Hyundai Genesis Coupe 2011 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: HYUNDAI, Model Year: 2011, Model line: Genesis Coupe, Model: Hyundai Genesis Coupe 2011Pages: 377, PDF Size: 35.65 MB
Page 21 of 377

33
Veiligheidsysteem van uw auto
WAARSCHUWING-
Bestuurdersstoel
• Probeer de stoel nooit tijdens het rijden te verstellen. Hierdoor kunt
u de controle verliezen waardoor
een ongeluk met ernstig letsel of
schade het gevolg kan zijn.
Zorg ervoor dat de rugleuning altijd in de normale positie kanstaan.
Als de rugleuning vanwege
hinderlijk geplaatste voorwerpenof andere oorzaken niet goed
vergrendeld kan worden, kan ditbij een noodstop of aanrijding
ernstig letsel tot gevolg hebben.
Zet voor het wegrijden de
rugleuning altijd rechtop en plaats
de heupgordel strak en zo laag
mogelijk over de heupen. In deze
positie bent u in geval van een
aanrijding het beste beschermd.
Ga zo ver van het stuurwiel af zitten als mogelijk is zonder dat
dit ten koste gaat van het
bedieningscomfort om onnodig
en wellicht ernstig letsel door de
airbag te voorkomen.
Geadviseerd wordt een minimale
afstand van 25 cm tussen uw
bovenlichaam en het stuurwiel.
WAARSCHUWING -
Opklappen van de rugleuning
Zorg ervoor, indien u de rugleuning
weer rechtop zet, dat u deze
vasthoudt en rustig omhoog klapt.
Als u de rugleuning niet vasthoudt
tijdens het omhoog klappen, kan de
rugleuning terugschieten waardooru letsel kunt oplopen.
WAARSCHUWING -
Losliggende voorwerpen
Losliggende voorwerpen in de
voetenruimte van de bestuurder
kunnen de werking van de pedalen
nadelig beïnvloeden en mogelijk
een ongeval veroorzaken. Plaats
niets onder de voorstoelen.WAARSCHUWING -
Verantwoordelijkheid van
de bestuurder voorpassagier
Rijden met de rugleuning van een
stoel neergeklapt, kan bij eenaanrijding leiden tot ernstig letsel.
Als de rugleuning neergeklapt is,
kan de persoon op de
desbetreffende stoel bij een
aanrijding onder de gordel
doorglijden, waardoor de
onderbuik zwaar belast kan
worden. Hierdoor kan ernstig letsel
ontstaan. De bestuurder moet de
passagier erop wijzen tijdens hetrijden de rugleuning altijd zo
rechtop mogelijk te houden.
WAARSCHUWING
Gebruik geen zitkussen waardoor de wrijving tussen de stoel en de
passagier verminderd wordt. De
passagier kan bij een aanrijding of
een noodstop onder de gordel
doorglijden. Omdat de
veiligheidsgordel niet normaal kan
werken, kan ernstig letsel ontstaan.
Page 22 of 377

Veiligheidsysteem van uw auto
4
3
Afstellen van voorstoel - handmatig C010101ASA
Voorwaartse/achterwaartse richting
Verstel de stoel als volgt naar voren of naar achteren:
1. Houd de hendel voor de
langsverstelling omhooggetrokken.
2. Schuif de stoel in de gewenste positie.
3. Laat de hendel los en controleer of de stoel vergrendeld is.
Stel de stoel af voordat u gaat rijden en
controleer of de stoel goed vergrendeld
is door te proberen deze handmatig naar
voren of achteren te schuiven. Als de
stoel beweegt, dan is hij niet goed
vergrendeld.
WAARSCHUWING
Controleer na het afstellen van de
stoel altijd of deze goed is
vergrendeld, door te proberen deze
naar voren of achteren te schuivenzonder de ontgrendelhendel te
gebruiken. Als de bestuurdersstoel
plotseling in beweging komt, kunt u
de controle over de auto verliezen.WAARSCHUWING
Let goed op dat er tijdens het verstellen van de stoel geen
handen of voorwerpen in het
mechanisme bekneld raken.
Leg geen aansteker op de vloer of de stoel. Wanneer u de stoel
verstelt, kan er gas uit de
aansteker ontsnappen waardoorbrand kan ontstaan.
OBK039002
Page 23 of 377

35
Veiligheidsysteem van uw auto
C010102AHM
Rugleuning
Stel de rugleuning als volgt af:
1. Leun iets naar voren en trek de hendelvan de rugleuningverstelling omhoog.
2. Leun vervolgens voorzichtig achterover en verstel de rugleuning in
de gewenste positie.
3. Laat de hendel los en zorg ervoor dat de rugleuning vergrendeld is. (De
hendel MOET zijn oorspronkelijke
positie weer innemen om de
rugleuning te vergrendelen.) C010103AHM
Afstellen van de zittinghoogte
(bestuurdersstoel)
Duw de hendel omhoog of omlaag om de
hoogte van de zitting te veranderen.
• Duw de hendel een aantal maal omlaag om de zitting lager af te stellen.
Trek de hendel een aantal maal omhoog om de zitting hoger af te stellen. Hoofdsteun
De stoelen van de bestuurder en
voorpassagier zijn voor extra veiligheid
en comfort voorzien van een hoofdsteun.
De hoofdsteun biedt niet alleen comfort,
maar helpt tevens bij de bescherming
van hoofd en nek van de inzittenden bij
een aanrijding.
OBK039003OBK039004OBK039051N
Page 24 of 377

Veiligheidsysteem van uw auto
6
3
Verstellen in voorwaartse/achterwaartse richting
De hoofdsteun kan in drie standen naar
voren worden gedrukt. Druk de
hoofdsteun vanuit de voorste positie
nogmaals naar voren om de hoofdsteun
naar achteren te plaatsen. Zorg ervoordat de hoofdsteun hoofd en nek goedondersteunt. Afstellen van de hoogte
Hoger: trek de hoofdsteun omhoog om
hem in de gewenste positie (1) te zetten.
Lager: druk de ontgrendelknop (2) in en
laat de hoofdsteun in de gewenste
positie (3) zakken.
OBK039005
WAARSCHUWING
Voor een optimale bescherming in geval van een aanrijding moet
de hoofdsteun zo afgesteld zijn
dat het midden van de
hoofdsteun zich op dezelfde
hoogte bevindt als het
zwaartepunt van het hoofd van
de inzittende. Over het algemeen
bevindt het zwaartepunt van het
hoofd zich op dezelfde hoogte als
de bovenzijde van de ogen. Zorg
dat de hoofdsteun zich zo dicht
mogelijk bij uw hoofd bevindt.
Gebruik daarom geen kussen
waardoor het lichaam verder van
de rugleuning af komt.
Gebruik de auto niet als de hoofdsteunen zijn verwijderd
omdat dan in geval van eenaanrijding ernstig letsel kan
ontstaan. Een goed afgesteldehoofdsteun biedt een zo optimaal
mogelijke bescherming tegennekletsel.
Verstel de hoofdsteun van de bestuurder niet als de auto rijdt.
OBK039006
Page 25 of 377

37
Veiligheidsysteem van uw auto
Verwijderen (behalve actieve hoofdsteun)
Trek de hoofdsteun zo ver mogelijk
omhoog en druk vervolgens de
ontgrendelknop (1) in om de hoofdsteun
te verwijderen (2).Plaatsen
Stop, om de hoofdsteun terug te
plaatsen, de pennen van de hoofdsteun(1) in de gaten terwijl u de
ontgrendelknop (2) indrukt. Stel de
hoofdsteun vervolgens af op de
gewenste hoogte.Actieve hoofdsteun (indien van toepassing)
De actieve hoofdsteun is ontworpen om
naar voren en boven te bewegen bij een
aanrijding van achteren. Dit voorkomt dat
het hoofd van de bestuurder of
voorpassagier naar achteren beweegt
waardoor nekletsel kan ontstaan.
OBK039007OBK039030
WAARSCHUWING
Zorg dat de hoofdsteun wordt
vergrendeld nadat deze is versteld,zodat de inzittenden optimaal
beschermd zijn.
HNF2041-1
Page 26 of 377

Veiligheidsysteem van uw auto
8
3
C010105AHM
Lendesteun (bestuurdersstoel)
De lendensteun kan worden versteld
door de hendel te bewegen. Door het
verdraaien van de hendel neemt de
lendensteun toe of af. C010107ABK
Stoelverwarming
(indien van toepassing)
Met de stoelverwarming kunnen de
voorstoelen bij lage buitentemperaturen
worden verwarmd. De stoelverwarming
kan worden ingeschakeld door op de
schakelaar te drukken voor debestuurdersstoel en/of de
voorpassagiersstoel terwijl de motor
draait.
Laat de schakelaars in stand UIT staan
als de stoelverwarming niet gebruikt
hoeft te worden.
De standaardinstelling voor de stoelverwarming is UIT als het contact
in stand ON wordt gezet.
WAARSCHUWING
Wanneer er iemand op de stoel zit,
wanneer er tegen de stoel wordt
geduwd of wanneer er aan de stoel
wordt getrokken, kan er eenopening ontstaan tussen de stoel
en de ontgrendelknop voor de
hoofdsteun. Zorg ervoor dat uw
vingers, enz. niet klem komen tezitten in de opening.
OBK039008OBK039009
Page 27 of 377

39
Veiligheidsysteem van uw auto
✽✽AANWIJZING
Als de schakelaars voor de
stoelverwarming in stand AAN staan,schakelt de stoelverwarmingautomatisch aan of uit, afhankelijk van
de temperatuur van de stoel.OPMERKING
Gebruik voor het reinigen van de stoelen geen organisch
oplosmiddel, zoals thinner,alcohol of wasbenzine. Hierdoorkan de stoelverwarming en de stoel zelf beschadigd worden.
Plaats geen dekens, kussens of stoelhoezen over de stoel als destoelverwarming is ingeschakeld.Dit kan leiden tot oververhitting.
Plaats geen zware of scherpe voorwerpen op stoelen die zijnvoorzien van stoelverwarming. Hierdoor kunnen de onderdelenvan de stoelverwarming
beschadigd raken.WAARSCHUWING -
Verbranding door de stoelverwarming
Wees erg voorzichtig bij het
gebruik van de stoelverwarming
vanwege het gevaar voor
oververhitting, waardoor brand kan
ontstaan. De passagiers moeten
kunnen voelen of de stoel te warm
wordt en de stoelverwarming uit
kunnen schakelen. Vooral de
volgende categorieën personen
dienen erg voorzichtig te zijn:
1. Kinderen, ouderen, gehandicapten en ziekenhuispatiënten
2. Personen met een gevoelige huid
3. Vermoeide personen
4. Dronken personen
5. Personen die onder invloed zijn van medicijnen die het
reactievermogen verminderen ofslaap opwekken (Sleeping pills,
cold tablets, etc.)
Page 28 of 377

Veiligheidsysteem van uw auto
10
3
C010200AUN
Afstellen van voorstoel
- elektrisch (bestuurdersstoel)
(indien van toepassing)
De voorstoel kan worden afgesteld met
de bedieningsschakelaar aan de
buitenzijde van de zitting. Stel voor het
rijden de stoel af in de juiste stand zodathet stuurwiel, de pedalen en de
schakelaars op het dashboard
gemakkelijk bediend kunnen worden.
C010201AUN
Voorwaartse/achterwaartse richting
Druk de knop naar voren of naar
achteren om de stoel in de gewenste
stand te zetten. Laat de knop los zodra
de zitting in de gewenste stand staat.
OPMERKING
Elektrisch verstelbare stoelenworden aangedreven door
elektromotoren. Laat deschakelaar los als de stoel juistafgesteld is. Anders kunnen de elektrische onderdelen
beschadigd raken.
Het verstellen van de stoelen kost behoorlijk veel stroom. Beperkdaarom het verstellen van de
stoelen tot een minimum zolangde motor niet loopt.
Bedien niet meerdere schakelaars tegelijkertijd. Anderskunnen de elektromotoren of
andere elektrische onderdelenbeschadigd raken.
WAARSCHUWING
De elektrisch verstelbare stoelen
kunnen bediend worden met hetcontact in stand LOCK.
Laat kinderen daarom nooit alleen
achter in de auto.
OBK039011
Page 29 of 377

311
Veiligheidsysteem van uw auto
C010203ABH
Afstellen van de zittinghoogte
Druk het voorste deel van de knop naar
boven of naar beneden om de voorzijde
van de zitting omhoog of omlaag te
verstellen. Beweeg het achterste deel
van de knop naar boven of naar beneden
om de achterzijde van de zitting omhoog
of omlaag te verstellen. Laat de knop los
zodra de zitting in de gewenste standstaat.C010110ABK
Toegang tot de achterbank (walk-in-functie)
Klap de rugleuning van de bestuurders-
of voorpassagiersstoel naar voren voortoegang tot de achterbank.
Bestuurdersstoel
Trek de hendel van de
rugleuningverstelling (1) omhoog om de
rugleuning naar voren te klappen. Trek
vervolgens de hendel van de
langsverstelling omhoog of druk de
bedieningsschakelaar naar voren om de
stoel naar voren te schuiven. Nadat u bent in- of uitgestapt, klapt u de
rugleuning en schuift u de stoel terug in
de oorspronkelijke positie. Controleer of
de stoel vergrendeld is.
Voorpassagiersstoel
Wanneer u de walk-in-hendel (2) aan de
achterzijde van de rugleuning van de
voorpassagiersstoel omhoogtrekt, klapt
de rugleuning naar voren. Duw de stoel
vervolgens naar voren om de passagierste laten instappen.
Wanneer u de rugleuning omhoogtrekt,
keert deze terug naar de oorspronkelijke
positie.
OBK039012OBK039016OBK039017
Page 30 of 377

Veiligheidsysteem van uw auto
12
3
Afstellen van de achterbank C010307ABK
Neerklapbare achterbank
De rugleuning achter kan worden
opgeklapt om het vervoer van langere
voorwerpen mogelijk te maken of de
bagageruimte te vergroten.
Neerklappen van de rugleuning achter:
1. Zet de rugleuning zo veel mogelijkrechtop en schuif indien nodig de
voorste stoel naar voren.
2. Trek de vergrendelschakelaar van de rugleuning (1) in de bagageruimte of
de gordel (2) in het midden van de
achterbank naar buiten.
OBK039014
OBK039032
WAARSCHUWING
Verstel de stoel nooit terwijl de auto rijdt of als er mensen op de
voorstoelen zitten, omdat
hierdoor de stoel plotseling in
beweging kan komen, waardoor
de passagier letsel kan oplopen.
Houd uw handen niet onder de stoel terwijl u deze verstelt.
WAARSCHUWING
Rijd niet met de rugleuning van de
passagiersstoel neergeklapt. Het is
gevaarlijk om deze tijdens het
rijden te verstellen. Controleer of
de rugleuning goed is vergrendeld
alvorens te gaan rijden.
WAARSCHUWING
Het doel van de opklapbare
rugleuning is het vervoer van
langere voorwerpen mogelijk te
maken waarvoor anders geenruimte is. Laat nooit iemand op een
neergeklapte rugleuning zitten als
de auto rijdt omdat dat geen veiligepositie is en omdat dan de
veiligheidsgordels niet gebruikt
kunnen worden. Hierdoor kan bijeen aanrijding of een noodstop
ernstig letsel ontstaan. Voorwerpen
die op de neergeklapte rugleuning
vervoerd worden mogen niet boven
de bovenzijde van de voorstoelen
uitsteken. Als dat wel het geval iskan de lading bij een noodstop naar
voren schuiven en letsel of schade
veroorzaken.