sensor FIAT TIPO 4DOORS 2018 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: FIAT, Model Year: 2018, Model line: TIPO 4DOORS, Model: FIAT TIPO 4DOORS 2018Pages: 252, PDF Size: 5.66 MB
Page 122 of 252

BELANGRIJK
120)De verantwoordelijkheid voor het
parkeren en andere mogelijk gevaarlijke
manoeuvres ligt echter altijd bij de
bestuurder. Controleer tijdens deze
manoeuvres altijd of er geen andere
mensen (vooral kinderen) of dieren
aanwezig zijn op het parcours dat u af wilt
leggen. De parkeersensoren dienen als
hulp voor de bestuurder, die echter nooit
zijn aandacht mag laten verslappen tijdens
potentieel gevaarlijke manoeuvres, ook al
worden ze met lage snelheden verricht.
BELANGRIJK
44)Voor een correcte werking van het
systeem mogen de sensoren nooit bevuild
zijn met modder, vuil, sneeuw of ijs. Zorg
ervoor dat ze tijdens het reinigen niet
gekrast of beschadigd worden. Vermijd het
gebruik van droge, ruwe of harde doeken.
De sensoren moeten met schoon water
worden gewassen, waaraan eventueel
autoshampoo is toegevoegd. Wanneer
speciale reinigingsapparaten worden
gebruikt, zoals stoomreinigers of
hogedrukreinigers, reinig dan de sensoren
zeer snel en houd de straal op minstens
10 cm afstand.45)Voor werkzaamheden aan de bumper
in de buurt van de sensoren, dient u zich
uitsluitend tot het Fiat Servicenetwerk te
wenden. Werkzaamheden aan de bumper
die niet goed worden uitgevoerd kunnen de
werking van de parkeersensoren in gevaar
brengen
46)Voor het overspuiten van de bumpers
of eventueel bijwerken van de laklaag in de
zone van de sensoren, dient men zich
uitsluitend tot het Fiat Servicenetwerk te
wenden. Het verkeerd opbrengen van de
lak kan de werking van de parkeersensoren
negatief beïnvloeden.
ACHTERUITRIJ-
CAMERA
(waar aanwezig)
BESCHRIJVING
De achteruitkijkcamera 1
fig. 101 bevindt zich op het
achterdeksel.
121)
47)
Elke keer dat de achteruitversnelling
wordt ingeschakeld, toont het display
fig. 102 het gebied rondom het
voertuig, zoals gezien door de
achteruitrijcamera.
10107186J0001EM
120
STARTEN EN RIJDEN
Page 123 of 252

SYMBOLEN EN
BERICHTEN OP HET
DISPLAY
Een er overheen geplaatste
onderbroken middenlijn geeft het
midden van het voertuig aan om
parkeermanoeuvres of het uitlijnen van
een sleepoog te vergemakkelijken. De
verschillende gekleurde zones geven de
afstand aan vanaf de achterkant van
het voertuig.In de volgende tabel worden de
afstanden bij benadering voor elke zone
getoond fig. 102:
ZoneAfstand vanaf de
achterkant van het
voertuig
Rood (1) 0-30 cm
Geel (2) 30-100 cm
Groen (3) 1 m of meer
BELANGRIJK Let tijdens
parkeermanoeuvres in het bijzonder op
obstakels die zich boven of onder het
bereik van de camera kunnen
bevinden.
BELANGRIJK
121)De verantwoordelijkheid voor het
parkeren en andere mogelijk gevaarlijke
manoeuvres ligt echter altijd bij de
bestuurder. Controleer tijdens deze
manoeuvres altijd of er geen mensen
(vooral kinderen) of dieren in het
betreffende gebied aanwezig zijn. De
camera dient als hulp voor de bestuurder,
die echter nooit zijn aandacht mag laten
verslappen tijdens potentieel gevaarlijke
manoeuvres, ook al worden ze met lage
snelheden verricht. Houd altijd een lage
snelheid aan, zodat meteen geremd kan
worden in geval van obstakels.
BELANGRIJK
47)Voor een correcte werking is het van
extreem belang dat de camera altijd
schoon en vrij van modder, vuil, sneeuw of
ijs wordt gehouden. Zorg ervoor dat de
camera tijdens het reinigen niet gekrast of
beschadigd wordt. Vermijd het gebruik van
droge, ruwe of harde doeken. De camera
moet met schoon water worden gewassen,
waaraan eventueel autoshampoo is
toegevoegd. In wasstraten met
stoomreinigers of hogedrukreinigers
moeten de camera snel gewassen worden
door de spuitmond op minstens 10 cm van
de sensoren te houden. Breng geen
stickers op de camera aan.
10207186J0002EM
121
Page 159 of 252

km x 100015 30 45 60 75 90 105 120 135 150
Jaren12345678910
Visueel de toestand controleren van: buitenzijde van
carrosserie, bodemplaatbescherming, slangen en
leidingen (uitlaat, brandstof- en remsysteem) en rubber
elementen (hoezen, slangen, bussen enz.)
Stand en conditie van wisrubbers van ruitenwissers
controleren
Werking van het ruitenwisser/-sproeiersysteem
controleren en zo nodig de sproeiers afstellen
Sloten van motorkap en achterklep op aanwezigheid van
vuil controleren, mechanismen reinigen en smeren
Slag van handrem controleren en zo nodig afstellen
Conditie en slijtage remblokken van schijfremmen voor en
achter visueel controleren en de integriteit van
remblokslijtagesensor controleren
Conditie en slijtage van de achterste
trommelremvoeringen visueel inspecteren (1.4 16v 95 pk
E4-versies/1.4 16v 95 pk E6-versies/1.6 E.TorQ
E6-versies/1.6 E.TorQ E4-versies)
Visueel de conditie controleren van de zuurstofsensor
(1.4 16V 95 pk E4-versies, 1.6 E.TorQ E4-versies)(2)
(2) Deze handeling moet uitgevoerd worden als het voertuig in een van de volgende landen wordt gebruikt: Afghanistan, Algerije, Angola, Armenië, Congo, Ethiopië,
Ghana, Iran, Irak, Jordanië, Malawi, Mali, Mozambique, Nigeria, Senegal, Syrië, Zimbabwe.
157
Page 162 of 252

km x 100015 30 45 60 75 90 105 120 135 150
Jaren12345678910
Distributieriem(en) vervangen (1.4 16V 95 pk E6-versies /
1.4 16V 95 pk E4-versies / 1.4 T-jet 120 pk LPG
E6-versies)(3)
Aandrijfriem(en) van hulporganen vervangen (1.6 E.TorQ
E6-versies / 1.6 E.TorQ E4-versies)
Luchtfilterelement vervangen (1.4 16V 95 pk E6-versies/
1.4 16V 95 pk E4-versies/ 1.4 T-jet 120 pk LPG
E6-versies)(7)
Luchtfilterelement vervangen (1.6 E.TorQ E6-versies /
1.6 E.TorQ E4-versies)(7)
Zuurstofsensor vervangen (1.4 16V 95 pk E4-versies /
1.6 E.TorQ E4-versies)(2)
Remvloeistof verversen(8)
Filter in drukregelaar vervangen (1.4 T-Jet 120 pk LPG
E6-versies)
Papieren filter vervangen (LPG in gasvorm) (1.4 T-Jet
120 pk LPG E6-versies)
(3) Maximum aantal kilometers 120.000 km. De riem moet elke 6 jaar worden vervangen, ongeacht de afgelegde afstand. Als het voertuig wordt gebruikt onder
veeleisende omstandigheden (stoffige omgevingen, koude klimaten, veel stadsritten, langdurig stationair lopen van de motor): aanbevolen maximum aantal
kilometers is 60.000 km. De riem moet elke 4 jaar worden vervangen, ongeacht de afgelegde afstand.
(7) Als het voertuig in stoffige gebieden gebruikt wordt, wordt geadviseerd dit filter om de 15.000 km te vervangen. (2) Deze handeling moet uitgevoerd worden als het voertuig in een van de volgende landen wordt gebruikt: Afghanistan, Algerije, Angola, Armenië, Congo, Ethiopië,
Ghana, Iran, Irak, Jordanië, Malawi, Mali, Mozambique, Nigeria, Senegal, Syrië, Zimbabwe.
(8) De remvloeistof moet iedere twee jaar worden vervangen, ongeacht de kilometerstand.
160
ONDERHOUD EN ZORG
Page 165 of 252

km x 100020 40 60 80 100 120 140 160 180 200
Jaren12345678910
Stand en conditie van wisrubbers van ruitenwissers
controleren
Werking van het ruitenwisser/-sproeiersysteem controleren
en zo nodig de sproeiers afstellen
Sloten van motorkap en achterklep op aanwezigheid van
vuil controleren, mechanismen reinigen en smeren
Slag van handrem controleren en zo nodig afstellen
Conditie en slijtage remblokken van schijfremmen voor en
achter visueel controleren en de integriteit van
remblokslijtagesensor controleren
Visueel de conditie en slijtage van de achterste
trommelremvoeringen controleren (1.3 MultiJet-versies)
Visueel de conditie controleren van de getande
distributieriem (1.6 Multijet-versies)(2)
Conditie van aandrijfriem(en) hulporganen visueel
controleren(2)
De spanning controleren van aandrijfriem van hulporganen
(uitvoeringen zonder automatische riemspanner)
(2) Maximum aantal kilometers 120.000 km. De riem moet elke 6 jaar worden vervangen, ongeacht de afgelegde afstand. Als het voertuig wordt gebruikt onder
veeleisende omstandigheden (stoffige omgevingen, koude klimaten, veel stadsritten, langdurig stationair lopen van de motor): aanbevolen maximum aantal
kilometers is 60.000 km. De riem moet elke 4 jaar worden vervangen, ongeacht de afgelegde afstand.
163
Page 180 of 252

VERSIES MET STOP/
START-SYSTEEM
(indien aanwezig)
Ga als volgt te werk om de accu op te
laden:
Koppel de stekker 1 fig. 166 los van
de accusensor 3 op de minklem 4 (–)
van de accu los (door op de knop 2 te
drukken);
sluit de pluskabel (+) van de
acculader aan op de plusklem 5 van de
accu en de minkabel (–) op de klem van
de sensor 4 zoals aangegeven in de
figuur;
schakel de acculader in. Schakel na
het opladen de acculader uit;
sluit na de acculader te hebben
afgekoppeld de stekker 1 terug op de
sensor 3 aan zoals aangegeven in de
figuur.
ONDERHOUDS-
PROCEDURES
65) 66) 67)
De volgende pagina's bevatten de
voorschriften voor hetvereiste
onderhoud die voorzien zijn door het
technische personeel dat het voertuig
heeft ontworpen.
In aanvulling op deze specifieke
onderhoudsinstructies die
gespecificeerd zijn voor het
geprogrammeerde routine-onderhoud,
zijn er andere componenten die
reparatie of vervanging vereisen tijdens
de gebruikscyclus van het voertuig.
MOTOROLIE
Motorolieniveau controleren
68)
Om een juiste smering van de motor te
garanderen, moet de olie altijd op het
voorgeschreven niveau worden
gehouden (zie "Motorruimte" in dit
hoofdstuk).
MOTOROLIEFILTER
Het motoroliefilter vervangen
Het motoroliefilter moet elke keer dat de
motorolie ververst wordt vervangen
worden.Het is raadzaam om het te vervangen
door een origineel onderdeel, speciaal
ontworpen voor dit voertuig.
LUCHTFILTER
162)
Luchtfilter vervangen
Zie het "Geprogrammeerd
onderhoudsschema" voor de juiste
onderhoudsintervallen.
Het is raadzaam om het te vervangen
door een origineel onderdeel, speciaal
ontworpen voor dit voertuig.
ONDERHOUD
AIRCONDITIONING
69) 70)
Om de beste prestaties te garanderen,
moet de airconditioning gecontroleerd
en onderhouden worden bij een
werkplaats van het Fiat Servicenetwerk,
bij het begin van de zomer.
RUITEN
Wees bij het reinigen van de verwarmde
achterruit voorzichtig als de
ontdooifunctie ingeschakeld is,
vanwege de temperatuur van het glas;
zorg er ook voor dat kinderen het
verwarmde oppervlak niet aanraken.
Het glas kan heet zijn.
16609036J0001EM
178
ONDERHOUD EN ZORG
Page 234 of 252

"Front. botsing "Waarschuwing"
(waar aanwezig): hiermee kunt u de
"reactiegevoeligheid van de
interventiewijze van het LaneAssist-
systeem kiezen.
De beschikbare opties zijn:
- "Off": het systeem is uitgeschakeld;
- "Alleen berichten": het systeem grijpt
alleen in door de bestuurder een
geluidssignaal ter waarschuwing te
geven (waar aanwezig);
- "Alleen remmen actief": het systeem
grijpt in door de automatische
remwerking te activeren (waar
aanwezig);
- "Alarm+ remmen actief": het systeem
grijpt in door de bestuurder een
geluidssignaal ter waarschuwing te
geven en de automatische remwerking
te activeren.
"Front. botsing Sensitivity"(waar
aanwezig) met deze functie kan de
"reactiegevoeligheid" van het systeem,
op basis van de afstand tot het
obstakel, geselecteerd worden.
De beschikbare opties zijn "Nabij",
"Med", "Ver".
"Park Assist"(waar aanwezig):
hiermee kunt u het type waarschuwing
dat door het Park Assist-systeem wordt
gegeven selecteren.De beschikbare opties zijn:
- "Alleen geluid": het systeem
waarschuwt de bestuurder alleen met
geluidssignalen dat er een obstakel
aanwezig is, via de luidsprekers in het
voertuig.
- "Geluid en Scherm": het systeem
waarschuwt de bestuurder dat er een
obstakel aanwezig is met
geluidssignalen (via de luidsprekers in
het voertuig) en visuele
waarschuwingen (op het
instrumentenpaneel).
"Front Park Assist vol."(waar
aanwezig): deze functie kan gebruikt
worden om het volume van de
geluidssignaal dat door het voorste
Parkassist-systeem wordt afgegeven te
selecteren.
"Rear Park Assist vol."(waar
aanwezig): deze functie kan gebruikt
worden om het volume van de
geluidssignaal dat door het achterste
Parkassist-systeem wordt afgegeven te
selecteren.
"Park Assist vol."(waar aanwezig):
deze functie kan gebruikt worden om
het volume van de geluidssignaal dat
door het Parkassist-systeem wordt
afgegeven te selecteren.
"Lane Assist Waarschuwing"(waar
aanwezig): hiermee kunt u de
"reactiegevoeligheid" van de
interventiewijze van het LaneAssist-
systeem kiezen.
"Lane Assist Strength"(waar
aanwezig): deze functie kan gebruikt
worden om de kracht te selecteren die
uitgeoefend moet worden op het
stuurwiel om het voertuig terug te laten
keren in de rijbaan via de elektrische
stuurinrichting, in geval van een ingreep
van het Lane Assist-systeem.
"Blind Spot Alert"(waar aanwezig):
deze functie kan gebruikt worden om
het type waarschuwing te selecteren
("Alleen geluid" of "Geluid en
weergave") om de aanwezigheid van
voorwerpen in de blinde hoek van de
buitenspiegel aan te geven.
"Regensensor"(waar aanwezig):
deze functie kan gebruikt worden om
de automatische werking van de
ruitenwissers in geval van regen in/uit te
schakelen.
"Brakes"(waar aanwezig): met deze
functie kunnen de volgende submenu's
geselecteerd worden:
- "Remservice" (waar aanwezig):
hiermee kunt u de procedure activeren
om het onderhoud van het remsysteem
uit te voeren;
232
MULTIMEDIA
Page 248 of 252

I-Size kinderzitjes.............93
Identificatiegegevens
chassisnummer...........187
motorcode..............187
typeplaatje met
identificatiegegevens........187
Instapverlichting..............23
Interieur (reiniging)............185
Interieurverlichting.............24
ISOFIX-kinderzitje (montage)......90
iTPMS (indirect Tyre Pressure
Monitoring System)..........76
Kentekenverlichting (lamp
vervangen)...............133
Kinderen veilig vervoeren........86
Kinderslot..................13
Kinderzitjes.................86
Klimaatregeling...............27
Koplampen (reiniging)..........184
Koplampen met Xenon
gasontladingslampen
grootlicht/dimlicht (lamp
vervangen)...............132
Lakwerk (reiniging en onderhoud)......................183
Lamp buitenverlichting vervangen......................130
Lampen
Soorten lampen...........128
Lampjes en berichten...........51
Loslaten hendel (automatische
transmissie)..............150Luchtroosters in interieur.........27
Mistlampen................21
Mistlampen (lamp vervangen).....130
Motor....................188
code..................187
Motorkap..................34
Motorolie (niveau controleren).....174
Motorolie (verbruik)...........174
Motorruimte................166
Motorruimte (uitspuiten)........184
Multifunctioneel display..........43
Niveaus controleren..........166
Noodstart.................146
Officiële typegoedkeuringen.....234
Onderhoudsprocedures........178
Parkeerlichten...............22
Parkeerrem................108
Parkeersensoren.............118
Passieve/actieve veiligheid
(LPG-systeem).............38
PBA (systeem)...............69
Periodieke controles
(geprogrammeerd
onderhoudsschema).........165
Plafondverlichting voor..........24
Portieren...................12
Prestaties (topsnelheid).........205
Regensensor...............26
Remlichten (lamp vervangen).....132Richtingaanwijzers............22
Richtingaanwijzers achter (lamp
vervangen)...............132
Richtingaanwijzers zijkant (lamp
vervangen)...............131
Richtlijnen voor de behandeling
van het voertuig aan het einde
van de levensduur..........209
Rijhulpsystemen..............72
Ruiten (reinigen).............184
Ruitenwisser
wisserbladen vervangen......179
Ruitenwisser/-sproeier..........25
"Intelligente" wis-/wasfunctie....25
SBR (Seat Belt Reminder).......82
SBR-systeem (Seat Belt
Reminder)................82
Slepen van het voertuig........152
Sleutel verwijderen (automatische
versnellingsbak)............151
Sleutels....................9
sleutel met afstandsbediening....9
Sneeuwkettingen............182
Snelheidsbegrenzer...........114
SRS (aanvullend
veiligheidssysteem)..........99
Stadslicht achter (lamp
vervangen)...............132
Starten met hulpaccu..........146
Stoelen....................14
Stop/Start-systeem...........113
ALFABETISCH REGISTER