airbag FIAT DOBLO COMBI 2018 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: FIAT, Model Year: 2018, Model line: DOBLO COMBI, Model: FIAT DOBLO COMBI 2018Pages: 284, PDF Size: 23.89 MB
Page 108 of 284

71)Onjuiste montage van het kinderzitje
kan ertoe leiden dat het
beschermingssysteem inefficiënt wordt. Bij
een ongeval kan het kinderzitje loskomen
en kan het kind zelfs dodelijk gewond
raken. Houd u, bij het monteren van
kinderzitjes voor pasgeborenen of kinderen,
strikt aan de aanwijzingen van de
Fabrikant.
72)Wanneer het kinderzitje niet in gebruik
is, zet het dan vast met de
veiligheidsgordel of met de ISOFIX-
bevestigingen, of verwijder het uit de auto.
Laat het kinderzitje niet los in het interieur
liggen. Op die manier kan het geen letsel bij
de inzittenden veroorzaken, als er
plotseling moet worden geremd of in geval
van een ongeval.
73)Verplaats de stoel niet als er een
kinderzitje is geplaatst: verwijder altijd eerst
het kinderzitje alvorens de stoel anders in
te stellen.
74)Zorg er altijd voor dat het diagonale
gedeelte van de veiligheidsgordel niet
onder de armen door of achter de rug van
het kind langs loopt. Bij een ongeval zal
de veiligheidsgordel het kind niet vast
kunnen houden, met het risico van zelfs
dodelijk letsel. Daarom moet het kind
de veiligheidsgordel altijd correct
omleggen.
75)Gebruik één onderste verankeringspunt
niet voor de installatie van meer dan één
kinderzitje.76)Als een universeel ISOFIX-kinderzitje
niet aan alle drie de verankeringspunten is
vastgemaakt, zal het kinderzitje het kind
niet goed kunnen beschermen. In geval
van een ongeval zou het kind ernstig
gewond kunnen raken of zelfs kunnen
overlijden.FRONTAIRBAGS
Het voertuig is uitgerust met een
frontairbag voor de bestuurder en, voor
bepaalde versies/markten, waar
voorzien, een frontairbag voor de
passagier.
FRONTAIRBAGS
De frontairbags voor bestuurder en
passagier (voor bepaalde versies/
markten, waar voorzien) zijn ontworpen
om de inzittenden voorin te
beschermen bij middelzware en zware
frontale botsingen, door de airbag
tussen de inzittende en het stuurwiel of
het dashboard op te blazen.
Als de airbags niet worden opgeblazen
bij andere soorten botsingen (botsingen
opzij, achterop, over de kop slaan,
enz.), wijst dit niet op een storing van
het systeem.
In geval van een frontale botsing wordt
de airbag opgeblazen door een
elektronische regeleenheid.
Het kussen blaast onmiddellijk op
tussen de inzittende voorin en
het stuurwiel of het dashboard,
waardoor het lichaam van de inzittende
wordt opgevangen en de kans op
verwondingen wordt beperkt. Na het
opblazen loopt de airbag ook direct
weer leeg.
106
VEILIGHEID
Page 109 of 284

De frontairbags voor bestuurder en
passagier (voor bepaalde versies/
markten, waar voorzien) zijn geen
vervanging voor de veiligheidsgordels,
maar een aanvulling. Draag dus altijd
veiligheidsgordels, zoals trouwens bij de
wet voorgeschreven is in alle Europese
landen en de meeste landen
daarbuiten.
Bij een botsing worden degenen die
geen veiligheidsgordel dragen naar
voren geworpen en kunnen zo in
contact komen met een airbag die nog
niet volledig opgeblazen is. Onder
deze omstandigheden wordt de
inzittende minder door de airbag
beschermd.
In de volgende omstandigheden kan
het voorkomen dat de frontairbags niet
worden opgeblazen:
frontale botsingen tegen makkelijk
vervormbare onderdelen, die niet het
front van het voertuig zijn (bijv. spatbord
tegen de vangrail, etc. );
de auto schuift onder andere auto’s
of veiligheidsbarrières (bijvoorbeeld
onder vrachtwagens of vangrails);
ze bieden geen aanvullende
bescherming op de veiligheidsgordels,
dus zou activering niet op zijn plaats
zijn. In deze gevallen wijst de
uitgebleven activering dus niet op een
storing van het systeem.
77) 78) 79) 80) 81)
De frontairbags voor bestuurder en
passagier zijn ontworpen en afgesteld
om inzittenden voorin met omgelegde
veiligheidsgordels te beschermen.
Wanneer de airbags volledig
opgeblazen zijn, nemen ze bijna alle
ruimte in beslag tussen het stuurwiel en
de bestuurder en tussen het dashboard
en de passagier.
Bij lichte frontale botsingen (waarbij de
bescherming van de omgelegde gordel
volstaat) worden de airbags niet
opgeblazen. Om die reden moeten
veiligheidsgordels steeds worden
omgelegd.
FRONTAIRBAG
BESTUURDERSZIJDE
Deze bestaat uit een onmiddellijk
opblaasbaar kussen dat in een speciale
ruimte in het midden van het stuurwiel
is geplaatst fig. 115.FRONTAIRBAG
PASSAGIERSZIJDE
(voor bepaalde versies/markten)
Deze bestaat uit een onmiddellijk
opblaasbaar kussen dat in een speciale
ruimte in het dashboard is opgeborgen.
Deze airbag heeft een groter volume
dan de bestuurdersairbag fig. 116.
FRONTAIRBAG
PASSAGIER EN
KINDERZITJES
82)
Plaats NOOIT een kinderzitje tegen de
rijrichting in op de voorstoel met een
actieve passagiersairbag. Als bij een
botsing de airbag wordt opgeblazen,
kan dit leiden tot dodelijk letsel van het
kind.
Neem ALTIJD de aanwijzingen vermeld
op het etiket fig. 117 op de zonneklep
aan passagierszijde in acht.
115F0V0511
116F0V0512
107
Page 110 of 284

Handmatige
uitschakeling van de
frontairbag en de
zijairbag voor de
bescherming van
bekken, borst, schouder
en hoofd aan
passagierszijde
(voor bepaalde versies/markten)
Mocht het bij Doblò-versies voor
passagiersvervoer (M1-
typegoedkeuring) toch nodig zijn om
een kind in een kinderzitje
achterstevoren op de voorste
passagiersstoel te vervoeren, dan
moeten de frontairbag en zijairbags aan
de passagierszijde (voor bepaalde
versies/markten, waar voorzien) worden
gedeactiveerd. Als bij een botsing de
airbag wordt opgeblazen, kan dit
namelijk leiden tot dodelijk letsel van het
kind.BELANGRIJK Raadpleeg "Digitaal
display" en "Multifunctioneel display" in
het gedeelte "Kennismaking met het
voertuig" om de frontairbag en
zijairbags aan passagierszijde
handmatig uit te schakelen.
Het waarschuwingslampje
boven
het voorste plafondlampje fig. 118,
hetzij alleen of in het SBR-systeem fig.
119 (voor bepaalde versies, waar
voorzien), geeft de toestand van de
passagiersbescherming aan. Als het
lampje niet brandt, is de
passagiersbescherming ingeschakeld.
Het waarschuwingslampje dooft als
de de frontairbag en zijairbags (voor
bepaalde versies/markten, waar
voorzien) weer worden geactiveerd.
Wanneer het voertuig wordt gestart
(sleutel naar stand MAR), gaat het
waarschuwingslampje ongeveer
8 seconden branden. Als dit niet het
geval is, neem dan contact op met het
Fiat Servicenetwerk.
Tijdens de eerste 8 seconden geeft het
branden van het lampje niet de
werkelijke toestand van de
passagiersbescherming aan, maar
wordt alleen de correcte werking ervan
gecontroleerd.
117F0T0950118F0V0406
119F0V0710
108
VEILIGHEID
Page 111 of 284

FRONTAIRBAG PASSAGIERSZIJDE EN KINDERZITJES: BELANGRIJK
120F1A0387
109
Page 112 of 284

BELANGRIJK
77)Breng geen stickers of andere voorwerpen op het stuurwiel, op het dashboard in de zone van de passagiersairbag en op de stoelen aan.
Plaats nooit voorwerpen (bijv. mobiele telefoons) op het dashboard aan passagierszijde, omdat deze het correct openen van de
passagiersairbag kunnen hinderen en tevens de inzittenden ernstig kunnen verwonden.
78)Rijd altijd met de handen op de rand van het stuurwiel zodat de airbag indien nodig ongehinderd opgeblazen kan worden. Rijd niet met
uw bovenlichaam over het stuurwiel gebogen, maar zit rechtop met uw rug stevig tegen de rugleuning.
79)De activeringsdrempel van de airbag is hoger dan die van de gordelspanners. Bij aanrijdingen die tussen deze twee drempelwaarden
liggen, treden alleen de gordelspanners in werking.
80)De airbag vervangt niet de veiligheidsgordels, maar verhoogt hun doeltreffendheid. Omdat de frontairbags niet worden geactiveerd bij
frontale botsingen bij lage snelheden, zijdelingse botsingen, botsingen achterop en over de kop slaan, worden in deze gevallen de inzittenden
uitsluitend door de zijairbags en de veiligheidsgordels beschermd, die dus altijd gedragen moeten worden.
81)In sommige versies gaat in het geval van een storing van de led
(voor het voorste plafondlampje), het lampjeop het
instrumentenpaneel branden en worden de airbags aan de passagierszijde gedeactiveerd.
82)Plaats NOOIT een kinderzitje tegen de rijrichting in op de passagiersstoel van auto's met een actieve passagiersairbag. Bij een ongeval,
hoe klein ook, kan de airbag dodelijk letsel van het kind tot gevolg hebben. Daarom moet de passagiersairbag altijd uitgeschakeld worden als
een kinderzitje tegen de rijrichting in gemonteerd wordt op de voorste passagiersstoel. Bovendien moet de voorste passagiersstoel zo ver
mogelijk naar achteren zijn geschoven om te voorkomen dat het kinderzitje eventueel in aanraking komt met het dashboard. Schakel de
passagiersairbag onmiddellijk weer in als het kinderzitje is verwijderd.
110
VEILIGHEID
Page 113 of 284

ZIJAIRBAGS
(voor bepaalde versies/markten)
Sommige versies van het voertuig
kunnen zijairbags en hoofdairbags
hebben.
Zijairbags beschermen de inzittenden
bij middelzware/zware zijdelingse
aanrijdingen, door de airbag tussen de
inzittende en de interieurdelen van de
zijdelingse structuur van het voertuig op
te blazen.
Als de zijairbags niet worden
opgeblazen bij andere soorten
ongevallen (botsingen opzij, achterop,
over de kop slaan enz.), betekent dit
niet dat het systeem slecht functioneert.
In geval van een zijdelingse botsing
doet een regeleenheid het kussen
opblazen. De kussens blazen
onmiddellijk op tussen het lichaam van
de inzittenden en de voertuigdelen
die letsel zouden kunnen veroorzaken.
Meteen hierna lopen ze weer leeg.
De zijairbags zijn geen vervanging voor
de veiligheidsgordels, maar een
aanvulling. Draag dus altijd
veiligheidsgordels, zoals wettelijk is
voorgeschreven in Europa en de
meeste niet-Europese landen.Daarom moet de veiligheidsgordel te
allen tijde worden gedragen. In het
geval van een zijdelingse botsing,
houden de veiligheidsgordels
inzittenden in de juiste houding ten
opzichte van de airbag en voorkomen
dat zij uit het voertuig geslingerd
worden bij een zeer zware botsing.
ZIJAIRBAGS
(voor bepaalde versies/markten)
Deze bestaat uit een onmiddellijk
opblaasbaar kussen dat in de
rugleuning van de voorstoel is
opgenomen. De zijairbag beschermt
bekken, borst en schouders van de
inzittenden bij middelzware
flankbotsingen fig. 121.
BELANGRIJK In geval van
flankbotsingen kan het systeem u het
best beschermen als u in de juiste
houding op uw plaats zit, zodat de
zijairbag naar behoren kan worden
opgeblazen.
BELANGRIJK Reinig de stoelen niet
met water of stoom onder druk (maar
met de hand of in een automatisch
wasapparaat).HOOFDAIRBAG
(voor bepaalde versies/markten)
Deze bestaat uit twee “omlaag
vallende” kussens, die zich achter de
bekleding aan de zijkant van het dak
bevinden en die afgedekt zijn met
afwerkingselementen.
121F0V0026
111
Page 114 of 284

Deze zijn ontworpen om het hoofd van
de inzittenden voorin en achterin te
beschermen bij flankbotsingen, dankzij
het grote oppervlak dat in opgeblazen
toestand wordt beslagen.
Bij lichte flankbotsingen is het opblazen
van de hoofdairbags niet vereist.
Het systeem biedt de beste
bescherming bij een zijdelingse botsing
als de passagier correct op zijn stoel
zit, zodat de hoofdairbag zo goed
mogelijk opgeblazen kan worden.
BELANGRIJKE
OPMERKINGEN
De frontairbags en/of zijairbags (waar
voorzien) kunnen in werking treden
bij krachtige stoten aan de onderzijde
van de carrosserie, bijv. heftige botsing
tegen drempels, stoepranden of lage
obstakels, of als het voertuig in grote
gaten of verzakkingen in het wegdek
rijdt.
Als de airbag geactiveerd wordt,
ontsnapt een kleine hoeveelheid
poeder. Dit poeder is niet schadelijk en
duidt niet op het begin van een brand.
Verder kan het oppervlak van de
opgeblazen airbag en het interieur van
het voertuig met een fijn poederlaagje
bedekt zijn: dit poeder kan irriterend zijn
voor ogen en huid. Na aanraking
onmiddellijk wassen met water en
neutrale zeep.Als een of meerdere
veiligheidsvoorzieningen zijn
geactiveerd ten gevolge van een
ongeval, neem dan contact op met het
Fiat Servicenetwerk om deze
veiligheidsvoorzieningen te laten
vervangen en om de werking van het
systeem te laten controleren.
De controle, reparatie en vervanging
van airbags mogen uitsluitend door het
Fiat Servicenetwerk worden uitgevoerd.
Als het voertuig wordt gesloopt, moet
men het systeem onwerkzaam laten
maken door het Fiat Servicenetwerk. Bij
verkoop van de auto moet de nieuwe
eigenaar op de hoogte worden
gebracht van de gebruiksmethode van
de airbags en bovenstaande
waarschuwingen, en moet dit
instructieboek worden overhandigd aan
de nieuwe eigenaar.
Gordelspanners, front- en zijairbags
worden op verschillende manieren
geactiveerd, afhankelijk van het type
botsing. Als een of meerdere van deze
voorzieningen niet in werking treden,
dan duidt dat niet op een storing in het
systeem.
83) 84) 85) 86) 87) 88) 89) 90)
BELANGRIJK
83)Als de controlelampniet gaat
branden wanneer de contactsleutel naar
MAR wordt gedraaid, of als het blijft
branden tijdens het rijden (en op bepaalde
versies een bericht op het display wordt
weergegeven), dan is er mogelijk een
storing in de veiligheidssystemen. In dat
geval is het mogelijk dat de airbags of
gordelspanners niet geactiveerd worden bij
een ongeval of dat ze abusievelijk worden
geactiveerd, wat minder waarschijnlijk
is. Laat het systeem onmiddellijk
controleren door het Fiat Servicenetwerk
alvorens verder te rijden.
84)Reis niet met voorwerpen op schoot of
voor de borst en houd niets in de mond
(pijp, pen, enz.): deze kunnen ernstig letsel
veroorzaken als de airbag in werking
treedt.
85)Bedek bij voertuigen met zijairbags de
rugleuning van de voorstoelen niet met
extra hoezen.
86)Laat na diefstal of poging tot diefstal,
vandalisme of overstromingen het
airbagsysteem door het Fiat
Servicenetwerk controleren.
112
VEILIGHEID
Page 115 of 284

87)Als de contactsleutel in stand MAR
staat, ook wanneer de motor is uitgezet,
kunnen de airbags ook geactiveerd worden
als de auto door een andere auto wordt
aangereden. Daarom mag, wanneer de
passagiersairbag is ingeschakeld, en ook al
staat de auto stil, GEEN tegen de
rijrichting in gemonteerd kinderzitje op de
voorstoel gemonteerd worden. Als bij
een botsing de airbag wordt opgeblazen,
kan dit leiden tot ernstig letsel en zelfs
tot de dood van het kind. Daarom moet de
passagiersairbag altijd uitgeschakeld
worden als een kinderzitje tegen de
rijrichting in gemonteerd wordt op de
voorste passagiersstoel. Bovendien moet
de voorste passagiersstoel zo ver mogelijk
naar achteren zijn geschoven om te
voorkomen dat het kinderzitje eventueel in
aanraking komt met het dashboard.
Schakel de passagiersairbag onmiddellijk
weer in als het kinderzitje is verwijderd.
Onthoud tevens dat als de startinrichting in
de stand STOP staat, bij een ongeval
geen enkel veiligheidssysteem (airbags of
gordelspanners) geactiveerd wordt. In
dat geval duidt de uitgebleven activering
niet op een storing van het systeem.
88)Hang geen harde voorwerpen aan de
kledinghaken of de steunhandgrepen.
89)Steun niet met het hoofd, de armen of
de ellebogen tegen het portier, de ruiten
of in het gebied van de hoofdairbag om
mogelijke verwondingen tijdens het
opblazen te voorkomen.
90)Steek nooit het hoofd, de armen of
ellebogen uit het raam.
113
Page 147 of 284

Zekeringenkasten in passagierscompartiment
fig. 161 - fig. 162
STROOMVERBRUIKER ZEKERING AMPÈRE
Motoren portiervergrendeling/ontgrendeling, motoren dead lock-actuator, motor
ontgrendeling achterklepF38 20
Voeding + accu voor EOBD diagnose-aansluiting, radio, regeleenheid bewaking
bandenspanningF36 10
Pomp ruitensproeiers/achterruitsproeier F43 15
Ruitmotor voor voorportier passagierszijde F48 20
Dimlicht links, hoogteregeling koplampen F13 7,5
Ruitmotor voor voorportier bestuurderszijde F47 20
Verwarming bestuurdersstoelF1 10
Verwarming passagiersstoelF2 10
AanstekerF3 15
Derde stopcontact op dashboard F4 20
Elektrische achterruitbediening bestuurderszijde F5 20
Elektrische achterruitbediening passagierszijde F6 20
BELANGRIJK
118)Als de zekering opnieuw doorbrandt, neem dan contact op met het Fiat Servicenetwerk.
119)Vervang een zekering nooit door een exemplaar met een grotere stroomsterkte (ampère); BRANDGEVAAR. Als een hoofdzekering
(MEGA-FUSE, MIDIFUSE) doorbrandt, neem dan contact op met het Fiat Servicenetwerk. Controleer voordat een zekering wordt vervangen,
of de contactsleutel verwijderd is en of alle stroomverbruikers uitstaan en/of zijn ontkoppeld.
120)Als een hoofdzekering voor veiligheidsinrichtingen (airbagsysteem, remsysteem), motorsystemen (motor, versnellingsbak) of
stuurinrichting doorbrandt, neem dan contact op met het Fiat Servicenetwerk.
145
Page 279 of 284

ALFABETISCH
REGISTER
A
anhangers trekken...............133
ABS ................................85
Achterdeuren.......................16
Achterlichtunits....................139
Achterruitsproeier...................35
Achterruitwisser..................34-35
Achteruitkijkspiegels.................29
Actieve veiligheidssystemen..........85
Afmetingen........................197
Afsluitsysteem
brandstoftoevoer................156
Alarmknipperlichten................135
ASR-systeem.......................87
Automatische klimaatregeling........41
Bagageruimte......................45
Banden............................193
Bandenspanning...................196
Belangrijke opmerkingen...........112
Beschermingssystemen
inzittenden.......................89
Bevestiging van het sleepoog.......157
Binnenlampen vervangen...........141
Binnenspiegel.......................29
Bougies (type).....................190
Brandstofverbruik..................214
Buitenspiegels......................29
Buitenverlichting.....................30
Chassisnummer...................188
CO2-emissie.......................229
Comfort-Matic/
Dualogic-versnellingsbak.........119
Cruise-control......................126
Dagrijlichten........................30
Dashboard en
instrumentenpaneel...............55
De accu opladen...................183
De auto parkeren..................117
De gestarte motor opwarmen.......115
De motor afzetten..................116
De motor starten...................115
Dead Lock-systeem.................11
Derde remlicht.....................140
Digitaal display......................57
Bedieningsknoppen.............57
Setup menu.....................57
Dimlicht........................30-138
Een lamp vervangen...............135
Een wiel vervangen.................147
Elektrische ruitbediening.............43
ESC-systeem.......................86
Fiat CODE systeem.................13
Follow Me Home....................31
Follow Me Home-systeem...........31
Frontairbag bestuurderszijde........107
Frontairbag passagierszijde.........107
Frontairbags.......................106
Gebruik van de versnellingsbak. . . .118
Gebruik van het voertuig onder
zware omstandigheden..........171
Geprogrammeerd onderhoud.......160
Gewichten en belastingen..........203
Gordelspanners.....................93
Grootlicht......................31-139
Handbediende klimaatregeling......39
Handmatige uitschakeling van
de frontairbag en de zijairbag
voor de bescherming van
borst/hoofd aan
passagierszijde..................108
Handrem..........................116
Het voertuig opkrikken.............157
Hill Holder-systeem..................87
Hoofdsteunen.......................27
Identificatiegegevens...............188
Identificatieplaatje
carrosserielak...................188
Inbouwvoorbereiding
Isofix-kinderzitje...................99
Interieurverlichting...................32
Kentekenplaatverlichting
(voor hatchbackversies)..........140
Kentekenplaatverlichting (voor
versies met zijdeuren)............141
Kinderen veilig vervoeren............95
kinderzitjes.....................101
Kinderslot...........................15