mogelijk contact op met het Fiat Servicenetwerk.
START&STOPSTART&STOPSYSTEEM INSCHAKELEN/UITSCHAKELEN
Inschakelen: wanneer het systeem wordt ingeschakeld, verschijnt er een bericht
op het display. In dit geval is de led op de knop gedoofd.
Uitschakelen: wanneer het systeem uitgeschakeld is, verschijnt er een bericht op
het display. In dit geval brandt de led op de knop.
BERICHT "SERVICE" (GEPROGRAMMEERD
ONDERHOUD)GEPROGRAMMEERD ONDERHOUD (SERVICE)
Wanneer het onderhoudsinterval (onderhoudsbeurt) bijna is vervallen en de
startinrichting op MAR wordt gezet, verschijnt het bericht “Service”, gevolgd door
het aantal resterende kilometers/mijlen of het aantal resterende dagen (indien
aanwezig).
Dit wordt automatisch weergegeven, met de startinrichting op MAR, 2000 km
vóór de onderhoudsbeurt of, waar aanwezig, 30 dagen vóór de onderhoudsbeurt.
Dit wordt tevens elke keer dat de sleutel naar MAR wordt gedraaid, weergegeven.
Het bericht verschijnt in kilometers of mijlen, afhankelijk van de meeteenheid die is
ingesteld.
Neem contact op met het Fiat Servicenetwerk om de werkzaamheden van het
geprogrammeerd onderhoudsschema te laten verrichten en het bericht te
resetten.
77
Page 124 of 300

STARTEN EN RIJDEN
Laten we eens kijken naar het "hart" van
het voertuig: dan kunt u zien hoe u het
potentieel ervan optimaal kunt
benutten.
We zullen u laten zien hoe u het
voertuig in elke situatie veilig kunt
besturen, zodat het een echt "maatje"
voor u kan zijn, waarbij het comfort en
de portefeuille niet vergeten worden.MOTOR STARTEN...........123
DE AUTO PARKEREN.........124
ELEKTRISCHE PARKEERREM
(EPB)....................124
HANDGESCHAKELDE
VERSNELLINGSBAK..........127
AUTOMATISCHE
VERSNELLINGSBAK..........128
AUTOMATISCHE TRANSMISSIE MET
DUBBELE KOPPELING........132
START&STOP-SYSTEEM.......136
SNELHEIDSBEGRENZER.......137
ELEKTRONISCHE
CRUISE-CONTROL...........138
ADAPTIVE CRUISE CONTROL
(ACC)....................140
RIJMODUSSCHAKELAAR......145
PARK ASSIST SYSTEEM.......147
LANE ASSIST SYSTEEM
(waarschuwing rijstrookafwijking) . .150
TRAFFIC SIGN RECOGNITION . . .152
INTELLIGENT SPEED ASSIST. . . .154
ACHTERUITKIJKCAMERA......155
EEN AANHANGER TREKKEN. . . .157
TANKEN..................159
AdBlue -ADDITIEF (UREUM) VOOR
DIESELUITSTOOT...........162
122
STARTEN EN RIJDEN
Page 152 of 300

BELANGRIJK
129)De verantwoordelijkheid voor het
parkeren en andere mogelijk gevaarlijke
manoeuvres ligt echter altijd bij de
bestuurder. Controleer tijdens deze
manoeuvres altijd of er geen andere
mensen (vooral kinderen) of dieren
aanwezig zijn op het parcours dat u af wilt
leggen. De parkeersensoren dienen als
hulp voor de bestuurder, die echter nooit
zijn aandacht mag laten verslappen tijdens
potentieel gevaarlijke manoeuvres, ook al
worden ze met lage snelheden verricht.
BELANGRIJK
54)Voor een correcte werking van het
systeem mogen de sensoren nooit bevuild
zijn met modder, vuil, sneeuw of ijs. Zorg
ervoor dat ze tijdens het reinigen niet
gekrast of beschadigd worden. Vermijd het
gebruik van droge, ruwe of harde doeken.
De sensoren moeten met schoon water
worden gewassen, waaraan eventueel
autoshampoo is toegevoegd. Wanneer
speciale reinigingsapparaten worden
gebruikt, zoals stoomreinigers of
hogedrukreinigers, reinig dan de sensoren
zeer snel en houd de straal op minstens
10 cm afstand.55)Voor werkzaamheden aan de bumper
in de buurt van de sensoren, dient u zich
uitsluitend tot het Fiat Servicenetwerk te
wenden. Werkzaamheden aan de bumper
die niet goed worden uitgevoerd, kunnen
de werking van de sensoren in gevaar
brengen.
56)Voor het overspuiten van de bumpers
of eventueel bijwerken van de laklaag in de
zone van de sensoren, dient men zich
uitsluitend tot het Fiat Servicenetwerk te
wenden. Het verkeerd opbrengen van de
lak kan de werking van de parkeersensoren
negatief beïnvloeden.
57)De sensoren achter kunnen onjuiste
informatie geven, omdat ze het samenstel
van de trekhaak en de kogel en de
bijbehorende bevestiging interpreteren als
een obstakel in de zone achter het voertuig.
LANE ASSIST
SYSTEEM
(waarschuwing
rijstrookafwijking)
BESCHRIJVING
58) 59) 60) 61) 62) 63)
Het Lane Assist-systeem maakt gebruik
van een camera op de voorruit om de
begrenzingslijnen van rijstroken te
detecteren en om de positie van het
voertuig binnen deze wegmarkeringen
te berekenen zodat het voertuig in de
rijstrook kan blijven.
Wanneer één van de begrenzingslijnen
van de rijstrook worden gedetecteerd
en het voertuig onbedoeld de lijn
overschrijdt (richtingaanwijzer uit), geeft
het Lane Assist-systeem een voelbare
waarschuwing af door koppel af te
geven op het stuurwiel (trilling), en
wordt de bestuurder op deze manier
gewaarschuwd dat hij actie moet
ondernemen om binnen de rijstrook te
blijven.
BELANGRIJK De kracht die door het
systeem wordt uitgeoefend op het
stuurwiel is voldoende voor de
bestuurder om op te merken maar deze
kan overwonnen worden zodat hij
controle over de auto kan behouden.
150
STARTEN EN RIJDEN
Page 153 of 300

De bestuurder kan het stuurwiel te allen
tijde zoals nodig draaien.
Als het voertuig de rijstrook verlaat
zonder tussenkomst van de bestuurder,
dan gaat het lampje
(of het
pictogram op het display) op het
instrumentenpaneel branden om de
bestuurder aan te sporen om het
voertuig weer binnen de
begrenzingslijnen van de rijstrook te
brengen.
BELANGRIJK Het systeem bewaakt de
aanwezigheid van de handen van de
bestuurder op het stuurwiel. Als ze niet
worden gedetecteerd, dan wordt een
geluidssignaal afgegeven en wordt het
systeem uitgeschakeld tot het opnieuw
wordt ingeschakeld door te drukken op
de specifieke knop (zie onderstaande
beschrijving).
SYSTEEM AAN/UIT
Het Lane Assist-systeem kan
in-/uitgeschakeld worden met knop A
fig. 106, die zich op de linker hendel
bevindt.Elke keer dat de motor wordt gestart,
behoudt het systeem de
activeringsstatus die er was toen het
werd uitgeschakeld.
Bij sommige versies verschijnt er een
speciaal bericht op het display wanneer
het systeem wordt in- en uitgeschakeld.
Voorwaarden voor inschakeling
Als het systeem eenmaal is
ingeschakeld, wordt het alleen actief als
aan de volgende voorwaarden is
voldaan:
de bestuurder houd altijd minstens
één hand op het stuurwiel;
voertuigsnelheid tussen 60 km/h en
180 km/h;
een van de lijnen van de rijstrook is
perfect zichtbaar;
de zichtomstandigheden zijn goed;
de weg is rechtlijnig of met ruime
bochten;
er wordt een redelijke afstand tot het
voertuig dat voor u rijdt gehouden;
geen richtingaanwijzer (voor het
veranderen van rijstrook) ingeschakeld;
OPMERKING Er wordt geen trilling
afgegeven op het stuurwiel telkens als
een veiligheidssysteem wordt
ingeschakeld (remmen, ABS,
ASR-systeem, ESC-systeem, Full Brake
Control-systeem, enz.).
BELANGRIJK
58)Uitstekende ladingen op het dak van
het voertuig kunnen interfereren met de
goede werking van de camera. Controleer,
voor het wegrijden, of de lading goed
geplaatst is en of het werkingsbereik van de
camera niet afgedekt wordt.
59)Als de voorruit vervangen moet worden
vanwege krassen, steenslag of breuk,
neem dan uitsluitend contact op met het
Fiat Servicenetwerk. Vervang de voorruit
niet zelf, gevaar van storingen! Het wordt
aanbevolen de voorruit te laten vervangen
als deze in de buurt van de camera
beschadigd is.
60)Knoei niet me de camera en voer er
geen werkzaamheden aan uit. Dek de
openingen in het sierdeksel onder de
achteruitkijkspiegel niet af. Neem contact
op met het Fiat Servicenetwerk als een
storing in de camera optreedt.
106F1B0334C
151
Page 296 of 300

Elektrische parkeerrem (EPB).....124
Elektrische ruitbediening.........43
Elektrische verwarming
voorstoelen...............23
Elektronische Cruise-Control.....138
EPB (Elektrische parkeerrem).....124
ERM (systeem)...............83
ESC (systeem)...............81
Fiat Code (systeem)...........16
Fix&Go-kit.................181
Follow Me Home.............31
Full Brake Control (systeem)......88
Gebruik van de auto onder
zware omstandigheden
(geprogrammeerd
onderhoudsschema).........204
Gebruik van het instructieboek......6
Geprogrammeerd onderhoud.....193
Gewichten.................235
Gordelspanners.............100
krachtbegrenzers..........100
Grootlicht..................31
GSI (Gear Shift Indicator)........53
Handbediende klimaatregeling....38
Handgeschakelde versnellingsbak......................127
Herconfigureerbare laadvloer......49
Het voertuig opkrikken.........221
Hoofdairbag................119
Hoofdmenu.................54Hoofdsteunen...............25
Hoogteregeling instelling
koplampen................33
Hoogteregeling koplampen.......33
HSA (systeem)...............82
i-Size kinderzitjes............109
Identificatiegegevens
chassisnummer...........227
motorcode..............227
VIN-plaatje..............227
Instapverlichting..............32
Intelligent Speed Assist system. . . .154
"Intelligente" wis-/wasfunctie......34
Interieur (reiniging)............224
Interieurverlichting.............33
ISOFIX-kinderzitje (montage).....106
iTPMS (indirect Tyre Pressure
Monitoring System)..........92
Kentekenverlichting (lamp
vervangen)...............170
Keyless Entry (systeem).........19
Kinderen veilig vervoeren........102
Kinderslot..................21
Kinderzitjes................102
Klimaatregeling...............38
Koplampen (reiniging)..........223
Lakwerk (reiniging en
onderhoud)..............222
Lamp buitenverlichting
vervangen...............168Lampen
Soorten lampen...........166
Lampjes en berichten...........56
Lane Assist systeem..........150
Lane Change................32
Lichtschakelaar..............29
Mistachterlicht..............30
Mistachterlicht (lamp vervangen) . . .170
Mistlampen.................30
Mistlampen (lamp vervangen).....169
Mopar Connect.............282
Motor....................228
code..................227
niveau motorkoelvloeistof.....213
Motor starten...............123
Motorkap..................47
Motorolie
niveau controleren..........213
verbruik................213
Motorruimte................205
Motorruimte (uitspuiten)........223
Niveaus controleren..........205
Noodstart.................184
Officiële typegoedkeuringen.....283
Onderhoudsprocedures........217
Onderhoudsschema.......194 ,198
Park Assist (systeem).........147
Parkeerlichten...............30
PBA (systeem)...............82
ALFABETISCH REGISTER