isofix FIAT TALENTO 2017 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: FIAT, Model Year: 2017, Model line: TALENTO, Model: FIAT TALENTO 2017Pages: 244, PDF Size: 4.6 MB
Page 122 of 244
ISOFIX-BEVESTIGINGS-
SYSTEEM
Geautoriseerde kinderzitjes zijn in de
volgende drie gevallen goedgekeurd
conform Richtlijn ECE-R44:
universele ISOFIX met 3 naar voren
gerichte koppelingen;
semi-universele ISOFIX met
2 koppelingen;
specifiek.
Controleer voor de twee
laatstgenoemde of het kinderzitje kan
worden gemonteerd door de lijst met
compatibele voertuigen te raadplegen.
Plaats het kinderzitje met de
ISOFIX-verankeringen, waar voorzien.
Het ISOFIX-systeem maakt een
eenvoudige, snelle en veilige installatie
mogelijk.
Het ISOFIX-systeem bestaat uit
2 ringen en, in sommige gevallen, een
derde ring.De twee ringen 1 fig. 195 die op een
etiket
worden weergegeven,
bevinden zich tussen de rugleuning en
het stoelkussen.
Gebruik de geleiderail 2 om uw
kinderzitje aan ring 1 vast te zetten.
Naar voren gerichte
koppelingsringen kinderzitje voor
de achterste zijstoelen: de 3e ring
wordt gebruikt om de bovenste
veiligheidsgordel op bepaalde
kinderzitjes vast te haken.Zet de hoofdsteun in de hoogste
stand of verwijder hem;
geleid riem 3 fig. 196 (meegeleverd
bij de stoel) tussen de twee stangen
van de hoofdsteun door;
bevestig haak 4 met ring 5 fig. 196,
aangeduid met symbool
op de
rugleuning van de stoel;
bevestig de gordel dusdanig dat het
kinderzitje contact maakt met de
rugleuning van het voertuig.
195T32862
196T36598
120
VEILIGHEID
Page 123 of 244
Combi 5 zitplaatsen
130)
Stoel waarop dit type kinderzitje niet mag worden gemonteerd.
Kinderzitje bevestigd met ISOFIX-systeem
Stoel waarop een ISOFIX-kinderzitje mag worden gemonteerd.
De achterstoelen hebben een verankering waarmee een universeel ISOFIX-kinderzitje tegen de rijrichting in kan worden
gemonteerd. De verankeringen zitten in de bagageruimte en zijn zichtbaar.
De afmetingen van een ISOFIX-kinderzitje worden aangegeven door een letter:
A, B en B1: voor stoelen uit groep 1 (van 9 tot 18 kg) die in de rijrichting worden geplaatst;
C: voor stoelen uit groep 1 (van 9 tot 18 kg) die tegen de rijrichting in worden geplaatst;
D en E: voor stoelen uit groep 0 of 0+ (minder dan 13 kg) die tegen de rijrichting in worden geplaatst;
F en G: reiswiegen uit groep 0 (minder dan 10 kg).
197T36642
121
Page 124 of 244
De volgende tabel bevat dezelfde informatie als de voorgaande diagrammen, om aan te geven hoe de huidige wetgeving moet
worden opgevolgd.
Combi-versies met 5 zitplaatsen
Kinderzitjes Gewicht kindAfmetingen
ISOFIX-kinderzitjeVoorste
passagiersstoelAchterstoel aan
zijkantAchterstoel in het
midden
ReiswiegGroep0 < 10 kgF
X IL (1) X
G
Tegen de
rijrichting in
geplaatst
kinderzitjeGroepen
0en0+<13kg E X IL(2) X
Tegen de
rijrichting in
geplaatst
kinderzitjeGroepen
0en1+<13kgenvan9tot
18 kgC, D X IL (2) X
In de rijrichting
geplaatst
kinderzitjeGroep 1van 9 tot 18 kg A, B, B1 X IUF/IL (3) X
Stoelverhoging
Groepen 2 en 3van 15 tot 25 kg en
van 22 tot 36 kgX IUF/IL (3) X
X= Stoel waar geen ISOFIX-kinderzitje op mag worden gemonteerd.
IUF/IL= Voor voertuigen waarbij dat is toegestaan, kunnen dankzij de ISOFIX-bevestigingen "Universele/semi-universele of
voertuigspecifieke" goedgekeurde kinderzitjes worden gemonteerd; controleer of montage mogelijk is.
122
VEILIGHEID
Page 126 of 244
Combi 6 zitplaatsen
Stoel waarop dit type kinderzitje niet mag worden gemonteerd.
Kinderzitje bevestigd met ISOFIX-systeem
Stoel waarop een ISOFIX-kinderzitje mag worden gemonteerd.
De achterstoelen hebben een verankering waarmee een universeel ISOFIX-kinderzitje tegen de rijrichting in kan worden
gemonteerd. De verankeringen zitten in de bagageruimte en zijn zichtbaar.
De afmetingen van een ISOFIX-kinderzitje worden aangegeven door een letter:
A, B en B1: voor stoelen uit groep 1 (van 9 tot 18 kg) die in de rijrichting worden geplaatst;
C: voor stoelen uit groep 1 (van 9 tot 18 kg) die tegen de rijrichting in worden geplaatst;
D en E: voor stoelen uit groep 0 of 0+ (minder dan 13 kg) die tegen de rijrichting in worden geplaatst;
F en G: reiswiegen uit groep 0 (minder dan 10 kg).
198T36640
124
VEILIGHEID
Page 127 of 244
De volgende tabel bevat dezelfde informatie als de voorgaande diagrammen, om aan te geven hoe de huidige wetgeving moet
worden opgevolgd.
Combi-versies met 6 zitplaatsen
Kinderzitjes Gewicht kindAfmetingen
ISOFIX-kinderzitjeVoorste passagiersstoel Achterbank
passagier in
het middenpassagier
zijkant-
Midden
ReiswiegGr
oep0 < 10 kgF
XXXX
G
Tegen de
rijrichting in
geplaatst
kinderzitje
Groepen 0 en 0+< 13 kg E X X IL (2) X
Tegen de
rijrichting in
geplaatst
kinderzitje
Groepen 0 en 1+<13kgenvan9tot
18 kgC
XXXX
D
In de rijrichting
geplaatst
kinderzitjeGroep 1van 9 tot 18 kg A, B, B1 X X IUF/IL (3) X
Stoelverhoging
Groepen 2 en 3van 15 tot 25 kg en
van 22 tot 36 kgX X IUF/IL (3) X
X= Stoel waar geen ISOFIX-kinderzitje op mag worden gemonteerd.
IUF/IL= Voor voertuigen waarbij dat is toegestaan, kunnen dankzij de ISOFIX-bevestigingen "Universele/semi-universele of
voertuigspecifieke" goedgekeurde kinderzitjes worden gemonteerd; controleer of montage mogelijk is.
125
Page 129 of 244
Combi/bestelwagen 8 zitplaatsen
Stoel waarop dit type kinderzitje niet mag worden gemonteerd.
Kinderzitje bevestigd met ISOFIX-systeem
Stoel waarop een ISOFIX-kinderzitje mag worden gemonteerd.
De achterstoelen hebben een verankering waarmee een universeel ISOFIX-kinderzitje tegen de rijrichting in kan worden
gemonteerd. De verankeringen zitten in de bagageruimte en zijn zichtbaar.
De afmetingen van een ISOFIX-kinderzitje worden aangegeven door een letter:
A, B en B1: voor stoelen uit groep 1 (van 9 tot 18 kg) die in de rijrichting worden geplaatst;
C: voor stoelen uit groep 1 (van 9 tot 18 kg) die tegen de rijrichting in worden geplaatst;
D en E: voor stoelen uit groep 0 of 0+ (minder dan 13 kg) die tegen de rijrichting in worden geplaatst;
F en G: reiswiegen uit groep 0 (minder dan 10 kg).
199T36641
127
Page 130 of 244
De volgende tabel bevat dezelfde informatie als de voorgaande diagrammen, om aan te geven hoe de huidige wetgeving moet
worden opgevolgd.
Combi/bestelwagen 8 zitplaatsen
Kinderzitjes Gewicht kindAfmetingen
ISOFIX-
kinderzitjeVoorste
passagiersstoelAchterbank
zijkant 2e
rijmidden
2e rijzijkant 3e
rijmidden
3e rij
ReiswiegGr
oep0 < 10 kgF
X IL (1) X X X
G
Tegen de
rijrichting in
geplaatst
kinderzitje
Groepen 0 en 0+<13kg E X IL(2) X X X
Tegen de
rijrichting in
geplaatst
kinderzitje
Groepen 0 en 1+<13kgenvan
9 tot 18 kgC, D X IL (2) X X X
In de rijrichting
geplaatst
kinderzitjeGroep
1van 9 tot 18 kg A, B, B1 X IUF/IL (3) X X X
Stoelverhoging
Groepen 2 en 3van 15 tot 25 kg
en van 22 tot
36 kgX IUF/IL (3) X X X
X= Stoel waar geen ISOFIX-kinderzitje op mag worden gemonteerd.
IUF/IL= Voor voertuigen waarbij dat is toegestaan, kunnen dankzij de ISOFIX-bevestigingen "Universele/semi-universele of
voertuigspecifieke" goedgekeurde kinderzitjes worden gemonteerd; controleer of montage mogelijk is.
128
VEILIGHEID
Page 132 of 244
Combi/bestelwagen 9 zitplaatsen
Stoel waarop dit type kinderzitje niet mag worden gemonteerd.
Kinderzitje bevestigd met ISOFIX-systeem
Stoel waarop een ISOFIX-kinderzitje mag worden gemonteerd.
De achterstoelen hebben een verankering waarmee een universeel ISOFIX-kinderzitje tegen de rijrichting in kan worden
gemonteerd. De verankeringen zitten in de bagageruimte en zijn zichtbaar.
De afmetingen van een ISOFIX-kinderzitje worden aangegeven door een letter:
A, B en B1: voor stoelen uit groep 1 (van 9 tot 18 kg) die in de rijrichting worden geplaatst;
C: voor stoelen uit groep 1 (van 9 tot 18 kg) die tegen de rijrichting in worden geplaatst;
D en E: voor stoelen uit groep 0 of 0+ (minder dan 13 kg) die tegen de rijrichting in worden geplaatst;
F en G: reiswiegen uit groep 0 (minder dan 10 kg).
200T36639
130
VEILIGHEID
Page 133 of 244
De volgende tabel bevat dezelfde informatie als de voorgaande diagrammen, om aan te geven hoe de huidige wetgeving moet
worden opgevolgd.
Combi/bestelwagen 9 zitplaatsen
Kinderzitjes Gewicht kindAfmetingen
ISOFIX-
kinderzitjeVoorste passagiersstoel Achterbank
passagier
in het
middenpassagier
zijkantzijkant 2e
rijmidden 2e
rijzijkant 3e
rijmidden 3e
rij
Reiswieg
Groep
0<10kgF
XXXXXX
G
Tegen de
rijrichting in
geplaatst
kinderzitje
Groepen 0 en
0+< 13 kg E X X IL (2) X X X
Tegen de
rijrichting in
geplaatst
kinderzitje
Groepen 0 en
1+<13kgenvan
9 tot 18 kgC
XXXXXX
D
In de
rijrichting
geplaatst
kinderzitje
Groep 1van 9 tot 18 kg A, B, B1 X X IUF/IL (3) X X X
Stoelverhoging
Groepen 2 en
3van 15 tot
25 kg en van
22 tot 36 kgX X IUF/IL (3) X X X
131
Page 134 of 244
X= Stoel waar geen ISOFIX-kinderzitje op mag worden gemonteerd.
IUF/IL= Voor voertuigen waarbij dat is toegestaan, kunnen dankzij de ISOFIX-bevestigingen "Universele/semi-universele of
voertuigspecifieke" goedgekeurde kinderzitjes worden gemonteerd; controleer of montage mogelijk is.
(1)De reiswieg wordt dwars in het voertuig gemonteerd en beslaat ten minste twee zitplaatsen. Het hoofd van het kind mag
niet naast het portier van het voertuig liggen.
(2)Zet de stoel zo ver mogelijk naar voren om het kinderzitje tegen de rijrichting in te monteren en zet de stoel vervolgens zo
ver mogelijk naar achteren zonder het kinderzitje te raken.
(3)In de rijrichting geplaatst kinderzitje: plaats de rugleuning van het kinderzitje tegen de rugleuning van de stoel. Verwijder in
ieder geval de hoofdsteun van de achterbank waar het kinderzitje tegenaan staat. Dit moet worden gedaan voordat het
kinderzitje wordt geplaatst (zie de paragraaf "Achterste hoofdsteun" in het hoofdstuk "Kennismaking met het voertuig"). Zet de
stoel vóór het kinderzitje niet meer dan een halve lengte naar achteren en kantel de rugleuning niet meer dan 25°.
BELANGRIJK
120)Om te voorkomen dat de deur van
binnenuit wordt geopend, gebruik het
veiligheidsapparaat (zie de paragraaf
“Kinderveiligheid” in het hoofdstuk
“Kennismaken met uw voertuig”).
121)Een botsing met 50 km/h is gelijk aan
een val van 10 m. Houd kinderen nooit in
uw armen of op schoot; in geval van een
ongeval zult u nooit in staat zijn een kind
vast te houden, zelfs niet als u uw gordel
om hebt.122)Laat het voertuig nooit onbeheerd
achter met de elektronische sleutel en een
kind, een gehandicapt persoon of een dier
in het voertuig, zelfs niet voor korte tijd.
Hierdoor zou uw eigen veiligheid en die van
anderen in gevaar kunnen komen, als de
motor wordt gestart of systemen in
werking worden gesteld, zoals de elektrisch
bediende ruiten of zelfs de
portiervergrendeling. Bovendien loopt de
temperatuur in warm en/of zonnig weer
snel op. Gevaar voor dodelijk of ernstig
letsel.
123)Laat nooit kinderen zonder toezicht in
het voertuig achter. Zorg ervoor dat de
veiligheidsgordels van kinderen altijd
correct afgesteld en bevestigd zijn. Vermijd
dikke kleding waardoor de veiligheidsgordel
te los zit. Laat kinderen nooit hun hoofd of
arm uit het raam steken. Zorg ervoor dat
kinderen de gehele reis correct blijven
zitten, vooral als ze in slaap vallen.124)Zorg ervoor dat het kinderzitje of de
voeten van kinderen niet verhinderen dat
de voorstoel goed op zijn plaats vastzit. Zie
de paragraaf "Voorstoel” in het hoofdstuk
"Kennismaken met uw voertuig”. Zorg
ervoor dat het kinderzitje dat in het voertuig
is gemonteerd niet uit de bijbehorende
behuizing kan. Als de hoofdsteun moet
worden verwijderd, zorg er dan voor dat hij
dusdanig is geplaatst dat hij niet door de
auto vliegt als er plotseling wordt geremd
of in geval van een botsing. Bevestig altijd
het kinderzitje, zelfs als het niet gebruikt
wordt, om te voorkomen dat het niet door
de auto vliegt als er plotseling wordt
geremd of in geval van een botsing.
125)RISICO OP DOOD OF ERNSTIG
LETSEL: voor het installeren van een
kinderzitje achterstevoren op de voorste
passagiersstoel, controleren of de airbag
correct gedeactiveerd is (zie paragraaf
“zijairbag passagierszijde en kinderzitjes” in
dit hoofdstuk).
126)Monteer kinderzitjes bij voorkeur op
een van de achterstoelen.
132
VEILIGHEID