FIAT TALENTO 2020 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: FIAT, Model Year: 2020, Model line: TALENTO, Model: FIAT TALENTO 2020Pages: 248, PDF Size: 4.87 MB
Page 111 of 248

VEILIGHEIDS-
SYSTEMEN VOOR
KINDEREN
KINDEREN VEILIG
VERVOEREN
127) 128) 129) 130) 131) 132) 133) 135) 136) 137) 138) 139)
140) 141)
Net als een volwassene moet een kind
correct met een veiligheidsgordel om
op zijn plaats zitten, ongeacht de
afstand die wordt afgelegd. U bent
verantwoordelijk voor de kinderen die u
vervoert.
Een kind is geen kleine volwassene.
Hij/zij is vatbaar voor specifiek letsel
omdat zijn/haar spieren en botten nog
niet volledig zijn ontwikkeld. Alleen een
veiligheidsgordel is niet afdoende voor
het vervoer van kinderen. Gebruik een
geschikt kinderzitje en gebruik het op
correcte wijze.
Kinderzitjes gebruiken
De mate van bescherming die
kinderzitjes bieden, is afhankelijk van de
capaciteit om het kind te dragen en de
montagewijze. Een onjuiste montage
brengt de veiligheid van het kind in
gevaar in geval van plotseling remmen
of een botsing.
Controleer voordat u een kinderzitje
koopt, of het voldoet aan de wetten van
het land waar u zich bevindt en waar
het in een voertuig kan worden
geïnstalleerd.Neem contact op met het Fiat
Servicenetwerk voor informatie over de
voor het voertuig aanbevolen
kinderzitjes.
Lees voordat u het kinderzitje monteert
het handboek en volg de instructies die
erin staan. Als u problemen heeft bij de
installatie, neem dan contact op met de
fabrikant van het kinderzitje. Bewaar de
instructies bij het kinderzitje.
BELANGRIJK Leer het kind om:
de gordel correct te bevestigen;
in en uit het voertuig te stappen aan
de kant waar geen verkeer rijdt.
Gebruik geen kinderzitjes die in de
uitverkoop zijn of die geen handboek
hebben. Zorg ervoor dat geen
voorwerpen in of in de buurt van het
zitje de montage in de weg zitten.
KEUZE VAN EEN KINDERZITJE
Tegen de rijrichting in geplaatste
kinderzitjes
Het hoofd van een kind is in verhouding
zwaarder dan dat van een volwassene
en de nek is zeer kwetsbaar.Vervoer een kind zo lang mogelijk op
deze manier (tot het ten minste 2 jaar
oud is). Hoofd en nek worden zo
ondersteund fig. 191. Selecteer een
omsluitend kinderzitje voor betere
zijdelingse bescherming en vervang het
zodra het hoofd van het kind boven de
stoel uitkomt.
In de rijrichting geplaatste
kinderzitjes
Het hoofd en de buik zijn de
belangrijkste delen van het lichaam die
beschermd moeten worden. Een
kinderzitje dat in de rijrichting is
bevestigd en goed vast zit aan het
voertuig beperkt het risico dat het
hoofd wordt gestoten.
191T31235
109
Page 112 of 248

Het kind kan het best in een in de
rijrichting geplaatst kinderzitje worden
gezet, zodra zijn/haar lengte dit
toestaat. Selecteer een omsluitend
kinderzitje fig. 192 voor een betere
zijbescherming.
Stoelverhoger
Een kind kan vanaf 15 kg of 4-jarige
leeftijd op een stoelverhoger vervoerd
worden waarbij de veiligheidsgordel
goed op het lichaam aansluit fig. 193.
De stoelverhoger moet geleiders
hebben die de veiligheidsgordel over
zijn/haar dijen plaatst en niet over de
buik.De in hoogte verstelbare rugleuning en
gordelgeleider worden aanbevolen om
de veiligheidsgordel over het midden
van de schouder te plaatsen. De gordel
mag nooit op de nek of arm rusten.
Kies een omsluitend kinderzitje voor
een betere zijdelingse bescherming.
INSTALLERING VAN EEN
KINDERZITJE
Niet alle kinderzitjes kunnen worden
gemonteerd. In de schema's op de
volgende pagina's wordt de
bevestigingsstand van het kinderzitje
weergegeven.
Voordat u een kinderzitje gebruikt, moet
u zeker weten dat deze kan worden
geplaatst.
Op de voorstoel
Kinderen vervoeren op de voorste
passagiersstoel is landgebonden.
Controleer met de huidige wetten en
volg de aanwijzingen in het volgende
schema op.Voorafgaand aan de installatie van een
kinderzitje op deze stoel (indien
toegestaan):
verlaag de veiligheidsgordel
helemaal;
beweeg de zitting helemaal naar
achteren;
kantel de rugleuning enigszins
(ongeveer 25°);
zet de stoel zo hoog mogelijk, in
voertuigen waar dat mogelijk is.
Zet de hoofdsteun zo hoog mogelijk,
zodat deze het kinderzitje niet in de
weg zit (zie paragraaf “hoofdsteun voor”
in het hoofdstuk “Kennismaken met uw
voertuig”).
Indien mogelijk moet de stoel na de
installatie van het kinderzitje vooruit
worden verplaatst om, indien
noodzakelijk, ruimte te maken voor de
passagiers of andere kinderzitjes op de
achterbank. In geval van een tegen de
rijrichting in geplaatste kinderzitjes,
moeten contact met het dashboard en
de volledige vooruit verplaatsing van de
stoel vermeden worden.
Voer na de installatie van het kinderzitje
geen andere aanpassingen uit.
Op de achterstoel aan de zijkant
De reiswieg wordt dwars in het voertuig
gemonteerd en beslaat ten minste twee
zitplaatsen. Plaats het hoofd van het
kind niet naast het portier.
192T38824193T31234
110
VEILIGHEID
Page 113 of 248

Verplaats de voorstoel, voor de
installatie van het kinderzitje tegen de
rijrichting in, zoveel mogelijk vooruit;
verplaats het vervolgens weer zoveel
mogelijk achteruit zodat hij geen
contact maakt met het kinderzitje.
Voor in de rijrichting gerichte
kinderzitjes:
vermijd om de voor de rugleuning
van het kinderzitje geplaatste stoel
verder achteruit te verplaatsen dan
halverwege de mogelijke beweging;
kantel de rugleuning niet te veel
(maximaal 25°) en verplaats de stoel
zoveel mogelijk omhoog.
Verwijder de hoofdsteun van de
achterbank waar het kinderzitje wordt
geplaatst (zie de paragraaf "Achterste
hoofdsteun" in het hoofdstuk
"Kennismaking met het voertuig"). Doe
dit voordat het kinderzitje wordt
geplaatst.
Zorg dat het kinderzitje in de rijrichting
tegen de rugleuning van de stoel wordt
geplaatst.
Op de achterstoel in het midden
Zorg ervoor dat de veiligheidsgordel op
het kinderzitje is aangebracht. Wend u
tot het Fiat Servicenetwerk.
134)
KINDERZITJE MONTEREN
MET DE
VEILIGHEIDSGORDELS
135) 136)
De veiligheidsgordel moet goed zijn
afgesteld om zeker te zijn dat hij naar
behoren werkt in geval van plotseling
remmen of een botsing. Volg de
instructies voor de veiligheidsgordel van
de fabrikant van het kinderzitje.
Controleer of de veiligheidsgordel
correct is vastgezet.
Controleer of het kinderzitje goed op
zijn plaats vastzit, door het naar
links/rechts, en naar voren/achteren te
bewegen: de stoel moet stevig op zijn
plaats blijven zitten. Zorg dat het
kinderzitje niet dwars is gemonteerd en
niet tegen een ruit leunt.
111
Page 114 of 248

Bestelwagen met 2 zitplaatsen
controleer de status van de airbag voordat een passagier plaatsneemt of een kinderzitje wordt gemonteerd.
: stoel waarop geen kinderzitje mag worden gemonteerd.
Kinderzitje bevestigd met extra gordel
U: stoel waarop een goedgekeurd kinderzitje, zoals "Universal" met de veiligheidsgordel mag worden gemonteerd.
194T36600
112
VEILIGHEID
Page 115 of 248

Bestelwagen met 3 zitplaatsen
controleer de status van de airbag voordat een passagier plaatsneemt of een kinderzitje wordt gemonteerd.
: stoel waarop geen kinderzitje mag worden gemonteerd.
Kinderzitje bevestigd met extra gordel
U: stoel waarop een goedgekeurd kinderzitje, zoals "Universal" met de veiligheidsgordel mag worden gemonteerd.
195T36601
113
Page 116 of 248

De volgende tabel bevat dezelfde informatie als de voorgaande diagrammen, om aan te geven hoe de huidige wetgeving moet
worden opgevolgd.
Bestelwagens met 2 of 3 zitplaatsen
Kinderzitjes Gewicht kindVoorste passagiersstoel(en) (2)
Met enkele
passagiersstoel (1)Met 2 enkele stoelen
Middenstoel Stoelen aan de zijkant
Tegen de rijrichting in
geplaatst kinderzitje
Groepen 0, 0+ en 1<13kgenvan9tot
18 kgUXU
In de rijrichting
geplaatst kinderzitje
Groep 1van 9 tot 18 kg U X U
Stoelverhoging
Groepen 2 en 3van 15 tot 25 kg en van
22 tot 36 kgUXU
X: stoel waarop dit type kinderzitje niet mag worden gemonteerd.
U: stoel waarop een goedgekeurd kinderzitje, zoals "Universal" met de veiligheidsgordel mag worden gemonteerd; controleer of
montage mogelijk is.
(1): in de rijrichting geplaatst kinderzitje: plaats de rugleuning van het kinderzitje tegen de rugleuning van de stoel. Verwijder de
hoofdsteun. Zet de stoel van het voertuig zover mogelijk naar achteren en zo hoog mogelijk en kantel de rugleuning enigszins
(ongeveer 25°).
(2) GEVAAR VOOR DODELIJK OF ERNSTIG LETSEL.Voor het installeren van een kinderzitje achterstevoren op de voorste
passagiersstoel, controleren of de airbag correct gedeactiveerd is (zie paragraaf “zijairbag passagierszijde en kinderzitjes - hoe
de airbags te deactiveren” in dit hoofdstuk).
114
VEILIGHEID
Page 117 of 248

Combi 5 zitplaatsen
verifieer de staat van de airbag voordat u een passagier op de zitplaats laat plaatsnemen of er een kinderzitje op installeert.
Kinderzitje bevestigd met de veiligheidsgordel
U: zitplaats die geschikt is voor de bevestiging van een goedgekeurd «Universeel» kinderzitje met de veiligheidsgordel.
: zitplaats waarop de montage van een kinderzitje verboden is.
196T36605
115
Page 118 of 248

De volgende tabel bevat dezelfde informatie als de voorgaande diagrammen, om aan te geven hoe de huidige wetgeving moet
worden opgevolgd.
Combi-versies met 5 zitplaatsen
Kinderzitjes Gewicht kindPassagiersstoel voor
(1) (2)Achterstoel aan zijkantAchterstoel in het
midden
ReiswiegGroep 0 < 10 kg XU (3)
U (3)
U (3)
Tegen de rijrichting in
geplaatst kinderzitje
Groepen 0 en 0+< 13 kg U U (4) U (4)
Tegen de rijrichting in
geplaatst kinderzitje
Groepen 0 en 1+<13kgenvan9tot
18 kgU U (4) U (4)
In de rijrichting
geplaatst kinderzitje
Groep 1van 9 tot 18 kg X U (5) U (5)
StoelverhogingGroepen
2en3van 15 tot 25 kg en van
22 tot 36 kgX U (5) U (5)
X: stoel waarop dit type kinderzitje niet mag worden gemonteerd.
U: stoel waarop een goedgekeurd kinderzitje, zoals "Universal" met de veiligheidsgordel mag worden gemonteerd; controleer of
montage mogelijk is.
(2): zet de stoel van het voertuig zo ver mogelijk naar achteren en zo hoog mogelijk en kantel de rugleuning enigszins (ongeveer
25°).
(3): de reiswieg wordt dwars in het voertuig gemonteerd en beslaat ten minste twee zitplaatsen. Het hoofd van het kind mag
niet naast het portier van het voertuig liggen.
(4): zet de stoel zo ver mogelijk naar voren om het kinderzitje tegen de rijrichting in te monteren en zet de stoel vervolgens zo
ver mogelijk naar achteren zonder het kinderzitje te raken.
(5): in de rijrichting geplaatst kinderzitje: plaats de rugleuning van het kinderzitje tegen de rugleuning van de stoel. Verwijder in
ieder geval de hoofdsteun van de achterbank waar het kinderzitje tegenaan staat. Dit moet worden gedaan voordat het
kinderzitje wordt geplaatst (zie de paragraaf "Achterste hoofdsteun" in het hoofdstuk "Kennismaking met het voertuig"). Zet de
stoel vóór het kinderzitje niet meer dan een halve lengte naar achteren en kantel de rugleuning niet meer dan 25°.
116
VEILIGHEID
Page 119 of 248

Combi 6 zitplaatsen
verifieer de staat van de airbag voordat u een passagier op de zitplaats laat plaatsnemen of er een kinderzitje op installeert.
Kinderzitje bevestigd met de veiligheidsgordel
U: zitplaats die geschikt is voor de bevestiging van een goedgekeurd «Universeel» kinderzitje met de veiligheidsgordel;
: zitplaats waarop de montage van een kinderzitje verboden is.
197T36603
117
Page 120 of 248

De volgende tabel bevat dezelfde informatie als de voorgaande diagrammen, om aan te geven hoe de huidige wetgeving moet
worden opgevolgd.
Combi-versies met 6 zitplaatsen
Kinderzitjes Gewicht kindVoorste passagiersstoel Achterbank
Midden - - Midden
ReiswiegGroep 0 < 10 kg X X U (2) U (2)
Tegen de
rijrichting in
geplaatst
kinderzitjeGroepen
0en0+< 13 kg X U U (3) U (3)
Tegen de
rijrichting in
geplaatst
kinderzitjeGroepen
0en1+<13kgenvan9tot
18 kgX U U (3) U (3)
In de rijrichting
geplaatst
kinderzitjeGroep 1van 9 tot 18 kg X X U (4) U (4)
Stoelverhoging
Groepen 2 en 3van 15 tot 25 kg en
van 22 tot 36 kgX X U (4) U (4)
X: stoel waarop dit type kinderzitje niet mag worden gemonteerd.
U: stoel waarop een goedgekeurd kinderzitje, zoals "Universal" met de veiligheidsgordel mag worden gemonteerd; controleer of
montage mogelijk is.
(2): de reiswieg wordt dwars in het voertuig gemonteerd en beslaat ten minste twee zitplaatsen. Het hoofd van het kind mag
niet naast het portier van het voertuig liggen.
(3): zet de stoel zo ver mogelijk naar voren om het kinderzitje tegen de rijrichting in te monteren en zet de stoel vervolgens zo
ver mogelijk naar achteren zonder het kinderzitje te raken.
(4): in de rijrichting geplaatst kinderzitje: plaats de rugleuning van het kinderzitje tegen de rugleuning van de stoel. Verwijder in
ieder geval de hoofdsteun van de achterbank waar het kinderzitje tegenaan staat. Dit moet worden gedaan voordat het
kinderzitje wordt geplaatst (zie de paragraaf "Achterste hoofdsteun" in het hoofdstuk "Kennismaking met het voertuig"). Zet de
stoel vóór het kinderzitje niet meer dan een halve lengte naar achteren en kantel de rugleuning niet meer dan 25°.
118
VEILIGHEID