belt FIAT TIPO 4DOORS 2019 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: FIAT, Model Year: 2019, Model line: TIPO 4DOORS, Model: FIAT TIPO 4DOORS 2019Pages: 260, PDF Size: 7.25 MB
Page 70 of 260
VEILIGHEID
Dit hoofdstuk is bijzonder belangrijk.
Hierin worden de veiligheidssystemen
beschreven waarmee het voertuig is
uitgerust en aanwijzingen over hoe deze
op de juiste wijze gebruikt moeten
worden.ACTIEVE VEILIGHEIDSSYSTEMEN. .69
RIJHULPSYSTEMEN...........73
BESCHERMINGSSYSTEMEN
INZITTENDEN...............80
VEILIGHEIDSGORDELS.........80
SBR-SYSTEEM (SEAT BELT
REMINDER)................82
VOORAANSPANNERS.........85
KINDERZITJES..............87
AANVULLEND VEILIGHEIDS-
SYSTEEM (SRS) - AIRBAGS......99
68
VEILIGHEID
Page 82 of 260
35)Wees voorzichtig in het geval van
reparaties en nieuwe verf in de zone rond
de sensor (paneel dat de sensor bedekt op
de linkerkant van de bumper). In het geval
van een frontale botsing kan de sensor
automatisch buiten werking worden gesteld
en kan er op het display een bericht
worden weergegeven dat de sensor
gerepareerd moet worden. Ook als er geen
storingsmeldingen worden gegeven, moet
het systeem uitgeschakeld worden als u
denkt dat de plaats van de radarsensor is
gewijzigd (bijv. wegens een frontale
aanrijding op lage snelheid zoals tijdens
parkeermanoeuvres). Ga in deze gevallen
naar een Fiat Servicenetwerk om de
radarsensor te laten uitlijnen of vervangen.BESCHERMINGS-
SYSTEMEN
INZITTENDEN
Tot de belangrijkste
veiligheidsvoorzieningen van de auto
behoren de volgende
beschermingssystemen:
veiligheidsgordels;
SBR-systeem (Seat Belt Reminder);
hoofdsteunen;
kinderzitjes;
Airbags voorin, zij-airbags (indien
aanwezig) en omlaag komende airbags
(indien aanwezig).
Lees de informatie vermeld op de
volgende pagina's uiterst aandachtig
door. Het is van fundamenteel belang
dat de beschermingssystemen op de
juiste manier gebruikt worden om het
maximaal mogelijke veiligheidsniveau
voor de bestuurder en de passagiers te
garanderen.
Zie voor de verstelling van de
hoofdsteunen paragraaf
"Hoofdsteunen" in het hoofdstuk
"Kennismaking met het voertuig".
VEILIGHEIDS-
GORDELS
Alle stoelen van het voertuig zijn
uitgerust met veiligheidsgordels met
drie verankeringspunten en een
oprolautomaat.
Het mechanisme van de oprolautomaat
werkt door vergrendeling van de gordel
wanneer er heftig geremd wordt of door
een sterke deceleratie wegens een
botsing. Zo kan de gordel vrij schuiven
en kan hij zich aanpassen aan het
lichaam van de inzittende. In het geval
van een ongeval, zal de gordel
geblokkeerd worden waardoor het
risico van impact binnenin het interieur
en het naar buiten geslingerd worden
van een persoon beperkt worden.
De bestuurder moet zich aan alle
plaatselijke wettelijke voorschriften met
betrekking tot de verplichting en de
manier waarop de gordel wordt
gebruikt houden en moet er ook voor
zorgen dat andere inzittenden van het
voertuig deze voorschriften naleven.
Leg de veiligheidsgordel altijd om
alvorens weg te rijden.
80
VEILIGHEID
Page 84 of 260
HOOGTE VAN DE
VEILIGHEIDSGORDEL
INSTELLEN
(voor bepaalde versies/markten)
72) 73)
Er zijn vier verschillende
hoogteverstellingen mogelijk.
Om de hoogte aan de bovenkant in te
stellen, van boven naar onder, moet
knop 1 fig. 70 worden ingedrukt, en
moet de handgreep naar beneden
geschoven worden.
Om de hoogte aan de kant van de ruit
in te stellen, van boven naar onder,
moet de handgreep verschoven worden
(zonder iets in te drukken).
Stel de hoogte van de veiligheidsgordel
altijd zodanig af dat hij de persoon die
hem draagt goed past: deze
voorzorgsmaatregel kan het risico op
letsel in geval van een aanrijding
aanzienlijk beperken.De gordel is goed afgesteld als hij
halverwege tussen de nek en het
uiteinde van de schouder ligt.BELANGRIJK
70)Druk tijdens het rijden nooit op knop 3.
71)Onthoud dat passagiers op de
achterbank die geen gordel dragen bij een
ongeval blootgesteld worden aan een
groot risico en bovendien een gevaar
opleveren voor de inzittenden voorin.
72)Stel de veiligheidsgordels af wanneer
de auto stil staat.
73)Controleer na het afstellen van de
hoogte altijd of de grip vergrendeld is in
een van de van te voren ingestelde
standen. Om dit te doen, met knoppen
1 losgelaten, iets meer druk omlaag
uitoefenen om het
vergrendelingsmechanisme vast te laten
klikken als dit niet in een van de van te
voren ingestelde standen gebeurd is.
SBR-SYSTEEM
(SEAT BELT
REMINDER)
(voor bepaalde versies/markten)
Het SBR-systeem waarschuwt de
passagiers op de voorstoel en
achterbank (indien aanwezig) als hun
veiligheidsgordel niet is omgelegd.
Het systeem signaleert niet
vastgemaakte veiligheidsgordels met
visuele waarschuwingen
(waarschuwingslampjes op het
instrumentenpaneel en symbolen op
het display) en een geluidssignaal (zie
de volgende paragrafen).
Opmerking Neem contact op met het
Fiat Servicenetwerk om dit
geluidssignaal permanent te laten
uitschakelen. Het geluidssignaal kan te
allen tijde via het Menu van het display
opnieuw worden ingeschakeld (zie
paragraaf "Display" in het hoofdstuk
“Kennismaking met het
instrumentenpaneel”).
GEDRAG
WAARSCHUWINGSLAMPJE
VEILIGHEIDSGORDEL
VOOR
Wanneer de startinrichting op MAR
wordt gezet, gaat het
waarschuwingslampje
(zie
fig. 71 voor versies met multifunctioneel
7006056J0003EM
82
VEILIGHEID
Page 256 of 260
motorcode..............194
typeplaatje met
identificatiegegevens........193
Instapverlichting..............22
Interieur (reiniging)............191
Interieurverlichting.............23
ISOFIX-kinderzitje (montage)......91
iTPMS (indirect Tyre Pressure
Monitoring System)..........77
Kentekenverlichting (lamp
vervangen)...............138
Kinderen veilig vervoeren........87
Kinderslot..................12
Kinderzitjes.................87
Klimaatregeling...............26
Koplampen (reiniging)..........190
Koplampen met Xenon
gasontladingslampen
grootlicht/dimlicht (lamp
vervangen)...............137
Lakwerk (reiniging en onderhoud) . .189
Lamp buitenverlichting vervangen......................135
Lampen
Soorten lampen...........133
Lampjes en berichten...........49
Loslaten hendel (automatische
transmissie)..............155
Luchtroosters in interieur.........26
Mistlampen................20
Mistlampen (lamp vervangen).....135Mopar Connect.............242
Motor....................195
code..................194
Motorkap..................32
Motorolie (niveau controleren).....180
Motorolie (verbruik)...........180
Motorruimte................171
Motorruimte (uitspuiten)........190
Multifunctioneel display..........41
Niveaus controleren..........171
Noodstart.................151
Officiële typegoedkeuringen.....243
Onderhoudsprocedures........184
Onderhoudsschema..........160
Parkeerlichten...............21
Parkeerrem................108
Parkeersensoren.............118
Passieve/actieve veiligheid
(LPG-systeem).............36
PBA (systeem)...............70
Periodieke controles
(geprogrammeerd
onderhoudsschema).........170
Plafondverlichting voor..........23
Portieren...................12
Prestaties (topsnelheid).........215
Regensensor...............25
Remlichten (lamp vervangen).....137
Remmen..................189Richtingaanwijzers............21
Richtingaanwijzers achter (lamp
vervangen)...............137
Richtingaanwijzers zijkant (lamp
vervangen)...............136
Richtlijnen voor de behandeling
van het voertuig aan het einde
van de levensduur..........217
Rijhulpsystemen..............73
Ruiten (reinigen).............190
Ruitenwisser
wisserbladen vervangen......185
Ruitenwisser/-sproeier..........24
"Intelligente" wis-/wasfunctie....24
SBR (Seat Belt Reminder).......82
SBR-systeem (Seat Belt
Reminder)................82
Slepen van het voertuig........157
Sleutel verwijderen (automatische
versnellingsbak)............155
Sleutels....................9
sleutel met afstandsbediening....9
Sneeuwkettingen............187
Snelheidsbegrenzer...........114
SRS (aanvullend
veiligheidssysteem)..........99
Stadslicht achter (lamp
vervangen)...............137
Starten met hulpaccu..........151
Stoelen....................14
Stop/Start-systeem...........113
ALFABETISCH REGISTER