airbag FIAT DUCATO BASE CAMPER 2017 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: FIAT, Model Year: 2017, Model line: DUCATO BASE CAMPER, Model: FIAT DUCATO BASE CAMPER 2017Pages: 308, PDF Size: 14.66 MB
Page 116 of 308

Wanneer de frontairbag en zijairbag aan
de passagierszijde (voor bepaalde
versies/markten) weer worden
ingeschakeld, gaat het
waarschuwingslampje uit.
Wanneer het voertuig wordt gestart
(sleutel in stand MAR), brandt de led
circa 8 seconden, als ten minste 5
seconden na de vorige uitschakeling
zijn verstreken. Als dit niet het geval is,
neem dan contact op met het Fiat
Servicenetwerk.
Als het voertuig binnen 5 seconden
opnieuw wordt in-/uitgeschakeld, kan
de led gedoofd blijven. Controleer in dit
geval de correcte ledwerking, schakel
het voertuig uit, wacht minstens 5
seconden en schakel weer in.Tijdens de eerste 8 seconden geeft het
branden van de led niet de werkelijke
toestand van de
passagiersbescherming aan, maar
heeft alleen tot doel om de correcte
werking ervan te controleren.
Ook in landen waarin de
uitschakelfunctie van de
passagiersbescherming niet geboden
wordt, wordt de test van de led
uitgevoerd, welke minder dan een
seconde gaat branden wanneer de
sleutel naar MAR wordt gedraaid, en
vervolgens weer dooft.
Het controlelampje kan met
verschillende lichtsterkte branden,
afhankelijk van de voertuigcondities. De
lichtsterkte kan ook tijdens dezelfde
sleutelcyclus variëren.
103F1A0374
114
VEILIGHEID
Page 117 of 308

FRONTAIRBAG PASSAGIERSZIJDE EN KINDERZITJES: BELANGRIJK
104F1A0387
115
Page 118 of 308

ZIJAIRBAGS
101) 102) 103) 104) 105) 106) 107) 108) 109) 110)
111) 112) 113) 114)
Om de bescherming van de inzittenden
in geval van een flankbotsing te
vergroten, is de auto uitgerust met
zijairbags voorin en hoofdairbags (voor
bepaalde versies/markten).
Zijairbags (voor bepaalde versies/
markten) beschermen de inzittenden bij
middelzware zijdelingse botsingen,
door de airbag tussen de inzittende en
de interieurdelen van de zijstructuur
van het voertuig op te blazen. Als
de zijairbags niet worden opgeblazen
bij andere soorten ongevallen
(botsingen opzij, achterop, over de kop
slaan enz.), betekent dit niet dat het
systeem slecht functioneert.
In geval van een zijdelingse botsing
doet een regeleenheid het kussen
opblazen. De kussens blazen
onmiddellijk op tussen het lichaam van
de inzittenden en de voertuigdelen
die letsel zouden kunnen veroorzaken.
Meteen hierna lopen ze weer leeg.
De zijairbags (voor bepaalde
versies/markten) zijn geen vervanging
voor de veiligheidsgordels, maar een
aanvulling. Draag dus altijd
veiligheidsgordels, zoals trouwens bij de
wet voorgeschreven is in alle Europese
landen en de meeste landen
daarbuiten.ZIJAIRBAGS VOORIN
(voor bepaalde versies/markten)
Deze bestaan uit direct opblazende
kussens die zich in de rugleuning van
de stoelen bevinden fig. 105 en die
de borst en bekken van de inzittenden
bij middelzware tot zware zijdelingse
botsingen beschermen.
HOOFDAIRBAG
(voor bepaalde versies/markten)
Deze bestaan uit twee airbags, een aan
de rechterkant en een aan de
linkerkant van het voertuig, die achter
de dakbekleding aan de zijkant zitten
en afgedekt zijn met speciale
afwerkingselementen fig. 106.
De hoofdairbags bieden bescherming
aan het hoofd van de inzittenden voorin
en achterin bij een zijdelingse botsing,
dankzij het grote oppervlak dat zij in
opgeblazen toestand beslaan.BELANGRIJK Het systeem biedt de
beste bescherming bij een zijdelingse
botsing als de passagier correct op zijn
stoel zit, zodat de hoofdairbag zo
goed mogelijk opgeblazen kan worden.
BELANGRIJK De frontairbags en/of
zijairbags kunnen geactiveerd worden
bij krachtige stoten aan de onderzijde
van de carrosserie (bijv. heftige botsing
tegen drempels of stoepranden, grote
gaten of verzakkingen in het wegdek
etc.).
105F1A0160
106F1A0333
116
VEILIGHEID
Page 119 of 308

BELANGRIJK Als de airbag geactiveerd
wordt, ontsnapt een kleine hoeveelheid
poeder. Dit poeder is niet schadelijk
en duidt niet op het begin van een
brand. Verder kan het oppervlak van de
opgeblazen airbag en het interieur van
het voertuig met een fijn poederlaagje
bedekt zijn: dit poeder kan irriterend zijn
voor ogen en huid. Na aanraking
onmiddellijk wassen met water en
neutrale zeep.
BELANGRIJK Als een of meerdere
veiligheidsvoorzieningen zijn
geactiveerd ten gevolge van een
ongeval, neem dan contact op met het
Fiat Servicenetwerk om deze
veiligheidsvoorzieningen te laten
vervangen en om de werking van het
systeem te laten controleren.
De controle, reparatie en vervanging
van airbags mogen uitsluitend door het
Fiat Servicenetwerk worden uitgevoerd.
Als het voertuig wordt gesloopt, moet
men het systeem onwerkzaam laten
maken door het Fiat Servicenetwerk. Bij
verkoop van de auto moet de nieuwe
eigenaar op de hoogte worden
gebracht van de gebruiksmethode van
de airbags en bovenstaande
waarschuwingen, en moet dit
instructieboek worden overhandigd aan
de nieuwe eigenaar.BELANGRIJK Gordelspanners, front-
en zijairbags worden op verschillende
manieren geactiveerd, afhankelijk van
het type botsing. Als een of meerdere
van deze voorzieningen niet in werking
treden, dan duidt dat niet op een
storing in het systeem.
BELANGRIJK
99)Breng geen stickers of andere
voorwerpen op het stuurwiel, op het
dashboard in de zone van de
passagiersairbag en op de stoelen aan.
Plaats nooit voorwerpen (bijv. mobiele
telefoons) op het dashboard aan
passagierszijde, omdat deze het correct
openen van de passagiersairbag kunnen
hinderen en tevens de inzittenden ernstig
kunnen verwonden.
100)Plaats NOOIT een kinderzitje tegen
de rijrichting in op de passagiersstoel
van auto's met een actieve
passagiersairbag. Bij een ongeval, hoe
klein ook, kan de airbag ernstig letsel en
zelfs de dood van het kind tot gevolg
hebben. Daarom moet de passagiersairbag
altijd uitgeschakeld worden als een
kinderzitje tegen de rijrichting in
gemonteerd wordt op de voorste
passagiersstoel. Bovendien moet de
voorste passagiersstoel zo ver mogelijk
naar achteren zijn geschoven om te
voorkomen dat het kinderzitje eventueel in
aanraking komt met het dashboard.
Schakel de passagiersairbag onmiddellijk
weer in als het kinderzitje is verwijderd.101)Laat het hoofd, de armen en elbogen
nooit rusten op de deuren, de ramen en
in het beschermingsgebied van de
zij-airbag (Hoofdairbag) om mogelijk letsel
tijdens het opblazen te voorkomen.
102)Steek nooit het hoofd, de armen of
ellebogen uit het raam.
103)Als de contactsleutel naar MAR wordt
gedraaid en het lampje
gaat niet
branden of blijft branden tijdens het rijden
(samen met het bericht op het display, voor
bepaalde versies/markten), dan is er
mogelijk een storing in de
veiligheidssystemen; in dat geval kunnen
de airbags of gordelspanners niet
geactiveerd worden bij een ongeval of, in
een zeer beperkt aantal gevallen, op
verkeerde wijze geactiveerd worden. Laat
het systeem onmiddellijk controleren door
het Fiat Servicenetwerk alvorens verder
te rijden.
104)Bedek bij auto's met zijairbags de
rugleuning van de voor- en achterstoelen
niet met extra hoezen.
105)Reis niet met voorwerpen op schoot
of voor de borst en houd niets in de mond
(pijp, pen, enz.): deze kunnen ernstig
letsel veroorzaken als de airbag in werking
treedt.
106)Rijd altijd met de handen op de rand
van het stuurwiel zodat de airbag indien
nodig ongehinderd opgeblazen kan
worden. Rijd niet met voorover gebogen
lichaam. Houd de rug goed rechtop tegen
de rugleuning gedrukt.
117
Page 120 of 308

107)Ook wanneer de motor is uitgezet en
uw voertuig stilstaat, kunnen de airbags
geactiveerd worden als een ander voertuig
tegen het uwe aanrijdt. Daarom mag,
wanneer de passagiersairbag is
ingeschakeld, en ook al staat de auto stil,
GEEN tegen de rijrichting in gemonteerd
kinderzitje op de voorstoel gemonteerd
worden. Als bij een botsing de airbag
wordt opgeblazen, kan dit leiden tot ernstig
letsel en zelfs tot de dood van het kind.
Daarom moet de passagiersairbag altijd
uitgeschakeld worden als een kinderzitje
tegen de rijrichting in gemonteerd wordt op
de voorste passagiersstoel. Bovendien
moet de voorste passagiersstoel zo ver
mogelijk naar achteren zijn geschoven om
te voorkomen dat het kinderzitje eventueel
in aanraking komt met het dashboard.
Schakel de passagiersairbag onmiddellijk
weer in als het kinderzitje is verwijderd.
Onthoud tevens dat als de sleutel in de
stand STOP staat, bij een ongeval geen
enkel veiligheidssysteem (airbags of
gordelspanners) geactiveerd wordt. In dat
geval duidt de uitgebleven activering niet
op een storing van het systeem.
108)Laat het airbagsysteem controleren
door een Fiat Servicenetwerk als de auto
gestolen werd, bij poging tot diefstal of
indien de auto aan vandalisme of een
overstroming onderworpen is geweest.
109)Door het draaien van de
contactsleutel in de MAR stand, gaat de
LED op de
knop op het dashboard
branden (de tijd dat het blijft branden kan
variëren afhankelijk van de markt), om
te controleren of de knop LED correct
werkt.110)Reinig de stoelen niet met water of
stoom onder druk (met de hand of in een
automatisch wasapparaat).
111)De activeringsdrempel van de
frontairbag is hoger dan die van de
gordelspanners. Bij aanrijdingen die tussen
deze twee drempelwaarden liggen, treden
alleen de gordelspanners in werking.
112)Hang geen harde voorwerpen aan de
kledinghaken of de steunhandgrepen.
113)De airbag vervangt niet de
veiligheidsgordels, maar verhoogt hun
doeltreffendheid. Omdat de frontairbags
niet worden ingeschakeld bij frontale
botsingen bij lage snelheden, zijdelingse
botsingen, botsingen achterop en over de
kop slaan, worden de inzittenden in die
gevallen uitsluitend door de
veiligheidsgordels beschermd, die dus altijd
gedragen moeten worden.
114)Bij sommige versies gaat, in het geval
van een storing van de led
OFF
(bevindt zich op het dashboard), het
waarschuwingslampje
op het
instrumentenpaneel branden en worden de
airbags aan de passagierszijde
uitgeschakeld. Bij sommige versies gaat in
het geval van een storing van de led
ON(bevindt zich op het dashboard),
het lampjeop de console branden.
118
VEILIGHEID
Page 174 of 308

BELANGRIJK
141)Vervang een zekering nooit door een exemplaar met een grotere stroomsterkte (ampère); BRANDGEVAAR. Als een hoofdzekering
(MEGA-FUSE, MIDIFUSE) doorbrandt, neem dan contact op met het Fiat Servicenetwerk.
142)Controleer voordat een zekering wordt vervangen, of de contactsleutel verwijderd is en of alle stroomverbruikers uitstaan en/of zijn
ontkoppeld.
143)Als de zekering opnieuw doorbrandt, neem dan contact op met het Fiat Servicenetwerk.
144)Als een hoofdzekering voor veiligheidsinrichtingen (airbagsysteem, remsysteem), motorsysteem (motor, versnellingsbak) of stuurinrichting
doorbrandt, neem dan contact op met het Fiat Servicenetwerk.
BELANGRIJK
47)Vervang een doorgebrande zekering nooit door metalen draden of ander materiaal.
172
NOODGEVALLEN
Page 303 of 308

ALFABETISCH
REGISTER
A
anvullend veiligheidssysteem
(SRS) - AIRBAGS
......................... 112
ABS ............................................... 85
ABS (systeem) .............................. 85
Accu
– Vervangen ................................. 209
Accu (opladen) ............................... 186
Accu (schakelaar) ........................... 32
Accu vervangen ............................. 209
Accuschakelaar.............................. 32
Achterruitverwarming ..................... 32
Achteruitkijkspiegels ....................... 23
Achteruitrijcamera .......................... 130
Additief voor dieselemissies
AdBlue (UREUM).......................... 138
Advies voor verlengen
levensduur accu ........................... 209
Afmetingen..................................... 232
Afsluiter brandstoftoevoer ............. 188
Alarmknipperlichten........................ 30
ASR (systeem) ............................... 87
Automatisch grootlicht ................... 26
Automatische klimaatregeling ......... 38
Autoradio ....................................... 270
Banden
......................................... 227Bandenspanning ............................ 231
Bedieningselementen ..................... 30
Bedieningselementen
verwarming en ventilatie ............... 37
Binnenlampen vervangen ............... 159
Brandstofbesparing........................ 141
Brandstofverbruik........................... 255
Buitenverlichting ............................. 25
Carrosserie
– Bescherming tegen
atmosferische invloeden ............ 215
– Tips voor het behoud van de
carrosserie ................................ 215
Carrosserieversie............................ 221
Chassisnummer ............................. 219
CO2-emissie .................................. 262
Comfort-matic-versnellingsbak....... 123
Compatibiliteit van autostoelen
met ISOFIX-kinderzitjes ................ 108
Contactslot .................................... 10
Cruise Control ................................ 125
Dagrijlichten
.................................. 25
De frontairbag en zijairbag aan
passagierszijde handmatig
uitschakelen ................................. 113
De motor starten ............................ 120
Dead Lock voorziening................... 14
derde remlicht ................................ 158
Diefstalalarm .................................. 11
Dimlicht .......................................... 25Display
– Standaardscherm...................... 55
Driving Advisor (systeem) ............... 94
Driving Advisor-systeem ................. 94
Dubbele achterdeur ....................... 15
Een aanhanger trekken
................. 142
Een lamp vervangen....................... 151
Een wiel vervangen ........................ 178
Elektrische ruitbediening ................ 44
EOBD-systeem .............................. 52
ESC (systeem) ............................... 86
Extra klimaatregeling achter
(Panorama- en Combiversies) ...... 43
Extra verwarming ........................... 39
Extra verwarming achter
(Panorama en Combinato) ........... 42
Fiat CODE systeem
....................... 8
Flex Floor achterbank ..................... 20
Follow Me Home-systeem.............. 27
Frontairbags ................................... 112
– De frontairbag en zijairbag
aan passagierszijde
handmatig uitschakelen............. 113
– Frontairbag bestuurderszijde ..... 113
– Frontairbag passagierszijde ....... 113
Gateway fms-module
.................... 173
Gebruiksomstandigheden .............. 141
Geveerde stoel ............................... 17 met dubbele cabine) ....................... 21
4 - zitsbank (bestelwagenversies
Page 305 of 308

Prestaties ....................................... 242
Regensensor
................................ 34
Remvloeistof .................................. 207
Reservewiel.................................... 227
Richtingaanwijzers ......................... 26
Rijstijl.............................................. 141
Rollend starten ............................... 186
Rubber slangen.............................. 217
Ruiten reinigen ............................... 33
Ruitenwisser .................................. 33
SBR-systeem
................................ 99
SBR-systeem (systeem) ................. 99
Schakelindicator............................. 55
Schuifdeur ..................................... 14
Sensor automatische
inschakeling koplampen ............... 27
Slepen van het voertuig .................. 189
Sneeuwkettingen ........................... 214
Snel herstel bandenspanning
Fix&Go Automatic ........................ 183
Speed block................................... 128
Speed Limiter................................. 127
Sproeiers ....................................... 211
Stadslicht ....................................... 158
Stadslicht/achterlichten .................. 25
Start&Stop-systeem ....................... 125
Starten met hulpaccu ..................... 185Stoel met draaivoet ........................ 18
Stoelen .......................................... 17
Stoelen (Combiversies) ................... 19
Stoelen (Panoramaversies) ............. 18
Stopcontact ................................... 47
Stuurbekrachtiging ......................... 226
Stuurbekrachtigingsvloeistof........... 206
Stuurwiel ........................................ 22
Symbolen....................................... 4
Systeeminspectie ........................... 220
Tachograaf
................................... 48
Tankdop ......................................... 132
Tanken ........................................... 132
Tips voor het laden ........................ 140
Tips, bediening en algemene
informatie ..................................... 270
TPMS............................................. 91
TPMS (systeem) ............................. 91
Traction Plus systeem .................... 90
Transmissie .................................... 122
Trip computer................................. 57
Uconnect 3" Radio
....................... 273
Uconnect 5” Radio – Uconnect
5” Radio Nav................................ 283
Veiligheidsgordels
– Gebruik ..................................... 98
Velgen en banden .......................... 227
Verlichting uit.................................. 25Versie met aardgassysteem
(Natural Power) ............................ 138
Versnellingspook ............................ 122
Verwarming en ventilatie ................. 36
VIN-plaatje ..................................... 219
Vloeistof voor
ruitensproeiers/achterruitsproeier . 206
Vloeistoffen en smeermiddelen ....... 252
Vrachtruimte................................... 18
Vulinhouden ................................... 247
Wielen
.......................................... 227
Wielen en banden .......................... 212
Wieluitlijning ................................... 227
Winterbanden ................................ 214
Wisserbladen voorruit vervangen.... 211
Zekeringen (vervangen)
................. 160
Zijairbags ....................................... 116
Zwaar gebruik van de auto ............. 193
Portieren ........................................ 12
Portiervergrendeling ....................... 33