door lock Hyundai Genesis Coupe 2011 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: HYUNDAI, Model Year: 2011, Model line: Genesis Coupe, Model: Hyundai Genesis Coupe 2011Pages: 377, PDF Size: 35.65 MB
Page 28 of 377

Veiligheidsysteem van uw auto
10
3
C010200AUN
Afstellen van voorstoel
- elektrisch (bestuurdersstoel)
(indien van toepassing)
De voorstoel kan worden afgesteld met
de bedieningsschakelaar aan de
buitenzijde van de zitting. Stel voor het
rijden de stoel af in de juiste stand zodathet stuurwiel, de pedalen en de
schakelaars op het dashboard
gemakkelijk bediend kunnen worden.
C010201AUN
Voorwaartse/achterwaartse richting
Druk de knop naar voren of naar
achteren om de stoel in de gewenste
stand te zetten. Laat de knop los zodra
de zitting in de gewenste stand staat.
OPMERKING
Elektrisch verstelbare stoelenworden aangedreven door
elektromotoren. Laat deschakelaar los als de stoel juistafgesteld is. Anders kunnen de elektrische onderdelen
beschadigd raken.
Het verstellen van de stoelen kost behoorlijk veel stroom. Beperkdaarom het verstellen van de
stoelen tot een minimum zolangde motor niet loopt.
Bedien niet meerdere schakelaars tegelijkertijd. Anderskunnen de elektromotoren of
andere elektrische onderdelenbeschadigd raken.
WAARSCHUWING
De elektrisch verstelbare stoelen
kunnen bediend worden met hetcontact in stand LOCK.
Laat kinderen daarom nooit alleen
achter in de auto.
OBK039011
Page 61 of 377

343
Veiligheidsysteem van uw auto
Airbag bestuurder en
voorpassagier
Uw auto is uitgerust met een aanvullend
veiligheidssysteem (SRS) en
driepuntsgordels voor zowel de
bestuurder als de voorpassagier.
Dat uw auto voorzien is van een dergelijk
systeem blijkt uit de letters AIR BAG die
in reliëf aanwezig zijn op het stuurwiel en
op het paneel boven het
dashboardkastje.
Het aanvullend veiligheidssysteem
bestaat uit airbags die zich bevinden in
het stuurwiel en boven het
dashboardkastje.
WAARSCHUWING
Als de airbag geactiveerd wordt, is er een luide knal hoorbaar en
komt er fijn stof vrij in de auto.
Dit is normaal en niet gevaarlijk -
het fijne poeder wordt gebruikt bij
het vouwen van de airbags. Het
stof dat vrijkomt bij het activeren
van de airbag kan huid- of
oogirritatie veroorzaken en
astmatische klachten bij
daarvoor gevoelige personen
verergeren. Was de huid die in
aanraking gekomen is met het
stof dat vrijkomt bij het activeren
van de airbag altijd af met
handwarm water en een milde
zeepoplossing.
Het aanvullend veiligheidssysteem werkt allenals het contact in stand ON staat.
Als het waarschuwingslampje air
bag niet gaat branden of als het
ook blijft branden als er na het in
stand ON zetten van het contact 6
seconden verstreken zijn of de
motor gestart is, of als het gaat
branden tijdens het rijden, werkt
het aanvullend veiligheidsysteemniet goed.
(Vervolg)(Vervolg)Laat in dat geval uw auto direct
controleren door een officiële
HYUNDAI-dealer.
Zet voor het vervangen van een zekering of het losnemen van een
accukabel het contact eerst instand LOCK en verwijder de
contactsleutel. Vervang of
verwijder een zekering die aan
het airbagsysteem gerelateerd isnooit als het contact in stand ON
staat. Het niet opvolgen van deze
waarschuwing zal ertoe leiden
dat het waarschuwingslampje air
bag zal gaan branden.
OBK039020
Airbag bestuurder
Page 98 of 377

423
Kenmerken van uw auto
D080100ABK
Elektrisch bedienbare ruiten Het contact moet in stand ON staan om
de ruiten elektrisch te kunnen bedienen.
Ieder portier is voorzien van een
schakelaar voor de bediening van de
desbetreffende ruit. De ruiten kunnen
worden bediend tot ongeveer 30seconden nadat het contact in stand
ACC of LOCK is gezet of de
contactsleutel is verwijderd. Als echter
een voorportier is geopend, kunnen de
elektrisch bedienbare ruiten niet binnen
30 seconden worden bediend als de
sleutel uit het contact wordt verwijderd, of
als het contact in stand ACC of LOCK is
gezet.✽✽AANWIJZING
Wanneer tijdens het rijden het schuif- /kanteldak (gedeeltelijk) is geopend,ondervindt u mogelijk hinderlijkwindgeruis. Dit is normaal en kanworden verminderd of ongedaan
worden gemaakt door het schuif-
/kanteldak iets verder dicht te doen.
D080101AUN
Ruiten openen en sluiten
Het bestuurdersportier beschikt over een
hoofdschakelaar, waarmee alle ruiten
van de auto kunnen worden bediend.
Druk de desbetreffende schakelaar aan
de voorzijde in of trek deze omhoog om
een ruit te openen of te sluiten tot het
eerste zware punt (3).
OBK049138N
Page 115 of 377

Kenmerken van uw auto
40
4
Nadat de sleutel uit het contactslot is
verwijderd of het contact in stand LOCK
is gezet, kunnen de elektrisch
bedienbare buitenspiegels nog ongeveer
30 seconden worden bediend.
OPMERKING
Klap een elektrisch bedienbare
buitenspiegel nooit in met de hand.
Hierdoor kan de motor beschadigdraken.
Page 149 of 377

Kenmerken van uw auto
74
4
D210000AEN
D210100ABK
Kaartleeslampje
Druk het lampglas van het
kaartleeslampje in om het lampje in of uit
te schakelen. Dit lampje heeft een
gerichte lichtbundel waarmee de
bestuurder en de voorpassagier in het
donker een kaart of iets anders kunnen
lezen. : De verlichting gaat branden
als er een portier (of de
achterklep) wordt geopend,
ongeacht de stand van het
contact. Als de portieren
worden ontgrendeld met deafstandsbediening (of de
Smart Key) blijft de verlichting
gedurende ongeveer 30
seconden branden als er geen
portier wordt geopend. De
verlichting gaat ongeveer 30
seconden na het sluiten van
het portier langzaam uit.
Als het contact in stand ON
staat of alle portieren worden
vergrendeld, zal de
interieurverlichting echter
onmiddellijk uitgaan. Als er
een portier wordt geopendterwijl het contact in stand
ACC of LOCK staat, blijft de
verlichting nog ongeveer 20
minuten branden. Als er echter
een portier wordt geopendterwijl het contact in stand ON
staat, blijft de verlichting
continu branden.
INTERIEURVERLICHTING
OPMERKING
Laat de interieurverlichting niet te
lang branden als de motor nietdraait.
Hierdoor kan de accu ontladenraken.
WAARSCHUWING
Gebruik de interieurverlichting niet wanneer u in het donker rijdt.
Doordat de interieurverlichting het
zicht kan beperken, kunnen
ongevallen ontstaan OBK049055N
Page 180 of 377

4105
Kenmerken van uw auto
D280600AEN Digitale klok Als de accukabels of de bijbehorende
zekeringen zijn losgenomen, moet de tijd
opnieuw worden ingesteld.D280601AUN
Klok instellen
1. Schakel het audiosysteem in en druk
op de toets [SETUP].
2. Selecteer de stand [CLOCK] door op de toets [ TURN FILE ] of [ SEEK
] te drukken en druk vervolgens op de
toets [ENTER].
3. Wanneer u in de stand [CLOCK] de stand [CLOCK SET] selecteert, kunt u
de tijd instellen. Druk op de toets [
TURN FILE ] of [ SEEK ] en druk
vervolgens op de toets [ENTER].
4. Wanneer u in de stand [CLOCK] de stand [TIME FORMAT] selecteert, kunt
u van een 12-uursweergave
overschakelen op een 24-
uursweergave. Druk op de toets [
TURN FILE ] of [ SEEK ] en druk
vervolgens op de toets [ENTER].
WAARSCHUWING
Steek geen vingers of vreemde
voorwerpen (pen, enz.) in een 12V-aansluiting en raak de aansluiting
niet aan met natte handen. Als u dat
wel doet, kan dat leiden tot een
elektrische schok.
WAARSCHUWING
Probeer nooit de klok tijdens het
rijden te verstellen. Als u dat wel
doet, kunt u de macht over het
stuur verliezen waardoor
ongevallen en letsel veroorzaakt
kunnen worden.
OBK041111
Page 220 of 377

Rijden met uw auto
6
5
Starten van de motor
E040000AUN
WAARSCHUWING
Draag altijd geschikte schoenen
tijdens het rijden. Ongeschikte
schoenen (hoge hakken,
skischoenen, enz.) kunnen het
bedienen van het rempedaal, het
gaspedaal en het koppelingspedaal
(indien van toepassing)bemoeilijken.
(Vervolg)
Steek nooit tijdens het rijden uw hand door het stuurwiel om de contactsleutel of andere
bedieningsorganen te bedienen.
Hierdoor kunt u de controle over
de auto verliezen, wat kan leiden
tot een ongeval en ernstig letsel.
Plaats geen losse voorwerpen rondom de bestuurdersstoel.
Deze kunnen tijdens het rijden
gaan bewegen en de bestuurder
hinderen, wat kan leiden tot een
ongeval.WAARSCHUWING -
Contactsleutel
Zet het contact nooit in stand LOCK of ACC terwijl de auto rijdt.
Hierdoor kunt u de controle over
de auto verliezen en neemt de
remkracht af, wat tot een ongevalkan leiden.
Het stuurslot dient niet ter vervanging van de parkeerrem.
Controleer voordat u de auto
verlaat altijd of de eerste
versnelling is ingeschakeld bijeen auto met een
handgeschakelde transmissie of
stand P (Park) is ingeschakeld bij
een auto met een automatische
transmissie, trek de parkeerrem
volledig aan en zet de motor uit.
Als deze voorzorgsmaatregelen
niet worden opgevolgd, kan de
auto onverwacht en plotseling in
beweging komen.
(Vervolg)
Page 269 of 377

Wat te doen in een noodgeval
4
6
ALS DE MOTOR NIET GESTART KAN WORDEN
F030100ABK Als de motor niet of langzaam
ronddraait
1. Controleer als uw auto is uitgerust met een automatische transmissie of de selectiehendel in stand N of P staat en
of de parkeerrem geactiveerd is.
2. Controleer of de accuklemmen schoon zijn en goed vastzitten.
3. Schakel de interieurverlichting in. Als de interieurverlichting zwakker gaat
branden of uitgaat als u de startmotor
bedient, is de accu te ver ontladen.
4. Controleer of de aansluitingen van de startmotor goed vastzitten.
5. Probeer de auto niet aan te slepen of aan te duwen. Zie de aanwijzingen bij
“Starten met hulpaccu”. F030200ABH
Als de motor wel ronddraait maar niet aanslaat
1. Controleer het brandstofniveau.
2. Zet het contact in stand LOCK en
controleer alle stekkerverbindingen
van de ontsteking, de bobine en de
bougies. Sluit een eventuele losse
stekker weer aan.
3. Neem contact op met een officiële HYUNDAI-dealer of een hulpdienst als
de motor nog steeds niet gestart kan
worden.
WAARSCHUWING
Probeer de auto niet aan te slepen
of aan te duwen. Hierdoor kan een
aanrijding of andere schadeontstaan.
Page 335 of 377

Onderhoud
50
7
G210100ABK
Vervangen zekering zijpaneel
1. Zet het contact in stand LOCK en alle
andere schakelaars uit.
2. Open het deksel van de zekeringkast. 3. Verwijder de verdachte zekering.
Gebruik de zekeringtrekker die zich in
de hoofdzekeringkast in de
motorruimte bevindt.
4. Controleer de verwijderde zekering; vervangen indien deze is doorgebrand.
5. Plaats een nieuwe zekering met dezelfde stroomsterkte en controleer
of de zekering goed vastzit.
Neem contact op met een officiële
HYUNDAI-dealer als de zekering niet
goed vastzit.Als u geen reservezekering hebt, kunt u de zekering van een ander circuitgebruiken dat niet nodig is om te kunnen
rijden, bijvoorbeeld van de aansteker, mits de zekering dezelfde stroomsterkteheeft.
Controleer de zekeringkast in de
motorruimte wanneer de koplampen of
andere elektrische componenten niet
werken. Vervang een doorgebrande
zekering.
OBK079019
Page 343 of 377

Onderhoud
58
7
GLOEILAMPEN
G220000AEN
Gebruik alleen lampen met de voorgeschreven wattage.
✽✽ AANWIJZING
Na zware regenval of het wassen van de
auto kan het lijken alsof er vocht in dekoplampen en achterlichten zit. Dit
wordt veroorzaakt door hettemperatuurverschil tussen debinnenzijde en de buitenzijde van het
lampglas. Dit is vergelijkbaar met hetbeslaan van de ruiten bij het rijden
onder regenachtige omstandigheden en
duidt niet op een probleem met uw auto.
Laat in het geval er vocht in het circuitvan de verlichting is gekomen de auto
controleren door een officiële
HYUNDAI-dealer.
WAARSCHUWING -
Vervangen van gloeilampen
Zet, voordat u lampen gaat
vervangen, de parkeerrem stevig
vast en controleer of het contact in
stand LOCK staat om te voorkomen
dat de auto plotseling in beweging
komt, dat u zich brandt of dat u een
schok krijgt.
OPMERKING
Zorg ervoor dat de doorgebrande lamp vervangen wordt door een metdezelfde wattage. Anders kan het elektrische circuit ernstig
beschadigd raken en kan er brandontstaan.
OPMERKING
Raadpleeg een officiële HYUNDAI-dealer wanneer u niet over het
juiste gereedschap, de juistelampen en/of ervaring beschikt. Inveel gevallen kan het zelf vervangen van lampen problemen
opleveren vanwege het feit dat ombij de lamp te kunnen komen, eerstandere onderdelen verwijderd
dienen te worden. Dat is in hetbijzonder het geval als u dekoplampunit moet verwijderen ombij de gloeilamp(en) te kunnen
komen. Het verwijderen en plaatsenvan de koplampunit kan leiden totbeschadigingen aan de auto.