stop start FIAT PUNTO 2021 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: FIAT, Model Year: 2021, Model line: PUNTO, Model: FIAT PUNTO 2021Pages: 215, PDF Size: 9.23 MB
Page 59 of 215

55
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGE - VALLEN
ONDERHOUD EN ZORG
TECHNISCHEGEGEVENS
ALFABETISCH REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
Portierontgrendeling
bij een ongeval
Bij een ongeval waarbij de brandstof-
noodschakelaar in werking treedt, worden
de portieren automatisch ontgrendeld zo-
dat het interieur van de auto van buiten-
af bereikt kan worden. Gelijktijdig gaat ook
de plafondverlichting branden. U kunt de
portieren echter altijd van binnenuit ope-
nen met behulp van de daarvoor bestem-
de bedieningshendels.
Als u na het ongeval geen brandstoflek-
kage vindt en de auto kan nog verder rij-
den, herstel dan de werking van de brand-
stofnoodschakeling, volgens de hierna
beschreven procedure.
PORTIERVERGRENDELING
fig. 50
U kunt de centrale portiervergrendeling
inschakelen door de knop
Aop de mid-
denconsole in te drukken, onafhankelijk
van de stand van de contactsleutel.BRANDSTOFNOOD -
SCHAKELING
Deze schakelt in bij een ongeval waardoor:
❒de toevoer van brandstof wordt ge- stopt en de motor afslaat;
❒de portieren automatisch ontgrende-len;
❒de interieurverlichting wordt ingescha-keld.
Als de brandstofnoodschakeling geacti-
veerd is, verschijnt op het display het be-
richt “Brandstoftoevoer afgesloten, zie in-
structieboekje”.
Controleer de auto zorgvuldig op brand-
stoflekkage, bijvoorbeeld in de motor-
ruimte, onder de auto of in de nabijheid
van de brandstoftank.
Draai na een ongeval de contactsleutel
in stand STOP om te voorkomen dat de
accu ontlaadt.fig. 50F0M0618m
Als u na een ongeval een
brandstoflucht ruikt of merkt
dat het brandstofsysteem lekt, scha-
kel dan het systeem niet opnieuw in,
zodat brand wordt voorkomen.
ATTENTIE!
BRANDSTOFNOOD-
SCHAKELING033-069 PUNTO POP 1ed NL 07/10/13 13.56 Pagina 55
Page 60 of 215

56
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGE - VALLEN
ONDERHOUD EN ZORG
TECHNISCHEGEGEVENS
ALFABETISCH REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
fig. 52F0M0077m
fig. 51F0M0104m
fig. 53F0M0078m
INTERIEURUITRUSTING
DASHBOARDKASTJE
fig. 51-52
Trek aan de handgreep A-fig. 51 om het
dashboardkastje te openen.
In het dashboardkastje bevindt zich een
documentenvak A-fig. 52(voor bepaalde
uitvoeringen/markten).
OPBERGVAKKEN
Het opbergvak A-fig. 53 bevindt zich
in het dashboard, links van het stuurwiel.
Om de juiste werking van de auto te her-
stellen, moeten de volgende handelingen
worden uitgevoerd:❒draai de contactsleutel in stand MAR;
❒schakel de rechter richtingaanwijzer in;
❒schakel de rechter richtingaanwijzer uit;
❒schakel de linker richtingaanwijzer in;
❒schakel de linker richtingaanwijzer uit;
❒schakel de rechter richtingaanwijzer in;
❒schakel de rechter richtingaanwijzer uit;
❒schakel de linker richtingaanwijzer in;
❒schakel de linker richtingaanwijzer uit;
❒draai de contactsleutel in stand STOP;
❒draai de contactsleutel in stand MAR.
033-069 PUNTO POP 1ed NL 07/10/13 13.56 Pagina 56
Page 67 of 215

63
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGE - VALLEN
ONDERHOUD EN ZORG
TECHNISCHEGEGEVENS
ALFABETISCH REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
RUITBEDIENING
ELEKTRISCH BEDIEND
In de armsteun van het portier aan be-
stuurderszijde zijn de twee bedienings-
schakelaars fig. 75 gemonteerd waarmee
u, als de contactsleutel in stand MAR
staat, de zijruiten bedient:
A openen/sluiten zijruit linksvoor;
B openen/sluiten zijruit rechtsvoor.
Opmerking : door de knop in te drukken
wordt de ruit geopend, door hem uit te
trekken wordt de ruit gesloten. De automatisch continue werking
van de ruit wordt ingeschakeld
als
u langer dan een halve seconde op een van
de bedieningsschakelaars drukt. De be-
weging stopt als de ruit aan het einde van
zijn slag is of als u nogmaals op de scha-
kelaar drukt.
BELANGRIJK Als de anti-letselfunctie bin-
nen 1 minuut 5 keer inschakelt, dan voert
het systeem automatisch de “recovery”
uit (zelfbescherming). Hierbij gaat de ruit
telkens een klein stukje omhoog totdat de
ruit geheel gesloten is.
fig. 75F0M0136m
Automatische werking
De auto is uitgerust met automatische
ruitbediening omhoog en omlaag aan de
bestuurderszijde.
033-069 PUNTO POP 1ed NL 07/10/13 13.56 Pagina 63
Page 68 of 215

64
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGE - VALLEN
ONDERHOUD EN ZORG
TECHNISCHEGEGEVENS
ALFABETISCH REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
Initialisatie van de ruitbediening
Als de accu losgekoppeld is geweest of als
een zekering is doorgebrand, moet de wer-
king van het systeem opnieuw ingesteld
worden.
Initialisatieprocedure:
❒sluit de ruit die geïnitialiseerd moet worden geheel (handmatig);
❒houd na het bereiken van de geheel gesloten stand de schakelaar nog ten
minste 1 seconde ingedrukt.
Onzorgvuldig gebruik van de
elektrische ruitbediening kan
gevaarlijk zijn. Controleer voor en tij-
dens het bedienen van de ruit altijd of
de passagiers niet kunnen worden
verwond door de bewegende ruiten,
hetzij direct door contact met de ruit,
hetzij door voorwerpen die door de
ruit worden meegesleept of geraakt.
Verwijder altijd de sleutel uit het con-
tactslot als u de auto verlaat om te
voorkomen dat een onverwachtse
inschakeling van de elektrische ruit-
bediening gevaar oplevert voor de
achtergebleven passagiers.
ATTENTIE!
HANDBEDIENING ACHTER
(5-deurs uitvoeringen) fig. 76
Open of sluit de ruit met de betreffende
slinger.
fig. 76F0M0091m
Ga voor het herstellen van de juiste wer-
king van het systeem als volgt te werk:
❒open de ruiten;
of
❒draai de contactsleutel in stand STOP en vervolgens in MAR.
Als er geen storingen zijn, dan werkt de
ruit weer normaal.
BELANGRIJK Als de contactsleutel in
stand STOP staat of is uitgenomen, dan
kunnen de ruiten nog ongeveer 2 minuten
worden bediend. Het systeem wordt ech-
ter onmiddellijk uitgeschakeld als een van
de portieren wordt geopend.
Het systeem voldoet aan de
2000/4/EU-normen en is ge-
richt op de bescherming van de inzit-
tenden wanneer deze ledematen door
de geopende ruit steken.
ATTENTIE!
BELANGRIJK Als bij enkele uitvoeringen
de knop Ëop de sleutel met afstandsbe-
diening langer dan 2 seconden wordt in-
gedrukt, worden de ruiten geopend; als de
knop
Áop de sleutel met afstandsbedie-
ning langer dan 2 seconden wordt inge-
drukt, worden de ruiten gesloten.
033-069 PUNTO POP 1ed NL 07/10/13 13.56 Pagina 64
Page 73 of 215

69
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGE - VALLEN
ONDERHOUD EN ZORG
TECHNISCHEGEGEVENS
ALFABETISCH REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
Om veiligheidsredenen moet
de motorkap tijdens het rij-
den altijd goed gesloten zijn. Con-
troleer daarom altijd of de motorkap
goed vergrendeld is. Als u tijdens het
rijden merkt dat de motorkap niet
goed is vergrendeld, stop dan on-
middellijk en sluit de motorkap op de
juiste wijze.
ATTENTIE!
Als de steunstang verkeerd
geplaatst wordt, kan de mo-
torkap onverwacht dichtvallen.
ATTENTIE!
Voer deze handeling alleen
uit als de auto stilstaat.
ATTENTIE!
IMPERIAAL/SKIDRAGER
3-deursuitvoeringen
De voorste bevestigingspunten bevinden
zich op de punten A-fig. 93.
De achterste bevestigingspunten bevinden
zich op de punten B . Deze worden aan-
gegeven met symbolen (
O) op de zijrui-
ten achter.
5-deursuitvoeringen
De voorste bevestigingspunten bevinden
zich op de punten A-fig. 93.
De achterste bevestigingspunten bevinden
zich op de punten B . Deze worden aan-
gegeven met een inkeping op het boven-
ste deel van de portierstijl. BELANGRIJK U dient zich strikt aan de
montagevoorschriften te houden die bij de
set zijn geleverd. De montage moet altijd
door deskundige personen worden uitge-
voerd.fig. 93F0M0102m
Controleer na enkele kilome-
ters rijden nogmaals of de be-
vestigingsbouten nog goed vastzitten.
ATTENTIE!
Houdt u zorgvuldig aan de wet-
telijke bepalingen betreffende
de maximale afmetingen.
Verdeel de lading gelijkmatig
en houd tijdens de rit reke-
ning met een verhoogde zijwindge-
voeligheid.
ATTENTIE!
Overschrijd nooit het maxi-
mum draagvermogen (zie het
hoofdstuk “Technische gege-
vens”).
033-069 PUNTO POP 1ed NL 07/10/13 13.56 Pagina 69
Page 76 of 215

72
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGE - VALLEN
ONDERHOUD EN ZORG
TECHNISCHEGEGEVENS
ALFABETISCH REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
ABS
Als u niet eerder in een auto met ABS
hebt gereden, raden wij u aan het systeem
eerst een paar keer uit te proberen op een
glad wegdek. Verlies hierbij de veiligheid
niet uit het oog en houdt u aan de wet-
geving van het land waarin u zich bevindt.
Bovendien raden wij u aan de volgende
aanwijzingen aandachtig te lezen.
Het ABS dat geïntegreerd is in het remsy-
steem, voorkomt dat tijdens het remmen
de wielen blokkeren, ongeacht de condi-
tie van het wegdek en de pedaaldruk, en
verhindert daarmee het doorslippen van
een of meerdere wielen. Hierdoor blijft de
auto bestuurbaar, zelfs bij noodstops.
Het systeem wordt gecompleteerd met
een elektronische remdrukverdeling EBD
(Electronic Braking force Distribution), die
de remdruk verdeelt tussen de voor- en
achterwielen.
BELANGRIJK Voor een maximale werking
van het remsysteem is een inrijperiode no-
dig van ongeveer 500 km (bij een nieuwe
auto of nadat de remblokken/-schijven zijn
vervangen): tijdens deze periode moet
bruusk, herhaaldelijk of langdurig remmen
worden voorkomen.Het ABS maakt zoveel mo-
gelijk gebruik van de be-
schikbare grip maar kan deze niet
verhogen. Daarom moet op gladde
weggedeelten altijd voorzichtig wor-
den gereden en mogen er geen on-
nodige risico’s worden genomen.
ATTENTIE!
ACTIVERING VAN
HET SYSTEEM
Als het ABS in werking is getreden, merkt
de bestuurder dit aan een trilling in het
rempedaal, die gepaard gaat met enig ge-
luid: dit geeft aan dat het noodzakelijk
is uw snelheid aan te passen aan de
beschikbare grip op het wegdek.
MECHANICAL BRAKE ASSIST
(remregeling bij noodstops)
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Dit systeem, dat niet kan worden uitge-
schakeld, herkent noodstops (op basis van
de snelheid waarmee het rempedaal wordt
ingetrapt) en verhoogt de druk in het rem-
circuit aanzienlijk, waardoor het systeem
sneller en krachtiger kan remmen.
WAARSCHUWING Als het Mechanical
Brake Assist wordt geactiveerd, is het mo-
gelijk dat het systeem lawaai produceert. Dit
is normaal. Houd tijdens het remmen het
rempedaal in ieder geval goed ingedrukt.
Als het ABS in werking treedt,
dan is de grip van de banden
op het wegdek beperkt: u dient uw
snelheid te verlagen en aan te passen
aan de beschikbare grip.
ATTENTIE!
STORINGSMELDINGEN
Storing in ABS
Bij een storing brandt het waarschu-
wingslampje
>op het instrumentenpa-
neel en verschijnt er een melding op het
multifunctionele display (voor bepaalde
uitvoeringen/markten) (zie het hoofdstuk
“Lampjes en berichten”).
In dat geval blijft het remsysteem normaal
werken, maar zonder de mogelijkheden
van het ABS. Rijd voorzichtig naar de
dichtstbijzijnde werkplaats van het Fiat
Servicenetwerk om het systeem te laten
controleren.
070-090 PUNTO POP 1ed NL 25/03/14 16:31 Pagina 72
Page 77 of 215

73
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGE - VALLEN
ONDERHOUD EN ZORG
TECHNISCHEGEGEVENS
ALFABETISCH REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
ESP-SYSTEEM
(Electronic Stability
Program)
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Dit systeem bewaakt de stabiliteit van de
auto als de wielen hun grip verliezen,
waardoor de auto beter op koers blijft.
De werking van het ESP is uitermate nut-
tig als de grip op het wegdek wisselt.
Naast het ESP-, ASR- en Hill Holder-sys-
teem beschikt de auto (voor bepaalde uit-
voeringen/markten) ook over MSR (rege-
ling van het afremmen op de motor tijdens
terugschakelen) en HBA (automatische
remdrukverhoger bij noodstops).
ACTIVERING VAN HET SYSTEEM
Bij activering gaat het lampje
áop het in-
strumentenpaneel knipperen, om de be-
stuurder er op te wijzen dat de auto de
stabiliteit en de grip dreigt te verliezen.
Als het ABS in werking
treedt, merkt u dat aan een
trilling in het rempedaal. Verlaag de
remdruk niet maar houd het rempe-
daal juist goed ingetrapt; op deze ma-
nier hebt u de kortste remweg in re-
latie tot de conditie van het wegdek.
ATTENTIE!Storing in EBD
Bij een storing branden de waarschu-
wingslampjes
>en xop het instru-
mentenpaneel en verschijnt er een mel-
ding op het multifunctionele display (voor
bepaalde uitvoeringen/markten) (zie het
hoofdstuk “Lampjes en berichten”).
In dit geval kunnen bij krachtig remmen
de achterwielen vroegtijdig blokkeren
waardoor de auto kan slippen. Rijd zeer
voorzichtig naar de dichtstbijzijnde werk-
plaats van het Fiat Servicenetwerk om het
systeem te laten controleren.
Als alleen het waarschu-
wingslampje xop het in-
strumentenpaneel gaat branden (er
verschijnt ook een melding op het
multifunctionele display – voor be-
paalde uitvoeringen/markten), stop
dan onmiddellijk en wendt u tot het
Fiat Servicenetwerk. Als er vloeistof
lekt uit het hydraulische systeem,
wordt de werking van zowel het con-
ventionele remsysteem als het ABS in
gevaar gebracht.
ATTENTIE!
070-090 PUNTO POP 1ed NL 25/03/14 16:31 Pagina 73
Page 78 of 215

74
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGE - VALLEN
ONDERHOUD EN ZORG
TECHNISCHEGEGEVENS
ALFABETISCH REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
INSCHAKELING
VAN HET SYSTEEM
Het ESP wordt automatisch ingeschakeld
als de motor wordt gestart en kan niet
worden uitgeschakeld.
STORINGSMELDINGEN
Bij een storing in het ESP wordt het sys-
teem automatisch uitgeschakeld en gaat het
lampje
áop het instrumentenpaneel con-
tinu branden en verschijnt er een melding
op het multifunctionele display (voor be-
paalde uitvoeringen/markten) (zie het
hoofdstuk “Lampjes en berichten”). Bo-
vendien gaat ook het lampje in de knop
ASR OFF branden. Wendt u in dat geval zo
snel mogelijk tot het Fiat Servicenetwerk.
De prestaties van het ESP-
systeem mogen de bestuur-
der er niet toe verleiden onnodige en
onverantwoorde risico’s te nemen. De
rijstijl moet altijd zijn aangepast aan
het wegdek, het zicht en het verkeer.
De verantwoordelijkheid voor de ver-
keersveiligheid ligt altijd en overal bij
de bestuurder.
ATTENTIE!
HILL HOLDER-SYSTEEM
Dit in het ESP geïntegreerde systeem helpt
bij het wegrijden op een helling.
Het systeem schakelt automatisch in als:
❒op een stijgende helling: de auto stilstaat op een helling van meer dan 5% met
draaiende motor, ingetrapt rempedaal
en versnellingsbak in vrij of als een
andere versnelling dan de achteruit is
ingeschakeld.
❒op een dalende helling: de auto stilstaatop een helling van meer dan 5% met
draaiende motor, ingetrapt rempedaal
en als de achteruit is ingeschakeld.
Tijdens het wegrijden zorgt de regeleen-
heid van het ESP ervoor dat de wielen ge-
remd blijven, totdat het noodzakelijke mo-
torkoppel is bereikt om weg te rijden (of
maximaal 1 seconde), zodat u meer tijd
heeft om uw rechter voet van het rem-
pedaal naar het gaspedaal te verplaatsen. Als u na 1 seconde niet bent weggereden,
schakelt het systeem automatisch uit en
wordt de remdruk geleidelijk verlaagd.
Tijdens deze fase kunt u een typisch geluid
horen. Dit geluid betekent dat de auto
ieder moment in beweging kan komen.
Storingsmeldingen
Bij een storing in het systeem brandt op het
instrumentenpaneel het waarschuwings-
lampje
*bij een digitaal display en het
lampje
ábij een multifunctioneel display
(voor bepaalde uitvoeringen/markten) (zie
het hoofdstuk “Lampjes en berichten”).
BELANGRIJK Het Hill Holder-systeem is
geen handrem; verlaat dus nooit de auto
zonder de handrem aan te trekken, de
motor uit te zetten en de eerste versnel-
ling in te schakelen.
Voor een goede werking van
de ESP- en ASR-systemen is
het van groot belang dat de banden
van alle wielen van hetzelfde type
zijn, dat ze in perfecte staat verkeren
en vooral van de aanbevolen maat
zijn.
ATTENTIE!
HYDRAULIC BRAKE ASSIST
(remregeling bij noodstops
geïntegreerd in ESP)
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Dit systeem, dat niet kan worden uitge-
schakeld, herkent noodstops (op basis van
de snelheid waarmee het rempedaal
wordt ingetrapt) en verhoogt de druk in
het remcircuit aanzienlijk, waardoor snel-
ler en krachtiger door het systeem wordt
geremd.
De Hydraulic Brake Assist wordt, bij uit-
voeringen die zijn uitgerust met ESP, uit-
geschakeld bij een storing in het ESP
(lampje
ábrandt en er verschijnt een mel-
ding op het multifunctionele display – voor
bepaalde uitvoeringen/markten).
070-090 PUNTO POP 1ed NL 25/03/14 16:31 Pagina 74
Page 83 of 215

79
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGE - VALLEN
ONDERHOUD EN ZORG
TECHNISCHEGEGEVENS
ALFABETISCH REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
fig. 99F0M0505m
START&STOP-SYSTEEM
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
INLEIDING
Het Start&Stop-systeem zet automatisch
de motor uit als de auto stilstaat en start
de motor zodra de bestuurder weer wil
gaan rijden.
Zo wordt de doelmatigheid van de auto
vergroot door een vermindering van het
brandstofverbruik, de uitstoot van scha-
delijke uitlaatgassen en de akoestische ver-
vuiling. Het systeem schakelt in iedere
keer als de motor wordt gestart.
WERKING
Uitschakelmethode van de motor
Met handgeschakelde
versnellingsbak
Als auto stilstaat, wordt de motor uitge-
zet als de versnellingspook in de vrijstand
staat en het koppelingspedaal is losgelaten. Met Dualogic versnellingsbak
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
De motor wordt uitgezet als u de auto
stilzet met ingetrapt rempedaal. Als u de
versnellingspook in stand N zet, blijft de-
ze toestand gehandhaafd zonder het rem-
pedaal in te trappen.
Opmerking: De motor wordt uitsluitend
automatisch uitgezet nadat sneller is ge-
reden dan circa 10 km/h om het herhaal-
delijk uitzetten van de motor te voorko-
men wanneer stapvoets wordt gereden.
Het uitzetten van de motor wordt, af-
hankelijk van de uitvoering, aangegeven
door het lampje fig. 99
op het instru-
mentenpaneel. Startmethode van de motor
Met handgeschakelde
versnellingsbak
Trap het koppelingspedaal in om de mo-
tor weer te starten.
Met Dualogic versnellingsbak
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Als de versnellingspook in stand N staat,
moet de pook in een willekeurige rijstand
worden geplaatst of anders het rempedaal
worden losgelaten of de versnellingspook
in stand (+), (–) of R worden gezet.
070-090 PUNTO POP 1ed NL 25/03/14 16:31 Pagina 79
Page 84 of 215

80
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGE - VALLEN
ONDERHOUD EN ZORG
TECHNISCHEGEGEVENS
ALFABETISCH REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
fig. 100F0M0506mfig. 101F0M0507m
HANDMATIGE IN-
/UITSCHAKELING
Het systeem kan worden in- of uitge-
schakeld met de knop op het schakelaar-
paneel fig. 101. Als het systeem is uitge-
schakeld, is op het dashboard het lampje
op het instrumentenpaneel “Start&Stop
OFF” fig. 100 zichtbaar.
Bovendien worden (voor bepaalde uit-
voeringen/markten) extra aanwijzingen ge-
geven op het display over de in- en uit-
schakeling van het Start&Stop-systeem. OMSTANDIGHEDENWAARBIJ
DE MOTOR
NIETWORDTAFGEZET
Bij ingeschakeld systeem wordt, om re-
denen van comfort, beperking van uitstoot
en veiligheid, de motor onder de volgen-
de omstandigheden niet uitgezet:
❒
nog koude motor;
❒ buitengewoon lage buitentemperatuur;
❒ onvoldoende acculading;
❒ bezig met regeneratie van het roetfilter
(DPF) (alleen bij dieselmotoren);
❒ bestuurdersportier niet gesloten;
❒ veiligheidsgordel van de bestuurder niet
omgelegd;
❒ ingeschakelde achteruit (bijv. bij het par-
keren); ❒
bij versies met automatische klimaatre-
geling (voor bepaalde versies/markten),
wanneer een comfortabele tempera-
tuur in het interieur moet worden be-
reikt of bij ingeschakelde MAX-DEF;
❒ tijdens de inrijperiode, als het systeem
wordt geïnitialiseerd.
In bovengenoemde gevallen gaat, voor be-
paalde versies/markten waar deze aanwe-
zig is, de led op de knop branden, zoals af-
gebeeld in fig. fig. 101.
070-090 PUNTO POP 1ed NL 25/03/14 16:31 Pagina 80