display FIAT PUNTO 2014 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: FIAT, Model Year: 2014, Model line: PUNTO, Model: FIAT PUNTO 2014Pages: 215, PDF Size: 2.97 MB
Page 29 of 215

25
VEILIGHEIDSTARTEN
EN RIJDENLAMPJES
EN BERICHTENNOODGE -
VALLENONDERHOUD
EN ZORGTECHNISCHE
GEGEVENSALFABETISCH
REGISTERDASHBOARD
EN BEDIENING
Datum instellen (Datum instellen)
Met deze functie kan de datum worden
ingesteld (dag – maand – jaar).
Ga voor het instellen als volgt te werk:
– druk kort op de knop MENU ESC; op
het display knippert de “dag” (dd);
– druk op de knop +of –om de instel-
ling uit te voeren;
– druk kort op de knop MENU ESC; op
het display knippert de “maand” (mm);
– druk op de knop +of –om de instel-
ling uit te voeren;
– druk kort op de knop MENU ESC; op
het display knippert het “jaar” (jjjj);
– druk op de knop +of –om de instel-
ling uit te voeren.
OpmerkingElke keer als u de knop +of
– indrukt, wordt de waarde een eenheid
verhoogd of verlaagd. Als u de knop in-
gedrukt houdt, lopen de cijfers automa-
tisch snel door of terug. Als u dicht bij de
juiste waarde bent, stelt u de exacte waar-
de in door de knop telkens in te drukken
en los te laten.
– druk kort op de knop MENU ESCom
terug te keren naar het menuscherm of
houd de knop even ingedrukt om terug te
keren naar het beginscherm zonder op te
slaan. – druk op de knop +of –voor weergave
van de tijd in “24h” of “12h”,
Druk na het uitvoeren van de instelling
kort op de knop MENU ESCom terug
te keren naar het menuscherm of houd de
knop even ingedrukt om terug te keren
naar het beginscherm zonder op te slaan.
– druk nogmaals lang op de knop MENU
ESCom terug te keren naar het begin-
scherm of het hoofdmenu, afhankelijk van
waar u zich in het menu bevindt.Eerste pagina
(weergave van informatie op het
beginscherm van het display)
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Met deze functie kan het type informatie
geselecteerd worden dat in het begin-
scherm moet worden weergegeven.
U kunt kiezen voor weergave van de da-
tum of voor weergave van de turbodruk.
Ga voor het selecteren als volgt te werk:
– druk kort op de knop MENU ESC; op
het display verschijnt “Eerste pagina”;
– druk nogmaals kort op de knop MENU
ESC; op het display verschijnen de opties
“Datum” en “Info motor”;
– druk op de knop +of –om de weerga-
ve te selecteren die u op het beginscherm
van het display wilt hebben;
– druk kort op de knop MENU ESCom
terug te keren naar het menuscherm of
houd de knop even ingedrukt om terug te
keren naar het beginscherm zonder op te
slaan.
Als u de contactsleutel in stand MAR
draait, wordt op het display, na de start-
controle, de informatie weergegeven die
door middel van de functie “Eerste pagina”
in het menu is ingesteld.
001-032 PUNTO POP 1ed NL 07/10/13 13.32 Pagina 25
Page 30 of 215

26VEILIGHEIDSTARTEN
EN RIJDENLAMPJES
EN BERICHTENNOODGE -
VALLENONDERHOUD
EN ZORGTECHNISCHE
GEGEVENSALFABETISCH
REGISTERDASHBOARD
EN BEDIENING
Centrale portiervergrendeling
bij
rijdende auto (Autoclose)
Als deze functie is ingeschakeld (On), wor-
den de portieren automatisch vergrendeld
als de auto sneller rijdt dan 20 km/h.
Ga voor het inschakelen (On) of uitscha-
kelen (Off) van deze functie als volgt te
werk:
– druk kort op de knop MENU ESC; op
het display verschijnt een submenu;
– druk kort op de knop MENU ESC; op
het display knippert (On) of (Off), afhan-
kelijk van de instelling;
– druk op de knop +of –om de keuze uit
te voeren;
– druk kort op de knop MENU ESCom
terug te keren naar het scherm van het
submenu of houd de knop even ingedrukt
om terug te keren naar het scherm van
het hoofdmenu zonder op te slaan;
– houd de knop MENU ESCnogmaals
even ingedrukt om terug te keren naar het
beginscherm of het hoofdmenu, afhanke-
lijk van waar u zich in het menu bevindt. Herhaling informatie
audiosysteem (Zie radio)
Met deze functie kan op het display de
informatie over de autoradio worden
weergegeven.
– Radio: frequentie of RDS-bericht van het
geselecteerde radiostation, automatisch
zoeken of AutoSTore inschakelen;
– audio-CD, MP3-CD: nummer van het
muziekstuk;
– CD-wisselaar: CD-nummer en nummer
muziekstuk.
Ga voor het inschakelen (On) of uitscha-
kelen (Off) van de informatie van het au-
diosysteem op het display als volgt te werk:
– druk kort op de knop MENU ESC; op
het display knippert (On) of (Off), afhan-
kelijk van de instelling;
– druk op de knop +of –om de keuze uit
te voeren;
– druk kort op de knop MENU ESCom
terug te keren naar het menuscherm of
houd de knop even ingedrukt om terug te
keren naar het beginscherm zonder op te
slaan.Meeteenheid instellen
(Meeteenheid)
Met deze functie kunnen de meeteenhe-
den worden ingesteld in drie submenu’s:
“Afstand”, “Verbruik” en “Temperatuur”.
Ga voor het instellen van de gewenste
meeteenheid als volgt te werk:
– druk kort op de knop MENU ESC; op
het display verschijnen de drie submenu’s;
– druk op de knop +of –om tussen de
drie submenu’s te navigeren;
– druk na het selecteren van het submenu
dat u wilt wijzigen, kort op de knop
MENU ESC;
– als het submenu “Afstand”is gekozen:
druk kort op de knop MENU ESC; op
het display wordt “km” of “mijl” weerge-
geven, afhankelijk van de instelling;
– druk op de knop +of –om de keuze uit
te voeren;
– als het submenu “Verbruik”is gekozen:
druk kort op de knop MENU ESC; op
het display wordt “km/l”, “l/100km” of
“mpg” weergegeven, afhankelijk van de
instelling;
001-032 PUNTO POP 1ed NL 07/10/13 13.32 Pagina 26
Page 31 of 215

27
VEILIGHEIDSTARTEN
EN RIJDENLAMPJES
EN BERICHTENNOODGE -
VALLENONDERHOUD
EN ZORGTECHNISCHE
GEGEVENSALFABETISCH
REGISTERDASHBOARD
EN BEDIENING
Taal instellen (Taal)
U kunt de taal van het display instellen: Ita-
liaans, Duits, Engels, Spaans, Frans, Por-
tugees, Pools en Nederlands.
Ga om de gewenste taal in te stellen als
volgt te werk:
– druk kort op de knop MENU ESC; op
het display knippert de ingestelde “taal”;
– druk op de knop +of –om de keuze uit
te voeren;
– druk kort op de knop MENU ESCom
terug te keren naar het menuscherm of
houd de knop even ingedrukt om terug te
keren naar het beginscherm zonder op te
slaan.Volumeregeling
waarschuwingszoemer
(Vol. waarschuwingen)
Het volume van het akoestische signaal
(buzzer) dat klinkt voor het melden van
een storing of waarschuwing, kan ingesteld
worden op 8 niveaus.
Ga voor het instellen van het gewenste
volume als volgt te werk:
– druk kort op de knop MENU ESC; op
het display knippert het “niveau” van het
ingestelde volume;
– druk op de knop +of –om de instel-
ling uit te voeren;
– druk kort op de knop MENU ESCom
terug te keren naar het menuscherm of
houd de knop even ingedrukt om terug te
keren naar het beginscherm zonder op te
slaan. Als de meeteenheid afstand is ingesteld op
“km”, kan de meeteenheid verbruik wor-
den ingesteld op ‘’km/l’’ of ‘’l/100 km’’.
Als de meeteenheid afstand is ingesteld op
“mijl”, geeft het display de hoeveelheid
verbruikte brandstof aan in “mpg”.
– druk op de knop +of –om de keuze uit
te voeren;
– als het submenu “Temperatuur”is geko-
zen: druk kort op de knop MENU ESC;
op het display wordt “°C” of “°F” weer-
gegeven, afhankelijk van de instelling;
– druk op de knop +of –om de keuze uit
te voeren;
Druk na het uitvoeren van de instelling
kort op de knop MENU ESCom terug
te keren naar het scherm van het submenu
of houd de knop even ingedrukt om terug
te keren naar het scherm van het hoofd-
menu zonder op te slaan.
– houd de knop MENU ESCnogmaals
even ingedrukt om terug te keren naar het
beginscherm of het hoofdmenu, afhanke-
lijk van waar u zich in het menu bevindt.
001-032 PUNTO POP 1ed NL 07/10/13 13.32 Pagina 27
Page 32 of 215

28VEILIGHEIDSTARTEN
EN RIJDENLAMPJES
EN BERICHTENNOODGE -
VALLENONDERHOUD
EN ZORGTECHNISCHE
GEGEVENSALFABETISCH
REGISTERDASHBOARD
EN BEDIENING
Volumeregeling knoppen
(Vol. toetsen)
Het akoestische signaal dat klinkt bij het
indrukken van de knoppen MENU ESC,
+en –, kan worden ingesteld op 8 niveaus.
Ga voor het instellen van het gewenste
volume als volgt te werk:
– druk kort op de knop MENU ESC; op
het display knippert het “niveau” van het
ingestelde volume;
– druk op de knop +of –om de instel-
ling uit te voeren;
– druk kort op de knop MENU ESCom
terug te keren naar het menuscherm of
houd de knop even ingedrukt om terug te
keren naar het beginscherm zonder op te
slaan.Geprogrammeerd onderhoud
(Service)
Met deze functie kan worden weergege-
ven hoeveel kilometers nog resteren
voordat een servicebeurt moet worden
uitgevoerd.
Ga voor het raadplegen van deze aanwij-
zingen als volgt te werk:
– druk kort op de knop MENU ESC; op
het display knippert de afstand in km of
mijl, afhankelijk van de instelling (zie de
paragraaf “Meeteenheid afstand”);
– druk kort op de knop MENU ESCom
terug te keren naar het menuscherm of
houd de knop even ingedrukt om terug te
keren naar het beginscherm.OpmerkingIn het “Geprogrammeerd
Onderhoudsschema” zijn de onderhouds-
beurten van de auto op vaste intervallen
vermeld, zie het hoofdstuk “Onderhoud
en zorg”.
Deze weergave verschijnt automatisch,
met sleutel in stand MAR, vanaf 2.000 km
(of 1.240 mijl) en wordt om de 200 km (of
124 mijl) herhaald. Onder de 200 km
wordt de weergave met kleinere interval-
len weergegeven. De weergave in km of
mijl is afhankelijk van de ingestelde mee-
teenheid. Als u dicht bij de volgende ser-
vicebeurt bent en u de contactsleutel in
stand MARdraait, verschijnt op het dis-
play het opschrift “Service” gevolgd door
het aantal kilometers/mijlen dat resteert
tot de volgende servicebeurt. Wendt u tot
het Fiat Servicenetwerk voor het uitvoe-
ren van de werkzaamheden van het “On-
derhoudsschema” en voor het op nul zet-
ten van deze weergave (reset).
001-032 PUNTO POP 1ed NL 07/10/13 13.32 Pagina 28
Page 33 of 215

29
VEILIGHEIDSTARTEN
EN RIJDENLAMPJES
EN BERICHTENNOODGE -
VALLENONDERHOUD
EN ZORGTECHNISCHE
GEGEVENSALFABETISCH
REGISTERDASHBOARD
EN BEDIENING
Inschakeling/Uitschakeling van de
frontairbag aan passagierszijde en
de zij-airbag voor de bescherming
van borstkas/bekken (side bag -
voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Met deze functie kan de passagiersairbag
worden in-/uitgeschakeld.
Ga als volgt te werk:❒
druk op de knop MENU ESCen druk,
na het verschijnen op het display van
het bericht (Bag pass: Off) (voor uit-
schakelen) of het bericht (Bag pass: On)
(voor inschakelen) door op de knop +
of –te drukken, nogmaals op de knop
MENU ESC;
❒
op het display verschijnt het bericht om
de instelling te bevestigen;
❒
selecteer door het indrukken van de
knop +of –(Ja) (voor bevestiging van
de inschakeling/uitschakeling) of (Nee)
(om te annuleren);
❒
druk kort op de knop MENU ESC; er
verschijnt een bevestiging van de geko-
zen instelling en er wordt teruggekeerd
naar het menuscherm of, wanneer de
knop even ingedrukt wordt gehouden,
naar het beginscherm zonder op te
slaan.
MENU ESCMENU ESCMENU ESC
– +
– +
– +
– +
F0M1009i
F0M1011iF0M1010i F0M1013i
F0M1014i
F0M1009i
F0M1015i
F0M1016iF0M1009i
Dagverlichting (D.R.L.)
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Met deze functie kunt u de dagverlichting
in- of uitschakelen.
Ga voor het in- of uitschakelen van deze
functie als volgt te werk:
– druk kort op de knop MENU ESC; op
het display verschijnt een submenu;
– druk kort op de knop MENU ESC; op
het display knippert On of Off, afhankelijk
van de instelling;
– druk op de knop +of –om de keuze uit
te voeren;
– druk kort op de knop MENU ESCom
terug te keren naar het scherm van het
submenu of houd de knop even ingedrukt
om terug te keren naar het scherm van
het hoofdmenu zonder op te slaan;
– druk nogmaals lang op de knop MENU
ESC om terug te keren naar het begin-
scherm of het hoofdmenu, afhankelijk van
waar u zich in het menu bevindt.
Menu verlaten
Laatste functie waarmee de instellingen uit
het menuscherm worden afgesloten.
Druk kort op de knop MENU ESCom
terug te keren naar het beginscherm zon-
der op te slaan.
Als u de knop –indrukt, wordt terugge-
keerd naar het eerste menupunt (Beep
Snelheid).
001-032 PUNTO POP 1ed NL 07/10/13 13.32 Pagina 29
Page 34 of 215

30VEILIGHEIDSTARTEN
EN RIJDENLAMPJES
EN BERICHTENNOODGE -
VALLENONDERHOUD
EN ZORGTECHNISCHE
GEGEVENSALFABETISCH
REGISTERDASHBOARD
EN BEDIENING
TRIPCOMPUTERAlgemeen
Met de “Tripcomputer” kan, als de con-
tactsleutel in stand MARstaat, op het dis-
play informatie worden weergegeven over
de werking van de auto. Deze functie be-
staat uit “Trip A” en “Trip B” die onaf-
hankelijk van elkaar werken en betrekking
hebben op de hele rit van de auto.
Beide functies kunnen op nul worden
gezet (reset - begin van een nieuwe rit).
“Trip A” geeft informatie over:
– Buitentemperatuur
– Autonomie (actieradius)
– Afgelegde afstand
– Gemiddeld verbruik
– Huidig verbruik
– Gemiddelde snelheid
– Reistijd.“Trip B”, alleen aanwezig op het multi-
functionele display, geeft informatie over:
– Afgelegde afstand B
– Gemiddeld verbruik B
– Gemiddelde snelheid B
– Reistijd B.
OpmerkingDe functie “Trip B” kan
worden uitgeschakeld (zie de paragraaf
“Trip B”). De gegevens “Autonomie” en
“Huidig verbruik” kunnen niet op nul wor-
den gezet.
Weergegeven gegevens
Buitentemperatuur
Geeft de buitentemperatuur aan.
Autonomie
Geeft het aantal kilometers aan dat nog ge-
reden kan worden met de brandstof in de
brandstoftank, waarbij ervan uit wordt ge-
gaan dat de rijstijl niet verandert. Op het
display verschijnt de indicatie “- - - -” als:
– de actieradius kleiner is dan 50 km (of
30 mijl)
– de auto langere tijd met draaiende mo-
tor stilstaat.
Afgelegde afstand
Geeft de afstand aan die de auto heeft af-
gelegd vanaf het begin van een nieuwe rit.Gemiddeld verbruik
Geeft het gemiddelde brandstofverbruik
aan vanaf het begin van een nieuwe rit.
Huidig verbruik
Geeft doorlopend de wijziging in het
brandstofverbruik aan. Als de auto stilstaat
met draaiende motor wordt “- - - -” op
het display weergegeven.
Gemiddelde snelheid
Geeft de gemiddelde snelheid van de au-
to aan op basis van de tijd die verstreken
is vanaf het begin van een nieuwe rit.
Reistijd
Geeft de verstreken tijd aan vanaf het be-
gin van een nieuwe rit.
BELANGRIJK Als er geen informatie is,
verschijnt bij alle functies op de Tripcom-
puter de aanduiding “- - - -” in plaats van
de waarde. Wanneer de normale werking
weer hersteld is, worden de waarden van
de functies weer op normale wijze weer-
gegeven. De waarden die voor de storing
werden weergegeven, worden niet op
nul gezet en er wordt geen nieuwe rit
begonnen.
001-032 PUNTO POP 1ed NL 07/10/13 13.32 Pagina 30
Page 35 of 215

31
VEILIGHEIDSTARTEN
EN RIJDENLAMPJES
EN BERICHTENNOODGE -
VALLENONDERHOUD
EN ZORGTECHNISCHE
GEGEVENSALFABETISCH
REGISTERDASHBOARD
EN BEDIENING
fig. 21
F0M0609m
Bedieningsknop TRIP fig. 21
Met de knop TRIP, aan het uiteinde van
de rechter hendel, krijgt u, als de con-
tactsleutel in stand MARstaat, toegang
tot de hiervoor beschreven gegevens en
kunnen de gegevens op nul worden gezet
om een nieuwe rit te beginnen:
– kort indrukken voor weergave van de
verschillende gegevens
– even ingedrukt houden voor het op nul
zetten (reset) en het beginnen van een
nieuwe rit.Nieuwe rit
Begint als een reset is uitgevoerd:
– “handmatig” door de gebruiker, door
het indrukken van de betreffende knop;
– “automatisch” wanneer de “afgelegde af-
stand” de waarde 3999,9 km of 9999,9 km,
afhankelijk van het geïnstalleerde display,
bereikt of wanneer de “reistijd” de waar-
de 99.59 (99 uur en 59 minuten) bereikt;
– iedere keer als de accu losgekoppeld is
geweest.
BELANGRIJK Als u het systeem op nul zet
terwijl het scherm van “Trip A” wordt
weergegeven, dan worden alleen de ge-
gevens van “Trip A” op nul gezet.
BELANGRIJK Als u het systeem op nul zet
terwijl het scherm van “Trip B” wordt
weergegeven, dan worden alleen de ge-
gevens van “Trip B” op nul gezet.Procedure voor het begin
van een rit
Voor het op nul zetten (reset) moet u,
met de sleutel in stand MAR, langer dan
2 seconden op de knop TRIPdrukken.
Trip verlaten
De functie Trip verlaten: houd de knop
MENU ESClanger dan 2 seconden
ingedrukt.
001-032 PUNTO POP 1ed NL 07/10/13 13.32 Pagina 31
Page 51 of 215

47
VEILIGHEIDSTARTEN
EN RIJDENLAMPJES
EN BERICHTENNOODGE -
VALLENONDERHOUD
EN ZORGTECHNISCHE
GEGEVENSALFABETISCH
REGISTERDASHBOARD
EN BEDIENING
BUITENVERLICHTINGMet de linker hendel fig. 39bedient u de
buitenverlichting.
De buitenverlichting werkt uitsluitend als
de contactsleutel in stand MARstaat.
Als u de buitenverlichting inschakelt, gaat
ook de verlichting van het instrumenten-
paneel en van de bedieningsknoppen op
het dashboard branden.
DAGVERLICHTING (DRL)
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Draai, met de contactsleutel in stand MAR
de draaiknop in stand Ozet, wordt auto-
matisch de dagverlichting ingeschakeld; de
andere lampen en de interieurverlichting
blijven uitgeschakeld. De automatische in-
schakeling van de dagverlichtingkan wor-
den in- of uitgeschakeld via het menu op
het display (zie de paragraaf “Multifuncti-
oneel display en instelbaar multifunctio-
neel display” in dit hoofdstuk). Als de dag-
verlichting wordt uitgeschakeld, dan wordt
met de draaiknop in stand Ogeen enke-
le verlichting ingeschakeld.GROOTLICHT
Trek, als de draaiknop reeds in stand
2
staat, de hendel naar het stuurwiel (2
eon-
vergrendelde stand).
Op het instrumentenpaneel gaat het con-
trolelampje
1
branden.
Als de hendel opnieuw naar het stuurwiel
wordt getrokken, dooft het grootlicht en
wordt het dimlicht weer ingeschakeld.
GROOTLICHTSIGNAAL
Trek de hendel naar het stuurwiel (1
eon-
vergrendelde stand), ongeacht de stand van
de draaiknop. Op het instrumentenpaneel
gaat het controlelampje
1
branden.
PARKEERLICHTEN
Wanneer, met uitgenomen contactsleutel
of in de stand STOP, de ring wordt ge-
draaid van de stand Onaar de stand 6,
gaan de parkeerlichten aan. Op het in-
strumentenpaneel gaat het controlelamp-
je 3branden.
fig. 39
F0M0614m
DIMLICHT/BUITENVERLICHTING
Met de contactsleutel in de stand MAR,
draai de ring naar de stand
2
. Bij inscha-
keling van de dimlichten gaan zowel de
dagverlichting als de dimlichten en de bui-
tenverlichting uit en aan. Op het instru-
mentenpaneel gaat het controlelampje
3
branden.
Wanneer, met de contactsleutel in de
stand MAR, de ring naar voren wordt ge-
draaid van de stand Onaar de stand 6,
gaan de buitenverlichting, de kenteken-
verlichting en de D.R.L. dagverlichting (in-
dien aanwezig) aan als ze niet uitgescha-
keld zijn via de menu op de display.
De dagverlichting is een al-
ternatief voor het dimlicht tij-
dens het rijden overdag. Deze dagver-
lichting is in bepaalde landen verplicht
en waar niet verplicht, toegestaan.
ATTENTIE!
De dagverlichting is geen ver-
vanging voor het dimlicht tij-
dens het rijden in tunnels of in het don-
ker. Het gebruik van de dagverlichting
is afhankelijk van de wettelijke voor-
schriften van het land waarin u zich be-
vindt. Houdt u aan de voorschriften.
ATTENTIE!
033-069 PUNTO POP 1ed NL 07/10/13 13.56 Pagina 47
Page 52 of 215

48VEILIGHEIDSTARTEN
EN RIJDENLAMPJES
EN BERICHTENNOODGE -
VALLENONDERHOUD
EN ZORGTECHNISCHE
GEGEVENSALFABETISCH
REGISTERDASHBOARD
EN BEDIENING
RICHTINGAANWIJZERS fig. 40
Zet de hendel in de vergrendelde stand:❒
omhoog (stand 1): inschakeling rechter
richtingaanwijzer;
❒
omlaag (stand 2): inschakeling linker
richtingaanwijzer.
Op het instrumentenpaneel knippert het
controlelampje
¥
of
Î.
De richtingaanwijzers schakelen automa-
tisch uit als de auto weer rechtuit rijdt.
Functie wisselen van rijbaan
Als u bij wisseling van rijstrook kort rich-
ting wilt aangeven, moet u de linker hendel
korter dan een halve seconde in de on-
vergrendelde stand zetten. De richting-
aanwijzer aan de gekozen zijde knippert
5 keer en dooft daarna automatisch.“FOLLOW ME HOME” SYSTEEM
Met dit systeem kan de ruimte voor de
auto een bepaalde tijd worden verlicht.
Inschakelen
U schakelt deze functie in door de con-
tactsleutel in stand STOPte draaien of
uit te nemen en de linker hendel binnen
2 minuten na het uitzetten van de motor
naar het stuur te trekken.
Telkens als u de hendel bedient, blijft de
verlichting 30 seconden langer branden,
tot een maximum van 210 seconden; hier-
na schakelt de verlichting automatisch uit. Als de hendel wordt bediend, gaat het con-
trolelampje
3
op het instrumentenpa-
neel branden en verschijnt er een bericht
op het display (zie het hoofdstuk “Lampjes
en berichten”) gedurende de tijd dat de
functie actief blijft. Het lampje gaat bran-
den als de hendel voor het eerst bediend
wordt en blijft branden totdat de functie
automatisch uitschakelt. Telkens als de
hendel wordt bediend, wordt alleen de
inschakeltijd van de verlichting verlengd.
Uitschakelen
Houd de hendel langer dan 2 seconden
naar het stuur getrokken.
MISTLAMPEN VOOR MET
CORNERING LIGHTS-FUNCTIE
Bij ingeschakeld dimlicht en bij een snel-
heid lager dan 40 km/h, wordt bij een gro-
te stuuruitslag of bij inschakeling van de
richtingaanwijzers, een lamp (ingebouwd
in de mistlamp) aan de binnenzijde van de
bocht ingeschakeld om het zichtveld ‘s
nachts te vergroten. De werking kan wor-
den in- of uitgeschakeld via het menu op
het display (zie de paragraaf “Functies dis-
play” in dit hoofdstuk).
fig. 40
F0M0613m
033-069 PUNTO POP 1ed NL 07/10/13 13.56 Pagina 48
Page 59 of 215

55
VEILIGHEIDSTARTEN
EN RIJDENLAMPJES
EN BERICHTENNOODGE -
VALLENONDERHOUD
EN ZORGTECHNISCHE
GEGEVENSALFABETISCH
REGISTERDASHBOARD
EN BEDIENING
Portierontgrendeling
bij een ongeval
Bij een ongeval waarbij de brandstof-
noodschakelaar in werking treedt, worden
de portieren automatisch ontgrendeld zo-
dat het interieur van de auto van buiten-
af bereikt kan worden. Gelijktijdig gaat ook
de plafondverlichting branden. U kunt de
portieren echter altijd van binnenuit ope-
nen met behulp van de daarvoor bestem-
de bedieningshendels.
Als u na het ongeval geen brandstoflek-
kage vindt en de auto kan nog verder rij-
den, herstel dan de werking van de brand-
stofnoodschakeling, volgens de hierna
beschreven procedure. PORTIERVERGRENDELING
fig. 50
U kunt de centrale portiervergrendeling
inschakelen door de knop Aop de mid-
denconsole in te drukken, onafhankelijk
van de stand van de contactsleutel.
BRANDSTOFNOOD -
SCHAKELINGDeze schakelt in bij een ongeval waardoor:❒
de toevoer van brandstof wordt ge-
stopt en de motor afslaat;
❒
de portieren automatisch ontgrende-
len;
❒
de interieurverlichting wordt ingescha-
keld.
Als de brandstofnoodschakeling geacti-
veerd is, verschijnt op het display het be-
richt “Brandstoftoevoer afgesloten, zie in-
structieboekje”.
Controleer de auto zorgvuldig op brand-
stoflekkage, bijvoorbeeld in de motor-
ruimte, onder de auto of in de nabijheid
van de brandstoftank.
Draai na een ongeval de contactsleutel
in stand STOPom te voorkomen dat de
accu ontlaadt.
fig. 50
F0M0618m
Als u na een ongeval een
brandstoflucht ruikt of merkt
dat het brandstofsysteem lekt, scha-
kel dan het systeem niet opnieuw in,
zodat brand wordt voorkomen.
ATTENTIE!
BRANDSTOFNOOD
-
SCHAKELING
033-069 PUNTO POP 1ed NL 07/10/13 13.56 Pagina 55