diagram FIAT TALENTO 2021 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: FIAT, Model Year: 2021, Model line: TALENTO, Model: FIAT TALENTO 2021Pages: 248, PDF Size: 4.87 MB
Page 116 of 248

De volgende tabel bevat dezelfde informatie als de voorgaande diagrammen, om aan te geven hoe de huidige wetgeving moet
worden opgevolgd.
Bestelwagens met 2 of 3 zitplaatsen
Kinderzitjes Gewicht kindVoorste passagiersstoel(en) (2)
Met enkele
passagiersstoel (1)Met 2 enkele stoelen
Middenstoel Stoelen aan de zijkant
Tegen de rijrichting in
geplaatst kinderzitje
Groepen 0, 0+ en 1<13kgenvan9tot
18 kgUXU
In de rijrichting
geplaatst kinderzitje
Groep 1van 9 tot 18 kg U X U
Stoelverhoging
Groepen 2 en 3van 15 tot 25 kg en van
22 tot 36 kgUXU
X: stoel waarop dit type kinderzitje niet mag worden gemonteerd.
U: stoel waarop een goedgekeurd kinderzitje, zoals "Universal" met de veiligheidsgordel mag worden gemonteerd; controleer of
montage mogelijk is.
(1): in de rijrichting geplaatst kinderzitje: plaats de rugleuning van het kinderzitje tegen de rugleuning van de stoel. Verwijder de
hoofdsteun. Zet de stoel van het voertuig zover mogelijk naar achteren en zo hoog mogelijk en kantel de rugleuning enigszins
(ongeveer 25°).
(2) GEVAAR VOOR DODELIJK OF ERNSTIG LETSEL.Voor het installeren van een kinderzitje achterstevoren op de voorste
passagiersstoel, controleren of de airbag correct gedeactiveerd is (zie paragraaf “zijairbag passagierszijde en kinderzitjes - hoe
de airbags te deactiveren” in dit hoofdstuk).
114
VEILIGHEID
Page 118 of 248

De volgende tabel bevat dezelfde informatie als de voorgaande diagrammen, om aan te geven hoe de huidige wetgeving moet
worden opgevolgd.
Combi-versies met 5 zitplaatsen
Kinderzitjes Gewicht kindPassagiersstoel voor
(1) (2)Achterstoel aan zijkantAchterstoel in het
midden
ReiswiegGroep 0 < 10 kg XU (3)
U (3)
U (3)
Tegen de rijrichting in
geplaatst kinderzitje
Groepen 0 en 0+< 13 kg U U (4) U (4)
Tegen de rijrichting in
geplaatst kinderzitje
Groepen 0 en 1+<13kgenvan9tot
18 kgU U (4) U (4)
In de rijrichting
geplaatst kinderzitje
Groep 1van 9 tot 18 kg X U (5) U (5)
StoelverhogingGroepen
2en3van 15 tot 25 kg en van
22 tot 36 kgX U (5) U (5)
X: stoel waarop dit type kinderzitje niet mag worden gemonteerd.
U: stoel waarop een goedgekeurd kinderzitje, zoals "Universal" met de veiligheidsgordel mag worden gemonteerd; controleer of
montage mogelijk is.
(2): zet de stoel van het voertuig zo ver mogelijk naar achteren en zo hoog mogelijk en kantel de rugleuning enigszins (ongeveer
25°).
(3): de reiswieg wordt dwars in het voertuig gemonteerd en beslaat ten minste twee zitplaatsen. Het hoofd van het kind mag
niet naast het portier van het voertuig liggen.
(4): zet de stoel zo ver mogelijk naar voren om het kinderzitje tegen de rijrichting in te monteren en zet de stoel vervolgens zo
ver mogelijk naar achteren zonder het kinderzitje te raken.
(5): in de rijrichting geplaatst kinderzitje: plaats de rugleuning van het kinderzitje tegen de rugleuning van de stoel. Verwijder in
ieder geval de hoofdsteun van de achterbank waar het kinderzitje tegenaan staat. Dit moet worden gedaan voordat het
kinderzitje wordt geplaatst (zie de paragraaf "Achterste hoofdsteun" in het hoofdstuk "Kennismaking met het voertuig"). Zet de
stoel vóór het kinderzitje niet meer dan een halve lengte naar achteren en kantel de rugleuning niet meer dan 25°.
116
VEILIGHEID
Page 120 of 248

De volgende tabel bevat dezelfde informatie als de voorgaande diagrammen, om aan te geven hoe de huidige wetgeving moet
worden opgevolgd.
Combi-versies met 6 zitplaatsen
Kinderzitjes Gewicht kindVoorste passagiersstoel Achterbank
Midden - - Midden
ReiswiegGroep 0 < 10 kg X X U (2) U (2)
Tegen de
rijrichting in
geplaatst
kinderzitjeGroepen
0en0+< 13 kg X U U (3) U (3)
Tegen de
rijrichting in
geplaatst
kinderzitjeGroepen
0en1+<13kgenvan9tot
18 kgX U U (3) U (3)
In de rijrichting
geplaatst
kinderzitjeGroep 1van 9 tot 18 kg X X U (4) U (4)
Stoelverhoging
Groepen 2 en 3van 15 tot 25 kg en
van 22 tot 36 kgX X U (4) U (4)
X: stoel waarop dit type kinderzitje niet mag worden gemonteerd.
U: stoel waarop een goedgekeurd kinderzitje, zoals "Universal" met de veiligheidsgordel mag worden gemonteerd; controleer of
montage mogelijk is.
(2): de reiswieg wordt dwars in het voertuig gemonteerd en beslaat ten minste twee zitplaatsen. Het hoofd van het kind mag
niet naast het portier van het voertuig liggen.
(3): zet de stoel zo ver mogelijk naar voren om het kinderzitje tegen de rijrichting in te monteren en zet de stoel vervolgens zo
ver mogelijk naar achteren zonder het kinderzitje te raken.
(4): in de rijrichting geplaatst kinderzitje: plaats de rugleuning van het kinderzitje tegen de rugleuning van de stoel. Verwijder in
ieder geval de hoofdsteun van de achterbank waar het kinderzitje tegenaan staat. Dit moet worden gedaan voordat het
kinderzitje wordt geplaatst (zie de paragraaf "Achterste hoofdsteun" in het hoofdstuk "Kennismaking met het voertuig"). Zet de
stoel vóór het kinderzitje niet meer dan een halve lengte naar achteren en kantel de rugleuning niet meer dan 25°.
118
VEILIGHEID
Page 122 of 248

De volgende tabel bevat dezelfde informatie als de voorgaande diagrammen, om aan te geven hoe de huidige wetgeving moet
worden opgevolgd.
Combi/bestelwagen 8 zitplaatsen
Kinderzitjes Gewicht kindPassagiers.
voor (1) (2)Achterbank
Zijkant 2e rij Midden 2e rij Zijkant 3e rij Midden 3e rij
ReiswiegGroep 0 < 10 kg X U (3) U (3) U (3) U (3)
Tegen de rijrichting in
geplaatst kinderzitje
Groepen 0 en 0+< 13 kg U U (4) U (4) U (4) U (4)
Tegen de rijrichting in
geplaatst kinderzitje
Groepen 0 en 1+<13kgenvan
9 tot 18 kgU U (4) U (4) U (4) U (4)
In de rijrichting
geplaatst kinderzitje
Groep 1van 9 tot 18 kg X U (5) U (5) U (5) U (5)
Stoelverhoging
Groepen 2 en 3van 15 tot 25 kg
en van 22 tot
36 kgU U (5) U (5) U (5) U (5)
X: stoel waarop dit type kinderzitje niet mag worden gemonteerd.
U: stoel waarop een goedgekeurd kinderzitje, zoals "Universal" met de veiligheidsgordel mag worden gemonteerd; controleer of
montage mogelijk is.
(2): zet de stoel van het voertuig zo ver mogelijk naar achteren en zo hoog mogelijk en kantel de rugleuning enigszins (ongeveer
25°).
(3): de reiswieg wordt dwars in het voertuig gemonteerd en beslaat ten minste twee zitplaatsen. Het hoofd van het kind mag
niet naast het portier van het voertuig liggen.
(4): zet de stoel zo ver mogelijk naar voren om het kinderzitje tegen de rijrichting in te monteren en zet de stoel vervolgens zo
ver mogelijk naar achteren zonder het kinderzitje te raken.
(5): in de rijrichting geplaatst kinderzitje: plaats de rugleuning van het kinderzitje tegen de rugleuning van de stoel. Verwijder in
ieder geval de hoofdsteun van de achterbank waar het kinderzitje tegenaan staat. Dit moet worden gedaan voordat het
kinderzitje wordt geplaatst (zie de paragraaf "Achterste hoofdsteun" in het hoofdstuk "Kennismaking met het voertuig"). Zet de
stoel vóór het kinderzitje niet meer dan een halve lengte naar achteren en kantel de rugleuning niet meer dan 25°.
120
VEILIGHEID
Page 124 of 248

De volgende tabel bevat dezelfde informatie als de voorgaande diagrammen, om aan te geven hoe de huidige wetgeving moet
worden opgevolgd.
Combi/bestelwagen 9 zitplaatsen
KinderzitjesGewicht
kindVoorste passagiersstoel Achterbank
Passagier
in het
middenPassagiers.
aan de
zijkant (1)Zijkant
2e rijMidden
2e rijZijkant
3e rijMidden
3e rij
ReiswiegGroep 0 < 10 kg X U U (2) U (2) U (2) U (2)
Tegen de rijrichting in
geplaatst kinderzitje
Groepen 0 en 0+< 13 kg X U U (3) U (3) U (3) U (3)
Tegen de rijrichting in
geplaatst kinderzitje
Groepen 0 en 1+<13kgen
van 9 tot
18 kgX U U (3) U (3) U (3) U (3)
In de rijrichting
geplaatst kinderzitje
Groep 1van 9 tot
18 kgX U U (4) U (4) U (4) U (4)
StoelverhogingGroepen
2en3van 15 tot
25 kg en van
22 tot 36 kgX U U (4) U (4) U (4) U (4)
X: stoel waarop dit type kinderzitje niet mag worden gemonteerd.
U: stoel waarop een goedgekeurd kinderzitje, zoals "Universal" met de veiligheidsgordel mag worden gemonteerd; controleer of
montage mogelijk is.
(2): de reiswieg wordt dwars in het voertuig gemonteerd en beslaat ten minste twee zitplaatsen. Het hoofd van het kind mag
niet naast het portier van het voertuig liggen.
(3): zet de stoel zo ver mogelijk naar voren om het kinderzitje tegen de rijrichting in te monteren en zet de stoel vervolgens zo
ver mogelijk naar achteren zonder het kinderzitje te raken.
(4): in de rijrichting geplaatst kinderzitje: plaats de rugleuning van het kinderzitje tegen de rugleuning van de stoel. Verwijder in
ieder geval de hoofdsteun van de achterbank waar het kinderzitje tegenaan staat. Dit moet worden gedaan voordat het
kinderzitje wordt geplaatst (zie de paragraaf "Achterste hoofdsteun" in het hoofdstuk "Kennismaking met het voertuig"). Zet de
stoel vóór het kinderzitje niet meer dan een halve lengte naar achteren en kantel de rugleuning niet meer dan 25°.
122
VEILIGHEID
Page 129 of 248

De volgende tabel bevat dezelfde informatie als de voorgaande diagrammen, om aan te geven hoe de huidige wetgeving moet
worden opgevolgd.
Combi-versies met 5 zitplaatsen
Kinderzitjes Gewicht kindAfmetingen
ISOFIX-
kinderzitjeVoorste
passagiersstoelAchterstoel aan
zijkantAchterstoel in
het midden
ReiswiegGroep 0 < 10 kgF
X IL (1) X
G
Tegen de rijrichting in geplaatst
kinderzitjeGroepen 0 en 0+<13kg E X IL(2) X
Tegen de rijrichting in geplaatst
kinderzitjeGroepen 0 en 1+<13kgenvan
9 tot 18 kgC, D X IL (2) X
In de rijrichting geplaatst
kinderzitjeGroep 1van 9 tot 18 kg A, B, B1 X IUF/IL (3) X
StoelverhogingGroepen 2 en 3van 15 tot 25 kg
en van 22 tot
36 kgX IUF/IL (3) X
X= Stoel waar geen ISOFIX-kinderzitje op mag worden gemonteerd.
IUF/IL= Voor voertuigen waarbij dat is toegestaan, kunnen dankzij de ISOFIX-bevestigingen "Universele/semi-universele of
voertuigspecifieke" goedgekeurde kinderzitjes worden gemonteerd; controleer of montage mogelijk is.
(1)De reiswieg wordt dwars in het voertuig gemonteerd en beslaat ten minste twee zitplaatsen. Het hoofd van het kind mag
niet naast het portier van het voertuig liggen.
(2)Zet de stoel zo ver mogelijk naar voren om het kinderzitje tegen de rijrichting in te monteren en zet de stoel vervolgens zo
ver mogelijk naar achteren zonder het kinderzitje te raken.
(3)In de rijrichting geplaatst kinderzitje: plaats de rugleuning van het kinderzitje tegen de rugleuning van de stoel. Verwijder in
ieder geval de hoofdsteun van de achterbank waar het kinderzitje tegenaan staat. Dit moet worden gedaan voordat het
kinderzitje wordt geplaatst (zie de paragraaf "Achterste hoofdsteun" in het hoofdstuk "Kennismaking met het voertuig"). Zet de
stoel vóór het kinderzitje niet meer dan een halve lengte naar achteren en kantel de rugleuning niet meer dan 25°.
127
Page 131 of 248

De volgende tabel bevat dezelfde informatie als de voorgaande diagrammen, om aan te geven hoe de huidige wetgeving moet
worden opgevolgd.
Combi-versies met 6 zitplaatsen
Kinderzitjes Gewicht kindAfmetingen
ISOFIX-
kinderzitjeVoorste passagiersstoel Achterbank
passagier in
het middenpassagier
zijkant- Midden
ReiswiegGroep 0 < 10 kgF
XXXX
G
Tegen de rijrichting in
geplaatst kinderzitjeGroepen
0en0+< 13 kg E X X IL (2) X
Tegen de rijrichting in
geplaatst kinderzitjeGroepen
0en1+<13kgenvan
9 tot 18 kgC
XXXX
D
In de rijrichting geplaatst
kinderzitjeGroep 1van 9 tot 18 kg A, B, B1 X X IUF/IL (3) X
StoelverhogingGroepen 2 en 3van 15 tot 25 kg
en van 22 tot
36 kgX X IUF/IL (3) X
X: stoel waarop dit type kinderzitje niet mag worden gemonteerd.
IUF/IL: deze stoel heeft ISOFIX-bevestigingen voor de bevestiging van een goedgekeurd "Universeel/semi-universeel of
voertuigspecifiek-kinderzitjessysteem; controleer of de montage mogelijk is.
(1): de reiswieg wordt dwars in het voertuig gemonteerd en beslaat ten minste twee zitplaatsen. Het hoofd van het kind mag
niet naast het portier van het voertuig liggen.
(2): zet de stoel zo ver mogelijk naar voren om het kinderzitje tegen de rijrichting in te monteren en zet de stoel vervolgens zo
ver mogelijk naar achteren zonder het kinderzitje te raken.
(3): in de rijrichting geplaatst kinderzitje: plaats de rugleuning van het kinderzitje tegen de rugleuning van de stoel. Verwijder in
ieder geval de hoofdsteun van de achterbank waar het kinderzitje tegenaan staat. Dit moet worden gedaan voordat het
kinderzitje wordt geplaatst (zie de paragraaf "Achterste hoofdsteun" in het hoofdstuk "Kennismaking met het voertuig"). Zet de
stoel vóór het kinderzitje niet meer dan een halve lengte naar achteren en kantel de rugleuning niet meer dan 25°.
129
Page 133 of 248

De volgende tabel bevat dezelfde informatie als de voorgaande diagrammen, om aan te geven hoe de huidige wetgeving moet
worden opgevolgd.
Combi/bestelwagen 8 zitplaatsen
Kinderzitjes Gewicht kindAfmetingen
ISOFIX-
kinderzitjeVoorste
passagiers.Achterbank
zijkant
2e rijmidden
2e rijzijkant
3e rijmidden
3e rij
ReiswiegGroep 0 < 10 kgF
X IL (1) X X X
G
Tegen de rijrichting in
geplaatst kinderzitje
Groepen 0 en 0+<13kg E X IL(2) X X X
Tegen de rijrichting in
geplaatst kinderzitje
Groepen 0 en 1+<13kgenvan
9 tot 18 kgC, D X IL (2) X X X
In de rijrichting geplaatst
kinderzitjeGroep 1van 9 tot 18 kg A, B, B1 X IUF/IL (3) X X X
Stoelverhoging
Groepen 2 en 3van 15 tot 25 kg
en van 22 tot
36 kgX IUF/IL (3) X X X
X: stoel waarop dit type kinderzitje niet mag worden gemonteerd.
IUF/IL: deze stoel heeft ISOFIX-bevestigingen voor de bevestiging van een goedgekeurd "Universeel/semi-universeel of
voertuigspecifiek-kinderzitjessysteem; controleer of de montage mogelijk is.
(1): de reiswieg wordt dwars in het voertuig gemonteerd en beslaat ten minste twee zitplaatsen. Het hoofd van het kind mag
niet naast het portier van het voertuig liggen.
(2): zet de stoel zo ver mogelijk naar voren om het kinderzitje tegen de rijrichting in te monteren en zet de stoel vervolgens zo
ver mogelijk naar achteren zonder het kinderzitje te raken.
(3): in de rijrichting geplaatst kinderzitje: plaats de rugleuning van het kinderzitje tegen de rugleuning van de stoel. Verwijder in
ieder geval de hoofdsteun van de achterbank waar het kinderzitje tegenaan staat. Dit moet worden gedaan voordat het
kinderzitje wordt geplaatst (zie de paragraaf "Achterste hoofdsteun" in het hoofdstuk "Kennismaking met het voertuig"). Zet de
stoel vóór het kinderzitje niet meer dan een halve lengte naar achteren en kantel de rugleuning niet meer dan 25°.
131
Page 135 of 248

De volgende tabel bevat dezelfde informatie als de voorgaande diagrammen, om aan te geven hoe de huidige wetgeving moet
worden opgevolgd.
Combi/bestelwagen 9 zitplaatsen
KinderzitjesGewicht
kindAfmetingen
ISOFIX-
kinderzitjeVoorste
passagiersstoelAchterbank
passagier
in het
middenpassagier
zijkantzijkant
2e rijmidden
2e rijzijkant
3e rijmidden
3e rij
ReiswiegGroep 0 < 10 kgF
XXXXXX
G
Tegen de rijrichting
in geplaatst
kinderzitje
Groepen 0 en 0+< 13 kg E X X IL (2) X X X
Tegen de rijrichting
in geplaatst
kinderzitje
Groepen 0 en 1+<13kgen
van 9 tot
18 kgC
XXXXXX
D
In de rijrichting
geplaatst kinderzitje
Groep 1van 9 tot
18 kgA, B, B1 X X IUF/IL (3) X X X
Stoelverhoging
Groepen 2 en 3van 15 tot
25 kg en van
22 tot 36 kgX X IUF/IL (3) X X X
X: stoel waarop dit type kinderzitje niet mag worden gemonteerd.
IUF/IL: deze stoel heeft ISOFIX-bevestigingen voor de bevestiging van een goedgekeurd "Universeel/semi-universeel of
voertuigspecifiek-kinderzitjessysteem; controleer of de montage mogelijk is.
(1): de reiswieg wordt dwars in het voertuig gemonteerd en beslaat ten minste twee zitplaatsen. Het hoofd van het kind mag
niet naast het portier van het voertuig liggen.
(2): zet de stoel zo ver mogelijk naar voren om het kinderzitje tegen de rijrichting in te monteren en zet de stoel vervolgens zo
ver mogelijk naar achteren zonder het kinderzitje te raken.
133