FIAT TALENTO 2018 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: FIAT, Model Year: 2018, Model line: TALENTO, Model: FIAT TALENTO 2018Pages: 244, PDF Size: 4.75 MB
Page 21 of 244

De alarmknipperlichten gaan knipperen
en duiden de status van de
opengaande achterportieren aan:
twee keer knipperen betekent dat de
opengaande achterste delen
vergrendeld zijn;
één keer knipperen betekent dat de
opengaande achterste delen
ontgrendeld zijn.
BELANGRIJK Nadat het voertuig met
de knoppen op de elektronische sleutel
is vergrendeld/ontgrendeld, wordt de
vergrendel- en ontgrendelmodus "easy
access" uitgeschakeld. Start de motor
opnieuw, om "easy access" weer in te
schakelen.Centrale portiervergrendeling
(DEAD LOCK)
Als het voertuig is voorzien van centrale
portiervergrendeling, kunt u de
opengaande delen vergrendelen en
voorkomen dat de portieren met de
handgrepen in het interieur worden
geopend (voor als het glas wordt
gebroken in een poging een portier van
binnenuit te openen).
2)
Centrale portiervergrendeling
inschakelen:
Druk tweemaal snel op knop 2
fig. 24;
of:
Als het voertuig is afgesloten, kunt u
ook twee keer snel op knop 3 fig. 25 op
het bestuurdersportier,
passagiersportier of, afhankelijk van het
voertuig, de achterklep of het
achterportier drukken.In beide gevallen gaan de
alarmknipperlichten vijf keer knipperen
om aan te geven dat het portier is
vergrendeld.
Centrale portiervergrendeling
uitschakelen:ontgrendel het voertuig
met knop 1 fig. 24 op de elektronische
sleutel. De alarmknipperlichten
knipperen eenmaal om te bevestigen
dat het voertuig open is.
23T26787-2
24T26787-3
25T36508-1
26T26860
19
Page 22 of 244

BELANGRIJK Nadat de knop 2
fig. 24 is gebruikt om de centrale dead
lock-vergrendeling te activeren, wordt
de "easy access"-vergrendel- en
ontgrendelfunctie uitgeschakeld. Start
de motor opnieuw om de functie "easy
access" weer in te schakelen.
De batterij vervangen
Vervang de batterij van de elektronische
sleutel, wanneer het bericht op het
instrumentenpaneel wordt
weergegeven.
Druk op knop 1 fig. 26, trek de extra
sleutel 2 uit fig. 26 en haak de
afdekking 3 fig. 27 los met behulp van
de tong 4 fig. 27. Verwijder de batterij
door er aan één kant op te drukken
(beweging A) en de andere kant
omhoog te tillen (beweging B) en
vervang de batterij met inachtneming
van de polariteit die op de afdekking
3 is aangegeven.Ga in omgekeerde volgorde te werk om
de batterij aan te brengen en druk
vervolgens in de buurt van het voertuig
vier keer op de knoppen van de kaart:
als u de motor weer start, verdwijnt het
bericht.
OPMERKING Raak tijdens het
vervangen van de batterij niet het
elektronische circuit en de contacten in
de buurt van de elektronische sleutel
aan.
BELANGRIJK Controleer of de
afdekking correct is aangesloten.
BELANGRIJK Batterijen zijn verkrijgbaar
bij het Fiat Servicenetwerk en hebben
een levensduur van ongeveer twee jaar.
Zorg ervoor dat er geen inktresten op
de batterij zitten: daardoor bestaat het
risico op een onjuist elektrisch contact.
Onregelmatige werking
Als de batterij te leeg is om goed te
werken, kunt u toch de motor starten
(plaats de elektronische sleutel in delezer) en de portieren vergrendelen/
ontgrendelen (zie de paragraaf
"Portieren vergrendelen/ontgrendelen"
in het hoofdstuk "Kennismaking met uw
voertuig").
1)
BELANGRIJK
1)Laat het voertuig nooit onbeheerd achter
met de elektronische sleutel en een kind,
een gehandicapt persoon of een dier in het
voertuig, zelfs niet voor korte tijd. Hierdoor
zou uw eigen veiligheid en die van anderen
in gevaar kunnen komen, als de motor
wordt gestart of systemen in werking
worden gesteld, zoals de elektrisch
bediende ruiten of zelfs de
portiervergrendeling. Bovendien loopt de
temperatuur in warm en/of zonnig weer
snel op. Gevaar voor dodelijk of ernstig
letsel.
2)Gebruik nooit de centrale
portiervergrendeling als er nog iemand in
het voertuig zit.
BELANGRIJK
1)Gebruikte batterijen kunnen schadelijk
zijn voor het milieu als ze niet op de juiste
wijze als afval verwerkt worden. Ze moeten
overeenkomstig de wet in speciale bakken
gedeponeerd worden. Ze kunnen ook
ingeleverd worden bij het Fiat
Servicenetwerk dat voor hun verwerking zal
zorgen.
27T26862
28T26913
20
KENNIS VAN HET VOERTUIG
Page 23 of 244

PORTIEREN
VOORPORTIEREN
3) 4) 5) 6) 7) 8)
Openen van buitenaf
Voertuigen met afstandsbediening:
ontgrendel het voertuig met de
afstandsbediening en trek aan
handgreep 1 fig. 29.
Voertuigen met elektronische
sleutel: druk op de knop 2 fig. 29 op
de elektronisch sleutel om het voertuig
te ontgrendelen en trek aan handgreep
1.
Sluiten van buitenaf
Duw tegen het portier. Vergrendel het
met de afstandsbediening of, als het
voertuig hierover beschikt, druk op de
knop 2 fig. 14 op de elektronische
sleutel.Openen van binnenuit
Trek aan handgreep 4 fig. 30 en duw
tegen het portier.
Sluiten van binnenuit
Gebruik alleen handgreep 3 om aan het
portier te trekken. fig. 30
Geluidsalarmering lampen vergeten
Wanneer het portier opengaat, geeft
een geluidssignaal aan dat de lampen
nog aan zijn, zelfs als de startinrichting
niet meer is ingeschakeld.
Waarschuwing elektronische
sleutel vergeten(voor bepaalde
versies/markten): wanneer u het
bestuurdersportier opent, terwijl de
elektronische sleutel nog in de lezer zit,
wordt een bericht op het
instrumentenpaneel weergegeven en
klinkt er een geluidssignaal.Waarschuwing sleutel vergeten
(voor bepaalde versies/markten):
wanneer u het bestuurdersportier
opent, wordt er een geluidssignaal
afgegeven om aan te geven dat de
sleutel nog in het contactslot zit.
Waarschuwing portier open: als een
portier open is of niet goed gesloten is,
wordt hierover een bericht op het
instrumentenpaneel weergegeven en
gaat een controlelampje branden, zodra
het voertuig sneller gaat dan ongeveer
20 km/h.
OPMERKING Afhankelijk van het
voertuig gaan de accessoires (radio,
enz.) uit als de motor wordt
uitgeschakeld, bij het open van het
bestuurdersportier of het sluiten van de
portieren.
ZIJSCHUIFPORTIER
9) 10) 11)
Voertuigen met afstandsbediening
De zijschuifportieren worden
vergrendeld/ontgrendeld met de knop
op de afstandsbediening.
Voertuigen met elektronische
sleutel
De zijschuifportieren worden
vergrendeld en ontgrendeld:
door te drukken op de knop op de
elektronische sleutel;
door in de modus "easy access" de
voorportieren of de achterklep te
vergrendelen/ontgrendelen.29T36507
30T36515
21
Page 24 of 244

Opening vanaf de buitenkant
Trek hendel 1 fig. 31 naar u toe,
wanneer het voertuig is vergrendeld, en
schuif het portier naar de achterkant
van het voertuig.
Sluiten van buitenaf
Trek aan hendel 1 fig. 31 en schuif het
portier naar voren tot het volledig
gesloten is.
Openen van binnenuit
Trek hendel 2 fig. 32 naar achteren en
open het schuifportier tot het op zijn
plaats vergrendelt.
Sluiten van binnenuit
Duw hendel 2 fig. 32 naar voren en sluit
het portier tot het op zijn plaats
vergrendelt.
Portieren handmatig van binnenuit
vergrendelenDruk knop 3
fig. 32 omlaag. Het schuifportier wordt
vergrendeld.
12) 13)
Kinderveiligheid
Draai schroef 4 fig. 33 en sluit het
portier, om te voorkomen dat kinderen
het portier van binnenuit openen.
Controleer of de portieren naar behoren
zijn afgesloten van binnenuit.
Het portier kan nu alleen van buitenaf
worden geopend.
OPENSLAANDE
ACHTERPORTIEREN
14) 15)
Opening vanaf de buitenkant
Voertuigen met afstandsbediening:
ontgrendel het voertuig met de
afstandsbediening en trek aan
handgreep 1 fig. 34.
Voertuigen met elektronische
sleutel: druk op de knop 2 op de
sleutel om het voertuig te ontgrendelen
en trek aan handgreep 1 fig. 34
Trek aan handgreep 3 fig. 35 om het
portier te openen.
31T36529
32T36530
33T36623
34T36532
22
KENNIS VAN HET VOERTUIG
Page 25 of 244

De linker openslaande portier
vergrendelen
Sluit het linker portier als het rechter
openslaande portier open staat. Als het
voertuig ermee is uitgerust, sluit dan het
linker portier door de grendel 5
fig. 36 te draaien tot deze in gleuf 4 is
geplaatst.Maximale opening portier
Trek voor ieder portier aan handgreep 6
fig. 37 om het trekgedeelte van het
portier 7 fig. 38 vrij te geven. Open het
portier zover mogelijk.
Sluiten van buitenaf
Doe het rechter openslaande portier
bijna volledig dicht en sluit het af door
het op zijn plaats vast te klikken.Doe hetzelfde met het linker
openslaande portier.
Vergrendel de openslaande portieren.
Om portier A fig. 39 te ontgrendelen, zie
paragraaf "Centrale portiervergrendeling
/ontgrendeling" in het hoofdstuk
"Kennismaken met uw voertuig”.
Portieren handmatig van binnenuit
vergrendelen/ontgrendelen
Draai knop 8 fig. 39 rechtsom om
portier A te vergrendelen.
Draai knop 8 linksom om portier A te
ontgrendelen.
Openen van binnenuit
Trek aan handgreep 9 fig. 39 en duw
tegen portier A.
Trek aan handgreep 3 fig. 40 om portier
B te openen.
35T36537
36T36617
37T36538
38T3653939T40615
23
Page 26 of 244

Sluiten van binnenuit
Doe eerst portier B fig. 40 bijna volledig
dicht en gooi het vervolgens hard dicht.
Doe hetzelfde met het openslaande
portier A.
ACHTERKLEP
16)
Voertuigen met afstandsbediening
De achterklep wordt vergrendeld/
ontgrendeld met de knop op de
afstandsbediening.
Voertuigen met elektronische
sleutel
De achterklep wordt vergrendeld en
ontgrendeld:
door te drukken op de knop op de
elektronische sleutel;
door in de modus "easy access" de
voorportieren te vergrendelen/
ontgrendelen.Openen
Druk op knop 2 fig. 41 als de
achterklep is ontgrendeld en til de
achterklep omhoog.
Sluiten
Breng de achterklep eerst met de
binnenste handgreep 2 fig. 42 omlaag.
Laat, als de klep op schouderhoogte is,
hendel 2 los en sluit de achterklep door
er vanaf de buitenkant op te drukken.
CENTRALE PORTIER-
VERGRENDELING/-
ONTGRENDELING VOOR
OPENGAANDE DELEN
Vergrendeling/ontgrendeling van
binnenuit
Met knop 1 fig. 43 worden alle portieren
tegelijkertijd bediend.
Als een opengaand portier opengaat of
niet goed dicht is, worden de portieren
snel vergrendeld/ontgrendeld.
Als u een voorwerp met openstaande
achterklep wilt vervoeren, kunnen de
overige openslaande portieren of
achterklep wel worden afgesloten: druk
met afgezette motor langer dan vijf
seconden op knop 1 fig. 43 om de
overige portieren te vergrendelen.
Het sluiten van de openbare delen
zonder gebruik van de sleutel of
elektronische sleutel
Als de accu bijvoorbeeld leeg is of de
elektronische sleutel of
afstandsbediening tijdelijk niet werken,
enz.
Ga als volgt te werk:
druk met afgezette motor, gesloten
achterportieren en open voorportier
langer dan 5 seconden op knop 1
fig. 43.
Controleer of u de sleutel bij u hebt
voordat u het voertuig verlaat.
Wanneer u het portier sluit, worden alle
andere opengaande delen ook
vergrendeld.
40T36537-1
41T36513
42T36531
24
KENNIS VAN HET VOERTUIG
Page 27 of 244

De portieren kunnen alleen van buitenaf
worden ontgrendeld met de
afstandsbediening of elektronische
sleutel.
BELANGRIJK Nadat het voertuig met
de knoppen op de elektronische sleutel
is vergrendeld/ontgrendeld, wordt de
vergrendel- en ontgrendelmodus "easy
access" uitgeschakeld. Start de motor
opnieuw om de functie "easy access"
weer in te schakelen.
4) 5)
Controlelampje opengaande delen
Als de motor draait, zal het
controlelampje in knop 1 fig. 43 de
vergrendelde status van de
opengaande delen aanduiden:
lampje aan, opengaande delen
vergrendeld;
lampje uit, opengaande delen
ontgrendeld.Als de startinrichting is uitgeschakeld
wanneer u de portieren sluit, blijft het
lampje aan en gaat vervolgens uit.
Portieren vergrendelen met
openstaande achterklep
Om het voertuig te vergrendelen met
openstaande achterklep (om
voorwerpen met openstaande
achterklep te vervoeren, bijvoorbeeld),
als het voertuig zich in een omgeving
met een grote aanwezigheid van
elektromagnetische golven bevindt, of
als de sleutel niet werkt: druk met
afgezette motor langer dan 5 seconden
op knop 1 fig. 43.
OPMERKING Als u de achterklep sluit,
wordt hij vergrendeld.
HANDMATIGE PORTIER-
VERGRENDELING/-
ONTGRENDELING
4) 5)
De portieren vergrendelen van
buitenaf
Dit kan met de afstandsbediening of de
elektronische sleutel worden gedaan:
raadpleeg de paragrafen "Sleutel met
afstandsbediening" of "Elektronische
sleutel" in het hoofdstuk "Kennismaking
met het voertuig".Het is mogelijk dat de radiofrequentie-
afstandsbediening of de elektronische
sleutel niet in alle gevallen werkt:
de batterijen van de
afstandsbediening of de elektronische
sleutel kunnen leeg zijn, enz.;
er worden apparaten met dezelfde
frequentie als die van de elektronische
sleutel gebruikt (mobiele telefoon, enz.);
het voertuig bevindt zich in een
gebied dat bekendstaat om de grote
aanwezigheid van elektromagnetische
golven.
In dat geval kunt u:
de in de afstandsbediening of
elektronische sleutel geïntegreerde
sleutel gebruiken, of de in de
ontgrendelkaart van het voorportier
geïntegreerde noodsleutel gebruiken of,
afhankelijk van het voertuig, de
openslaande achterportieren gebruiken;
ieder portier handmatig vergrendelen
43T36595
44T36612
25
Page 28 of 244

de bediening in het voertuig voor de
portiervergrendeling/-ontgrendeling
gebruiken (zie de paragraaf "Centrale
vergrendeling/ontgrendeling
opengaande delen" in het hoofdstuk
"Kennismaking met het voertuig").
De sleutel gebruiken
Steek de sleutel in het slot 1 fig. 45 en
vergrendel of ontgrendel het
linkervoorportier of, afhankelijk van het
voertuig, het achterste schuifportier.
Ieder portier handmatig
vergrendelen
Draai met open portier de inrichting 2
fig. 46 (met het uiteinde van de sleutel)
en sluit het portier.Nu is het van buitenaf gesloten. Het
voorportier kan alleen van binnenuit of
met de sleutel worden geopend.
Voertuigen met één achterklep: als
de portieren handmatig worden
vergrendeld, blijft de achterklep
ontgrendeld.
AUTOMATISCHE
PORTIERVERGRENDELING
TIJDENS HET RIJDEN
Functie inschakelen:
Druk met de sleutel in het contact
ongeveer 5 seconden op knop 1
fig. 47, tot u een geluidssignaal hoort.
Functie uitschakelen:
Druk met de sleutel in het contact
ongeveer 5 seconden op knop 1
fig. 47, tot u een geluidssignaal hoort.Werkingsprincipe
Nadat het voertuig is gestart,
vergrendelt het systeem automatisch
de portieren, zodra u sneller gaat dan
ongeveer 7 km/h.
Ontgrendeling gebeurt wanneer:
u op knop 1 fig. 47 drukt om de
portieren te openen;
het voertuig stilstaat en u een
voorportier opent.
OPMERKING Als een portier wordt
geopend en weer wordt gesloten,
wordt het automatisch weer
vergrendeld, zodra u sneller gaat dan
7 km/h.
Storingen
Als u een storing ontdekt (de
automatische portiervergrendeling
werkt niet) controleer dan eerst of alle
opengaande portierdelen correct zijn
gesloten. Als deze correct zijn gesloten
en het probleem houdt aan, neem dan
contact op met het Fiat Servicenetwerk.
45T36611
46T3661647T36595
26
KENNIS VAN HET VOERTUIG
Page 29 of 244

Controleer ook of het
vergrendelsysteem niet per ongeluk is
uitgeschakeld.
Als het systeem was uitgeschakeld,
schakel dan de startinrichting uit en
weer in, om het systeem te
heractiveren.
BELANGRIJK
3)Controleer uit veiligheidsoverwegingen
voordat u vertrekt of alle portieren goed
dicht zijn.
4)Verlaat het voertuig nooit als de
afstandsbediening of de elektronische
sleutel nog in het voertuig is.
5)Open/sluit de portieren uit
veiligheidsoverwegingen altijd terwijl het
voertuig stilstaat.
6)Laat kinderen NOOIT zonder toezicht
achter in het voertuig, laat staan dat u het
voertuig verlaat met ontgrendelde portieren
op een plaats die gemakkelijk toegankelijk
is voor kinderen. Kinderen kunnen zich
ernstig of zelfs dodelijk verwonden. Zorg er
ook voor dat kinderen niet per ongeluk de
handrem of het rempedaal kunnen
bedienen.7)Tijdens het openen of sluiten van het
portier of enige andere opengaande delen
van het voertuig, moeten altijd de
voorzorgsmaatregelen voor deze handeling
in acht worden genomen: controleer of
deze manoeuvre kan worden verricht,
zonder daarbij iemand, lichaamsdelen,
dieren of voorwerpen te raken. Gebruik
alleen de handgrepen aan de binnen- en
buitenkant van het portier om het te
openen of sluiten. Wees voorzichtig, zowel
bij het openen als het sluiten van het
portier. Let op: als het voertuig op een
helling is geparkeerd, open of sluit het
portier dan voorzichtig tot het goed dichtzit.
Controleer altijd of het schuifportier volledig
is gesloten voordat u met het voertuig gaat
rijden.
8)Controleer, voordat er een portier
geopend wordt, of dit op een veilige manier
kan gebeuren.
9)Het linker schuifportier mag niet
geopend worden als het tankluikje
geopend is tijdens het tanken. Controleer
of het tankluikje gesloten is tijdens het
openen/sluiten van het schuifportier om
schade te voorkomen.
10)Laat het zijschuifportier niet openstaan
als het voertuig op een helling is
geparkeerd. Door een stoot tegen het
voertuig zou de grendel open kunnen gaan,
waardoor het portier naar voren kan
zakken.
11)Controleer wanneer de auto wordt
geparkeerd met geopende schuifdeuren, of
ze goed vergrendeld zijn.
12)Gebruik dit systeem altijd wanneer er
kinderen worden vervoerd.13)Het verbindingssysteem is ontworpen
voor optimaal gebruik. Bij onbedoelde
schokken of een windstoot kunnen de
veren losraken waardoor de deuren
plotseling dicht kunnen vallen.
14)Sluit eerst het rechterportier volledig,
voordat het linkerportier gesloten wordt.
Sluit de deuren nooit tegelijkertijd.
15)Laat als het waait de openslaande
achterportieren niet openstaan. Gevaar
voor letsel.
16)Wanneer u langs de weg stopt en de
achterklep volledig openstaat, zijn de
achterlampen mogelijk niet zichtbaar.
Waarschuw de overige weggebruikers dat
uw voertuig daar staat door de
gevarendriehoek te plaatsen of andere
wettelijk toegestane middelen in het land
waar u zich bevindt.
27
Page 30 of 244

HOOFDSTEUN
VOORSTE HOOFDSTEUN
17)
Verstellen
Trek de hoofdsteun tot de gewenste
hoogte omhoog. Zorg ervoor dat de
stoel goed op zijn plaats vastzit.
Druk op knop 1 fig. 48 en duw de
hoofdsteun 2 tot de gewenste hoogte
omlaag. Zorg ervoor dat de stoel goed
op zijn plaats vastzit.
Verwijderen
Zet de hoofdsteun in de hoogste stand
(kantel de rugleuning, indien nodig).
Druk op de knop 1 fig. 48 en duw de
hoofdsteun omhoog tot die vrij komt.Terugplaatsen
Steek de stangen van de hoofdsteun in
de gleuven (kantel de rugleuning, indien
nodig). Duw de hoofdsteun omlaag tot
hij op zijn plaats klikt en druk op de
knop 1 fig. 48 om hem op de gewenste
hoogte af te stellen. Controleer of iedere
stang op zijn plaats in de rugleuning
van de stoel is bevestigd.
ACHTERSTE
HOOFDSTEUN
17)
Verwijderen
Druk op knop 1 fig. 50 en trek de
hoofdsteun omhoog tot u hem af kunt
nemen (kantel de rugleuning, indien
nodig).Terugplaatsen
Steek de stangen van de hoofdsteun in
de gleuven (kantel de rugleuning, indien
nodig). Duw de hoofdsteun zover
mogelijk omlaag en trek hem dan weer
omhoog tot hij vastklikt. Controleer of
elke stang 2 fig. 50 op de rugleuning
goed is vergrendeld.
48T36589
49T26342
50T36588
51T36587
28
KENNIS VAN HET VOERTUIG