radio FIAT FIORINO 2009 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: FIAT, Model Year: 2009, Model line: FIORINO, Model: FIAT FIORINO 2009Pages: 210, PDF Size: 3.57 MB
Page 5 of 210
4
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTENDASHBOARD........................................................................ 5
INSTRUMENTENPANEEL ................................................. 6
SYMBOLEN ........................................................................... 7
FIAT CODE ........................................................................... 7
DE SLEUTELS ........................................................................ 8
DIEFSTALALARM ................................................................ 11
START-/CONTACTSLOT ................................................. 13
INSTRUMENTEN ................................................................ 14
DIGITAAL DISPLAY............................................................. 16
MULTIFUNCTIONEEL DISPLAY ..................................... 21
TRIPCOMPUTER.................................................................. 30
ZITPLAATSEN ...................................................................... 33
SCHEIDINGSWANDEN..................................................... 36
HOOFDSTEUNEN .............................................................. 38
STUURWIEL ......................................................................... 39
SPIEGELS ................................................................................ 39
VERWARMING EN VENTILATIE ............................................ 41
VERWARMING EN VENTILATIE .................................... 43
HANDBEDIENDE AIRCONDITIONING ..................... 46
BUITENVERLICHTING ...................................................... 49
RUITEN REINIGEN ............................................................. 51PLAFONDVERLICHTING ................................................. 52
BEDIENINGSKNOPPEN .................................................... 55
INTERIEURUITRUSTING .................................................. 56
PORTIEREN .......................................................................... 59
RUITBEDIENING ................................................................. 63
BAGAGERUIMTE ................................................................. 64
MOTORKAP ......................................................................... 68
IMPERIAAL/SKIDRAGER ................................................... 69
KOPLAMPEN ........................................................................ 70
ABS .......................................................................................... 71
ESP-SYSTEEM......................................................................... 72
EOBD-SYSTEEM ................................................................... 76
SPEED BLOCK....................................................................... 76
PARKEERSENSOREN ......................................................... 77
AUTORADIO ....................................................................... 79
ELEKTRISCHE/ELEKTRONISCHE
SYSTEMEN MONTEREN ................................................... 80
TANKEN MET DE AUTO.................................................. 80
BESCHERMING VAN HET MILIEU ................................. 82
D D
A A
S S
H H
B B
O O
A A
R R
D D
E E
N N
B B
E E
D D
I I
E E
N N
I I
N N
G G
S S
E E
L L
E E
M M
E E
N N
T T
E E
N N
Page 6 of 210
DASHBOARD
De aanwezigheid en de opstelling van de bedieningsorganen, de instrumenten en de controle-/waarschuwingslampjes kunnen per uit-
voering verschillen.
1.Luchtrooster voor lucht naar de zijruiten - 2.Verstel- en regelbaar luchtrooster - 3.Linker hendel: bediening buitenverlichting -
4.Instrumentenpaneel en lampjes - 5.Rechter hendel: bediening ruitenwissers, achterruitwisser, trip computer - 6.Autoradio (indien aan-
wezig) - 7.Knop waarschuwingsknipperlichten, achterruitverwarming, knop voor in-/uitschakeling ASR (indien aanwezig), ontgrendelknop
achterdeuren (indien aanwezig) - 8.Airbag passagierszijde (indien aanwezig) - 9.Opbergvak/dashboardkastje (indien aanwezig) - 10.Ver-
stel- en regelbare luchtroosters - 11.Bedieningsknoppen verwarming/ventilatie/airconditioning - 12.Opbergvak - 13.Contactslot -
14.Airbag bestuurderszijde - 15.Hendel motorkapontgrendeling - 16.Schakelaarpaneel: mistlampen voor/mistachterlicht/koplampverstelling/
display
5
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
F0T0070m
fig. 1
Page 14 of 210
13
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
fig. 9F0T0039m
Verwijder de sleutel nooit uit
het contactslot als de auto
nog in beweging is. Bij de eerste stuur-
uitslag blokkeert het stuur automa-
tisch. Dit geldt in alle gevallen, ook
als de auto gesleept wordt. Het is
streng verboden om de-/montage-
werkzaamheden uit te voeren, waar-
voor wijzigingen in de stuurinrichting
of de stuurkolom vereist zijn (bijv. bij
montage van een diefstalbeveiliging).
Hierdoor kunnen de prestaties van
het systeem, de garantie en de veilig-
heid in gevaar worden gebracht en
voldoet de auto niet meer aan de
typegoedkeuring.
ATTENTIE!START-/CONTACTSLOT
De sleutel kan in 3 standen worden ge-
draaid fig. 9:
❒STOP: motor uit, sleutel uitneembaar
en stuur geblokkeerd. Enkele elektri-
sche installaties werken (bijv. autoradio,
centrale portiervergrendeling, diefsta-
lalarm enz.).
❒MAR: contact aan. Alle elektrische in-
stallaties werken.
❒AVV: motor starten.
Het contactslot is voorzien van een her-
startbeveiliging. Als de motor bij de eerste
poging niet aanslaat, moet u de sleutel te-
rugdraaien in stand STOPen nogmaals
starten.STUURSLOT
Inschakelen
Zet de sleutel in stand STOP, trek de sleu-
tel uit het start-/contactslot en draai het
stuur totdat het vergrendelt.
Uitschakelen
Draai het stuur iets heen en weer, terwijl
u de sleutel in stand MARdraait.
Page 17 of 210
16
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
BEDIENINGSKNOPPEN fig. 14
+Om het scherm en de keuzemoge-
lijkheden naar boven te doorlopen of
de weergegeven waarde te verhogen.
MENUKort indrukken voor toegang
ESCtot het menu en/of naar het vol-
gende scherm te gaan of de keu-
ze te bevestigen.
Even ingedrukt houden om terug
te keren naar het beginscherm.
–Om het scherm en de keuzemogelijk-
heden naar beneden te doorlopen of
de weergegeven waarde te verlagen.
OpmerkingBij de knoppen +en –hangt
de werking van het volgende af: Lichtsterkte interieur auto regelen
– als het beginscherm wordt weergege-
ven, dan kunt u hiermee de lichtsterkte
van het instrumentenpaneel en de auto-
radio regelen.
Setup-menu
– binnen het menu kunt u het menu naar
boven of beneden doorlopen;
– tijdens het instellen kunt u de waarde ver-
hogen of verlagen.
DIGITAAL DISPLAY
BEGINSCHERM fig. 13
Op het beginscherm kan het volgende
worden weergegeven:
AStand koplampverstelling (alleen als
het dimlicht is ingeschakeld).
BKilometerteller (weergave kilometer-
/mijltotaalteller).
CTijd (altijd weergegeven, ook bij uit-
genomen contactsleutel en gesloten
voorportieren).
OpmerkingBij uitgenomen contactsleu-
tel wordt bij het openen van een van de
voorportieren het display verlicht en
wordt enkele seconden de tijd en de ki-
lometer- of mijltotaalteller weergegeven.
fig. 13F0T0017mfig. 14F0T0025m
Page 22 of 210
21
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
MULTIFUNCTIONEEL
DISPLAY
(indien aanwezig)
De auto kan zijn uitgerust met een multi-
functioneel display, dat tijdens het rijden
nuttige informatie aan de bestuurder le-
vert aangepast aan de eerder gekozen in-
stelling.
BEGINSCHERM fig. 16
Op het beginscherm kan het volgende
worden weergegeven:
ADatum.
BKilometerteller (weergave kilometer-
/mijltotaalteller).
CTijd (altijd weergegeven, ook bij uit-
genomen contactsleutel en gesloten
voorportieren).
DBuitentemperatuur.
EStand koplampverstelling (alleen als
het dimlicht is ingeschakeld).
OpmerkingBij het openen van een
voorportier wordt het display verlicht en
wordt enkele seconden de tijd en de ki-
lometer-/mijltotaalteller weergegeven.
fig. 16F0T0019mfig. 17F0T0025m
BEDIENINGSKNOPPEN fig. 17
+Om het scherm en de keuzemoge-
lijkheden naar boven te doorlopen of
de weergegeven waarde te verhogen.
MENUKort indrukken voor toegang
ESCtot het menu en/of naar het vol-
gende scherm te gaan of de keu-
ze te bevestigen.
Even ingedrukt houden om te-
rug te keren naar het begin-
scherm.
–Om het scherm en de keuzemoge-
lijkheden naar beneden te doorlopen
of de weergegeven waarde te verla-
gen.OpmerkingBij de knoppen +en –hangt
de werking van het volgende af:
Lichtsterkte interieur auto regelen
– als het beginscherm wordt weergege-
ven, dan kunt u hiermee de lichtsterkte
van het instrumentenpaneel en de auto-
radio regelen.
Setup-menu
– binnen het menu kunt u het menu naar
boven of beneden doorlopen;
– tijdens het instellen kunt u de waarde ver-
hogen of verlagen.
Page 24 of 210
23
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
Dag
JaarMaand
Deutsch
Português
English
Español
Français
Italiano
Nederland
Turkçe Voorbeeld:
fig. 18 Voorbeeld:
Om vanuit het beginscherm te kunnen navigeren, moet
u kort op de knop MENU ESCdrukken. Druk op de
knop +of –om in het menu te navigeren.
OpmerkingAls de auto rijdt, is om veiligheidsredenen
alleen een beperkt menu (“Beep Snelheid” instellen) toe-
gankelijk. Als de auto stilstaat is het uitgebreide menu
toegankelijk.
F0T1000g
MENU ESC
knop kort
indrukken
+
– +
–
– +
+
–
+–
–
– +
+++ ––––
++ +
– +
–
MENU VERLATENBEEP SNELHEID
TIJD INSTELLEN
DATUM INSTELLEN
ZIE RADIO
AUTOCLOSE
MEETEENHEID
TAAL VOLUME WAARSCHU-
WINGEN VOL. TOETSEN BUZZ. GORDELS (
*) SERVICEBAG PASSAGIER
(*) Functie wordt alleen weergegeven als het S.B.R.-systeem door het Fiat Servicenetwerk is uitgeschakeld.
–+
GEGEVENS TRIP B
MENU ESC
knop kort
indrukken
Page 27 of 210
26
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
Centrale portiervergrendeling bij
rijdende auto (Autoclose)
Als deze functie is ingeschakeld (On), wor-
den de portieren automatisch vergrendeld
als de auto sneller rijdt dan 5 km/h.
Ga voor het inschakelen (On) of uitscha-
kelen (Off) van deze functie als volgt te
werk:
– druk kort op de knop MENU ESC; op
het display verschijnt een submenu;
– druk kort op de knop MENU ESC; op
het display knippert (On) of (Off), afhan-
kelijk van de instelling;
– druk op de knop +of –om de keuze uit
te voeren;
– druk kort op de knop MENU ESCom
terug te keren naar het scherm van het
submenu of houd de knop even ingedrukt
om terug te keren naar het scherm van
het hoofdmenu zonder op te slaan.
– houd de knop MENU ESCnogmaals
even ingedrukt om terug te keren naar het
beginscherm of het hoofdmenu, afhanke-
lijk van waar u zich in het menu bevindt. Herhaling informatie
audiosysteem (Zie radio)
Met deze functie kan op het display de in-
formatie over de autoradio worden weer-
gegeven.
– Radio: frequentie of RDS-bericht van het
geselecteerde radiostation, automatisch
zoeken of AutoSTore inschakelen;
– audio-CD, MP3-CD: nummer van het
muziekstuk;
– CD-wisselaar: CD-nummer en nummer
muziekstuk.
Ga voor het inschakelen (On) of uitscha-
kelen (Off) van de informatie van het au-
diosysteem op het display als volgt te
werk:
– druk kort op de knop MENU ESC; op
het display knippert (On) of (Off), afhan-
kelijk van de instelling;
– druk op de knop +of –om de keuze uit
te voeren;
– druk kort op de knop MENU ESCom
terug te keren naar het menuscherm of
houd de knop even ingedrukt om terug te
keren naar het beginscherm zonder op te
slaan.Meeteenheid instellen
(Meeteenheid)
Met deze functie kunnen de meeteenheden
worden ingesteld in drie submenu’s: “Af-
stand”, “Verbruik” en “Temperatuur”.
Ga voor het instellen van de gewenste mee-
teenheid als volgt te werk:
– druk kort op de knop MENU ESC; op
het display verschijnen de drie submenu’s;
– druk op de knop +of –om tussen de drie
submenu’s te navigeren;
– druk na het selecteren van het submenu
dat u wilt wijzigen, kort op de knop
MENU ESC;
– als het submenu “Afstand”is gekozen: druk
kort op de knop MENU ESC; op het dis-
play wordt “km” of “mijl” weergegeven, af-
hankelijk van de instelling;
– druk op de knop +of –om de keuze uit
te voeren;
– als het submenu “Verbruik”is gekozen: druk
kort op de knop MENU ESC; op het dis-
play wordt “km/l”, “l/100km” of “mpg”
weergegeven, afhankelijk van de instelling;
Page 59 of 210
fig. 66F0T0134m
fig. 67
A
F0T0135m
58
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
ZONNEKLEPPEN fig. 64
De zonnekleppen aan bestuurders- en
passagierszijde kunnen voor de voorruit
en de zijruit worden gedraaid.
Aan de achterzijde van de zonneklep aan
bestuurderszijde bevindt zich een vakje
voor het opbergen van pasjes.
Op enkele uitvoeringen is de zonneklep
aan passagierszijde voorzien van een spie-
geltje.SCHRIJF/LEESTAFELTJE
(indien aanwezig)
In het midden van het dashboard, boven
de inbouwplaats van de autoradio, bevindt
zich een schrijftafeltje A-fig. 65; op enkele
uitvoeringen kan het schrijftafeltje gebruikt
worden als leestafeltje door het aan de
achterzijde omhoog te trekken en de
steun op het dashboard te laten rusten,
zoals afgebeeld.
fig. 64F0T0188m
UITZETBARE ZIJRUITEN ACHTER
(Combi-uitvoeringen) fig. 66
Ga voor het openen als volgt te werk:
❒druk de hendel A-fig. 67naar buiten
totdat de ruit geheel geopend is.
❒druk de hendel naar achteren totdat de
vergrendeling inspringt.
Sluit de ruit door de handelingen in om-
gekeerde volgorde uit te voeren totdat u
een klik hoort die aangeeft dat de hendel
weer in de vergrendelde stand staat.
fig. 65F0T0204m
Laat het schrijftafeltje niet in
verticale stand staan als de
auto rijdt.
ATTENTIE!
Page 80 of 210
79
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
AUTORADIO
(indien aanwezig)
Raadpleeg voor de werking van de auto-
radio met CD- of MP3 CD-speler (indien
aanwezig) het supplement dat bij dit in-
structieboekje is geleverd.
BASIS
INBOUWVOORBEREIDING
Het pakket bestaat uit:
❒voedingskabels voor de autoradio;
❒aansluitkabels voor luidsprekers voor
(op de binnenste sierpanelen voor de
buitenspiegels);
❒aansluitkabels voor luidsprekers in de
voorportierpanelen;
❒aansluitkabels voor luidsprekers achter
(naast de hoedenplank) (indien aanwe-
zig);
❒een inbouwplaats voor de autoradio;
❒een antennekabel.UITGEBREIDE
INBOUWVOORBEREIDING
Het pakket bestaat uit:
❒voedingskabels voor de autoradio;
❒aansluitkabels voor luidsprekers voor
(op de binnenste sierpanelen voor de
buitenspiegels);
❒aansluitkabels voor luidsprekers in de
voorportierpanelen;
❒aansluitkabels voor luidsprekers achter
(naast de hoedenplank) (indien aanwe-
zig);
❒2 tweeters op de binnenste sierpanelen
voor de buitenspiegels;
❒2 midwoofers aan de onderzijde van de
voorportieren;
❒2 luidsprekers achter (naast de hoe-
denplank) (indien aanwezig);
❒een inbouwplaats voor de autoradio;
❒een antennekabel;
❒een antenne.AUTORADIO INBOUWEN
De autoradio moet worden ingebouwd op
de plek van het opbergvak in het midden. De
voedingskabels liggen achter dit opbergvak.
Druk op de lippen A-fig. 105om het vak
te verwijderen.
fig. 105F0T0032m
Laat de aansluiting op de in-
bouwvoorbereiding in de au-
to uitsluitend door het Fiat Service-
netwerk uitvoeren. Zo bent u verze-
kerd van het beste resultaat en wordt
voorkomen dat de rijveiligheid in ge-
vaar wordt gebracht.
ATTENTIE!
Page 81 of 210
80
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
ELEKTRISCHE/ELEKTRO
NISCHE SYSTEMEN
MONTEREN
De elektrische/elektronische systemen die
na aankoop van de auto en binnen de af-
tersales-service worden gemonteerd,
moeten voorzien zijn van het merkteken:
Fiat Auto S.p.A. autoriseert de montage
van zend-/ontvangstapparatuur op voor-
waarde dat de montagewerkzaamheden
op de juiste wijze bij een gespecialiseerd
bedrijf worden uitgevoerd, waarbij de aan-
wijzingen van de fabrikant in acht moeten
worden genomen.
BELANGRIJK Als door de montage van
systemen de kenmerken van de auto wor-
den gewijzigd, kan het kentekenbewijs
worden ingenomen door de bevoegde in-
stanties en eventueel de garantie komen
te vervallen bij defecten die veroorzaakt
zijn door de bovengenoemde modificatie
of op defecten die direct of indirect daar-
van het gevolg zijn.
Fiat Auto S.p.A. wijst elke verantwoorde-
lijkheid af voor schade die veroorzaakt is
door de installatie van accessoires die niet
geleverd of aanbevolen zijn door Fiat Au-
to S.p.A. en die niet gemonteerd zijn vol-
gens de bijgeleverde instructies.RADIOZENDAPPARATUUR
EN MOBIELE TELEFOONS
Radiozendapparaten (mobiele telefoons,
27 mc en dergelijke) mogen alleen in de
auto worden gebruikt met een aparte an-
tenne aan de buitenkant van de auto.
BELANGRIJK Het gebruik van dergelijke
apparaten in de auto (zonder buitenan-
tenne) kan niet alleen schadelijk zijn voor
de gezondheid van de inzittenden, maar
kan ook storingen in de elektrische sys-
temen van de auto veroorzaken. Hierdoor
wordt de veiligheid in gevaar gebracht.
Bovendien wordt de zend- en ontvangst-
kwaliteit aanzienlijk beperkt door de iso-
lerende eigenschappen van de carrosserie.
Houdt u bij het gebruik van mobiele tele-
foons (GSM, GPRS, UMTS) met het officië-
le EU-keurmerk, strikt aan de instructies die
door de fabrikant van de mobiele telefoon
zijn bijgeleverd.
TANKEN VAN DE AUTO
BENZINEMOTOREN
Tank uitsluitend loodvrije benzine met een
octaangetal van ten minste 95 RON.
BELANGRIJK Een beschadigde katalysator
laat schadelijke stoffen in het uitlaatgas
achter, waardoor het milieu wordt ver-
vuild.
BELANGRIJK Tank met de auto nooit,
niet in noodgevallen en ook niet een klein
beetje, loodhoudende benzine. U zou de
katalysator onherstelbaar beschadigen.