service FIAT FIORINO 2011 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: FIAT, Model Year: 2011, Model line: FIORINO, Model: FIAT FIORINO 2011Pages: 210, PDF Size: 4.81 MB
Page 71 of 210

KOPLAMPEN
KOPLAMPEN AFSTELLEN
Goed afgestelde koplampen zijn belangrijk
voor het comfort en de veiligheid van uzelf
en de overige weggebruikers. Voor opti-
maal zicht en zichtbaarheid moeten de
koplampen op de juiste wijze zijn afgesteld.
Wendt u voor controle of afstelling tot
het Fiat Servicenetwerk.
KOPLAMPVERSTELLING
De stand kan worden geregeld als de con-
tactsleutel in stand MARstaat en de dim-
lichten zijn ingeschakeld.
Als de auto beladen is, helt hij achterover.
Het gevolg is dat de lichtbundel meer naar
boven schijnt. De stand van de koplampen
moet nu worden gecorrigeerd.
70
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
MISTLAMPEN VOOR
AFSTELLEN
(indien aanwezig)
Wendt u voor controle of afstelling tot
het Fiat Servicenetwerk.
KOPLAMPAFSTELLING IN HET
BUITENLAND
De dimlichten zijn afgesteld voor gebruik
in het land waarin de auto is verkocht. In
die landen waarin aan de andere zijde van
de weg wordt gereden, moet om het te-
gemoetkomende verkeer niet te verblin-
den, de vorm van de lichtbundel worden
gewijzigd door het aanbrengen van een
speciaal daarvoor ontwikkelde sticker. De-
ze sticker is opgenomen in het Fiat Line-
accessori-programma en verkrijgbaar bij
het Fiat Servicenetwerk. Koplampen afstellen
De koplampen kunnen worden versteld
met de knoppen Òen fig. 100op het
schakelaarpaneel.
Op het display van het instrumentenpa-
neel wordt de stand aangegeven.
Stand 0 - een of twee personen op de
voorstoelen.
Stand 1 - vijf personen.
Stand 2 - vijf personen + bagage in de ba-
gageruimte.
Stand 3 - bestuurder + maximale lading in
de bagageruimte.
BELANGRIJK Controleer de afstelling van
de koplampen telkens als het gewicht van
de lading wijzigt.
fig. 100F0T0037m
036-082 Fiorino NL 1ed:_ 11-12-2009 10:39 Pagina 70
Page 72 of 210

71
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
ABS
Het ABS dat geïntegreerd is in het rem-
systeem, voorkomt dat tijdens het rem-
men de wielen blokkeren, ongeacht de
conditie van het wegdek en de pedaaldruk,
en verhindert daarmee het doorslippen
van een of meerdere wielen. Hierdoor
blijft de auto bestuurbaar, zelfs bij nood-
stops.
Het systeem wordt gecompleteerd met
een elektronische remdrukverdeling EBD
(Electronic Braking Force Distribution),
die de remdruk verdeelt tussen de voor-
en achterwielen.
BELANGRIJK Voor een maximale werking
van het remsysteem is een inrijperiode no-
dig van ongeveer 500 km: tijdens deze pe-
riode moet bruusk, herhaaldelijk of lang-
durig remmen worden voorkomen.STORINGSMELDINGEN
Storing in ABS
Bij een storing brandt het waarschu-
wingslampje
>op het instrumentenpa-
neel (op enkele uitvoeringen verschijnt
ook een bericht op het display (zie het
hoofdstuk “Lampjes en berichten”).
In dat geval blijft het remsysteem normaal
werken, maar zonder de mogelijkheden
van het ABS. Rijd voorzichtig naar de
dichtstbijzijnde werkplaats van het Fiat
Servicenetwerk om het systeem te laten
controleren. ACTIVERING VAN HET
SYSTEEM
Als het ABS in werking is getreden, merkt
de bestuurder dit aan een trilling in het
rempedaal, die gepaard gaat met enig ge-
luid: dit geeft aan dat het noodzakelijk is
uw snelheid aan te passen aan de beschik-
bare grip op het wegdek.
Als het ABS in werking
treedt, merkt u dat aan een
trilling in het rempedaal. Verlaag de
remdruk niet maar houd het rempe-
daal juist goed ingetrapt; op deze ma-
nier hebt u de kortste remweg in re-
latie tot de conditie van het wegdek.
ATTENTIE!
Als het ABS in werking
treedt, dan is de grip van de
banden op het wegdek beperkt: u
dient uw snelheid te verlagen en aan
te passen aan de beschikbare grip.
ATTENTIE!
Het ABS maakt zoveel mo-
gelijk gebruik van de be-
schikbare grip maar kan deze niet
verhogen. Daarom moet op gladde
weggedeelten altijd voorzichtig wor-
den gereden en mogen er geen on-
nodige risico’s worden genomen.
ATTENTIE!
036-082 Fiorino NL 1ed:_ 11-12-2009 10:39 Pagina 71
Page 73 of 210

72
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
Storing in EBD
Bij een storing branden de lampjes
>enxop het instrumentenpaneel (op enkele
uitvoeringen verschijnt ook een bericht op
het display (zie het hoofdstuk “Lampjes en
berichten”).
In dit geval kunnen bij krachtig remmen de
achterwielen vroegtijdig blokkeren waar-
door de auto kan slippen. Rijd zeer voor-
zichtig naar de dichtstbijzijnde werkplaats
van het Fiat Servicenetwerk om het sys-
teem te laten controleren.
Als het waarschuwingslamp-
je xop het instrumenten-
paneel gaat branden (op enkele uit-
voeringen verschijnt ook een bericht
op het display), stop dan onmiddel-
lijk en wendt u tot het Fiat Service-
netwerk. Als er vloeistof lekt uit het
hydraulische systeem, wordt de wer-
king van zowel het conventionele
remsysteem als het ABS in gevaar ge-
bracht.
ATTENTIE!
BRAKE ASSIST
(remregeling bij noodstops
geïntegreerd in ESP)
(indien aanwezig)
Dit systeem, dat niet kan worden uitge-
schakeld, herkent noodstops (op basis van
de snelheid waarmee het rempedaal
wordt ingetrapt) en verhoogt de druk in
het remcircuit aanzienlijk, waardoor snel-
ler en krachtiger door het systeem wordt
geremd.
De Brake Assist wordt, bij uitvoeringen
die zijn uitgerust met ESP, uitgeschakeld
bij een storing in het ESP (lampje
ábrandt
en er verschijnt een bericht op het multi-
functionele display - indien aanwezig).
ESP-SYSTEEM
(Electronic Stability
Program)
(indien aanwezig)
Dit systeem bewaakt de stabiliteit van de
auto als de wielen hun grip verliezen,
waardoor de auto beter op koers blijft.
De werking van het ESP is uitermate nuttig
als de grip op het wegdek wisselt.
Naast het ESP-, ASR- en Hill Holder-sys-
teem beschikt de auto ook over MSR (re-
geling van het afremmen op de motor tij-
dens terugschakelen) en HBA (automati-
sche remdrukverhoger bij noodstops) (in-
dien aanwezig).
ACTIVERING VAN HET
SYSTEEM
Bij activering gaat het lampje
áop het in-
strumentenpaneel knipperen, om de be-
stuurder er op te wijzen dat de auto de
stabiliteit en de grip dreigt te verliezen.Als het ABS in werking
treedt, merkt u dat aan een
trilling in het rempedaal. Verlaag de
remdruk niet maar houd het rempe-
daal juist goed ingetrapt; op deze ma-
nier hebt u de kortste remweg in re-
latie tot de conditie van het wegdek.
ATTENTIE!
036-082 Fiorino NL 1ed:_ 11-12-2009 10:39 Pagina 72
Page 74 of 210

73
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
INSCHAKELING VAN HET
SYSTEEM
Het ESP wordt automatisch ingeschakeld
als de motor wordt gestart en kan niet
worden uitgeschakeld.
STORINGSMELDINGEN
Bij een storing in het ESP wordt het sys-
teem automatisch uitgeschakeld en gaat
het lampje
áop het instrumentenpaneel
continu branden en verschijnt er een be-
richt op het multifunctionele display (in-
dien aanwezig) (zie het hoofdstuk “Lamp-
jes en berichten”). Bovendien gaat ook het
lampje in de knop ASR OFF branden.
Wendt u in dat geval zo snel mogelijk tot
het Fiat Servicenetwerk.
De prestaties van het ESP-
systeem mogen de bestuur-
der er niet toe verleiden onnodige en
onverantwoorde risico’s te nemen. De
rijstijl moet altijd zijn aangepast aan
het wegdek, het zicht en het verkeer.
De verantwoordelijkheid voor de ver-
keersveiligheid ligt altijd en overal bij
de bestuurder.
ATTENTIE!
HILL HOLDER-SYSTEEM
Dit in het ESP geïntegreerde systeem helpt
bij het wegrijden op een helling.
Het systeem schakelt automatisch in als:
❒omhoog: de auto stilstaat op een hel-
ling van meer dan 5% met draaiende
motor, ingetrapt rempedaal en ver-
snellingsbak in vrij of als een andere ver-
snelling dan de achteruit is ingeschakeld.
❒omlaag: de auto stilstaat op een helling
van meer dan 5% met draaiende motor,
ingetrapt rempedaal en als de achteruit
is ingeschakeld.
Tijdens het wegrijden zorgt de regeleen-
heid van het ESP ervoor dat de wielen ge-
remd blijven, totdat het noodzakelijke mo-
torkoppel is bereikt om weg te rijden (of
maximaal 2 seconden), zodat u meer tijd
heeft om uw rechter voet van het rem-
pedaal naar het gaspedaal te verplaatsen.
Als u na 2 seconden niet bent weggere-
den, schakelt het systeem automatisch uit
en wordt de remdruk geleidelijk verlaagd.
Tijdens deze fase kunt u een typisch geluid
horen. Dit geluid betekent dat de auto ie-
der moment in beweging kan komen.Storingsmeldingen
Bij een storing in het systeem brandt op
het instrumentenpaneel het waarschu-
wingslampje *bij een digitaal display en
het lampje
ábij een multifunctioneel dis-
play (indien aanwezig) (zie het hoofdstuk
“Lampjes en berichten”).
BELANGRIJK Het Hill Holder-systeem is
geen handrem; verlaat dus nooit de auto
zonder de handrem aan te trekken, de
motor uit te zetten en de eerste versnel-
ling in te schakelen.
Voor de juiste werking van
het ESP- en ASR-systeem is
het noodzakelijk dat de banden van
alle wielen van hetzelfde merk en ty-
pe zijn. De banden moeten in per-
fecte conditie zijn en de voorge-
schreven afmetingen hebben.
ATTENTIE!
036-082 Fiorino NL 1ed:_ 11-12-2009 10:39 Pagina 73
Page 77 of 210

76
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
fig. 103F0T0330m
EOBD-SYSTEEM
Met het EOBD-systeem (European On
Board Diagnosis) kan een doorlopende
diagnose worden uitgevoerd op die com-
ponenten op de auto die van invloed zijn
op de emissie. Bovendien meldt het sys-
teem, door het branden van het lampje U
op het instrumentenpaneel (op enkele uit-
voeringen verschijnt ook een bericht op
het display) (zie het hoofdstuk “Lampjes
en berichten”) dat de betreffende com-
ponenten defect zijn.
Het doel is:
❒de werking van het systeem controle-
ren;
❒signaleren wanneer door een storing de
emissies boven de wettelijk vastgestel-
de drempelwaarde uitkomen;
❒signaleren wanneer het noodzakelijk is
defecte componenten te vervangen.
Het systeem beschikt verder nog over een
diagnosestekker die het mogelijk maakt, na
het aansluiten van speciale apparatuur, de
door de regeleenheid opgeslagen storings-
codes en de specifieke parameters voor de
diagnose en werking van de motor te lezen.
Deze controle kan ook worden uitge-
voerd door de verkeerspolitie.BELANGRIJK Na het verhelpen van de
storing moet het Fiat Servicenetwerk voor
een complete controle van het systeem,
tests uitvoeren op een testbank en, zo no-
dig, een proefrit maken die eventueel een
langere afstand kan omvatten.
SPEED BLOCK
(indien aanwezig)
De auto is uitgerust met een snelheids-
begrenzer die op verzoek van de gebrui-
ker kan worden ingesteld op een van de
volgende 4 waarden: 90, 100, 110, 130
km/h.
Wendt u tot het Fiat Servicenetwerk om
deze functie te laten in-/uitschakelen.
Na de instelling zal er op de voorruit een
sticker (fig. 103) worden aangebracht
waarop de ingestelde maximum snelheid
staat aangegeven.
ATTENTIE De snelheidsmeter kan van-
wege wettelijke voorschriften, een hoge-
re dan de werkelijke maximum snelheid,
die door de dealer is ingesteld, aangege-
ven.
Als u de contactsleutel in
stand MAR draait en het
lampje Ugaat niet branden of het
gaat branden of knipperen tijdens het
rijden (er verschijnt bij bepaalde uit-
voeringen ook een melding op het dis-
play), wendt u dan zo snel mogelijk
tot het Fiat Servicenetwerk. De wer-
king van het lampje Ukan worden
gecontroleerd met behulp van spe-
ciale apparatuur van de verkeerspo-
litie. Houdt u aan de wetgeving van
het land waarin u rijdt.
ATTENTIE!
036-082 Fiorino NL 1ed:_ 11-12-2009 10:39 Pagina 76
Page 80 of 210

79
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
AUTORADIO
(indien aanwezig)
Raadpleeg voor de werking van de auto-
radio met CD- of MP3 CD-speler (indien
aanwezig) het supplement dat bij dit in-
structieboekje is geleverd.
BASIS
INBOUWVOORBEREIDING
Het pakket bestaat uit:
❒voedingskabels voor de autoradio;
❒aansluitkabels voor luidsprekers voor
(op de binnenste sierpanelen voor de
buitenspiegels);
❒aansluitkabels voor luidsprekers in de
voorportierpanelen;
❒aansluitkabels voor luidsprekers achter
(naast de hoedenplank) (indien aanwe-
zig);
❒een inbouwplaats voor de autoradio;
❒een antennekabel.UITGEBREIDE
INBOUWVOORBEREIDING
Het pakket bestaat uit:
❒voedingskabels voor de autoradio;
❒aansluitkabels voor luidsprekers voor
(op de binnenste sierpanelen voor de
buitenspiegels);
❒aansluitkabels voor luidsprekers in de
voorportierpanelen;
❒aansluitkabels voor luidsprekers achter
(naast de hoedenplank) (indien aanwe-
zig);
❒2 tweeters op de binnenste sierpanelen
voor de buitenspiegels;
❒2 midwoofers aan de onderzijde van de
voorportieren;
❒2 luidsprekers achter (naast de hoe-
denplank) (indien aanwezig);
❒een inbouwplaats voor de autoradio;
❒een antennekabel;
❒een antenne.AUTORADIO INBOUWEN
De autoradio moet worden ingebouwd op
de plek van het opbergvak in het midden. De
voedingskabels liggen achter dit opbergvak.
Druk op de lippen A-fig. 105om het vak
te verwijderen.
fig. 105F0T0032m
Laat de aansluiting op de in-
bouwvoorbereiding in de au-
to uitsluitend door het Fiat Service-
netwerk uitvoeren. Zo bent u verze-
kerd van het beste resultaat en wordt
voorkomen dat de rijveiligheid in ge-
vaar wordt gebracht.
ATTENTIE!
036-082 Fiorino NL 1ed:_ 11-12-2009 10:39 Pagina 79
Page 81 of 210

80
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
ELEKTRISCHE/
ELEKTRONISCHE
SYSTEMEN MONTEREN
De elektrische/elektronische systemen die
na aankoop van de auto en binnen de af-
tersales-service worden gemonteerd,
moeten voorzien zijn van het merkteken:
Fiat Auto S.p.A. autoriseert de montage
van zend-/ontvangstapparatuur op voor-
waarde dat de montagewerkzaamheden
op de juiste wijze bij een gespecialiseerd
bedrijf worden uitgevoerd, waarbij de aan-
wijzingen van de fabrikant in acht moeten
worden genomen.
BELANGRIJK Als door de montage van
systemen de kenmerken van de auto wor-
den gewijzigd, kan het kentekenbewijs
worden ingenomen door de bevoegde in-
stanties en eventueel de garantie komen
te vervallen bij defecten die veroorzaakt
zijn door de bovengenoemde modificatie
of op defecten die direct of indirect daar-
van het gevolg zijn.
Fiat Auto S.p.A. wijst elke verantwoorde-
lijkheid af voor schade die veroorzaakt is
door de installatie van accessoires die niet
geleverd of aanbevolen zijn door Fiat Au-
to S.p.A. en die niet gemonteerd zijn vol-
gens de bijgeleverde instructies.RADIOZENDAPPARATUUR
EN MOBIELE TELEFOONS
Radiozendapparaten (mobiele telefoons,
27 mc en dergelijke) mogen alleen in de
auto worden gebruikt met een aparte an-
tenne aan de buitenkant van de auto.
BELANGRIJK Het gebruik van dergelijke
apparaten in de auto (zonder buitenan-
tenne) kan niet alleen schadelijk zijn voor
de gezondheid van de inzittenden, maar
kan ook storingen in de elektrische sys-
temen van de auto veroorzaken. Hierdoor
wordt de veiligheid in gevaar gebracht.
Bovendien wordt de zend- en ontvangst-
kwaliteit aanzienlijk beperkt door de iso-
lerende eigenschappen van de carrosserie.
Houdt u bij het gebruik van mobiele tele-
foons (GSM, GPRS, UMTS) met het officië-
le EU-keurmerk, strikt aan de instructies die
door de fabrikant van de mobiele telefoon
zijn bijgeleverd.
TANKEN VAN DE AUTO
BENZINEMOTOREN
Tank uitsluitend loodvrije benzine met een
octaangetal van ten minste 95 RON.
BELANGRIJK Een beschadigde katalysator
laat schadelijke stoffen in het uitlaatgas
achter, waardoor het milieu wordt ver-
vuild.
BELANGRIJK Tank met de auto nooit,
niet in noodgevallen en ook niet een klein
beetje, loodhoudende benzine. U zou de
katalysator onherstelbaar beschadigen.
036-082 Fiorino NL 1ed:_ 11-12-2009 10:39 Pagina 80
Page 86 of 210

De veiligheidsgordels achter moeten wor-
den omgelegd zoals is aangegeven in het
afgebeelde schema fig. 2-fig. 2a.
BELANGRIJK Als de rugleuning goed is
vergrendeld, dan is de “rode band”
B-fig. 3op de hendels Aniet meer zicht-
baar. Als de “rode band” zichtbaar is, is de
rugleuning niet goed vergrendeld. BELANGRIJK Plaats de veiligheidsgordels
op de juiste wijze terug als de achterbank
weer in de normale gebruiksstand wordt
gezet, zodat ze altijd direct klaar voor ge-
bruik zijn.
fig. 2F0T0193mfig. 3 versioni Combi
AB
F0T0064m
Controleer of de rugleuning
aan beide zijden goed ver-
grendeld is (rode band B niet zicht-
baar) om te voorkomen dat in geval
van bruusk remmen, de rugleuning
naar voren kan klappen en de pas-
sagiers kan verwonden.
ATTENTIE!
SBR-SYSTEEM
De auto is uitgerust met het SBR-systeem
(Seat Belt Reminder), dat de bestuurder
en de passagier voor op de volgende wij-
ze waarschuwt als de veiligheidsgordel niet
is omgelegd.
❒de eerste 6 seconden gaat lampje
❒de daaropvolgende 90 seconden gaat
lampje
Wendt u tot het Fiat Servicenetwerk om
het systeem permanent te laten uitscha-
kelen.
Het SBR-systeem kan ook via het setup-
menu van het display weer worden geac-
tiveerd.
DASHBOARD ENBEDIENINGSE-
LEMENTEN
ALFABETISCH
REGISTER
TECHNISCHE
GEGEVENS
ONDERHOUD
EN ZORG
NOODGEVALLEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
STARTEN EN
RIJDEN
85
VEILIGHEID
fig. 2a - Uitvoeringen 4
zitplaatsen gemengd vervoerF0T0342m
083-100 Fiorino NL 1ed:_ 11-12-2009 10:40 Pagina 85
Page 87 of 210

GORDELSPANNERS
Voor een nog effectievere bescherming
zijn de veiligheidsgordels voor van de au-
to voorzien van gordelspanners. Dit sys-
teem trekt bij een heftige frontale en zij-
delingse botsing de gordel enige centime-
ters aan. Op deze wijze worden de inzit-
tenden veel beter op hun plaats gehouden
en wordt de voorwaartse beweging be-
perkt.
Het blokkeren van de veiligheidsgordel
geeft aan dat de gordelspanner in werking
is geweest; de gordel wordt niet meer op-
gerold, ook niet als hij wordt begeleid.
BELANGRIJK Voor een maximale be-
scherming door de gordelspanner moet
de veiligheidsgordel zo worden omgelegd
dat hij goed aansluit op borst en bekken.
Tijdens de werking van de gordelspanner
kan er een beetje rook ontsnappen. De-
ze rook is niet schadelijk en duidt niet op
brand.De gordelspanner behoeft geen enkel on-
derhoud of smering. Elke verandering van
de oorspronkelijke staat zal de doelmatig-
heid verminderen. Als de gordelspanner
door extreme natuurlijke omstandigheden
(bijv. overstromingen en vloedgolven) met
water en modder in contact is geweest, dan
moet de spanner worden vervangen.
De gordelspanner werkt
slechts eenmaal. Als de gor-
delspanners hebben gewerkt, moet u
zich tot het Fiat Servicenetwerk wenden
om ze te laten vervangen. De geldigheid
van het systeem staat vermeld op een
plaatje dat zich in het dashboardkastje
bevindt: laat voor het verstrijken van de-
ze termijn het systeem door het Fiat Ser-
vicenetwerk vervangen.
ATTENTIE!
Werkzaamheden waarbij sto-
ten, sterke trillingen of verhit-
ting (maximaal 100°C gedu-
rende ten hoogste 6 uur) optreden, kun-
nen de gordelspanners beschadigen of
activeren: bij die omstandigheden horen
niet trillingen die voortgebracht worden
door een slecht wegdek of door con-
tacten met kleine obstakels zoals trot-
toirbanden. Wendt u altijd tot het Fiat
Servicenetwerk.
DASHBOARD ENBEDIENINGSE-
LEMENTEN
ALFABETISCH
REGISTER
TECHNISCHE
GEGEVENS
ONDERHOUD
EN ZORG
NOODGEVALLEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
STARTEN EN
RIJDEN
86
VEILIGHEID
083-100 Fiorino NL 1ed:_ 11-12-2009 10:40 Pagina 86
Page 89 of 210

BELANGRIJK Iedere gordel dient slechts
ter bescherming van een enkel persoon:
gebruik de gordel niet voor een kind dat
bij een volwassene op schoot zit, waarbij
de gordel beiden zou moeten beschermen
fig. 6. Er mag geen enkel voorwerp tus-
sen de gordel en het lichaam van de inzit-
tende worden geplaatst.
fig. 6F0T0005m
Als de gordel aan een zware
belasting wordt blootgesteld
(bijvoorbeeld tijdens een ongeval),
dan moet de gordel samen met de
verankeringen, bevestigingspunten en
de eventueel gemonteerde gordel-
spanners worden vervangen. Ook als
de schade niet zichtbaar is, dan kan
de gordel toch verzwakt zijn.
ATTENTIE!
HOE U DE
VEILIGHEIDSGORDELS
IN OPTIMALE STAAT HOUDT
Voor het juiste onderhoud van de veilig-
heidsgordels moeten de volgende aanwij-
zingen zorgvuldig worden opgevolgd:
❒zorg dat de gordel goed uitgetrokken
en niet gedraaid is; controleer ook of
de oprolautomaat zonder haperingen
werkt;
❒vervang de gordels na een ongeval, ook
al zijn ze ogenschijnlijk niet beschadigd.
Vervang de gordels ook als de gordel-
spanners in werking zijn geweest;
❒u kunt de gordels met de hand wassen
met water en een neutrale zeep. Spoel
ze uit en laat ze in de schaduw drogen.
Gebruik geen bijtende, blekende of
kleurende middelen. Vermijd het ge-
bruik van alle chemische producten die
het weefsel van de gordel kunnen aan-
tasten;
❒voorkom dat vocht in de oprolauto-
maat komt: de werking van de oprol-
automaten is alleen gegarandeerd, als
ze niet nat zijn geweest;
❒vervang de gordels bij tekenen van slij-
tage of beschadigingen.
Voor maximale veiligheid
moet u de rugleuning rechtop
zetten, tegen de leuning aan gaan zit-
ten en de gordel goed laten aansluiten
op borst en bekken. Draag altijd vei-
ligheidsgordels zowel voor als achter in
de auto! Rijden zonder veiligheidsgor-
dels vergroot het risico op ernstig let-
sel of dodelijke afloop bij een ongeval.
Het is streng verboden onderdelen
van de veiligheidsgordels of gordel-
spanners te demonteren of open te
maken. Werkzaamheden aan de vei-
ligheidsgordels en gordelspanners
moeten worden uitgevoerd door ge-
kwalificeerd personeel. Wendt u al-
tijd tot het Fiat Servicenetwerk.
ATTENTIE!
DASHBOARD ENBEDIENINGSE-
LEMENTEN
ALFABETISCH
REGISTER
TECHNISCHE
GEGEVENS
ONDERHOUD
EN ZORG
NOODGEVALLEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
STARTEN EN
RIJDEN
88
VEILIGHEID
083-100 Fiorino NL 1ed:_ 11-12-2009 10:40 Pagina 88