FIAT PUNTO 2011 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: FIAT, Model Year: 2011, Model line: PUNTO, Model: FIAT PUNTO 2011Pages: 215, PDF Size: 3.43 MB
Page 11 of 215

7
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGE -
VALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
Draai in dat geval de sleutel in stand
STOPen vervolgens opnieuw in stand
MAR; als de motor geblokkeerd blijft,
probeer het dan opnieuw met de andere
geleverde sleutels. Als de motor nog niet
aanslaat, wendt u dan tot het Fiat Servi-
cenetwerk.Als het lampje Ytijdens het
rijden gaat branden
❒Als het lampje Ygaat branden, be-
tekent dit dat het systeem zichzelf con-
troleert (bijv. bij een vermindering van
de spanning).
❒Als het lampje Yblijft branden, moet
u zich tot het Fiat Servicenetwerk
wenden.
Bij krachtige stoten kunnen
de elektronische componen-
ten in de sleutel beschadigd
worden.
WERKING
Als u bij het starten van de motor de sleu-
tel in stand MARdraait, stuurt het Fiat
CODE-systeem een code naar de rege-
leenheid van de motor die, als de code
wordt herkend, de blokkering van de func-
ties opheft.
De code wordt alleen verzonden als de
regeleenheid van het Fiat CODE-systeem
de door de sleutel verzonden code heeft
herkend.
Door de contactsleutel op STOPte
draaien, schakelt het Fiat CODE-systeem
de functies van de regeleenheid van het
motormanagementsysteem uit.
Als bij het starten de code niet wordt her-
kend, gaat op het instrumentenpaneel het
waarschuwingslampje
Ybranden.
Page 12 of 215

8
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGE -
VALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
SLEUTEL MET
AFSTANDSBEDIENING fig. 4
(optional voor bepaalde
uitvoeringen/markten)
De metalen baard Adient voor:
❒het start-/contactslot;
❒de sloten van de portieren;
❒het ver-/ontgrendelen van de tankdop
(voor bepaalde uitvoeringen/markten);
Als u op de knop Bdrukt, wordt de me-
talen baard in-/uitgeklapt.
Knop
Ëdient voor het ontgrendelen van
de portieren en de achterklep.
Knop
Ádient voor het op afstand ver-
grendelen van de portieren en de baga-
geruimte.
Knop
Rdient voor het openen van de
achterklep.
Als de portieren worden ontgrendeld,
wordt de interieurverlichting een bepaal-
de tijd ingeschakeld.
DE SLEUTELS
CODE CARD fig. 3 (optional voor
bepaalde uitvoeringen/markten)
Bij de auto worden twee sleutels geleverd
en de CODE-card waarop staan aange-
geven:
Ade elektronische code;
Bde mechanische code van de sleutels
die bij aanvraag van duplicaatsleutels
aan het Fiat Servicenetwerk moet
worden overhandigd.
Wij raden u aan de elektronische code
van de CODE-card A-fig. 3altijd bij u te
hebben.
BELANGRIJK Om schade aan de elektro-
nische schakelingen in de sleutels te voor-
komen, mogen de sleutels niet aan direc-
te zonnestraling worden blootgesteld.
Als de auto wordt verkocht,
moeten alle sleutels en de
CODE-card overhandigd wor-
den aan de nieuwe eigenaar.
fig. 3F0M0351m
Druk de knop B alleen in als
de sleutel ver genoeg van het
lichaam (speciaal de ogen) en van voor-
werpen die snel beschadigen (bijvoor-
beeld kledingstukken) is verwijderd.
Laat de sleutel nooit onbeheerd achter.
Hiermee voorkomt u dat iemand (dit
geldt in het bijzonder voor kinderen) per
ongeluk op de knop drukt.
ATTENTIE!
fig. 4F0M0394mfig.
Page 13 of 215

9
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGE -
VALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
Informatie van het lampje op het
dashboard
Als de portieren worden vergrendeld, gaat
het bewakingslampje A-fig. 5ongeveer
3 seconden branden en daarna knipperen
(bewakingsfunctie).
Als u de portieren vergrendelt en een of
meer portieren of de achterklep zijn niet
goed gesloten, dan gaan het lampje en de
richtingaanwijzers snel knipperen.
fig. 5F0M0607m
fig. 7
fig. 6F0M0395m
F0M0396m
BATTERIJ VAN DE SLEUTEL
MET AFSTANDSBEDIENING
VERVANGEN fig. 6
Ga voor het vervangen van de batterij als
volgt te werk:
❒druk op de knop Aen klap de meta-
len baard Buit;
❒draai de schroef Cin stand :m.b.v.
een kleine schroevendraaier;
❒trek de batterijhouder Dnaar buiten
en vervang de batterij E; let daarbij
goed op de polariteit;
❒plaats de batterijhouder Din de sleutel
en draai de schroef Cin stand Á.FRONTJE VAN
AFSTANDSBEDIENING
VERVANGEN fig. 7
Volg voor het vervangen van het frontje
van de afstandsbediening de in de figuur
afgebeelde procedure.
Page 14 of 215

10
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGE -
VALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
MECHANISCHE SLEUTEL fig. 8
De metalen baard Azit vast aan de sleutel.
De sleutel dient voor:
❒het start-/contactslot;
❒de sloten van de portieren;
❒het ont-/vergrendelen van de tankdop
(voor bepaalde uitvoeringen/markten).
fig. 8F0M0352m
DIEFSTALALARM
Het diefstalalarm van de auto is opgeno-
men in het Fiat Lineaccessori-programma.
Lege batterijen zijn schadelijk
voor het milieu. Ze moeten in
daarvoor bestemde containers
worden gedeponeerd of kun-
nen ingeleverd worden bij het Fiat Ser-
vicenetwerk. Dit zal vervolgens zorg-
dragen voor de afvoer.
Extra afstandsbedieningen
bestellen
Het systeem kan maximaal 8 afstandsbe-
dieningen herkennen. Als u in de loop der
tijd een nieuwe afstandsbediening nodig
hebt, kunt u zich tot het Fiat Servicenet-
werk wenden. Neem dan de CODE-card,
een identiteitsbewijs en het kentekenbe-
wijs mee.
Page 15 of 215

11
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGE -
VALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
Hieronder worden alle met de sleutel in te schakelen functies samengevat (met en zonder afstandsbediening):
Type sleutel
Mechanische sleutel
Sleutel met afstandsbediening
Zichtbare signalering
Knipperen
richtingaanwijzers
(alleen met sleutel
met afstandsbediening)
Bewakingslampje
Dead lock
inschakelen
(*)
–
–
Knop
Átwee
keer indrukken
3 x knipperen
Twee x knipperen
en vervolgens
knipperen
bewakingslampjeRuiten openen
(*)
–
–
Knop Ëlanger
dan 2 seconden
indrukken
2 x knipperen
UitschakelenRuiten sluiten
(*)
–
–
Knop Álanger
dan 2 seconden
indrukken
1 x knipperen
Bewakingslampje
knippert Achterklepslot
ontgrendelen
–
–
Knop Rkort
indrukken
2 x knipperen
Bewakingslampje
knippert Ontgrendelen
sloten
Sleutel linksom
draaien
(bestuurderszijde)
Sleutel linksom
draaien
(bestuurderszijde)
Knop Ëkort
indrukken
2 x knipperen
UitschakelenSloten van
buitenaf
vergrendelen
Sleutel rechtsom
draaien
(bestuurderszijde)
Sleutel rechtsom
draaien
(bestuurderszijde)
Knop Ákort
indrukken
1 x knipperen
3 Seconden
continu branden
en vervolgens
knipperen
bewakingslampje
(*) Optional voor bepaalde uitvoeringen/markten.
BELANGRIJK Het openen van de ruiten is gekoppeld aan het commando voor ontgrendeling van de portieren; het sluiten van de
ruiten is gekoppeld aan het commando voor vergrendeling van de portieren.
Page 16 of 215

12
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGE -
VALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
START-/CONTACTSLOT
De sleutel kan in 3 standen worden gedraaid
fig. 9:
❒STOP: motor uit, sleutel uitneembaar,
stuurslot ingeschakeld. Enkele elektri-
sche installaties werken (bijv. autoradio,
centrale portiervergrendeling).
❒MAR: contact aan. Alle elektrische in-
stallaties werken.
❒AVV: motor starten (stand zonder ver-
grendeling).
Het contactslot is voorzien van een her-
startbeveiliging. Als de motor bij de eer-
ste poging niet aanslaat, moet u de sleu-
tel terugdraaien in stand STOPen
nogmaals starten.STUURSLOT
Inschakelen
Zet de sleutel in stand STOP, trek de
sleutel uit het start-/contactslot en draai
het stuur totdat het vergrendelt.
Uitschakelen
Draai het stuur iets heen en weer, terwijl
u de sleutel in stand MARdraait.
Als het start-/contactslot is
geforceerd (bijv. bij een po-
ging tot diefstal) moet u, voordat u
weer met de auto gaat rijden, de wer-
king van het slot laten controleren bij
het Fiat Servicenetwerk.
ATTENTIE!
Neem altijd de sleutel uit het
contactslot als de auto
wordt verlaten, om onvoorzichtig ge-
bruik van de bedieningsknoppen te
voorkomen. Vergeet niet de handrem
aan te trekken. Schakel de eerste ver-
snelling in als de auto op een helling
omhoog staat en de achteruit bij een
helling omlaag (gezien vanuit de rij-
richting). Laat kinderen nooit alleen
achter in de auto.
ATTENTIE!
fig. 9F0M0608m
Verwijder de sleutel nooit uit
het contactslot als de auto
nog in beweging is. Bij de eerste stuur-
uitslag blokkeert het stuur automa-
tisch. Dit geldt in alle gevallen, ook
als de auto gesleept wordt.
ATTENTIE!
Het is streng verboden om
demontage-/montagewerk-
zaamheden uit te voeren, waarvoor
wijzigingen in de stuurinrichting of de
stuurkolom vereist zijn (bijv. bij mon-
tage van een diefstalbeveiliging).
Hierdoor kunnen de prestaties van
het systeem, de garantie en de veilig-
heid in gevaar worden gebracht en
voldoet de auto niet meer aan de
typegoedkeuring.
ATTENTIE!
Page 17 of 215

13
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGE -
VALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
INSTRUMENTENPANEEL
Uitvoeringen met digitaal display
ASnelheidsmeter
BBrandstofmeter met waarschuwings-
lampje brandstofreserve
CKoelvloeistoftemperatuurmeter met
waarschuwingslampje voor te hoge
koelvloeistoftemperatuur
DToerenteller
EDigitaal display
Uitvoeringen met multifunctioneel
display
ASnelheidsmeter
BBrandstofmeter met waarschuwings-
lampje brandstofreserve
CKoelvloeistoftemperatuurmeter met
waarschuwingslampje voor te hoge
koelvloeistoftemperatuur
DToerenteller
EMultifunctioneel display
F0M0535m
fig. 10
F0M0536mfig. 11
Page 18 of 215

14
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGE -
VALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
INSTRUMENTEN
De achtergrondkleur en de vormgeving
van de instrumenten kunnen per uitvoe-
ring verschillen.
SNELHEIDSMETER fig. 12
Geeft de snelheid van de auto aan.TOERENTELLER fig. 13
De toerenteller geeft het toerental per mi-
nuut van de motor aan.
BELANGRIJK De regeleenheid van de
elektronische inspuiting blokkeert tijdelijk
de toevoer van brandstof als de motor
met te hoge toerentallen draait, waardoor
het motorvermogen zal afnemen.
Bij stationair draaiende motor kan de toe-
renteller onder bepaalde omstandigheden
een geleidelijke of herhaalde toerentalstij-
ging aangeven.
Dit is een normaal verschijnsel dat kan op-
treden als bijvoorbeeld de airconditioning
of de elektroventilateur wordt ingescha-
keld. In deze gevallen dient een geringe
toerentalstijging voor het behoud van de
lading van de accu.
fig. 12F0M0405mfig. 13F0M0406m
Page 19 of 215

15
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGE -
VALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
BRANDSTOFMETER fig. 14
De wijzer geeft de hoeveelheid brandstof
aan die in de tank aanwezig is.
Ebrandstoftank leeg.
Fbrandstoftank vol.
Het waarschuwingslampje Ageeft aan dat
er nog ongeveer 7 liter brandstof aanwe-
zig is.
Rijd niet met een bijna lege brandstoftank:
door een onregelmatige brandstoftoevoer
kan de katalysator beschadigen.
Zie de paragraaf “Tanken”.
BELANGRIJK Als de wijzernaald op de in-
dicatie Estaat en het waarschuwings-
lampje Aknippert, dan is er een storing in
het systeem. Wendt u in dit geval tot het
Fiat Servicenetwerk om het systeem te
laten controleren.KOELVLOEISTOFTEMPERATUU
RMETER fig. 15
De wijzer geeft de temperatuur aan van
de motorkoelvloeistof, zodra de koel-
vloeistoftemperatuur hoger wordt dan
ongeveer 50 °C.
Bij normaal gebruik van de auto kan de
wijzernaald op verschillende posities in het
bereik staan, afhankelijk van de gebruik-
somstandigheden van de auto.
CLage koelvloeistoftemperatuur.
HHoge koelvloeistoftemperatuur.Als het waarschuwingslampje Bgaat bran-
den (op enkele uitvoeringen verschijnt
ook een melding op het multifunctionele
display), dan is de koelvloeistoftempera-
tuur te hoog; zet in dat geval de motor uit
en wendt u tot het Fiat Servicenetwerk.
Als de wijzer van de koel-
vloeistoftemperatuurmeter in
het rode gebied komt, zet dan
onmiddellijk de motor uit en
wendt u tot het Fiat Servicenetwerk.
fig. 14F0M0407mfig. 15F0M0408m
Page 20 of 215

16
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGE -
VALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
DIGITAAL DISPLAY
BEGINSCHERM fig. 16
Op het beginscherm kan het volgende
worden weergegeven:
AStand koplampverstelling (alleen als
het dimlicht is ingeschakeld).
BTijd (altijd weergegeven, ook bij uit-
genomen contactsleutel en gesloten
voorportieren).
CKilometerteller (weergave kilometer-/
mijltotaalteller) en informatie Trip-
computer.
DWeergave Start&Stop-functie (voor
bepaalde uitvoeringen/markten).
EGear Shift Indicator (schakeladvies)
(voor bepaalde uitvoeringen/markten).
OpmerkingBij uitgenomen contactsleu-
tel wordt bij het openen van een van de
voorportieren het display verlicht en
wordt enkele seconden de tijd en de ki-
lometer- of mijltotaalteller weergegeven.BEDIENINGSKNOPPEN fig. 17
+Om het scherm en de keuzemoge-
lijkheden naar boven te doorlopen of
de weergegeven waarde te verhogen.
MENUKort indrukken voor toegang
ESCtot het menu en/of naar het
volgende scherm te gaan of de
keuze te bevestigen.
Even ingedrukt houden om terug
te keren naar het beginscherm.
–Om het scherm en de keuzemogelijk-
heden naar beneden te doorlopen of
de weergegeven waarde te verlagen.OpmerkingBij de knoppen +en –hangt
de werking van het volgende af:
Lichtsterkte interieur auto regelen
– als het beginscherm wordt weergegeven,
dan kunt u hiermee de lichtsterkte van
het instrumentenpaneel, van de autoradio
en van de automatische klimaatregeling
regelen.
Setup-menu
– binnen het menu kunt u het menu naar
boven of beneden doorlopen;
– tijdens het instellen kunt u de waarde
verhogen of verlagen.
fig. 16F0M0537mfig. 17F0M0122m