radio FIAT DUCATO BASE CAMPER 2017 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: FIAT, Model Year: 2017, Model line: DUCATO BASE CAMPER, Model: FIAT DUCATO BASE CAMPER 2017Pages: 308, PDF Size: 14.66 MB
Page 290 of 308

WERKING
SYSTEEM IN-/
UITSCHAKELEN
Het systeem wordt in-/uitgeschakeld
door het indrukken van de toets/knop.
Draai de toets/knop respectievelijk
rechtsom/linksom om het radiovolume
te verhogen/verlagen.
Radio (tuner) modus
Nadat het gewenste radiostation is
gekozen, wordt de volgende informatie
op het display weergegeven:
Bovenaan: de lijst van opgeslagen
(voorkeuzes) radiostations wordt
weergegeven; het station dat
momenteel beluisterd wordt, is
gemarkeerd.
In het midden: weergave van de naam
van het huidige radiostation en de
toetsen om het vorige of het volgende
radiostation te selecteren. Onderaan:
weergave van de volgende toetsen:
In het midden: weergave van de naam
van het huidige radiostation en de
toetsen om het vorige of het volgende
radiostation te selecteren. Onderaan:
weergave van de volgende toetsen:
"Browse": lijst van beschikbare
radiostations;
"AM/FM", "AM/DAB", "FM/DAB":
selectie van de gewenste golfband
(herconfigureerbare toets al naar gelang
de geselecteerde golfband: AM,FM of
DAB);
"Afstem.": handmatige afstemming
op het radiostation (niet beschikbaar
voor DAB-radio's);
"Info": aanvullende informatie over
de beluisterde bron;
"Audio": toegang tot het scherm
"Audio-instellingen".
Audiomenu
Druk op de knop
op het frontpaneel
om het menu "Audio" te openen,
blader door het menu, maak uw keuze
en druk vervolgens op de optie "Audio"
op het display.
Via het menu "Audio" kunnen de
volgende regelingen worden gemaakt:
"Equalizer" (voor bepaalde
versies/markten)
"Balans / Fade" (om audiobalans
rechts/links en voor/achter te regelen);
"Volume/Snelheid" (uitgezonderd
versies met hifi-systeem) automatische
snelheidsafhankelijke volumeregeling;
"Loudness" (voor bepaalde
versies/markten, waar aanwezig);
"Auto-On Radio";
"Vertrag. uitsch. radio"Druk op de toets
/Gereed om het
menu "Audio" af te sluiten.
MEDIA-MODUS
Druk op de toets "Bron" om de
gewenste audiobron onder de
beschikbare bronnen te selecteren: CD,
AUX, USB/iPod ofBluetooth®.
Nummer kiezen (browse)
Gebruik deze functie om door de
nummers op het actieve apparaat te
bladeren en een nummer te selecteren.
De keuzeopties hangen af van het
aangesloten apparaat of het
ingebrachte CD-type.
Op een audio-CD kunt u bijvoorbeeld
het nummer selecteren dat u wilt
afspelen, terwijl u afhankelijk van de
aanwezige informatie op de nummers
op een CD-ROM, een USB/iPod-
apparaat of eenBluetooth®-apparaat
ook door de lijst met artiesten, genres
en albums kunt bladeren.
OPMERKING: EnkeleBluetooth®-
apparaten bieden geen mogelijkheid
om door alle nummers van alle catego-
rieën te bladeren.
Gebruik de toets "ABC" binnen elke lijst
om naar de gewenste letter in de lijst
te springen.
OPMERKING Deze toets kan voor
bepaaldeApple® apparaten uitge-
schakeld zijn.
288
MULTIMEDIA
Page 291 of 308

OPMERKING De toets "Browse" staat
geen enkele handeling op het
AUX-apparaat toe.
Druk op de knop "Browse" om deze
functie te activeren voor de bron die
afgespeeld wordt.
Draai aan de toets/knop BROWSE
ENTER om de gewenste optie te kiezen
en druk vervolgens op deze toets/knop
om de keuze te bevestigen.
Druk op de knop "X" om de functie te
annuleren.
CD-SPELER
Om de CD-modus in te schakelen een
audio of MP3 CD in de specifieke
sleuf steken of drukken op de
MEDIA-knop op het voorpaneel.
Als de CD al geplaatst is, op de toets
"Source" drukken en vervolgens "CD"
selecteren.
Een CD laden/uitwerpen
Steek de CD voorzichtig in de sleuf,
zodat het automatische laadsysteem
ingeschakeld wordt dat de CD correct
zal plaatsen. (Op het display verschijnt
het symbool "CD").
Als er een CD wordt ingebracht
wanneer het systeem is ingeschakeld,
wordt de CD-functie automatisch
geselecteerd en begint het systeem de
muziekstukken af te spelen.Het display toont het nummer van de
track en de tijd (minuten en seconden).
Druk op de knop
(EJECT) op het
voorpaneel, met het systeem aan, om
de CD uit te werpen.
Na de uitwerping, wordt de
radioaudiobron automatisch
geselecteerd.
Als de CD niet uit de sleuf wordt
verwijderd, zal het systeem na
ongeveer 10 seconden de CD weer
opnemen zonder deze af te spelen.
Bluetooth® BRON
Deze functie wordt geactiveerd door
eenBluetooth® apparaat met muziek-
stukken aan het systeem te koppelen.
EEN Bluetooth®-AUDIOAPPARAAT
KOPPELEN
Ga als volgt te werk om eenBlu-
etooth® audioapparaat te koppelen:
schakel de functieBluetooth®in
op het apparaat;
druk op de knop MEDIA op het
voorpaneel;
als de "Media" bron actief is, druk
dan op de knop "Bron";
selecteer deBluetooth® Media-
bron;
druk op de knop "Toestel toev.";
zoekUconnect™op hetBlu-
etooth® audioapparaat (tijdens de
koppelingsfase verschijnt op het
scherm de voortgang van het proces);
voer, als het audioapparaat hierom
vraagt, de PIN-code in die wordt
getoond op het display van het
systeem of bevestig de op het apparaat
getoonde PIN;
als de koppelingsprocedure met
succes is afgesloten, wordt een scherm
getoond. Als "Ja" op de vraag wordt
geselecteerd, wordt hetBluetooth®
audioapparaat als favoriet gekoppeld
(het apparaat heeft voorrang op alle
andere apparaten die later worden
gekoppeld). Als "Nee" wordt geselect-
eerd, wordt de prioriteit op basis van de
volgorde van verbinding bepaald. Het
laatst verbonden apparaat heeft de
hoogste prioriteit;
een audioapparaat kan ook
gekoppeld worden door te drukken op
de toets
op het frontpaneel en
"Telefoon/Bluetooth®” te selecteren.
WAARSCHUWING Raadpleeg het
instructieboekje van de mobiele
telefoon als deBluetooth® verbinding
tussen mobiele telefoon en systeem
wordt verbroken.
289
Page 292 of 308

USB/iPod BRON
Om de USB/iPod-modus in te
schakelen moet het betreffende
apparaat (USB of iPod) aangesloten
worden op de USB-poort in het
voertuig.
Als een USB/iPod apparaat bij
ingeschakeld systeem wordt
ingebracht, zullen de nummers die op
het apparaat aanwezig zijn afgespeeld
worden.
AUX-BRON
Om de AUX-modus te activeren moet
een geschikt apparaat op de
AUX-aansluiting van de auto worden
aangesloten.
Als een apparaat wordt ingebracht met
een AUX-stekker, dan begint het
systeem de aangesloten AUX-bron af te
spelen als deze reeds op weergave is
ingesteld.
Stel het volume in met de toets/knop
op het voorpaneel of met de
volume-instelknop op het aangesloten
apparaat.
Zie voor wat betreft de functie "Selectie
audiobron", het hoofdstuk "Media".BELANGRIJK De functies van het
apparaat dat aangesloten is op de
AUX-aansluiting worden rechtstreeks
geregeld door het apparaat zelf; het
is niet mogelijk om nummer/map/
playlist te veranderen of start/
einde/pauze te bedienen met de
bedieningstoetsen op het frontpaneel of
die op het stuurwiel.
TELEFOONMODUS
ACTIVERING TELEFOONMODUS
Druk op de knop PHONE op het
voorpaneel om de Telefoonmodus in te
schakelen.
Met de knoppen op het display kan
men:
het telefoonnummer kiezen (met
behulp van het grafische toetsenbord
op het display);
de contacten in het telefoonboek
van de mobiele telefoon weergeven en
bellen;
de contacten uit de registers van
vorige gesprekken weergeven en
bellen;
een maximum van 10 telefoons/
audioapparaten koppelen om de
toegang en de verbinding eenvoudiger
en sneller te maken;
gesprekken van het systeem naar
de mobiele telefoon en andersom
overzetten en het geluid van de
microfoon uitschakelen bij
privégesprekken.
Het geluid van de mobiele telefoon
wordt over het audiosysteem van het
voertuig uitgezonden: het systeem
schakelt automatisch het geluid van de
autoradio uit wanneer de
Telefoonfunctie wordt gebruikt.
MOBIELE TELEFOON KOPPELEN
BELANGRIJK Voer deze handeling
alleen uit bij stilstaand voertuig en onder
veilige omstandigheden; deze functie
is uitgeschakeld wanneer het voertuig
rijdt.
Hieronder wordt de
koppelingsprocedure van de mobiele
telefoon beschreven: raadpleeg in
elk geval ook de handleiding van de
mobiele telefoon.
Ga als volgt te werk voor het koppelen
van de mobiele telefoon:
schakel de functieBluetooth®in
op de mobiele telefoon;
druk op de knop PHONE op het
voorpaneel;
als er nog geen telefoon aan het
systeem gekoppeld is, toont het display
een speciaal scherm;
290
MULTIMEDIA
Page 294 of 308

Veiligheid/Hulp (voor bepaalde
uitvoeringen/markten);
Lichten (voor bepaalde versies/
markten);
Portieren+Vergrend.;
Audio;
Telefoon/Bluetooth;
Radio;
Terug naar Stand.inst.
Veiligheid/Hulp
(voor bepaalde versies/markten)
Regensensor
De gevoeligheid van de regensensor
kan met deze functie worden ingesteld
(voor versies/markten, waar aanwezig).
Lichten
(voor bepaalde versies/markten)
Met deze functie zijn de volgende
instellingen mogelijk:
Sensor koplampen
aanpassing van de
activeringsgevoeligheid van de
koplamp;
"Autom. groot licht" (voor bepaalde
versies/markten): inschakeling/
uitschakeling van het grootlicht van de
koplampen;
"Daglichten" (DRL) (voor bepaalde
versies/markten): inschakeling/
uitschakeling van de dagrijlichten;
"Bochtverlichting" (voor bepaalde
versies/markten): inschakeling/
uitschakeling van de bochtverlichting;
portieren en portiervergrendelingen.
Gebruik deze functie om de
automatische portiervergrendeling bij
rijdend voertuig in of uit te schakelen
(functie "Autoclose").
"MORE" MODUS
Druk op toets MORE op het frontpaneel
om de werkinstellingen te zien:
Buitentemperatuur
Klok
Kompas (alleen voorUconnect™
5” Radio Nav)
Trip Computer (alleen voor
Uconnect™5” Radio Nav)
Instellingen (alleen voorUconnect™
5” Radio Nav)
NAVIGATIE
210)(Alleen voorUconnect™5” Radio Nav)
Een route plannen
WAARSCHUWING In het belang van de
veiligheid en om afleiding tijdens het
rijden te beperken, kunt u het beste
altijd uw route plannen voordat u op
weg gaat.Met de functie bestemming zoeken
kunt u uw bestemmingen vinden en
bereiken op verschillende manieren:
door te zoeken op specifiek adres,
gedeeltelijk adres, specifiek type locatie
(bijv. een tankstation of een restaurant),
een postcode of een POI (Point of
Interest) nabij uw huidige positie (bijv.
een restaurant met het zoektype
ingesteld op "dichtbij"), een paar
lengte- en breedtegraadcoördinaten, of
door het selecteren van een punt op
de kaart.
Selecteer "Zoeken" in het hoofdmenu
en stel de zoektocht in naar een
bestemming. Terwijl u de informatie
ingeeft, toont de lijst de
overeenkomende adressen en POI's in
twee verschillende lijsten.
Het overeenkomende adres en plaats
worden weergegeven in de
Adressenlijst en de POI, het type van
POI's en de locaties worden
weergegeven in de Point of Interest-lijst.
Om een route te plannen naar de
bestemming, de "Gids" knop
selecteren.
Er wordt een route gepland en u wordt
dan naar uw bestemming geleid aan
de hand van gesproken instructies
en aanwijzingen op het scherm.
292
MULTIMEDIA
Page 295 of 308

STEMBESTURING
OpmerkingenVoor talen die niet door
het systeem worden ondersteund,
zijn geen spraakopdrachten
beschikbaar.
Druk voor het gebruik van de
spraakopdrachten op de knop
("Stem") of("Telefoon") op het
stuurwiel en spreek de opdracht die u
wilt activeren hardop uit.
Algemeen
De volgende spraakopdrachten kunnen
gegeven worden na het indrukken van
de toets
op het stuurwiel:
Help
Annuleren
Herhalen
Spraakbegeleiding
Telefoon
De volgende spraakopdrachten kunnen
gegeven worden na het indrukken van
de toets
op het stuurwiel:
Bel
Kies
Opnieuw kiezen
Bel terug
Laatste oproepen
Uitgaande oproepen
Gemiste oproepen
Ontvangen oproepen
Telefoonboek
Zoek
SMS tonen
Stuur een SMS
Toon berichten
Radio
De volgende spraakopdrachten kunnen
gegeven worden na het indrukken van
de toets
op het stuurwiel:
Afstemmen op FM "frequentie"
Afstemmen op AM "frequentie"
Afstemmen op "naam radio" FM
Afstemmen op "naam radio"
Media
De volgende spraakopdrachten kunnen
gegeven worden na het indrukken van
de toets
op het stuurwiel:
Speel muziekstuk…
Speel album…
Speel artiest...
Speel genre...
Speel afspeellijst...
Speel podcast...
Speel luisterboek...
Speel track ...
Selecteer de bron...
Bekijk...Navigatie (alleen voor Uconnect™
5" Nav)
De volgende spraakopdrachten kunnen
gegeven worden na het indrukken van
de toets
op het stuurwiel:
Rij naar huis
2D-weergave
3D-weergave
Wis route
Voeg favoriet toe
Herhaal instructie
BELANGRIJK
210)In het belang van de veiligheid en om
afleiding tijdens het rijden te beperken,
kunt u het beste altijd uw route plannen
voordat u op weg gaat.
293
Page 303 of 308

ALFABETISCH
REGISTER
A
anvullend veiligheidssysteem
(SRS) - AIRBAGS
......................... 112
ABS ............................................... 85
ABS (systeem) .............................. 85
Accu
– Vervangen ................................. 209
Accu (opladen) ............................... 186
Accu (schakelaar) ........................... 32
Accu vervangen ............................. 209
Accuschakelaar.............................. 32
Achterruitverwarming ..................... 32
Achteruitkijkspiegels ....................... 23
Achteruitrijcamera .......................... 130
Additief voor dieselemissies
AdBlue (UREUM).......................... 138
Advies voor verlengen
levensduur accu ........................... 209
Afmetingen..................................... 232
Afsluiter brandstoftoevoer ............. 188
Alarmknipperlichten........................ 30
ASR (systeem) ............................... 87
Automatisch grootlicht ................... 26
Automatische klimaatregeling ......... 38
Autoradio ....................................... 270
Banden
......................................... 227Bandenspanning ............................ 231
Bedieningselementen ..................... 30
Bedieningselementen
verwarming en ventilatie ............... 37
Binnenlampen vervangen ............... 159
Brandstofbesparing........................ 141
Brandstofverbruik........................... 255
Buitenverlichting ............................. 25
Carrosserie
– Bescherming tegen
atmosferische invloeden ............ 215
– Tips voor het behoud van de
carrosserie ................................ 215
Carrosserieversie............................ 221
Chassisnummer ............................. 219
CO2-emissie .................................. 262
Comfort-matic-versnellingsbak....... 123
Compatibiliteit van autostoelen
met ISOFIX-kinderzitjes ................ 108
Contactslot .................................... 10
Cruise Control ................................ 125
Dagrijlichten
.................................. 25
De frontairbag en zijairbag aan
passagierszijde handmatig
uitschakelen ................................. 113
De motor starten ............................ 120
Dead Lock voorziening................... 14
derde remlicht ................................ 158
Diefstalalarm .................................. 11
Dimlicht .......................................... 25Display
– Standaardscherm...................... 55
Driving Advisor (systeem) ............... 94
Driving Advisor-systeem ................. 94
Dubbele achterdeur ....................... 15
Een aanhanger trekken
................. 142
Een lamp vervangen....................... 151
Een wiel vervangen ........................ 178
Elektrische ruitbediening ................ 44
EOBD-systeem .............................. 52
ESC (systeem) ............................... 86
Extra klimaatregeling achter
(Panorama- en Combiversies) ...... 43
Extra verwarming ........................... 39
Extra verwarming achter
(Panorama en Combinato) ........... 42
Fiat CODE systeem
....................... 8
Flex Floor achterbank ..................... 20
Follow Me Home-systeem.............. 27
Frontairbags ................................... 112
– De frontairbag en zijairbag
aan passagierszijde
handmatig uitschakelen............. 113
– Frontairbag bestuurderszijde ..... 113
– Frontairbag passagierszijde ....... 113
Gateway fms-module
.................... 173
Gebruiksomstandigheden .............. 141
Geveerde stoel ............................... 17 met dubbele cabine) ....................... 21
4 - zitsbank (bestelwagenversies
Page 305 of 308

Prestaties ....................................... 242
Regensensor
................................ 34
Remvloeistof .................................. 207
Reservewiel.................................... 227
Richtingaanwijzers ......................... 26
Rijstijl.............................................. 141
Rollend starten ............................... 186
Rubber slangen.............................. 217
Ruiten reinigen ............................... 33
Ruitenwisser .................................. 33
SBR-systeem
................................ 99
SBR-systeem (systeem) ................. 99
Schakelindicator............................. 55
Schuifdeur ..................................... 14
Sensor automatische
inschakeling koplampen ............... 27
Slepen van het voertuig .................. 189
Sneeuwkettingen ........................... 214
Snel herstel bandenspanning
Fix&Go Automatic ........................ 183
Speed block................................... 128
Speed Limiter................................. 127
Sproeiers ....................................... 211
Stadslicht ....................................... 158
Stadslicht/achterlichten .................. 25
Start&Stop-systeem ....................... 125
Starten met hulpaccu ..................... 185Stoel met draaivoet ........................ 18
Stoelen .......................................... 17
Stoelen (Combiversies) ................... 19
Stoelen (Panoramaversies) ............. 18
Stopcontact ................................... 47
Stuurbekrachtiging ......................... 226
Stuurbekrachtigingsvloeistof........... 206
Stuurwiel ........................................ 22
Symbolen....................................... 4
Systeeminspectie ........................... 220
Tachograaf
................................... 48
Tankdop ......................................... 132
Tanken ........................................... 132
Tips voor het laden ........................ 140
Tips, bediening en algemene
informatie ..................................... 270
TPMS............................................. 91
TPMS (systeem) ............................. 91
Traction Plus systeem .................... 90
Transmissie .................................... 122
Trip computer................................. 57
Uconnect 3" Radio
....................... 273
Uconnect 5” Radio – Uconnect
5” Radio Nav................................ 283
Veiligheidsgordels
– Gebruik ..................................... 98
Velgen en banden .......................... 227
Verlichting uit.................................. 25Versie met aardgassysteem
(Natural Power) ............................ 138
Versnellingspook ............................ 122
Verwarming en ventilatie ................. 36
VIN-plaatje ..................................... 219
Vloeistof voor
ruitensproeiers/achterruitsproeier . 206
Vloeistoffen en smeermiddelen ....... 252
Vrachtruimte................................... 18
Vulinhouden ................................... 247
Wielen
.......................................... 227
Wielen en banden .......................... 212
Wieluitlijning ................................... 227
Winterbanden ................................ 214
Wisserbladen voorruit vervangen.... 211
Zekeringen (vervangen)
................. 160
Zijairbags ....................................... 116
Zwaar gebruik van de auto ............. 193
Portieren ........................................ 12
Portiervergrendeling ....................... 33