Mist FIAT FREEMONT 2012 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: FIAT, Model Year: 2012, Model line: FREEMONT, Model: FIAT FREEMONT 2012Pages: 356, PDF Size: 8.41 MB
Page 84 of 356

VERLICHTING
LICHTSCHAKELAARDe koplampschakelaar bevindt zich aan de lin-
kerzijde van het instrumentenpaneel. Met deze
schakelaar bedient u de koplampen, de parkeer-
lichten, de instrumentenverlichting, het dimmen van de
instrumentenverlichting, de interieurverlichting en de
mistlampen. (afb. 50)
Draai de koplampschakelaar rechtsom naar de eerste
klikstand om de stadslichten en de instrumentenver-
lichting in te schakelen. Draai de lichtschakelaar in de
tweede stand om de koplampen, de parkeerlichten en
de instrumentenverlichting in te schakelen. AUTOMATISCH INSCHAKELENDE
KOPLAMPEN (voor bepaalde uitvoeringen/
markten)
Dit systeem schakelt de koplampen automatisch in of
uit in overeenstemming met de sterkte van het omge-
vingslicht. Om dit systeem in te schakelen draait u de
verlichtingsschakelaar linksom in de stand AUTO. Bij
ingeschakeld systeem is de uitschakelvertraging van de
koplampen ook ingeschakeld. Dit houdt in dat de
koplampen nog maximaal 90 seconden blijven branden
nadat u de contactschakelaar in de stand OFF hebt
gezet. Om de functie uit te schakelen draait u de
verlichtingsschakelaar naar een andere stand dan
AUTO (A). OPMERKING:
Bij ingeschakelde automatische
stand gaan de koplampen pas branden zodra de motor draait.
KOPLAMPEN AAN BIJ INGESCHAKELDE
RUITENWISSERS (UITSLUITEND
BESCHIKBAAR IN COMBINATIE MET
AUTOMATISCHE KOPLAMPEN)
Als deze functie is ingeschakeld, schakelen de koplam-
pen na ongeveer 10 seconden automatisch in nadat de
ruitenwissers werden ingeschakeld. De koplampscha-
kelaar moet dan wel in stand AUTO (A) zijn gescha-
keld. Als de koplampen via deze functie zijn ingescha-
keld, worden ze uitgeschakeld zodra u de ruitenwissers
uitschakelt.(afb. 50) Schakelaar koplampen
78
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD
Page 86 of 356

MISTLAMPEN VÓÓR EN
MISTACHTERLICHTEN (voor bepaalde
uitvoeringen/markten)
De schakelaar voor de mistlampen vóór is geïntegreerd
in de lichtschakelaar. (afb. 51)De mistlampen vóór en mistachterlichten kunt u
naar wens gebruiken als het zicht door mist is
verslechterd. De mistlampen worden in deze
volgorde ingeschakeld: als u de schakelaar koplampen
één keer indrukt, gaan de mistkoplampen aan. Druk de
schakelaar een tweede keer in om de mistachterlichten
in te schakelen (mistlampen vóór blijven aan). Druk de
schakelaar een derde keer in om de mistachterlichten
uit te schakelen (mistkoplampen blijven aan). Druk de
schakelaar een vierde keer in om de mistkoplampen uit
te schakelen. Bij auto's zonder mistkoplampen worden de mistachterlichten ingeschakeld als u de schakelaar
de eerste keer indrukt.
Bij ingeschakelde mistlampen gaat een indicatielampje
in de instrumentengroep branden. OPMERKING:
De mistlampen werken alleen wan-
neer het dimlicht of het stadslicht is ingeschakeld. Als u
het grootlicht inschakelt, worden de mistlampen auto-
matisch uitgeschakeld.
MULTIFUNCTIONELE HENDEL
Met deze multifunctionele schakelaar bedient u de
richtingaanwijzers, het dim- en grootlicht en het licht-
signaal. De hendel bevindt zich aan de linkerzijde van de
stuurkolom.
RICHTINGAANWIJZERS
Beweeg de multifunctionele hendel op of neer zodat de
pijlen aan beide zijden de instrumentengroep gaan
knipperen om aan te geven dat de richtingaanwijzers
voor en achter naar behoren werken. OPMERKING:
Als een van de lampjes blijft branden en niet knip-
pert, of als een van de lampjes zeer snel knippert,
controleert u of aan de buitenzijde van de auto een
lamp defect is. Als één der controlelampjes niet gaat
branden wanneer u de hendel beweegt, is waarschijnlijk
het betreffende gloeilampje defect.
Als u meer dan 1,6 km hebt gereden met ingescha-
kelde richtingaanwijzer, verschijnt het bericht "Turn(afb. 51)
Schakelaar mistlampen
80
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD
Page 246 of 356

WAARSCHUWING!
Sluit de remmen van de aanhanger
niet aan op de hydraulische remleidin-
gen van uw auto. Dit kan leiden tot overbelasting
en uitval van het remsysteem. Dan kan het voor-
komen dat u niet kunt remmen wanneer dit
nodig is en zo een ongeval veroorzaakt .
Bij het trekken van een aanhanger moet u
rekening houden met een langere remweg. Bij het
trekken van een aanhanger dient u extra afstand
te bewaren tot het voorliggende voertuig. Een te
kleine afstand tot uw voorganger kan leiden tot
een ongeval.
Vereisten voor het trekken van een
aanhangwagen — verlichting en bedrading
Ongeacht het formaat van de aanhanger moet deze zijn
voorzien van remlichten, richtingaanwijzers en een
mistachterlicht.
De trekhaakset kan een bedradingsbundel met zeven of
dertien pennen bevatten. Gebruik een door de fabriek
goedgekeurde bedradingsbundel en stekker. OPMERKING: Probeer niet om de bedrading van de
auto door splitsing te verbinden met die van de aan-
hanger. De elektrische aansluitingen zijn compleet, u hoeft
alleen de bedradingsbundel aan te sluiten op de stekker
van de aanhanger. (afb. 149)
Aantal
pennen Functie Kleur draad
1 Linkerrichtingaanwijzer Geel
2 Mistachterlichten Blauw
3 Aarde/gemeenschappelijke retourlijn Wit
4 Rechterrichtingaanwijzer Groen
5 Positieverlichting rechts- achter, zijmarkeringsver-
lichting en verlichting ken- tekenplaat achter.
b
Bruin
6 Remlichten Rood
(afb. 149) Zevenpens connector
240
UW AUTO
VEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD
Page 247 of 356

Aantal
pennen Functie Kleur draad
7 Positieverlichting linksach- ter, zijmarkeringsverlich-
ting en verlichting kente- kenplaat achter.
b
Zwart
bDe verlichting van de kentekenplaat achter wordt zo
aangesloten dat geen enkel lampje een gemeenschappe-
lijke verbinding heeft met zowel pen 5 als 7. (afb. 150)
Aantal
pennen Functie Kleur draad
1 Linkerrichtingaanwijzer Geel
2 Mistachterlichten Blauw
3
a
Aarde/gemeenschappelijke retourlijn voor contacten
(pennen) 1 en 2 en 4 tot 8 Wit
4 Rechterrichtingaanwijzer Groen
5 Positieverlichting rechts- achter, zijmarkeringsver-
lichting en verlichting ken- tekenplaat achter.
b
Bruin
6 Remlichten Rood
(afb. 150) Connector met dertien pennen
241
UW AUTO VEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU- WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD TECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Page 254 of 356

storing gedetecteerd in het ESC-systeem. Als het
lampje blijft branden nadat er verschillende keren is
gestart en u meerdere kilometers hebt gereden met
een snelheid boven 48 km/u, dient u zo snel mogelijk
contact op te nemen met uw erkende dealer om het
probleem te laten opsporen en verhelpen. OPMERKING:
Het controlelampje elektronisch stabiliteitspro-
gramma UIT en het controle-/storingslampje elektro-
nisch stabiliteitsprogramma gaan kort branden wan-
neer de contactschakelaar in de stand ON/RUN wordtgezet.
Telkens wanneer het contact wordt ingeschakeld,
wordt het ESC-systeem geactiveerd, ook wanneer dit
eerder werd uitgeschakeld.
Het ESC-systeem maakt zoemende of klikkende ge-
luiden wanneer het actief is. Dit is normaal. De gelui-
den houden op wanneer ESC inactief wordt na de
manoeuvre die de activering van het ESC-systeem
heeft veroorzaakt.
4. Controlelampje richtingaanwijzersHet linker- of rechterpijltje knippert gelijktij-
dig met de overeenkomstige richtingaanwij-
zerlampjes vóór en achter als de richtingaan-
wijzerschakelaar wordt bediend. (Raadpleeg
"Verlichting" in "Uw auto" voor meer informatie.) OPMERKING:
Er klinkt een geluidssignaal als de auto verder dan
1,6 km rijdt met één van de richtingaanwijzers aan.
Als één van de richtingaanwijzers sneller knippert
dan normaal, moet u controleren of er een gloeilampje
aan de buitenkant defect is.
5. Controlelampje grootlicht
Dit lampje geeft aan dat grootlicht ingeschakeld
is. Trek de multifunctionele bedieningshendel
links op de stuurkolom naar u toe om naar dimlichten
te schakelen. (Raadpleeg "Verlichting" in "Uw auto"
voor meer informatie.)
6. Controlelampje mistlampen vóór (voor
bepaalde uitvoeringen/markten)
Dit lampje gaat branden wanneer de mistlichten
vóór aan zijn. (Raadpleeg "Verlichting" in "Uw
auto" voor meer informatie.)
7. Weergave kilometerteller en weergave
elektronisch voertuiginformatiecentrum (EVIC)
Kilometerteller
De kilometerteller duidt aan hoeveel kilometers de
auto in totaal heeft gereden.
248UW AUTO
VEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD
Page 258 of 356

Wanneer het ABS-lampje brandt, moet u het remsys-
teem zo spoedig mogelijk laten controleren om weer
van de voordelen van ABS te kunnen profiteren. Con-
troleer het ABS-waarschuwingslampje regelmatig om
er zeker van te zijn dat het goed werkt. Als het lampje
niet gaat branden, laat het systeem dan door een
erkende dealer controleren. (Raadpleeg “Elektronisch
remsysteem” in “Starten en rijden” voor meer infor-
matie.)
13. Indicator brandstofvuldopDit symbool geeft de voertuigzijde aan waar
zich de brandstofvuldop bevindt.
14. Controlelampje mistachterlichten (voor
bepaalde uitvoeringen/markten) Dit lampje gaat branden wanneer de mistach-
terlichten aan zijn. (Raadpleeg "Achtermistlam-
pen" in "Uw auto" voor meer informatie.) 15. Controlelampje beveiligingssysteem (voor
bepaalde uitvoeringen/markten)
Dit lampje gaat ongeveer 16 seconden aan en
uit als het beveiligingssysteem wordt geacti-
veerd en knippert daarna langzamer als het
systeem eenmaal is geactiveerd. Het lampje
zal ook ongeveer drie seconden branden nadat de
contactschakelaar in de stand ON/RUN is gezet. Raad-
pleeg “Alarmsysteem" of “Premium veiligheidssys-
teem” in “Uw auto voor meer informatie).
252UW AUTO
VEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD
Page 278 of 356

GLOEILAMPEN – Exterieur Lampje nr.
Dimlicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . H1
Grootlicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . HB3/9005
Richtingaanwijzer voor . . . . . . . . . . . . . PY27W/3757AK
Parkeerlicht vóór . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . W5W
Mistlamp vóór . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . PSX24W
Mistlamp achter. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . PS19W
Zijknipperlicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . WY5W
Derde remlicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . LED(onderhoud bij erkende dealer)
Achter/Stop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . LED (onderhoud bij erkende dealer)
Achterlicht achterklep . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . LED (onderhoud bij erkende dealer)
Richtingaanwijzer achter . . . . . . . . . . . . . . . . . WY21W
Achteruitrijlamp . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . W21W
Kentekenverlichting. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 168 GLOEILAMPEN VERVANGEN
DIMLICHT/GROOTLICHT/
RICHTINGAANWIJZER VÓÓR EN
PARKEERLICHT VÓÓR
1. Open de motorkap. OPMERKING:
Het kan nodig zijn het luchtfilterhuis
uit te bouwen en de Volledig geïntegreerde vermogens-
module (TIPM) opzij te leggen om bepaalde gloeilam-
pen in het linker koplamphuis te vervangen.
2. Draai de betreffende gloeilamp en aansluitfitting een kwart slag naar links en verwijder het geheel uit het
koplamphuis. (afb. 165)
(afb. 165)
1 — Gloeilamp voorste richtingaanwijzer
2 — Gloeilamp dimlicht
3 — Gloeilamp contourverlichting vóór
4 — Gloeilamp van grootlicht
272
UW AUTO
VEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLENONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD
Page 279 of 356

3. Maak de lamp los uit de bevestigingsconnector ensluit de nieuwe lamp aan.
Raak de nieuwe gloeilamp niet met de
vingers aan. Oliecontaminatie verkort de
levensduur van de lamp. Wanneer de
lamp in contact komt met vettigheid, reinig dan
eerst met reinigingsalcohol.
4. Breng de gloeilamp met de fitting in het koplamphuis aan en draai het geheel een kwart slag rechtsom.
MISTLAMP VÓÓR OPMERKING: Draai het stuur naar rechts als de
mistlamp linksvoor wordt vervangen of naar links als de
mistlamp rechtsvoor wordt vervangen zodat u makke-
lijker bij de voorkant van de wielkuip kunt.
1. Verwijder de houders waarmee het onderpaneel aan de voorkant van de wielholte zijn bevestigd en
verwijder het toegangspaneel.
2. Trek de stekker los van het mistlamphuis. (afb. 166)
3. Pak nu de lamp stevig vast bij de twee klemveren aan de zijkant en knijp de veren samen om de lamp los te
maken uit de achterzijde van het mistlamphuis.
4. Trek de lamp recht uit de opening met sleuf in het lamphuis. 5. Houd de lipjes op de nieuwe mistlamp gelijk aan de
sleuven in de kraag van de lampopening in de ach-
terzijde van het mistlamphuis.
Raak de nieuwe gloeilamp niet met de
vingers aan. Oliecontaminatie verkort de
levensduur van de lamp. Wanneer de
lamp in contact komt met vettigheid, reinig dan
eerst met reinigingsalcohol.
6. Steek de lamp in het lamphuis totdat de lipjes aanliggen in de sleuven van de kraag.
7. Druk de lamp stevig en gelijkmatig in het lamphuis tot de beide klemveren de lamp stevig op zijn plaats houden.
(afb. 166)
273
UW AUTO VEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD TECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Page 280 of 356

MISTLAMP ACHTER
1. Ga met uw hand achter de bumper boven de bum-perversterking en druk op de houderklemmetjes op
de mistlampbehuizing. (afb. 167)
2. Neem de mistlampbehuizing van de bumper.
3. Ontkoppel de aansluiting van de bedradingsbundel. (afb. 168)
4. Pak nu de lamp stevig vast bij de twee klemveren aan de zijkant en knijp de veren samen om de lamp los te
maken uit de achterzijde van het mistlamphuis.
5. Trek de lamp recht uit de opening in het mistlamp- huis.
6. Verwijder de lamp uit het contact en breng de nieuwe gloeilamp aan. 7. Houd de lipjes op de nieuwe achtermistlamp gelijk
aan de sleuven in de kraag van de lampopening in de
achterzijde van het mistlamphuis.
8. Steek de lamp in het lamphuis totdat de lipjes aanliggen in de sleuven van de kraag.
9. Druk de lamp stevig en gelijkmatig in het lamphuis tot de beide klemveren de lamp stevig op zijn plaatshouden.
10. Plaats de mistlampbehuizing weer terug. ZIJKNIPPERLICHT
De zijknipperlichten bevinden zich aan weerszijden in
de spatbordpanelen vóór.
1. Duw de lens van de zijrichtingaanwijzer naar links en laat de veer vrijkomen en trek de lens daarna naar u
toe.(afb. 167)
Houderklemmetjes
(afb. 168)Elektrische aansluiting
274
UW AUTO
VEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLENONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD
Page 341 of 356

INHOUD
Aanhangergewicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 237
Aanhangwagen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 234 Bedrading . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 240
Gewicht trailer en dissel . . . . . . . . . . . . . . . . . . 237
Minimumvereisten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 238
Tips . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 242
Tips voor koeling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 243
Trekhaak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 243
ABS (antiblokkeersysteem) . . . . . . . . . . . . 122,123,251
Accu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 299 Locatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 299
Waarschuwing voor gassen . . . . . . . . . . . . . . . . 300
Achteraandrijfsysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 312
Achteras (differentieel) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 312
Achterklep . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 113
Achterlichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 275
Achtermistlamp . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 252,274
Achterruit, onderdelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 86
Achterruitontdooiing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 87
Achterste mistlampen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 252
Achterste ruitenwisser/sproeier . . . . . . . . . . . . . . . 86
Achteruitkijkspiegels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 62
Achteruitkijkspiegels, elektrisch bediend . . . . . . . . . . 63
Achteruitrijlampen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 275
Additieven, brandstof . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 327
Afkoelen, Turbo . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 218
Afstandsbediening autoradio . . . . . . . . . . . . . . . . . 148
Afstandsbediening autoradio op stuurwiel . . . . . . . . 148
Afstandsbediening deurslot, programmering . . . . . . . 12
Afstandsbediening deurslot, vervanging . . . . . . . . . . . 11
Afstellen, koplampen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 82 Afvalverwijdering
Antivries (motorkoelvloeistof ) . . . . . . . . . . . . . . 309
Motorolie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 299
Airbag . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 198,205
Airbag-waarschuwingslampje . . . . . . . . 204,208,211,247
Airbag, onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 207
Airbag, ontplooien van . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 206
Airbag, raam (zijgordijn) . . . . . . . . . . . . . . 200,203,205
Airco achterin . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 72
Airco, achterin . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 72
Airco, gebruikstips . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 77
Airco, koelvloeistof . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 300,301
Airco, onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 300
Aircofilter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 76,301
Aircosysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 71,300
Alarm (beveiliging) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16,252
Alarminstallatie van het voertuig (beveiliging) . . . . . . . 16
Alarmknipperlichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 93
Alarmsysteem (beveiliging) . . . . . . . . . . . . . . . . . 16,18
Alarmsysteem (diefstalbeveiliging) . . . . . . . . . . . 16,252
Algemene informatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12,15,139
Anti-slingerinrichting aanhanger (TSC) . . . . . . . . . . 129
Antiblokkeersysteem (ABS) . . . . . . . . . . . . . . . 122,123
Antiblokkeersysteem,
waarschuwingslampje . . . . . . . . . . . . . . . . 123,124,251
Antidiefstalalarm (diefstalbeveiliging) . . . . . . . . . . . . 16
Antidiefstalsysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 252
Antivries (motorkoeling) . . . . . . . . . . . 306,307,308,329 Afvalverwijdering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 309
Automatisch controlelampje Olie verversen . . . . . . . 25
Automatisch dimmen van de spiegel . . . . . . . . . . . . . 62
335
UW AUTO VEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD TECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD