lane assist JEEP CHEROKEE 2018 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: JEEP, Model Year: 2018, Model line: CHEROKEE, Model: JEEP CHEROKEE 2018Pages: 352, PDF Size: 5.28 MB
Page 17 of 352
UW VOERTUIG LEREN KENNEN
SLEUTELS..................17
Sleutelhouder.................17
CONTACTSCHAKELAAR.......19
Contactschakelaarmodule (IGNM) — indien
aanwezig....................19
Keyless Enter-N-Go — Contact.......19
Elektronisch stuurslot — indien
aanwezig....................21
STARTSYSTEEM MET AFSTANDS-
BEDIENING — INDIEN
AANWEZIG.................21
SENTRY KEY................21
Ongeoorloofd gebruik.............21
ALARMSYSTEEM — INDIEN AAN-
WEZIG....................22
Alarm inschakelen..............22
Alarm uitschakelen.............23
PORTIEREN................23
Keyless Enter-N-Go — Passive Entry . . .23
De portieren vergrendelen met een of meer
portieren open.................27Automatisch opnieuw vergrendelen....27
Kinderslot — achterportieren.......27
STOELEN..................28
Stoel met geheugenfunctie.........28
Verwarmde/geventileerde stoelen......29
HOOFDSTEUNEN............30
Afstellen voorin................31
Hoofdsteun voorin verwijderen.......32
Verstellen van achterste hoofdsteunen . .32
Verwijdering achter..............33
STUURWIEL................33
Afstelling...................33
Stuurverwarming...............34
SPIEGELS..................35
Elektrisch inklapbare spiegels — indien
aanwezig....................35
Verwarmde buitenspiegels — indien
aanwezig....................35
BUITENVERLICHTING.........36
Koplampschakelaar..............36
Koplampen..................36Adaptieve bi-xenon koplampen met
ontlading met hoge intensiteit - Indien
aanwezig....................36
Daglichtlampen — Indien aanwezig . . .36
Grootlicht....................37
Lichtsignaal..................37
Automatische verlichting..........37
Parkeerlichten................37
Uitschakelvertraging koplampverlichting .37
Mistlampen vóór en mistachterlichten —
indien aanwezig...............38
Richtingaanwijzers..............38
Lane Change Assist.............38
Automatische hoogteverstelling koplampen
— alleen voor hogedrukontladingslampen
(HID)......................38
RUITENWISSERS EN
-SPROEIERS................39
Ruitenwissers voorruit............39
Rain Sensing Wipers (ruitenwissers met
regensensor)..................39
Ruitenwisser achter..............41
UW VOERTUIG LEREN KENNEN
15
Page 40 of 352
• U kunt de vertragingstijd van de koplampen
programmeren met het Uconnect systeem,
raadpleeg de paragraaf "Instellingen van
Uconnect" in het hoofdstuk "Multimedia" in
het instructieboekje voor meer informatie.
Mistlampen vóór en mistachterlichten —
indien aanwezig
De schakelaars voor de mistlampen zijn geïn-
tegreerd in de koplampschakelaar.
Om de mistlampen vóór in te schakelen
drukt u op de bovenste helft van de koplamp-
schakelaar. Om de mistlampen vóór uit te
schakelen drukt u een tweede keer op de
bovenste helft van de koplampschakelaar.
Om de mistlampen achter in te schake-
len drukt u op de onderste helft van de
koplampschakelaar. Om de mistlampen ach-
ter uit te schakelen drukt u een tweede keer
op de onderste helft van de koplampschake-
laar.OPMERKING:
Om de mistlampen achter in te schakelen
moeten de dimlichten of de mistlampen vóór
aan zijn.
Wanneer de mistlampen zijn ingeschakeld,
brandt een indicatielampje in de instrumen-
tengroep branden.
Richtingaanwijzers
Beweeg de multifunctionele hendel op
of neer om te controleren of de pijlen
aan beide zijden op het display in de
instrumentengroep gaan knipperen, wat
betekent dat de richtingaanwijzers voor en
achter naar behoren werken.
OPMERKING:
• Als een van de lampjes blijft branden en
niet knippert, of als een van de lampjes
zeer snel knippert, controleer dan aan de
buitenzijde van de auto of een lamp defect
is. Wanneer een van de richtingaanwijzers
niet gaat branden wanneer u de hendel
beweegt, is waarschijnlijk de desbetref-
fende lamp defect.• Wanneer de daglichtlampen zijn ingescha-
keld en een richtingaanwijzer is geacti-
veerd, wordt de daglichtlamp aan de zijde
van de knipperende richtingaanwijzer uit-
geschakeld. De daglichtlamp gaat weer aan
wanneer de richtingaanwijzer wordt
uitgeschakeld.
Lane Change Assist
Tik de hendel eenmaal omhoog of omlaag
zonder hem in de klikstand te duwen; de
richtingaanwijzer (rechts of links) knippert
dan driemaal. Deze gaat vervolgens automa-
tisch uit.
Automatische hoogteverstelling
koplampen — alleen voor
hogedrukontladingslampen (HID)
Deze functie zorgt ervoor dat het grootlicht
tegenliggers niet verblindt. Door de automa-
tische hoogteverstelling van de koplampen
wordt de hoogte van het grootlicht aangepast
aan de hellingshoek van de auto.
UW VOERTUIG LEREN KENNEN
38
Page 344 of 352
Koplampen,
automatisch.............36, 37
uitschakelvertraging...........37
vertraging.................37
Krik, gebruik..........202, 204, 248
Lampen....................137
Lampen, verlichting.............137
Lampen vervangen.............190
Lampje cruisecontrol........74, 75, 76
Lampje open portier.............69
Lane Change Assist..............38
LaneSense..................175
Lekke band vervangen........202, 248
Lekken, vloeistof..............137
Levensduur van banden..........252
Lights (Verlichting).............137
Mediacentrum................314
Methanol...................266
Methanolbrandstof.............266
Mistlampen.......36, 37, 38, 74, 193
Mistlampen, onderhoud..........193
Mopar.....................275
Mopar-accessoires..............275
Motor...........236, 237, 238, 239Motor,
aanbevelingen voor inrijden.....143
keuze van de motorolie........272
koeling..................240
koelvloeistof (antivries).........273
olie.................272, 273
oliepeil controleren...........240
olievuldop................236
olievuldop................236
olievuldop.........237, 238, 239
oververhitting..............219
starten met startkabels........216
waarschuwing uitlaatgassen
......134
Motorkapontgrendeling............55
Motorolie,
aanbevelingen.............272
controleren...............240
filter...................273
peilstok.................240
viscositeit................272
vulhoeveelheid.............272
waarschuwingslampje oliedruk.....67
Navigatie................297, 317
Noodgevallen.................186
Noodgevallen,
opkrikken.............202, 248oververhitting..............219
slepen..................222
Noodgevallen
SOS Emergency Call..........186
Noodgevallen,
starten met startkabels........216
waarschuwingsknipperlichten. . . .186
Octaangetal, benzine (brandstof) .265, 273
Olie, motor..................273
Omvormer, voeding..............61
Onderhoudsschema.............228
Onderhoudsvrije accu...........243
Onderhoud van de velgen en banden . .256
Ontgrendeling, motorkap..........55
Ontwarringsprocedure, autogordel. . . .107
Ontwasemen..................50
Openen van de motorkap..........55
Opslag van het voertuig...........50
Oververhitting van de motor........219
ParkSense, parkeersensoren.......174
ParkSense-systeem achter.........170
ParkSense-systeem, achter........170
ParkSense-systeem achter.........172
ParkSense-systeem, achter........172
ParkSense-systeem achter.........179
INDEX
342