ESP FIAT DUCATO BASE CAMPER 2015 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: FIAT, Model Year: 2015, Model line: DUCATO BASE CAMPER, Model: FIAT DUCATO BASE CAMPER 2015Pages: 367, PDF Size: 19.31 MB
Page 252 of 367

❒stop onmiddellijk bij een lekke band
en verwissel het wiel om
beschadiging van de band, de velg,
de wielophanging en de
stuurinrichting te voorkomen;
❒banden verouderen, ook als ze
weinig gebruikt zijn. Scheurtjes in het
loopvlak en op de wangen betekenen
dat de band verouderd is. Laat de
banden door gespecialiseerd
personeel controleren als ze langer
dan 6 jaar onder de auto zijn
gemonteerd. Vergeet ook niet het
reservewiel zorgvuldig te laten
controleren;
❒monteer in geval van vervanging altijd
nieuwe banden en vermijd banden
waarvan de herkomst dubieus is;
❒bij de montage van een nieuwe band
moet ook het ventiel worden
vervangen;
❒om een gelijkmatige slijtage van voor-
en achterbanden te garanderen,
wordt geadviseerd ze elke 10-15
duizend kilometer van as te
verwisselen; houd de banden aan
dezelfde zijde van het voertuig
gemonteerd zodat de draairichting
niet wordt omgekeerd.BELANGRIJK Controleer bij het
vervangen van een band of de
TPMS-sensor voor
bandenspanningcontrole ook van de
vorige velg is afgenomen, samen met
het ventiel.
BELANGRIJK
193) Onthoud dat de wegligging van
het voertuig in grote mate van een
juiste bandenspanning afhankelijk
is.
194) Als de spanning te laag is, raakt
de band oververhit, met mogelijke
ernstige beschadiging als gevolg.
195) Verwissel de banden niet
kruiselings, door ze van de
rechterzijde naar de linkerzijde en
omgekeerd te verplaatsen.
196) Voer bij lichtmetalen velgen
nooit spuitwerkzaamheden uit die
een temperatuur vereisen boven
150°C. Dit kan de mechanische
eigenschappen van de wielen
in gevaar brengen.
RUBBER SLANGEN
Houd voor wat betreft de rubber
slangen van het rem- en
brandstoftoevoersysteem zorgvuldig
het “Geprogrammeerd
Onderhoudsschema” in dit hoofdstuk
aan.
Ozon, hoge temperaturen en een
langdurig gebrek aan vloeistof in het
systeem zorgen ervoor dat de slangen
uitdrogen en scheuren, met mogelijke
lekkage als gevolg. Daarom zijn
zorgvuldige controles noodzakelijk.
248
ONDERHOUD EN ZORG
Page 253 of 367

RUITENWISSER
WISSERBLADEN
Maak de wisserbladen regelmatig met
speciale producten schoon; wij raden
TUTELA PROFESSIONAL SC 35 aan.
Vervang de wisserbladen wanneer
het rubber vervormd of versleten is. Het
is in elk geval raadzaam de
wisserbladen ongeveer jaarlijks te
vervangen.
Met enkele eenvoudige
voorzorgsmaatregelen kan de
beschadiging van het wisserblad
worden gereduceerd:
❒bij temperaturen onder het vriespunt
moet men controleren of het
wisserblad niet aan de ruit
vastgevroren is. Gebruik zo nodig
een antivriesmiddel om de wissers vrij
te maken;
❒verwijder sneeuw van de ruit: dit
voorkomt schade aan de
wisserbladen en beschermt de
ruitenwissermotor tegen
oververhitting;
❒gebruik de ruitenwissers/
achterruitwisser nooit op een droge
ruit.
197)
Wisserbladen voorruit
vervangen
54)
Ga als volgt te werk:
❒hef de wisserarm op, druk op het
lipje A fig. 245 van de springveer
en verwijder het wisserblad van de
arm;
❒monteer het nieuwe wisserblad door
het lipje in de speciale zitting op de
wisserarm te blokkeren;
❒breng de wisserarm voorzichtig tegen
de ruit.RUITENSPROEIERS
Ruitensproeier fig. 246
Als de ruitensproeiers niet goed
werken, controleer dan eerst of er
ruitensproeiervloeistof in het reservoir zit
(zie “Niveaus controleren” in dit
hoofdstuk).
Controleer vervolgens of de
sproeigaatjes niet verstopt zijn. Gebruik
zo nodig een naald om ze te
ontstoppen.
De sproeistralen kunnen gericht worden
door de sproeiers met een platte
schroevendraaier af te stellen.
De sproeistralen moeten op circa een
derde van de bovenrand van de ruit
worden gericht.
245F1A0241
246F1A0242
249
Page 254 of 367

KOPLAMPSPROEIERS
Controleer regelmatig de conditie en de
aanwezigheid van vuil in de
koplampsproeiers.
De koplampsproeiers worden
automatisch geactiveerd wanneer, bij
ingeschakeld dimlicht, de
ruitensproeiers worden bediend.
BELANGRIJK
197) Rijden met versleten
wisserbladen is bijzonder
gevaarlijk, aangezien dit het zicht
onder slechte
weersomstandigheden beperkt.
BELANGRIJK
54) Schakel de ruitenwissers niet
met van de ruit opgeheven
wisserbladen in.
CARROSSERIE
BESCHERMING TEGEN
ATMOSFERISCHE
INVLOEDEN
De belangrijkste oorzaken van roest
zijn:
❒luchtverontreiniging;
❒zoutgehalte in de lucht en
vochtigheid (kustgebieden, warm en
vochtig klimaat);
❒seizoensgebonden
omgevingsomstandigheden.
Ook de schurende werking van
opwaaiend stof en zand en van modder
en steentjes die door andere voertuigen
worden opgetild mag niet onderschat
worden.
Fiat heeft de beste technologische
oplossingen toegepast om de
carrosserie tegen roest te beschermen.
De belangrijkste oplossingen zijn:
❒lakproducten en lakspuitsystemen
die het voertuig de benodigde
weerstand tegen roest en schurende
elementen verschaffen;
❒toepassing van verzinkte (of
voorbehandelde) plaatdelen met een
hoge corrosiebestendigheid;❒het aanbrengen van gespoten
wasproducten met een hoog
beschermend vermogen op de
onderzijde, in de motorruimte, in de
wielkuipen en andere elementen;
❒het aanbrengen van
kunststofmaterialen met een
beschermende functie op de meest
blootgestelde delen: onderzijde
portieren, binnenzijde spatborden,
randen enz.;
❒toepassing van "open" holle ruimtes
om te voorkomen dat
condensvorming en vochtophoping
roest van binnenuit bevorderen.
CARROSSERIEGARANTIE
Uw voertuig wordt gedekt door een
garantie tegen doorroesten,
veroorzaakt door corrosie, van alle
originele structuur- of carrosseriedelen.
Voor de algemene voorwaarden van
deze garantie wordt verwezen naar het
garantieboekje.
TIPS VOOR HET BEHOUD
VAN DE CARROSSERIE
250
ONDERHOUD EN ZORG
Lakwerk
De lak heeft behalve een esthetische
functie ook een beschermende functie
van het plaatwerk.
Page 255 of 367

Werk beschadigingen van de laklaag,
zoals krassen en schuurplekken,
onmiddellijk bij om roestvorming te
voorkomen. Voor het bijwerken mogen
uitsluitend originele lakproducten
worden gebruikt (zie “Plaatje met
informatie over de carrosserielak” in het
hoofdstuk “Technische gegevens”).
Het normale onderhoud van de lak
beperkt zich tot het wassen van de
auto: de frequentie is afhankelijk van
het gebruik van de auto en van de
omgeving.
Zo is het bijvoorbeeld raadzaam de
auto vaker te wassen in gebieden met
sterke luchtverontreiniging of bij het
rijden over wegen met strooizout.
Ga als volgt te werk om het voertuig
correct te wassen:
❒maak de carrosserie eerst nat met
een waterstraal onder lage druk;
❒was de carrosserie met een zachte
spons met een lichte zeepoplossing
en spoel de spons regelmatig uit;
❒spoel goed af met schoon water en
droog met een luchtstraal of een
zeemleren lap.Ga als volgt te werk om het voertuig
correct te wassen in een wastunnel:
❒verwijder de antenne van het dak om
beschadiging ervan te voorkomen;
❒het voertuig moet gewassen worden
met water toegevoegd aan een
reinigingsoplossing;
❒spoel goed af met schoon water om
zeepresten op de carrosserie en de
minder zichtbare delen te
verwijderen.
55)
Droog de minder zichtbare delen (bijv.
randen van portieren, motorkap,
koplampranden) zorgvuldig, aangezien
in deze zones water makkelijker kan
stagneren. Laat het voertuig na het
wassen een tijdje buiten staan zodat
waterresten kunnen verdampen.
Was het voertuig nooit als het in de zon
heeft gestaan of als de motorkap nog
warm is: de glans van de lak kan
afnemen.
De kunststof carrosseriedelen moeten
op dezelfde wijze als de rest van het
voertuig gewassen worden. Parkeer het
voertuig zo min mogelijk onder bomen:
de hars die uit de bomen druppelt,
maakt de lak mat en vergroot de kans
op roestvorming.BELANGRIJK Vogelpoep moet zo snel
en zo goed mogelijk verwijderd worden,
omdat hierin bijzonder agressieve
zuren aanwezig zijn.
5)
Ruiten
Gebruik specifieke
schoonmaakmiddelen voor ruiten.
Gebruik tevens schone doeken om
krassen en beschadigingen te
voorkomen.
BELANGRIJK Veeg het
binnenoppervlak van de achterruit
voorzichtig met een doek af, en volg
hierbij de richting van de elektrische
weerstandsdraden om de
achterruitverwarming niet te
beschadigen.
Motorruimte
Spuit de motorruimte na het
winterseizoen zorgvuldig uit: hierbij mag
de waterstraal niet rechtstreeks op de
elektronische regeleenheden en het
kastje met zekeringen en relais aan de
linkerzijde van de motorruimte
(rijrichting) worden gericht. Laat deze
werkzaamheden uitvoeren door een
gespecialiseerd bedrijf.
251
Page 260 of 367

IDENTIFICATIEGEGEVENS
Neem nota van de identificatiecodes.
De identificatiegegevens die op de
plaatjes zijn vermeld, met inbegrip van
hun plaats, zijn als volgt:
❒Typeplaatje met
identificatiegegevens.
❒Chassisnummer.
❒Identificatieplaatje carrosserielak.
❒Motorcode.
TYPEPLAATJE MET
IDENTIFICATIEGEGEVENS
Dit plaatje is aangebracht in de
motorruimte, op de voorste traverse en
bevat de volgende gegevens fig. 247:
BNummer typegoedkeuring.
CIdentificatiecode autotype.
DChassisnummer.
EMax. toelaatbaar gewicht van
volgeladen auto.
FMax. toelaatbaar gewicht van
volgeladen auto met aanhangwagen.
GMax. toelaatbaar gewicht op eerste
(voor)as.
HMax. toelaatbaar gewicht op tweede
(achter)as.
IMotortype.
LCode van carrosserieversie.
MNummer vervangingsonderdeel.
NCorrecte waarde van de
absorptiecoëfficiënt van de
rookgassen (voor dieselmotoren)
CHASSISNUMMER
Deze bevinden zich respectievelijk: één
op de binnenzijde van de wielkuip
aan passagierszijde, A fig. 248, en de
ander op het onderste deel van de
voorruit fig. 249.Dit nummer bevat de volgende
gegevens:
❒type auto;
❒chassisnummer.
247F1A0243
248F1A0244
249F1A0365
256
TECHNISCHE GEGEVENS
Page 270 of 367

WIELEN
VELGEN EN BANDEN
Geperste stalen of lichtmetalen velgen.
Tubeless radiaalbanden. Alle
typegoedgekeurde banden zijn op het
kentekenbewijs vermeld.
BELANGRIJK Als de gegevens in het
"Instructieboek" afwijken van die van
het "kentekenbewijs", dient men zich
altijd aan de gegevens van het
kentekenbewijs te houden.
Om de rijveiligheid te garanderen,
ervoor zorgen dat de op alle wielen
gemonteerde banden van hetzelfde
merk en type zijn.
BELANGRIJK Monteer geen
binnenbanden in tubeless-banden.
RESERVEWIEL
Geperst stalen velg. Tubeless band.
WIELUITLIJNING
Toespoor van de voorwielen gemeten
op de velgranden: -1±1mm
De waarden hebben betrekking op een
rijklaar voertuig.DE BANDENMAAT LEZEN
Voorbeeld: 215/70 R 15
109S(zie fig. 251)
215Nominale bandbreedte (S, afstand
in mm tussen de flanken)
70Verhouding van de bandhoogte/
bandbreedte (H/S) in %
RRadiaalband
15Velgdiameter in inches (Ø)
109Belastingindex (laadvermogen)
SSnelheidscategorie
Snelheidscategorie
Qmax. 160 km/h
Rmax. 170 km/h
Smax. 180 km/h
Tmax. 190 km/h
Umax. 200 km/h
Hmax. 210 km/h
Vmax. 240 km/h
Snelheidscategorie voor
winterbanden
QM+Smax. 160 km/h
TM+Smax. 190 km/h
HM+Smax. 210 km/h
Belastingindex
(laadvermogen)
70335 kg
71345 kg
72355 kg
73365 kg
74375 kg
75387 kg
76400 kg
77412 kg
78425 kg
79437 kg
80450 kg
81462 kg
82475 kg
83487 kg
84500 kg
85515 kg
86530 kg
87545 kg
88560 kg
89580 kg
251F1A0247
266
TECHNISCHE GEGEVENS
Page 327 of 367

115 MultiJet
(°)110 (°)/130
MultiJet150 MultiJet180 MultiJet
PowerVoorgeschreven brandstof
en originele
smeermiddelen
Versnellingsbak-/
differentieelhuis (liter):-2,7 (MLGU
versnellingsbak)2.7 -TUTELA TRANSMISSION
EXPERYA
Versnellingsbak-/
differentieelhuis (liter):2,92,9 (M38
versnellingsbak)2.9TUTELA TRANSMISSION
GEARTECH
Hydraulisch remsysteem met
ABS (kg):0.6 0.6 0.6 0.6
TUTELA TOP 4
Hydraulisch remsysteem met
ASR/ESP (kg):0.62 0.62 0.62 0.62
Hydraulische
stuurbekrachtiging:1.5 1.5 1.5 1.5TUTELA TRANSMISSION
GI/E
Ruitenwisser-/
koplampsproeierreservoir:5.5 5.5 5.5 5.5Mengsel van water en
TUTELA PROFESSIONAL
SC35
(°)Versie voor specifieke markten
323
Page 356 of 367

RICHTLIJNEN VOOR DE BEHANDELING VAN HET VOERTUIG AAN
HET EINDE VAN DE LEVENSDUUR
Al jaren zet Fiat zich volledig in voor de bescherming van het milieu via de continue verbetering van de productieprocessen en
de realisatie van producten die steeds "eco-compatibeler" zijn. Om de klanten de best mogelijke service te garanderen in
overeenstemming met de milieuwetgeving en conform de Europese richtlijn 2000/53/EG inzake de behandeling van voertuigen
aan het einde van hun levensduur, biedt Fiat haar klanten de mogelijkheid hun auto (*) aan het einde van zijn levensduur zonder
extra kosten in te leveren.
De Europese richtlijn bepaalt namelijk dat het voertuig kan worden ingeleverd zonder kosten voor de laatste houder of eigenaar
als het voertuig geen of een negatieve marktwaarde heeft. In bijna alle landen van de Europese Unie konden tot 1 januari 2007
alleen auto’s kosteloos worden ingeleverd die na 1 juli 2002 op kenteken waren gezet; vanaf 2007 is het kosteloos inleveren
van de auto niet meer afhankelijk van het jaar van kentekenregistratie, als het voertuig maar de essentiële voertuigonderdelen
(met name de motor en de carrosserie) en geen extra afval bevat.
Voor de kosteloze inlevering van de auto aan het einde van zijn levensduur kunt u zich tot het Fiat Servicenetwerk of tot een
bevoegd inzamelings- en verwerkingsbedrijf wenden. Deze bedrijven zijn zorgvuldig geselecteerd en bieden kwaliteitservice
voor de inzameling, verwerking en recycling van afgedankte auto’s met respect voor het milieu.
Voor meer informatie over deze inzamelings- en verwerkingsbedrijven kunt u zich wenden tot een Fiat dealer of het Fiat
Servicenetwerk of het gratis nummer 00800 3428 0000 bellen of de Fiat website bezoeken.
(*) Auto voor personenvervoer met maximaal negen zitplaatsen en een maximaal toelaatbaar gewicht van 3,5 t.
352
TECHNISCHE GEGEVENS
Page 362 of 367

ALFABETISCH
REGISTER
A
anhangers trekken ...................... 187
Aansteker....................................... 66
ABS ............................................... 81
Accu
– Vervangen ................................. 245
Accu (opladen) ............................... 227
Accu (schakelaar) ........................... 61
Accuschakelaar.............................. 61
Achterruitverwarming ..................... 61
Achterste opstaptrede.................... 75
Achteruitkijkspiegels ....................... 25
Advies voor verlengen
levensduur accu ........................... 245
Afmetingen..................................... 270
Afsluiter brandstoftoevoer .............. 62
Alarmknipperlichten........................ 60
Asbak ............................................ 66
ASR-systeem ................................. 83
ASR (systeem) ............................... 83
Automatische klimaatregeling ......... 35
Autoradio ....................................... 106
Banden ......................................... 266
Bandenspanning ............................ 269
Batterij vervangen .......................... 245
Bedieningselementen ..................... 60
Bedieningselementen
verwarming en ventilatie ............... 29Bovenste opbergvak ...................... 63
Brandstofbesparing........................ 185
Brandstofmeter .............................. 116
Brandstoftoevoer ........................... 261
Brandstofverbruik........................... 327
Buitenverlichting ............................. 48
Busje vervangen............................. 207
Camera achter .............................. 96
Carrosserie
– Bescherming tegen
atmosferische invloeden ............ 250
– Carrosseriegarantie ................... 250
– Tips voor het behoud van de
carrosserie ................................ 250
Carrosserieversie............................ 258
Centrale portiervergrendeling ......... 62
Chassisnummer ............................. 256
CO2-emissie .................................. 338
Contactslot .................................... 14
Cruise-control ................................ 54
Dagrijlichten .................................. 48
Dashboardkastje ........................ 63-64
Dashboardkastje met slot............... 64
Dead lock ...................................... 73
De frontairbag en zijairbag aan
passagierszijde handmatig
uitschakelen ................................. 172
De gestarte motor opwarmen ........ 180
De motor uitzetten ......................... 180
derde remlicht ................................ 217Diefstalalarm .................................. 13
Dieselroetfilter (DPF) ....................... 110
Dimlicht .................................... 48-214
Display
– Standaardscherm...................... 118
DPF (roetfilter) ................................ 110
Draaibare stoel met ingebouwde
gordel .......................................... 17
Driving Advisor (systeem) ............... 91
Dubbele achterdeur ....................... 74
Een lamp vervangen ..................... 209
Een wiel vervangen ........................ 199
Elektrische ruitbediening ................ 77
EOBD-systeem .............................. 100
ESC (systeem) ............................... 82
Extra klimaatregeling achter
(Panorama- en Combiversies) ...... 47
Extra verwarming achter
(Panorama- en Combiversies) ...... 46
Extra verwarming ........................... 41
Fiat CODE systeem....................... 10
Flex Floor achterbank ..................... 20
Follow me home ............................ 50
"Follow me home" systeem ........... 50
Frontairbags.................................. 171
– De frontairbag en zijairbag
aan passagierszijde
handmatig uitschakelen............. 172
– Frontairbag bestuurderszijde ..... 171
– Frontairbag passagierszijde ....... 172
ALFABETISCH REGISTER