ad blue FIAT TIPO 5DOORS STATION WAGON 2019 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: FIAT, Model Year: 2019, Model line: TIPO 5DOORS STATION WAGON, Model: FIAT TIPO 5DOORS STATION WAGON 2019Pages: 316, PDF Size: 9.17 MB
Page 115 of 316
STARTEN EN RIJDEN
Laten we eens kijken naar het "hart" van
het voertuig: dan kunt u zien hoe u het
potentieel ervan optimaal kunt
benutten.
We zullen u laten zien hoe u het
voertuig in elke situatie veilig kunt
besturen, zodat het een echt "maatje"
voor u kan zijn, waarbij het comfort en
de portefeuille niet vergeten worden.DE MOTOR STARTEN.........114
DE AUTO PARKEREN.........115
PARKEERREM..............115
HANDGESCHAKELDE
VERSNELLINGSBAK..........116
AUTOMATISCHE
VERSNELLINGSBAK..........117
AUTOMATISCHE TRANSMISSIE
MET DUBBELE KOPPELING.....119
STOP/START-SYSTEEM.......122
SNELHEIDSBEGRENZER.......125
ELEKTRONISCHE
CRUISE-CONTROL...........126
ADAPTIEVE CRUISECONTROL
(ACC)....................128
PARKEERSENSOREN.........137
ACHTERUITRIJCAMERA.......139
EEN AANHANGER TREKKEN. . . .142
TIPS VOOR HET RIJDEN.......143
TANKEN..................145
AdBlue -ADDITIEF (UREUM)
VOOR DIESELUITSTOOT.......151
113
Page 148 of 316
wacht na het tanken minstens
10 seconden alvorens het vulpistool te
verwijderen zodat de brandstof in de
tank kan vloeien;
neem het vulpistool uit de vulopening
en sluit het klepje 1.
Het klepje is voorzien van een stofkap
2 die, wanneer het klepje gesloten is,
de rand van de vulopening beschermt
tegen de afzetting van vuil en stof.BIJVULLEN VAN
AdBlue®
-
ADDITIEF VOOR DIESELUITSTOOT
(UREUM)
(Uitsluitend voor dieselversies)
(voor bepaalde versies/markten)
140)
Voorbereidende voorwaarden
AdBlue®
bevriest bij een temperatuur
lager dan -11°C. Het bijvullen kan
moeilijk verlopen als de auto lange tijd
bij deze temperatuur heeft stilgestaan.
Daarom wordt geadviseerd om het
voertuig te parkeren in een garage en/of
verwarmde omgeving en te wachten tot
het ureum weer vloeibaar is, alvorens
de vloeistof bij te vullen.
Ga als volgt te werk:
parkeer de auto op een vlakke
ondergrond en zet de motor af door
contactslot op OFF te plaatsen;
open het tankklepje 1 fig. 129, draai
de (blauwe) dop 2 van de
AdBlue®
-opening los, verwijder hem
en breng hem aan in de specifieke
zitting 3.Bijvullen met nippels
U kunt
AdBlue®
bij elke distributeur
bijvullen.
Ga als volgt te werk:
breng deAdBlue®
-nippel aan in de
vulopening, begin met bijvullen en stop
wanneer het bijvullen de eerste keer
wordt onderbroken (dit betekent dat het
AdBlue®
-reservoir vol is). Ga niet
verder met bijvullen om morsen van
AdBlue®
te voorkomen;
verwijder de nippel.
Bijvullen met houders
Ga als volgt te werk:
controleer de houdbaarheidsdatum;
lees de gebruiksaanwijzingen op het
etiket door alvorens de inhoud van de
fles in het
AdBlue®
-reservoir te gieten;
12807206J0001EM
12907206J0003EM
146
STARTEN EN RIJDEN
Page 149 of 316
als voor het bijvullen systemen
worden gebruikt die niet
vastgeschroefd kunnen worden (bijv.
reservoirs), dient u het
AdBlue®
-
reservoir met niet meer dan 6 liter te
vullen wanneer het bericht op het
display van het instrumentenpaneel
wordt weergegeven (raadpleeg de
paragraaf “Waarschuwingslampjes en
-berichten” in het hoofdstuk
“Kennismaking met het
instrumentenpaneel”);
als houders worden gebruikt die op
de vulopening vastgeschroefd kunnen
worden, is het reservoir gevuld wanneer
hetAdBlue™niet langer uit het
reservoir stroomt. Probeer niet verder
bij te vullen.
Handelingen na het bijvullen
Ga als volgt te werk:
plaats de dop 2 fig. 129terug op de
AdBlue®
-vulopening door hem
rechtsom te draaien en volledig vast te
schroeven;
draai het contactslot op MAR (de
motor hoeft niet gestart te worden);
wacht tot het bericht van het
instrumentenpaneel verdwijnt, alvorens
met de auto te gaan rijden. Het bericht
kan een enkele seconde tot ongeveer
een halve minuut lang worden
weergegeven. Het bericht zal langer
weergegeven worden als de motor
gestart wordt en met de auto wordtgereden. Dit zal de werking van de
motor niet benadelen;
raadpleeg de paragraaf “Tanken” in
het hoofdstuk “Technische gegevens”
als
AdBlue®
bijgevuld wordt met een
leeg reservoir en wacht minstens
2 minuten voordat u de motor start.
BELANGRIJK Maak de zone goed
schoon en ga verder met het bijvullen
als AdBlue buiten de vulopening wordt
gemorst. Verwijder de vloeistof met een
spons en warm water als de vloeistof
kristalliseert.
BELANGRIJKHET MAXIMUMPEIL NIET
OVERSCHRIJDEN om schade aan
het reservoir te vermijden. UREUM
bevriest onder -11 °C. Hoewel het
systeem is ontworpen om te
functioneren onder het vriespunt
van UREUM, verdient het
aanbeveling de tank niet te vullen
boven het maximumpeil want het
systeem kan beschadigd raken als
UREUM bevriest. Volg de
aanwijzingen van de paragraaf
“Bijvullen van
AdBlue®
-additief voor
dieseluitstoot (UREUM)” in dit
hoofdstuk.
Als het UREUM wordt gemorst
op geverfde oppervlakken of
aluminium, onmiddellijk het gebied
met water schoonmaken en het
gebruik een absorberend materiaal
om de vloeistof die is gemorst op
de grond te verzamelen.
Probeer de motor niet te starten
als UREUM per ongeluk werd
toegevoegd aan de dieseltank,
omdat dit kan leiden tot ernstige
schade aan de motor. Neem in dit
geval contact op met het Fiat
Servicenetwerk.
Voeg geen additieven of andere
vloeistoffen aan
AdBlue®
toe om
schade aan het systeem te vermijden.
Bij het gebruik van niet-
overeenkomstige of verouderde
AdBlue®
kunnen berichten op het
instrumentenpaneel worden
weergegeven (raadpleeg de paragraaf
“Waarschuwingslampjes en -berichten”
in het hoofdstuk “Kennismaking met het
instrumentenpaneel”).
GietAdBlue®
nooit in een andere
houder omdat het daardoor
verontreinigd kan raken.
Raadpleeg de paragraaf
“Waarschuwingslampjes en
-berichten” in het hoofdstuk
“Kennismaking met het
instrumentenpaneel” als
AdBlue®
opraakt om de auto normaal te kunnen
blijven gebruiken.
147
Page 150 of 316
Opslag vanAdBlue®
(UREUM)
AdBlue®
(UREUM) wordt beschouwd
als een zeer stabiel product met een
lange houdbaarheid. Wanneer dit
product bij een temperatuur LAGER
dan 32°C bewaard wordt, heeft het een
houdbaarheid van minstens één jaar.
Volg de aanwijzingen die op het etiket
van de houder zijn aangegeven.
Brandstofopslag - Dieselbrandstof
139)
Bij de opslag van grote hoeveelheden
brandstof, is een goed onderhoud
essentieel. Het verontreinigde brandstof
met water bevordert de verspreiding
van "bacteriën". Deze bacteriën kunnen
een "slijmlaag" maken dat het
filtersysteem en de brandstofleidingen
kan verstoppen. Verwijder het water uit
de voorraadtank en vervang met
regelmaat de filterbuis.
Opmerking Bij een dieselmotor die
bijna geen brandstof meer heeft, wordt
lucht door het brandstofsysteem
geblazen.
Tanken in een noodgeval
Ga voor het tanken als volgt te werk als
er geen brandstof in de tank meer is of
als het brandstofcircuit volledig leeg is:
open de bagageruimte en neem
adapter 3 fig. 130, uit de
gereedschapshouder of uit de houder
van de Fix&Go kit (afhankelijk van de
versie);
open klepje 1 fig. 128, zoals eerder is
beschreven;
steek de adapter in de vulopening
zoals aangegeven en tank;
verwijder de adapter na het tanken
en sluit de klep;
leg de adapter tenslotte terug in de
bagageruimte.Versies met LPG-systeem
De vulopening voor het gas zit naast de
benzinevuldop. Hij heeft een
terugslagklep, die in het feitelijke
vullichaam zit.
Om toegang te krijgen tot vulopening 2
fig. 131, het toegangsklepje 1 openen.
Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht tijdens
het tanken:
schakel de motor uit;
trek de handrem aan;
contactsleutel op de stand OFF
gedraaid;
rook niet;
geef het speciale verloopstuk aan het
personeel dat LPG tankt.
13007206J0002EM
131PGL000017
148
STARTEN EN RIJDEN
Page 152 of 316
Symbolen voor voertuigen op
benzine/LPG
E5: Ongelode benzine met maximaal
2,7% (m/m) zuurstof en maximaal 5,0%
(V/V) ethanol overeenkomstigEN228
E10: Ongelode benzine met maximaal
3,7% (m/m) zuurstof en maximaal
10,0% (V/V) ethanol overeenkomstig
EN228
LPG: Auto-LPG overeenkomstig
EN589
BELANGRIJK
136)Monteer geen voorwerp/dop op de
rand van de vulopening die niet geschikt is
voor het voertuig. Het gebruik van
voorwerpen/doppen van het verkeerde
type kan de druk in de tank doen
toenemen, waardoor gevaarlijke situaties
kunnen ontstaan.
137)Breng geen open vuur of brandende
sigaretten in de buurt van de vulopening
van de tank: brandgevaar. Kom niet te
dicht met het gezicht bij de vulopening, om
geen schadelijke dampen in te ademen.138)Maak geen gebruik van een mobiele
telefoon in de buurt van de benzinepomp:
brandgevaar.
139)Het brandstofsysteem niet openen bij
hoge druk met draaiende motor. De
werking van de motor zorgt voor een hoge
brandstofdruk. Een straal van brandstof
met hoge druk kan ernstig letsel of de
dood veroorzaken.
140)Indien
AdBlue®
in het reservoir
lange tijd tot boven een temperatuur van 50
°C oververhit wordt (bijvoorbeeld door
direct zonlicht), dan kan
AdBlue®
ontleden en ammoniakdampen
produceren. Ammoniakdampen hebben
een penetrante geur wanneer de dop van
het
AdBlue®
-reservoir wordt
opengedraaid. Zorg er daarom voor dat u
geen ammoniakdampen inademt die uit de
opening van het reservoir afkomstig zijn. In
deze concentratie, zijn de ammoniak
dampen niet schadelijk of gevaarlijk voor de
gezondheid.
BELANGRIJK
61)Gebruik voor dieselmotoren uitsluitend
dieselbrandstof voor motorvoertuigen
conform de Europese norm EN 590. Het
gebruik van andere producten of mengsels
kan de motor onherstelbaar beschadigen
en derhalve de garantie, door de
veroorzaakte schade, ongeldig maken. Als
per ongeluk andere brandstofsoorten
worden getankt, mag de motor niet gestart
worden. Ledig de tank. Als de motor ook
maar heel kort heeft gewerkt, moet behalve
de tank het complete
brandstoftoevoercircuit geledigd worden.
150
STARTEN EN RIJDEN
Page 153 of 316
AdBlue®-ADDITIEF
(UREUM) VOOR
DIESELUITSTOOT
De auto is uitgerust met een
UREUM-inspuitsysteem en een
Selectieve Katalytische Reductie om
aan de emissienormen te voldoen.
Deze twee systemen zorgen ervoor dat
aan de vereisten voor dieseluitstoot
wordt voldaan terwijl tegelijkertijd de
volledige efficiëntie, de bestuurbaarheid,
het koppel en het vermogen behouden
blijven. Raadpleeg voor de berichten en
systeemmeldingen de paragraaf
"Waarschuwingslampjes en -berichten"
in het hoofdstuk "Kennismaking met het
instrumentenpaneel".
AdBlue®
(UREUM) is een zeer stabiel
product met een lange houdbaarheid.
Wanneer dit product bij een
temperatuur LAGER dan 32 °C
bewaard wordt, heeft het een
houdbaarheid van minstens één jaar.
Raadpleeg voor meer informatie over
het type
AdBlue®
-vloeistof de
paragraaf “Vloeistoffen en
smeermiddelen” in het hoofdstuk
“Technische gegevens”.De auto is voorzien van een
automatisch
AdBlue®
-
verwarmingssysteem wanneer de
motor start dat ervoor zorgt dat het
systeem correct kan werken bij
temperaturen lager dan -11 °C.
BELANGRIJK
AdBlue®
bevriest bij
temperaturen lager dan -11 °C.
151
Page 199 of 316
REGELMATIGE
CONTROLES
Elke1.000km of vóór een lange reis
controleren en eventueel bijvullen:
niveau motorkoelvloeistof;
remvloeistofpeil;
ruitensproeiervloeistofpeil;
conditie en bandenspanning;
werking verlichting (koplampen,
richtingaanwijzers, alarmknipperlichten,
etc.);
werking wis/-sproeisysteem en
stand/slijtage van wisserbladen;
controle en bijvullen van het peil van
het
AdBlue®
-additief voor
dieseluitstoot (UREUM) (voor
versies/markten, indien van
toepassing);
Elke3000km controleren en eventueel
bijvullen: motorolieniveau.
ZWAAR GEBRUIK VAN DE
AUTO
Als vooral een intensief gebruik van de
auto wordt gemaakt, zoals:
het rijden op stoffige wegen;
talrijke korte ritten (minder dan
7-8 km) en bij buitentemperaturen
onder het vriespunt;
de motor vaak stationair draait of
lange afstanden worden gereden bij
lage snelheden of als de auto lang niet
wordt gebruikt;
dienen de volgende controles vaker te
worden uitgevoerd dan aangegeven in
het Geprogrammeerd
onderhoudsschema:
remblokken van schijfremmen voor
op conditie en slijtage controleren;
sloten van motorkap en achterklep
op aanwezigheid van vuil controleren,
mechanismen reinigen en smeren;
visueel de toestand controleren van:
motor, versnellingsbak, transmissie,
slangen en leidingen (uitlaat/brandstof-
en remsysteem) en rubber elementen
(hoezen/slangen /bussen enz.);
laadtoestand accu en niveau
accuvloeistof (elektrolyt) controleren;
conditie van aandrijfriemen van
hulporganen visueel controleren;
motorolie en oliefilter controleren en
zo nodig vervangen;
pollenfilter controleren en zo nodig
vervangen;
luchtfilter controleren en zo nodig
vervangen;
Herstel het peil van het
AdBlue®
-additief voor dieseluitstoot
(UREUM) (voor versies/markten, indien
van toepassing) wanneer het
waarschuwingslampje gaat branden of
het bericht op het instrumentenpaneel
wordt weergegeven;
197
Page 247 of 316
1.3 MultiJet 95 pk1.6 Multijet 120 pk /
1.6 Multijet
115 pk(***)
Voorgeschreven brandstof en originele
smeermiddelen
Tankinhoud (liter) 50 50
Diesel voor motorvoertuigen (EN590-specificatie)
inclusief een reserve van (liter) 7 7
Motorkoelsysteem (liter) 6,1 6,1Mengsel van gedestilleerd water en PARAFLU
UP
50%(**)
Carterpan (liter) 3,7 4,4SELENIA WR FORWARD 0W-30 (m.u.v. motoren
met UREUM)
SELENIA WR FORWARD 0W-20 (voor
1.6 Multijet-motor met UREUM)
SELENIA ECO2 (voor 1.3 Multijet-motor met
UREUM) Carterpan en filters (liter) 3,9 4,8
Versnellingsbak-/differentieelhuis (liter)2,0 1,8 TUTELA TRANSMISSION GEARFORCE
Hydraulisch remcircuit (kg) 0,74 0,74 TUTELA TOP 4/S
Ruitensproeiervloeistofreservoir (liters)33Mengsel van water en vloeibare PETRONAS
DURANCE SC 35
UREUM-reservoir (voor bepaalde
versies/markten indien voorzien)
inhoud bij benadering (liter)12,5 12,5
AdBlue®(UREUM-wateroplossing) norm DIN
70 070 en ISO 22241-1
91) 92)
(***)Versie voor specifieke markten (**) Wanneer de auto onder bijzonder extreme klimaatomstandigheden wordt gebruikt, adviseren wij een 60-40 mengsel van PARAFLU
UPen gedemineraliseerd
water.
245
Page 248 of 316
BELANGRIJK
91)De distributiebedrijven zijn verantwoordelijk voor de naleving van hun product. Neem de voorzorgsmaatregelen van opslag en onderhoud
in acht, teneinde de oorspronkelijke eigenschappen te behouden. De fabrikant geeft geen enkele garantie in geval van storingen en schade
aan de auto door het gebruik van UREUM (
AdBlue®
) dat niet in overeenstemming is met de regelgeving.
92)Gebruik alleen
AdBlue®
overeenkomstig DIN 70 070 en ISO 22241-1. Andere vloeistoffen kunnen schade aan het systeem veroorzaken:
tevens zou de uitstoot van uitlaatgassen niet meer voldoen aan de wet.
246
TECHNISCHE GEGEVENS
Page 252 of 316
Gebruik Eigenschappen SpecificatieOriginele vloeistoffen
en smeermiddelenToepassingen
RemvloeistofSynthetische vloeistof
voor rem- en
koppelingssystemen.
Overtreft specificaties:
FMVSS nr. 116 DOT 4,
ISO 4925 SAE J1704 -9.55597 of MS.90039TUTELA TOP 4/S
Contractual Technical
Reference N° F005.F15Hydraulisch remsysteem
en hydraulische
koppelingsbediening
Beschermingsmiddel
voor radiateursBeschermingsmiddel met
antivrieswerking en
organische formule.
CUNA NC 956-16, ASTM
D 3306 Specificaties.9.55523 of MS.90032PARAFLU
UP(*)
Contractual Technical
Reference N° F101.M01Gebruiksverhoudingen
koelcircuits: 50% water
50% PARAFLUUP(**)
Additief voor dieselolieAntivriesadditief voor
dieselolie voor de
bescherming van
dieselmotoren—PETRONAS DURANCE
DIESEL ART
Contractual Technical
Reference N° F601.C06Te mengen met diesel
(25 cc per 10 liter)
RuitensproeiervloeistofMengsel van alcoholen en
oppervlakteactieve
stoffen. Overtreft CUNA
NC 956-11 specificaties9.55522 of MS.90043PETRONAS DURANCE
SC 35
Contractual Technical
Reference N° F001.D16Verdund of onverdund
gebruiken voor
ruitenwissers/
ruitensproeiers
Additief voor
dieseluitstoot (UREUM)UREUM-wateroplossingDIN 70 070 en ISO
22241-1
AdBlue®
Te gebruiken voor het vullen
van de tank UREUM op
voertuigen uitgerust met een
systeem van selectieve
katalytische reductie (SCR).
(*) Niet bijvullen of mengen met andere vloeistoffen die andere specificaties hebben dan de beschreven vloeistoffen.
(**) Wanneer het voertuig onder bijzonder extreme klimaatomstandigheden wordt gebruikt, adviseren wij een mengsel van 60% PARAFLUUPen 40%
gedemineraliseerd water.
250
TECHNISCHE GEGEVENS