dashboard FIAT FIORINO 2011 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: FIAT, Model Year: 2011, Model line: FIORINO, Model: FIAT FIORINO 2011Pages: 210, PDF Size: 4.81 MB
Page 45 of 210

44
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
VERWARMING
Ga als volgt te werk:
❒draai de knop Ageheel naar rechts (in
stand-);
❒draai de knop Cop de gewenste snel-
heid;
❒draai de knop Din stand:
®voor verwarming van de been-
ruimten en ontwaseming van de
voorruit;
ßvoor lucht naar de beenruimten en
koelere lucht uit de luchtroosters in
het midden en de uitstroomope-
ningen op het dashboard;
©voor een snelle verwarming.
SNELLE VERWARMING
Ga als volgt te werk:
❒sluit alle luchtroosters op het dash-
board;
❒draai de knop Ain stand
-;
❒draai de knop Cin stand 4
-;
❒draai de knop Din stand
©.SNELLE ONTWASEMING/
ONTDOOIING VAN DE
VOORRUIT EN DE ZIJRUITEN
VOOR (functie MAX-DEF)
Ga als volgt te werk:
❒draai de knop Ain stand
-;
❒draai de knop Cin stand 4
-;
❒draai de knop Din stand
-;
❒zet de schuif Bin stand
¶.
Nadat de ruiten ontwasemd zijn, kan een
stand gekozen worden waarbij het com-
fort optimaal blijft.Beslaan van de ruiten voorkomen
Als het buiten extreem vochtig is en/of bij
regen en/of bij grote verschillen in interi-
eur- en buitentemperatuur, raden wij u de
volgende procedure aan om het beslaan
van de ruiten te voorkomen:
❒zet de schuif Bin stand
Y;
❒draai de knop Ain stand
-;
❒draai de knop Cin stand 2;
❒draai de knop Din stand
-of ®als
de ruiten niet beslagen zijn.
036-082 Fiorino NL 1ed:_ 11-12-2009 10:39 Pagina 44
Page 46 of 210

REGELING
AANJAGERSNELHEID
Ga voor een goede ventilatie van het in-
terieur als volgt te werk:
❒open de luchtroosters in het midden en
de uitstroomopeningen aan de zijkant
geheel;
❒draai de knop Ain het blauwe vlak;
❒zet de schuif Bin stand
¶;
❒draai de knop Cop de gewenste snel-
heid;
❒draai de knop Din stand
¥.LUCHTRECIRCULATIE
INSCHAKELEN
Zet de schuif Bin stand
v.
Het verdient aanbeveling om de luchtre-
circulatie in te schakelen in de file of in tun-
nels. Hiermee wordt voorkomen dat ver-
vuilde lucht het interieur bereikt.
Het is niet raadzaam dit systeem langdu-
rig te laten werken, omdat anders, voor-
al als u met meerdere personen in de au-
to zit, de kans aanzienlijk toeneemt dat de
ruiten beslaan.
BELANGRIJK Met de recirculatiefunctie
kunnen, afhankelijk van de werking van het
systeem (“verwarming” of “koeling”), de
gewenste omstandigheden sneller bereikt
worden. Het is echter niet raadzaam de-
ze functie in te schakelen op regenachti-
ge of koude dagen, omdat dan de ruiten
aan de binnenzijde aanzienlijk sneller kun-
nen beslaan.ONTWASEMING/
ONTDOOIING ACHTERRUIT EN
BUITENSPIEGELS fig. 45
(indien aanwezig)
Druk op de knop (om deze functie in
te schakelen. Bij inschakeling gaat het
lampje op de knop branden.
U kunt de verwarming eerder uitschake-
len door nogmaals de knop (in te druk-
ken.
BELANGRIJK Plak geen stickers of ande-
re plaatjes op de elektrische weerstands-
draden aan de binnenzijde van de achter-
ruit, om beschadiging van de achterruit-
verwarming te voorkomen.
fig. 45F0T0048m
45
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
036-082 Fiorino NL 1ed:_ 11-12-2009 10:39 Pagina 45
Page 47 of 210

46
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
HANDBEDIENDE AIRCONDITIONING (indien aanwezig)
KLIMAATREGELING
Met de draaiknop Dkan de lucht op 5 manie-
ren over het hele interieur worden verdeeld:
¶luchtstroom uit de luchtroosters in het
midden en de uitstroomopeningen aan
de zijkant;
ßvoor verwarming van de beenruimten,
waarbij de luchtstroom op het gelaat
koel blijft (“bilevel”-stand);
©voor een snellere verwarming van het
interieur;
®voor verwarming van het interieur en
ontwaseming van de voorruit;
-voor ontwaseming/ontdooiing van de
voorruit en de zijruiten voor.
VERWARMING
Ga als volgt te werk:
❒draai de knop A geheel naar rechts (in
stand
-);
❒draai de knop Cop de gewenste snel-
heid;
❒draai de knop Din stand:
®voor verwarming van de beenruim-
ten en ontwaseming van de voorruit;
ßvoor lucht naar de beenruimten en
koelere lucht uit de luchtroosters in
het midden en de uitstroomope-
ningen op het dashboard;
©voor een snelle verwarming. BEDIENINGSKNOPPEN fig. 46
Adraaiknop voor regeling van de lucht-
temperatuur (menging van warme/koude
lucht);
Bschuif voor in- en uitschakelen luchtre-
circulatie;Cdraaiknop voor inschakeling van de aan-
jager en in-/uitschakeling van de air-
conditioning;
Ddraaiknop voor de luchtverdeling.
fig. 46F0T0029m
036-082 Fiorino NL 1ed:_ 11-12-2009 10:39 Pagina 46
Page 48 of 210

SNELLE VERWARMING
Ga als volgt te werk:
❒sluit alle luchtroosters op het dash-
board;
❒draai de knop Ain stand
-;
❒draai de knop Cin stand 4
-;
❒draai de knop Din stand
ß.
SNELLE ONTWASEMING/
ONTDOOIING VAN DE
VOORRUIT EN DE ZIJRUITEN
VOOR (functie MAX-DEF)
Ga als volgt te werk:
❒draai de knop Ain stand
-;
❒draai de knop Cin stand 4
-;
❒draai de knop Din stand
-;
❒zet de schuif Bin stand
¶.
Nadat de ruiten ontwasemd zijn, kan een
stand gekozen worden waarbij het com-
fort optimaal blijft.
BELANGRIJK De airconditioning kan goed
gebruikt worden om de ruiten sneller te
ontwasemen, omdat de lucht wordt ont-
vochtigd. Stel de bedieningsorganen in zo-
als hiervoor beschreven en schakel de air-
conditioning in door knop Cin te druk-
ken.Beslaan van de ruiten voorkomen
Als het buiten extreem vochtig is en/of bij
regen en/of bij grote verschillen in interi-
eur- en buitentemperatuur, raden wij u de
volgende procedure aan om het beslaan
van de ruiten te voorkomen:
❒zet de schuif Bin stand
¶;
❒draai de knop Ain stand
-;
❒draai de knop Cin stand 2;
❒draai de knop Din stand
-of ®als
de ruiten niet beslagen zijn.
REGELING
AANJAGERSNELHEID
Ga voor een goede ventilatie van het in-
terieur als volgt te werk:
❒open de luchtroosters in het midden en
de uitstroomopeningen aan de zijkant
geheel;
❒draai de knop Ain het blauwe vlak;
❒zet de schuif Bin stand
¶;
❒draai de knop Cop de gewenste snel-
heid;
❒draai de knop Din stand
©.
47
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
LUCHTRECIRCULATIE
INSCHAKELEN
Zet de schuif Bin stand
v.
Het verdient aanbeveling om de luchtre-
circulatie in te schakelen in de file of in tun-
nels. Hiermee wordt voorkomen dat ver-
vuilde lucht het interieur bereikt.
Het is niet raadzaam dit systeem langdu-
rig te laten werken, omdat anders, voor-
al als u met meerdere personen in de au-
to zit, de kans aanzienlijk toeneemt dat de
ruiten beslaan.
BELANGRIJK Met de recirculatiefunctie
kunnen, afhankelijk van de werking van het
systeem (“verwarming” of “koeling”), de
gewenste omstandigheden sneller bereikt
worden. Het is echter niet raadzaam de-
ze functie in te schakelen op regenachti-
ge of koude dagen, omdat dan de ruiten
aan de binnenzijde aanzienlijk sneller kun-
nen beslaan.
036-082 Fiorino NL 1ed:_ 11-12-2009 10:39 Pagina 47
Page 49 of 210

48
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
ONDERHOUD VAN HET
SYSTEEM
Schakel in de winter de airconditioning 1
keer per maand gedurende 10 minuten in.
Laat voor het zomerseizoen de werking
van de airconditioning door het Fiat Ser-
vicenetwerk controleren.
ONTWASEMING/
ONTDOOIING ACHTERRUIT EN
BUITENSPIEGELS fig. 47
(indien aanwezig)
Druk op de knop (om deze functie in
te schakelen. Bij inschakeling gaat het
lampje op de knop branden.
U kunt de verwarming eerder uitschake-
len door nogmaals de knop (in te druk-
ken.
BELANGRIJK Plak geen stickers of ande-
re plaatjes op de elektrische weerstands-
draden aan de binnenzijde van de achter-
ruit, om beschadiging van de achterruit-
verwarming te voorkomen. AIRCONDITIONING (koelen)
Ga als volgt te werk:
❒draai de knop Ain het blauwe vlak;
❒draai de knop Cin stand 4
-;
❒zet de schuif Bin stand
v;
❒draai de knop Din stand
©.
❒druk op de knop C.
Regeling van de koeling
Ga als volgt te werk:
❒zet de schuif Bin stand
¶;
❒draai de knop Anaar rechts voor ver-
hoging van de temperatuur;
❒draai de knop Cnaar links voor verla-
ging van de aanjagersnelheid.
fig. 47F0T0048m
036-082 Fiorino NL 1ed:_ 11-12-2009 10:39 Pagina 48
Page 50 of 210

49
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
BUITENVERLICHTING
Met de linker hendel fig. 48bedient u de
buitenverlichting.
De buitenverlichting werkt uitsluitend als
de contactsleutel in stand MARstaat.
Als u de buitenverlichting inschakelt, gaan
ook de verlichting van het instrumenten-
paneel en de bedieningsknoppen op het
dashboard branden.
VERLICHTING
UITGESCHAKELD
Draaiknop in stand O.DIMLICHT
Draai de draaiknop in stand 2. Op het in-
strumentenpaneel gaat het controlelamp-
je
3branden.
GROOTLICHT
Trek, als de draaiknop reeds in stand
2staat, de hendel naar het stuurwiel (2eon-
vergrendelde stand). Op het instrumen-
tenpaneel gaat het controlelampje
1branden.
Als vervolgens de hendel naar het stuur-
wiel wordt getrokken, dan dooft het
grootlicht en wordt het dimlicht weer in-
geschakeld.
GROOTLICHTSIGNAAL
Trek de hendel naar het stuurwiel (1
eon-
vergrendelde stand), ongeacht de stand
van de draaiknop. Op het instrumenten-
paneel gaat het controlelampje
1bran-
den. BUITENVERLICHTING
Draai de draaiknop in stand 6. Op het in-
strumentenpaneel gaat het controlelamp-
je
3branden.
PARKEERVERLICHTING
Draai met de sleutel in stand STOPof
met uitgenomen sleutel de draaiknop van
de linker hendel eerst in stand O en ver-
volgens in stand 6of 2.
Op het instrumentenpaneel gaat het con-
trolelampje 3branden. Met de rich-
tingaanwijzerhendel kunt u kiezen aan wel-
ke zijde de verlichting moet worden in-
geschakeld.
fig. 48F0T0220m
036-082 Fiorino NL 1ed:_ 11-12-2009 10:39 Pagina 49
Page 51 of 210

50
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
RICHTINGAANWIJZERS
fig. 49
Zet de hendel in de vergrendelde stand:
❒omhoog (stand 1): inschakeling rechter
richtingaanwijzer;
❒omlaag (stand 2): inschakeling linker
richtingaanwijzer.
Op het instrumentenpaneel knippert het
controlelampje
Îof ¥.
De richtingaanwijzers schakelen automa-
tisch uit als de auto weer rechtuit rijdt.
Als u kort richting aan wilt geven, voor het
uitvoeren van een handeling waarvoor het
stuurwiel slechts weinig hoeft te worden
verdraaid, dan drukt u de hendel iets om-
hoog of omlaag zonder dat de hendel ver-
grendelt. Zodra u de hendel loslaat, gaat
deze automatisch terug.Functie “lane change”
(wisselen van rijstrook)
Als u bij wisseling van rijstrook kort rich-
ting wilt aangeven, moet u de linker hen-
del korter dan een halve seconde in de on-
vergrendelde stand zetten.
De richtingaanwijzer aan de gekozen zijde
knippert 3 keer en dooft daarna automa-
tisch.“FOLLOW ME HOME” SYSTEEM
Met dit systeem kan de ruimte voor de au-
to een bepaalde tijd worden verlicht.
Inschakelen
U schakelt deze functie in door de con-
tactsleutel in stand STOPte draaien of
uit te nemen en de linker hendel binnen
2 minuten na het uitzetten van de motor
naar het stuur te trekken.
Telkens als u de hendel bedient, blijft de
verlichting 30 seconden langer branden,
tot een maximum van 210 seconden; hier-
na schakelt de verlichting automatisch uit.
Telkens als de hendel wordt bediend, gaat
het controlelampje
3op het instrumen-
tenpaneel branden en verschijnt er een be-
richt op het display (zie het hoofdstuk
“Lampjes en berichten”) gedurende de tijd
die de functie actief blijft. Het lampje gaat
branden als de hendel voor het eerst be-
diend wordt en blijft branden totdat de
functie automatisch uitschakelt. Telkens
als de hendel wordt bediend, wordt alleen
de inschakeltijd van de verlichting ver-
lengd.
Uitschakelen
Houd de hendel langer dan 2 seconden
naar het stuur getrokken.
fig. 49F0T0157m
036-082 Fiorino NL 1ed:_ 11-12-2009 10:39 Pagina 50
Page 52 of 210

RUITEN REINIGEN
Met de rechter hendel fig. 50kunt u de
ruitenwissers/-sproeiers en achterruit-
wisser/-sproeier (indien aanwezig) bedie-
nen.
RUITENWISSERS/SPROEIERS
Deze werken uitsluitend als de contact-
sleutel in stand MARstaat.
De rechter hendel kan in vier verschillen-
de standen worden gezet:
Oruitenwissers uitgeschakeld.
≤wissen met interval.
≥langzaam continu wissen.
¥snel continu wissen.
In stand A-fig. 50(onvergrendelde stand)
werken de ruitenwissers, zolang u de hen-
del met de hand in deze stand houdt. Als
u de hendel loslaat, springt deze direct
weer terug en schakelen de ruitenwissers
automatisch uit.
Als de draaiknop in stand
≤staat, wordt
de slag van de ruitenwissers automatisch
aangepast aan de snelheid van de auto.
Als u bij ingeschakelde ruitenwissers de
achteruit inschakelt, gaat automatisch ook
de achterruitwisser werken.
fig. 50F0T0158m
Gebruik de ruitenwissers niet
om opgehoopte sneeuw of ijs
van de voorruit te verwijde-
ren. In die omstandigheden
grijpt, als de ruitenwissers te zwaar
worden belast, de beveiliging in, die er-
voor zorgt dat de ruitenwissers enkele
seconden worden uitgeschakeld. Als
hierna de werking niet wordt hervat,
wendt u dan tot het Fiat Servicenet-
werk.
51
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
“Intelligente wis-/wasregeling”
Als u de hendel naar het stuur trekt (on-
vergrendelde stand), schakelen de ruiten-
sproeiers in.
Als u de hendel langer dan een halve se-
conde aangetrokken houdt, dan worden
in een handeling de ruitenwissers en de
ruitensproeiers ingeschakeld.
Als u de hendel loslaat, maken de ruiten-
wissers nog drie slagen.
Na ongeveer 6 seconden volgt nog een
extra reinigingsslag.
ACHTERRUITWISSER/
-SPROEIER (indien aanwezig)
Deze werken uitsluitend als de contact-
sleutel in stand MARstaat.
Inschakelen
Als u de draaiknop in stand
'zet, scha-
kelt de achterruitwisser als volgt in:
❒in intervalstand als de ruitenwissers
voor niet zijn ingeschakeld;
❒synchroon (met de helft van de fre-
quentie van de ruitenwissers voor) als
de ruitenwissers voor zijn ingeschakeld;
❒continu als de achteruit is ingeschakeld.
036-082 Fiorino NL 1ed:_ 11-12-2009 10:39 Pagina 51
Page 53 of 210

PLAFONDVERLICHTING
PLAFONDLAMPJE VOOR
MET KANTELBAAR
LAMPENGLAS
Het lampje gaat automatisch branden als
u een voorportier opent en dooft als het
betreffende portier wordt gesloten.
Bij gesloten portieren kunt u het lampje
in- en uitschakelen door op de aangege-
ven wijze op de linker zijde van het lam-
penglas A-fig. 51te drukken.
PLAFONDVERLICHTING VOOR
MET SPOTJES fig. 52
(indien aanwezig)
Met schakelaar Akunnen de plafond-
lampjes worden in- en uitgeschakeld.
Met schakelaar Ain het midden worden
de lampjes Cen Din-/uitgeschakeld bij het
openen/sluiten van de portieren.
Met knop Anaar links gedrukt, blijven de
lampjes Cen Daltijd uitgeschakeld.
Met knop Anaar rechts gedrukt, blijven de
lampjes Cen Daltijd ingeschakeld.
fig. 51F0T0113m
fig. 52F0T0121m
52
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
Als u bij ingeschakelde ruitenwissers voor
de achteruit inschakelt, gaat automatisch
ook de achterruitwisser continu wissen.
Als u de hendel naar het dashboard duwt
(onvergrendelde stand), schakelt de ach-
terruitsproeier in. Als u de hendel langer
dan een halve seconde naar het dashboard
geduwd houdt, schakelt ook de achter-
ruitwisser in. Als u de hendel loslaat, wordt
het intelligente wis-/wasprogramma inge-
schakeld, zoals bij de ruitenwissers voor.
Uitschakelen
De werking stopt als de hendel wordt los-
gelaten.
Gebruik de achterruitwisser
niet om opgehoopte sneeuw
of ijs van de achterruit te ver-
wijderen. In die omstandighe-
den grijpt, als de achterruitwisser te
zwaar wordt belast, de beveiliging in,
die ervoor zorgt dat de achterruitwis-
ser enkele seconden wordt uitgescha-
keld. Als hierna de werking niet wordt
hervat, wendt u dan tot het Fiat Servi-
cenetwerk.
036-082 Fiorino NL 1ed:_ 11-12-2009 10:39 Pagina 52
Page 54 of 210

53
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
PLAFONDVERLICHTING
ACHTER MET KANTELBAAR
LAMPENGLAS (indien aanwezig)
Het lampje gaat automatisch branden als
u een voorportier opent en dooft als het
betreffende portier wordt gesloten.
Bij gesloten portieren kunt u het lampje
in- en uitschakelen door op de aangege-
ven wijze op de linker zijde van het lam-
penglas A-fig. 53te drukken.PLAFONDVERLICHTING
ACHTER MET SCHAKELAAR
(indien aanwezig)
Het lampje gaat automatisch branden als
u de zijschuifdeuren (indien aanwezig) of
de achterdeuren opent en dooft als u de
betreffende deur sluit.
Bij gesloten deuren kunt u het lampje in-
/uitschakelen door op de schakelaar A-
fig. 54te drukken.
De schakelaar Akan in 3 standen worden
gezet:
❒met de schakelaar in het midden (stand
0) wordt de verlichting ingeschakeld bij
het openen van een deur;
❒met de schakelaar omhoog gedrukt
(stand 1) blijft de verlichting altijd in-
geschakeld;
❒met de schakelaar omlaag gedrukt
(stand 2 – AUTO OFF) blijft de ver-
lichting altijd uitgeschakeld.
fig. 54
AU
TO
AUTOOFF
F0T0116m
Het inschakelen/doven van de verlichting
gaat geleidelijk.
Met schakelaar Bbedient u de spotjes; bij
uitgeschakelde plafondverlichting wordt
met de schakelaar:
❒in linker stand, het spotje Cingescha-
keld;
❒in rechter stand, het spotje Dinge-
schakeld.
BELANGRIJK Controleer voordat u de
auto verlaat of beide schakelaars in de
middelste stand staan. Op deze manier
zullen de lampjes van de plafondverlichting
doven bij het sluiten van de portieren, en
voorkomt u dat de accu ontlaadt. Als de
schakelaar in de rechter stand is blijven
staan, schakelt de verlichting 15 minuten
na het uitzetten van de motor automatisch
uit.
fig. 53F0T0114m
036-082 Fiorino NL 1ed:_ 11-12-2009 10:39 Pagina 53