service FIAT STRADA 2011 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: FIAT, Model Year: 2011, Model line: STRADA, Model: FIAT STRADA 2011Pages: 195, PDF Size: 3.77 MB
Page 34 of 195

32
Standaardweergave fig. 43
A – kilometerteller
(totaalstand/deelstand)
B – klokje.
Als bij sommige versies een portier
wordt geopend/gesloten bij
verwijderde contactsleutel, toont de
display de totale kilometerstand en
de tijd gedurende 10 seconden;
sommige versies tonen de tijd
voortdurend.
De display kan ook het volgende
weergeven:
– het pictogram van de
“steeksleutel” gaat knipperen als
het voertuig voor
geprogrammeerd onderhoud naar
het Fiat Servicenetwerk moet
worden gebracht;
– aanduidingen van de TRIP
COMPUTER;
– MY CAR FIAT menu;
– meldingen en waarschuwingen in
geval van storingen;
– melding dat de eerder ingestelde
snelheid wordt overschreden. Met de MODE/TRIP knop kunt u:
– een van de TRIP COMPUTER
functies kiezen
– een gekozen functie bevestigen /
wijzigen
– de TRIP-modus betreden.
Voordat u iets doet, wordt u
geadviseerd dit volledige hoofdstuk
aandachtig door te lezen.ELEKTRONISCHE
DISPLAY
De functies en meldingen van de
elektronische display hangen van de
opties / versie van uw voertuig af.
BEDIENINGSKNOPPEN
Om op correcte wijze gebruik te
maken van de informatie die de
display kan geven, moet men met de
contactsleutel in MAR, zich
vertrouwd maken met de
MODE/TRIP knop A-fig. 42 aan het
uiteinde van de rechterhendel en
met de MY CAR draairing B.
fig. 42
F0X1000m
fig. 43
F0X1001m
Page 35 of 195

33
SET-UP MENU - MY CAR FIAT
Dit menu zorgt voor personalisatie
van de voertuigconfiguratie.
De functies en meldingen van de
elektronische display fig. 43 hangen
van de opties / versie van uw
voertuig af.
Men adviseert om de
gewenste configuratie
in veiligheid uit te voeren;
d.w.z. uitsluitend bij stilstaand
voertuig.
WAARSCHUWING
Begincontroles
Door de contactsleutel in de stand
MAR te draaien, verschijnen op de
display de resterende kilometers tot
de volgende servicebeurt.Neem contact op met het Fiat
Servicenetwerk om de
werkzaamheden van het
“Geprogrammeerd
onderhoudsschema” te laten
verrichten en de melding te
resetten. Toegang tot menufuncties
Na de begincontroles heeft men
toegang tot de menufuncties:
– bij rijdend voertuig: toegang tot
beperkt menu;
– bij stilstaand voertuig: toegang tot
alle menufuncties.
F0X1002mF0X1039m
Opmerking Het “geprogrammeerde
onderhoudsschema” voorziet elke
35.000 km een servicebeurt; deze
weergave verschijnt automatisch,
met de sleutel in de stand MAR,
wanneer 2000 km tot de volgende
servicebeurt ontbreken en wordt
elke 200 km opnieuw getoond.
Wanneer het onderhoudsinterval
bijna is vervallen en de sleutel in de
stand MAR wordt gedraaid,
verschijnt het
õpictogram op de
display, gevolgd door het aantal
resterende kilometers tot de
volgende servicebeurt.
Page 37 of 195

35
Geluidssignaal (zoemer)
Het geluidssignaal dat wordt
afgegeven wanneer op de
MODE/TRIP knop wordt gedrukt of
aan de MY CAR ring wordt gedraaid,
kan uitgeschakeld (OFF) of
ingeschakeld (ON) worden, door
het volgende schema te volgen.Waarschuwing
geprogrammeerd onderhoud
De display toont de resterende
kilometers tot de volgende
servicebeurt voorzien door het Fiat
Servicenetwerk.
F0X1015mF0X1013m
F0X1014m
▼
MODE
TRIP
Het “geprogrammeerde
onderhoudsschema” voorziet elke
35.000 km een servicebeurt; deze
weergave verschijnt automatisch,
met de sleutel in de stand MAR,
wanneer 2000 km tot de volgende
servicebeurt ontbreken en wordt
elke 200 km opnieuw getoond.
Wanneer het onderhoudsinterval
bijna is vervallen en de sleutel in de
stand MAR wordt gedraaid,
verschijnt het pictogram
õop de
display, gevolgd door het aantal
resterende kilometers tot de
volgende servicebeurt.
Neem contact op met het Fiat
Servicenetwerk om de
werkzaamheden van het
“Geprogrammeerd
onderhoudsschema” te laten
verrichten en de melding te resetten.
Page 45 of 195

43
TRIP knop
Kort indrukken:
– toegang tot TRIP COMPUTER
informatie.
Lang indrukken:
– TRIP COMPUTER resetten.Standaardweergave fig. 51
A – datum
B – kilometerteller
(totaalstand/deelstand)
C – klokje
D – buitentemperatuur.
Als bij sommige versies een portier
wordt geopend/gesloten bij
verwijderde contactsleutel, toont de
display de totale kilometerstand en
de tijd gedurende enkele seconden.
F0X3002m
De display kan ook het volgende
weergeven:
– het pictogram van de
“steeksleutel” gaat knipperen als
het voertuig voor
geprogrammeerd onderhoud naar
het Fiat Servicenetwerk moet
worden gebracht;
– aanduidingen van de TRIP
COMPUTER;
– regeling van de lichtsterkte van
sommige bedieningselementen in
het interieur;
– MY CAR FIAT menu;
– meldingen en waarschuwingen in
geval van storingen.
fig. 51
Page 52 of 195

50
Service
(Geprogrammeerd onderhoud)
De display toont de resterende
kilometers of mijlen (afhankelijk van
de eerder instelling) tot de volgende
servicebeurt voorzien door het Fiat
Servicenetwerk.
Ga om deze aanduiding te zien als
volgt te werk:
– druk kort op de MODE knop: de
display toont de resterende
kilometers of mijlen (afhankelijk
van de eerdere instelling) tot de
volgende servicebeurt;
– druk op de ▼of ▲knop om de
resterende afstand te zien;
– houd de MODE knop ingedrukt
om naar het standaardscherm
terug te keren.Opmerking Het “geprogrammeerde
onderhoudsschema” voorziet elke
35.000 km een servicebeurt; deze
weergave verschijnt automatisch,
met de sleutel in de stand MAR,
wanneer 2000 km tot de volgende
servicebeurt ontbreken en wordt
elke 200 km opnieuw getoond.
Wanneer het onderhoudsinterval
bijna is vervallen en de sleutel in de
stand MAR wordt gedraaid,
verschijnt het pictogram
õop de
display, gevolgd door het aantal
resterende kilometers tot de
volgende servicebeurt.
Neem contact op met het Fiat
Servicenetwerk om de
werkzaamheden van het
“Geprogrammeerd
onderhoudsschema” te laten
verrichten en de melding te resetten.
Zie voor meer informatie
Geprogrammeerd
Onderhoudsschema in het
hoofdstuk ONDERHOUD VAN DE
AUTO. Vol. Toetsen
(volumeniveau knoppen)
Met deze functie kan het
geluidsvolume dat klinkt bij het
indrukken van de MODE, ▼en ▲
knoppen worden ingesteld op een
schaal van acht punten (0 t/m 7).
Ga als volgt te werk om het
gewenste niveau in te stellen:
– druk kort op de MODE knop: het
niveau (afhankelijk van de eerdere
instelling) knippert op de display;
– druk op de ▼of ▲knop om te
selecteren;
– druk kort op de MODE knop om
te bevestigen;
– houd de MODE knop ingedrukt
om naar het standaardscherm
terug te keren.
Page 57 of 195

REMVLOEISTOFNIVEAU
TE LAAG (rood) /
HANDREM
INGESCHAKELD
(rood)
Als de contactsleutel naar de stand
MAR wordt gedraaid, gaat dit lampje
branden. Na enkele seconden moet
het doven.
Remvloeistofniveau te laag
Dit lampje gaat branden wanneer het
remvloeistofniveau in het reservoir
zich onder het minimumpeil bevindt,
bijvoorbeeld door een lek in het
remcircuit.
Bij sommige versies verschijnt een
speciale melding op de display.
LAMPJES EN
MELDINGEN
Behalve het branden van de
controlelampjes, verschijnt er (bij
bepaalde instrumentenpanelen) een
specifieke melding en/of klinkt er een
geluidssignaal. Deze meldingen zijn
korte waarschuwingen en mogen
vanwege hun beknopte karakter niet
worden beschouwd als volledig en/of
een alternatief voor de informatie
die is opgenomen in het
Instructieboek. Het is daarom
raadzaam het instructieboek altijd
aandachtig te lezen. Zie de
informatie in dit hoofdstuk in de
gevallen dat een storing wordt
gemeld.
BELANGRIJK De storingen die op
de display verschijnen, kunnen
worden onderverdeeld in twee
categorieën: ernstige storingen en
minder ernstige storingen.
Ernstige storingen worden langdurig
herhaald weergegeven.
Minder ernstige storingen worden
kort herhaald weergegeven.De lampjes (of het symbool op de
display) op het instrumentenpaneel
blijven branden tot de oorzaak van
de storing is verholpen.
Als het lampje
x
tijdens het rijden gaat
branden (bij sommige versies
verschijnt ook een melding op
de display), zet dan de motor
onmiddellijk af en neem
contact op met het Fiat
Servicenetwerk.
WAARSCHUWING
x
Aangetrokken handrem
Het lampje gaat branden wanneer de
handrem is aangetrokken.
Bij sommige versies klinkt ook een
geluidssignaal wanneer het lampje
tijdens het rijden gaat branden.
BELANGRIJK Controleer of de
handrem niet is ingeschakeld als het
lampje tijdens het rijden gaat
branden.
55
Page 58 of 195

PASSAGIERSAIRBAG
UITGESCHAKELD
(geel) (voor bepaalde
versies/markten)
Het lampje Fbrandt wanneer de
frontairbag aan passagierszijde is
uitgeschakeld.
Als bij ingeschakelde frontairbag aan
passagierszijde de contactsleutel in
de stand MAR wordt gedraaid, gaat
het lampje Fongeveer 4 seconden
vast branden, vervolgens 4 seconden
knipperen en daarna zal het doven.
F
Een defect van het
lampje
Fwordt
gemeld door het branden van
het lampje
¬.
Ook zorgt het airbagsysteem
voor de automatische
uitschakeling van de airbags
aan passagierszijde. Laat het
systeem controleren door het
Fiat Servicenetwerk alvorens
verder te rijden.
WAARSCHUWING
STORING AIRBAG
(rood)
(voor bepaalde
versies/markten)
Als de contactsleutel naar de stand
MAR wordt gedraaid, gaat dit lampje
branden. Na enkele seconden moet
het doven. Het lampje blijft vast
branden als er een storing in het
airbagsysteem aanwezig is. Bij
sommige versies verschijnt een
speciale melding op de display.
¬
Als de contactsleutel
naar MAR wordt
gedraaid en het lampje
¬gaat
niet branden of blijft branden
tijdens het rijden, dan is er
mogelijk een storing in de
veiligheidssystemen. In dat geval
kunnen de airbags of
gordelspanners niet geactiveerd
worden bij een ongeval of, in een
zeer beperkt aantal gevallen, op
verkeerde wijze geactiveerd
worden. Neem onmiddellijk
contact op met het Fiat
Servicenetwerk om het systeem
te laten controleren.
WAARSCHUWING
Een defect lampje ¬
wordt aangegeven door
het langer dan de normale 4
seconden knipperen van het
lampje
Fdat de uitschakeling
van de passagiersairbag meldt.
Ook zorgt het airbagsysteem
voor de automatische
uitschakeling van de airbags
aan passagierszijde
(frontairbag en zijairbags voor
bepaalde versies/markten). In
dergelijke gevallen kan het
lampje
¬mogelijk geen
storingen in de
veiligheidssystemen aangeven.
Laat het systeem controleren
door het Fiat Servicenetwerk
alvorens verder te rijden.
WAARSCHUWING
56
Page 59 of 195

KOELVLOEISTOF
TEMPERATUUR
TE HOOG (rood)
Als de contactsleutel naar de
stand MAR wordt gedraaid, gaat dit
lampje branden. Na enkele seconden
moet het doven.
Het lampje gaat branden wanneer de
motor oververhit is.
Ga als volgt te werk wanneer het
lampje gaat branden:
– tijdens een normale rit: breng het
voertuig tot stilstand, zet de
motor af en controleer of het
koelvloeistofniveau in het
reservoir zich onder het MIN-
teken bevindt. Als dit het geval is,
wacht dan enkele minuten tot de
motor is afgekoeld, draai
vervolgens langzaam en
voorzichtig de dop open.
Vul koelvloeistof bij en controleer
of het peil zich tussen het MIN- en
MAX-teken op het reservoir
bevindt. Controleer ook op de
ç
aanwezigheid van vloeistoflekken.
Als na het starten het lampje
opnieuw gaat branden, neem dan
contact op met het Fiat
Servicenetwerk.
– Wanneer het voertuig onder
veeleisende omstandigheden
wordt gebruikt (bijvoorbeeld bij
het bergop trekken van een
aanhanger of wanneer de auto
volgeladen is): minder snelheid en
breng het voertuig tot stilstand als
het lampje blijft branden.
Wacht 2 of 3 minuten met
draaiende motor en geef ietwat
gas om de koelvloeistofcirculatie
te bevorderen. Zet vervolgens de
motor af. Controleer het correcte
koelvloeistofniveau zoals
hierboven is beschreven.BELANGRIJK Het is raadzaam om
onder zware bedrijfsomstandigheden
de motor vóór het afzetten enkele
minuten te laten draaien met het
gaspedaal iets ingetrapt. Bij sommige
versies verschijnt een speciale
melding op de display.
57
Page 60 of 195

STORING ABS
(geel)
Als de contactsleutel naar de stand
MAR wordt gedraaid, gaat dit lampje
branden. Na enkele seconden moet
het doven.
Het lampje gaat branden wanneer
het systeem niet werkt of niet
beschikbaar is. In dergelijke gevallen
blijft het remsysteem normaal
werken, maar met uitsluiting van het
ABS systeem.
Rijd zeer voorzichtig en wendt u zo
snel mogelijk tot het Fiat
Servicenetwerk.
Bij sommige versies verschijnt een
speciale melding op de display. LAADSTROOM
ACCU
ONVOLDOENDE
(rood)
Wanneer de contactsleutel in de
stand MAR wordt gedraaid, gaat het
lampje branden. Het moet doven
nadat de motor is gestart (als de
motor stationair draait, kan het
voorkomen dat het lampje iets later
dooft).
Als het lampje blijft branden, neem
dan contact op met het Fiat
Servicenetwerk.
Bij sommige versies verschijnt een
speciale melding op de display.
w>x>
STORING
EBD
(rood - geel)
(voor bepaalde
versies/markten)
Als de lampjes
xen >gelijktijdig
gaan branden wanneer de motor
draait, duidt dit op een storing in het
EBD-systeem of dat het systeem niet
beschikbaar is.
In dit geval kunnen de achterwielen
bij hard remmen plotseling
blokkeren waardoor de auto begint
te slippen. Rijd zeer voorzichtig naar
de dichtstbijzijnde dealer van het Fiat
Servicenetwerk om het systeem
onmiddellijk te laten controleren.
Bij sommige versies verschijnt een
speciale melding op de display.
58
Page 61 of 195

Vast brandend:
MOTOROLIEDRUK
TE LAAG (rood)
Knipperend:
MOTOROLIE
VERSLECHTERD
(rood)
Wanneer de contactsleutel naar
MAR wordt gedraaid, gaat het
lampje branden maar moet het
doven zodra de motor is gestart.
Motoroliedruk te laag
Het lampje gaat vast branden, samen
met een melding (voor bepaalde
versies/markten) op de display,
wanneer het systeem detecteert dat
de motoroliedruk te laag is.
vAls het lampje v
gaat branden terwijl
het voertuig rijdt (bij sommige
versies samen met een melding
op de display), zet dan
onmiddellijk de motor af en
neem contact op met het Fiat
Servicenetwerk.
WAARSCHUWING
Motorolie verslechterd
Het lampje
vgaat knipperen en
(voor bepaalde versies/markten) er
verschijnt een melding op de display
wanneer het systeem detecteert dat
de motorolie verslechterd is.
Het knipperen van het lampje moet
niet als een storing worden
beschouwd, maar wil de bestuurder
erop wijzen dat de motorolie moet
worden ververst na een normaal
gebruik van het voertuig.Als de olie niet wordt ververst en het
systeem meet een verdere
verslechtering tot de tweede graad,
dan gaat ook het lampje
Uop het
instrumentenpaneel branden en wordt
het toerental beperkt tot 3000 tpm.
Als de olie nog steeds niet wordt
ververst en het systeem meet een
verdere verslechtering tot de derde
graad, dan wordt het toerental
beperkt tot 1500 tpm om
motorschade te voorkomen.
Om motorschade te
voorkomen is het
raadzaam om de
motorolie te verversen wanneer
het lampje
vbegint te
knipperen. Wendt u zich tot het
Fiat Servicenetwerk.
59