stop start JEEP CHEROKEE 2020 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: JEEP, Model Year: 2020, Model line: CHEROKEE, Model: JEEP CHEROKEE 2020Pages: 356, PDF Size: 9.18 MB
Page 127 of 356

125
(Vervolgd)
De centrale portiervergrendeling ontgren-
delen
Uw voertuig is mogelijk ook ontworpen om
een van deze andere of andere functies uit te
voeren naar aanleiding van het uitgebreide
ongelukkenresponssysteem:
De verwarming van het brandstoffilter
uitschakelen, de aanjagermotor van de
klimaatregeling uitschakelen, de circula-
tieklep van de klimaatregeling sluiten
De accuvoeding afsluiten naar de:
Motor
Elektromotor (indien aanwezig)
Elektrische stuurbekrachtiging
Rembekrachtiging
Elektrische parkeerrem
Automatische schakelhendel
Claxon
Ruitenwissers vóór
Koplampsproeierpomp OPMERKING:
Vergeet niet om na een ongeval het contact
in de stand STOP (OFF/LOCK) te zetten en
de sleutel uit de contactschakelaar te verwij-
deren om te voorkomen dat de accu leeg-
loopt. Controleer zorgvuldig de auto op
brandstoflekkage in de motorruimte en op de
grond in de buurt van de motorruimte en de
brandstoftank voordat u het systeem reset en
de motor te star. Als er na een ongeval geen
brandstoflekkage of schade aan de elektri-
sche apparaten van het voertuig (bijv.
koplampen) is, reset u het systeem door de
hierna beschreven procedure te volgen.
Indien u twijfelt, neem dan contact op met
een erkende dealer.
Resetprocedure uitgebreid
ongelukkenresponssysteem
Om de functies van het uitgebreide ongeluk-
kenresponssysteem na een incident te
resetten, moet u de contactschakelaar van
de stand contact START of ON/RUN in de
stand contact OFF zetten. Controleer zorg-
vuldig de auto op brandstoflekkage in de
motorruimte en op de grond in de buurt van
de motorruimte en de brandstoftank voordat
u het systeem reset en de motor te star.
Onderhoud van het airbagsysteem
WAARSCHUWING!
Wijzigingen aan onderdelen van het
airbagsysteem kunnen tot gevolg hebben
dat het systeem bij een aanrijding niet
functioneert. U kunt letsel oplopen
doordat de airbag niet werkt en u niet
beschermt. Breng geen wijzigingen aan
de onderdelen of bedrading aan en plak
nooit badges of stickers op het afdekpa-
neel op het stuur of aan de rechterboven-
zijde van het instrumentenpaneel. Breng
geen wijzigingen aan in de voorbumper
of de carrosseriestructuur en monteer
geen treden of treeplanken.
Het is gevaarlijk zelf onderdelen van het
airbagsysteem te repareren. Waarschuw
iedereen die aan uw auto werkt dat de
auto is uitgerust met een airbagsysteem.
2020_JEEP_CHEROKEE_UG_LHD_EE.book Page 125
Page 153 of 356

151
Normale startprocedure — Keyless
Enter-N-Go
Let op de lampjes op het instrumentenpa-
neel tijdens het starten van de motor.
OPMERKING:
Bij normaal starten van een koude of warme
motor hoeft u het gaspedaal niet te
bedienen.
1. Trek altijd de handrem aan.
2. Houd het rempedaal ingetrapt terwijl uéén keer op de knop ENGINE START/
STOP drukt.
OPMERKING:
Een vertraging voor het starten van maximaal
vijf seconden is mogelijk onder zeer koude
omstandigheden. Het controlelampje
"Wachten met starten" gaat branden tijdens
het voorgloeien. Als het controlelampje
"Wachten met starten" uitgaat, slaat de
motor automatisch aan. 3. Het systeem schakelt automatisch de
startmotor in om de motor te starten. Als
de auto niet start, wordt de startmotor
automatisch na 30 seconden uitgescha-
keld.
4. Als u de startpogingen wilt onderbreken voordat de motor aanslaat, drukt u
nogmaals op de knop ENGINE START/
STOP.
5. Controleer of het waarschuwingslampje oliedruk gedoofd is.
6. Zet de handrem vrij.
Warmdraaien van motor
Geef nooit volgas als de motor koud is. Bij
het starten van een koude motor brengt u de
motor langzaam op het bedrijfstoerental,
zodat de oliedruk wordt gestabiliseerd naar-
mate de motor warmdraait.
OPMERKING:
Als u een koude motor onbelast laten draaien
met een hoog toerental, kan witte rook en
een afname van het motorvermogen het
gevolg zijn. Onbelaste motortoerentallen
moeten lager zijn dan 1200 omw/min tijdens
het warmdraaien, vooral bij lage tempera-
turen.
AANBEVELINGEN VOOR
INRIJDEN
De motor en aandrijflijn (overbrenging en as)
van uw auto vereisen geen lange inrijperiode.
Rijd de eerste 500 km (300 mijl) rustig. Na de eerste 100 km kunt u het beste een snel-
heid tot 80 à 90 km/u aanhouden.
Terwijl u met constante snelheid rijdt, draagt
nu en dan kort accelereren met plankgas,
binnen de grenzen van de geldende verkeers-
regels, bij aan een goed inrijdproces. Accele-
reren met plankgas in een lage versnelling
kan schadelijk zijn en moet worden
vermeden.
De motorolie die in de fabriek in de motor is
aangebracht, is een energiebesparend
smeermiddel van een hoge kwaliteit. Houd
bij het verversen van de olie rekening met de
het te verwachten klimaat waarin de auto
wordt gebruikt.
Raadpleeg de paragraaf "Vloeistoffen en
smeermiddelen" in het hoofdstuk "Techni-
sche gegevens" voor de aanbevolen viscosi-
teit en kwaliteitsklassen.
LET OP!
Om schade aan de startmotor te
voorkomen, mag u deze niet langer dan 10
seconden continu starten. Wacht 10 tot
15 seconden voor u het opnieuw probeert.
2020_JEEP_CHEROKEE_UG_LHD_EE.book Page 151
Page 164 of 356

STARTEN EN RIJDEN
162
Selec-Terrain knoppen kunnen drie standen
worden gekozen:
4WD LOW
REAR LOCK (indien aanwezig)
NEUTRAL
Als extra tractie is vereist, kan de groep 4WD
LOW worden gebruikt voor een grotere over-
brengingsverhouding waardoor er meer
koppel aan zowel de voor- als achterwielen
kan worden geleverd. 4WD LOW is uitslui-
tend bedoeld voor een onverhard, glad
wegdek. Rijden in 4WD LOW op droge,
verharde wegen kan leiden tot overmatige
slijtage van de banden en schade aan de
onderdelen van de aandrijflijn.
Wanneer u bij een bepaalde rijsnelheid in
4WD LOW rijdt, is het motortoerental circa
driemaal zo hoog als het motortoerental in de
normale rijsstand. Laat de motor niet met te
hoge toerentallen draaien en rijd niet sneller
dan 80 km/u (50 mph). Voor een juist gebruik van voertuigen met
vierwielaandrijving moeten alle banden van
hetzelfde type zijn en dezelfde maat en
omtrek hebben. Het gebruik van verschil-
lende banden beïnvloedt het schakelgedrag
en kan de onderdelen van de aandrijflijn
beschadigen.
Aangezien vierwielaandrijving de tractie
verbetert, heeft men de neiging de veilige
snelheden voor bochten en stoppen te over-
schrijden. Rij niet harder dan de verkeersom-
standigheden toelaten.
Schakelstanden
Voor meer informatie over het gebruik van
elke stand van het 4WD-systeem, zie onder-
staande informatie:
NEUTRAL (N)
In deze groep wordt de aandrijflijn losgekop-
peld van de aandrijving.
4WD LOW
Deze groep is bedoeld voor vierwielaandrij-
ving met lage snelheid. Hij zorgt voor een
grotere overbrengingsverhouding waardoor er
meer koppel aan zowel de voor- als achter-
wielen kan worden geleverd en daarmee
extra tractie en maximale trekkracht, uitslui-
tend op onverharde, gladde wegen. Rijd niet
sneller dan 40 km/u (25 mph).
WAARSCHUWING!
Als u de auto zonder toezicht achterlaat
terwijl de verdeelbak in de stand
NEUTRAL (N) staat en de handrem niet
helemaal is aangetrokken, kunnen u of
anderen (dodelijk) gewond raken. In de
NEUTRAL-stand (N) wordt het contact met
de aandrijflijn van zowel de aandrijfas voor
als achter verbroken, zodat de auto kan
gaan rollen, zelfs als de automatische
versnellingsbak in de stand PARK (P) (of
de handgeschakelde versnellingsbak in
een versnelling) is gezet. De handrem
moet altijd aangetrokken zijn als de
bestuurder niet in de auto zit.
2020_JEEP_CHEROKEE_UG_LHD_EE.book Page 162
Page 168 of 356

STARTEN EN RIJDEN
166
STOP/START-SYSTEEM
De Stop/Start-functie is ontwikkeld om
brandstof te besparen. Het systeem stopt de
motor automatisch tijdens een stop, wanneer
aan alle voorwaarden is voldaan. Door het
rempedaal los te laten of het gaspedaal in te
trappen zal de motor automatisch opnieuw
worden gestart.
Dit voertuig is geüpgraded met een heavy
duty-accu, een startmotor en andere
motoronderdelen om de extra motorstarts
aan te kunnen.
Automatische modus
De Stop/Start-functie wordt ingeschakeld na
elke normale motorstart. Op dat moment
activeert het systeem de modus STOP/
START READY (Stop/Start-systeem gereed)
en, wanneer aan alle overige voorwaarden is
voldaan, activeert het vervolgens de modus
STOP/START AUTOSTOP ACTIVE (Autostop
Stop/Start-systeem actief).
Om de autostop-modus te activeren, doet u het
volgende:
Het systeem moet in modus STOP/START
READY (Stop/Start-systeem gereed) staan.
De melding STOP/START READY (Stop/Start-systeem gereed) wordt weergegeven
op het display in de instrumentengroep in
het gedeelte Stop/Start. Raadpleeg de
paragraaf "Waarschuwingslampjes en
meldingen" in het hoofdstuk "Uw instru-
mentenpaneel leren kennen" in uw
instructieboekje.
Het voertuig moet volledig tot stilstand
zijn gebracht.
De schakelhendel moet in een vooruitver-
snelling staan en het rempedaal moet
worden ingetrapt.
De motor wordt uitgeschakeld, de toeren-
teller gaat naar de nulstand en het controle-
lampje Stop/Start gaat branden om aan te
geven dat autostop is ingeschakeld. De
instellingen van de klant blijven gehand-
haafd wanneer de motor weer wordt gestart.
Raadpleeg de paragraaf "Stop/Start-systeem"
in hoofdstuk "Starten en rijden" in uw
instructieboekje.
Mogelijke oorzaken waarom de motor niet
automatisch stopt
Voor het uitschakelen van de motor, contro-
leert het systeem vele veiligheids- en
comfortvoorwaarden om te controleren of hieraan is voldaan. Op het Stop/Start-scherm
van het display in de instrumentengroep kan
gedetailleerde informatie worden weerge-
geven over de werking van het Stop/
Start-systeem. In de volgende situaties zal
de motor niet stoppen:
De veiligheidsgordel van de bestuurder is
niet vastgegespt
Het bestuurdersportier is niet gesloten
De accutemperatuur is te hoog of te laag
De accu is bijna leeg
Het voertuig bevindt zich op een steile
helling
De interieurverwarming of -koeling is inge-
schakeld en er is geen acceptabele tempe-
ratuur in het interieur bereikt
De klimaatregeling is ingesteld op volledig
ontdooien bij een hoge aanjagersnelheid
De klimaatregeling is ingesteld op MAX
A/C
De motor heeft de normale bedrijfstempe-
ratuur nog niet bereikt
De transmissie staat niet in een versnel-
ling vooruit of achteruit
2020_JEEP_CHEROKEE_UG_LHD_EE.book Page 166
Page 169 of 356

167
De motorkap is geopend
De tussenbak van het voertuig staat in
stand 4WD LOW (indien uitgerust met
4WD)
Het rempedaal wordt niet met voldoende
druk ingetrapt terwijl de auto in de stand
DRIVE staat
Andere factoren die het gebruik van Autostop
verhinderen:
Bediening van het gaspedaal
Motortemperatuur te hoog
8 km/u (5 mph) drempelwaarde niet
bereikt bij vorige AUTOSTOP
Stuurhoek boven drempelwaarde
Adaptieve cruisecontrol (ACC) is ingescha-
keld en snelheid is ingesteld
Het is mogelijk dat meerdere malen met het
voertuig wordt gereden, zonder dat het Stop/
Start-systeem de status STOP/START
READY (Stop/Start gereed) aanneemt,
wanneer de omstandigheden extremer zijn
dan hierboven genoemd.
De motor starten in de stand autostop
In de vooruitversnelling start de motor
wanneer het rempedaal niet is ingetrapt of
het gaspedaal wordt ingetrapt. De trans-
missie wordt automatisch opnieuw ingescha-
keld als de motor opnieuw wordt gestart.
Omstandigheden waarin de motor automatisch
opnieuw start in de stand autostop:
De schakelhendel wordt vanuit de stand
DRIVE in een andere stand gezet, met
uitzondering van de stand PARK.
De comfortstand van de temperatuur in
het interieur wordt gehandhaafd
Het klimaatsysteem in volle ontwase-
mingsmodus is
De temperatuur van het klimaatsysteem of
de aanjagersnelheid wordt handmatig
versteld
De accuspanning daalt naar een te lage
waarde
Vacuümwaarde remsysteem laag (bijv. na
meerdere keren na elkaar remmen)
De schakelaar Stop/Start OFF is ingedrukt
Er doet zich een storing voor in het Stop/
Start-systeem
De vierwielaandrijving is in de stand 4WD
LOW gezet (indien uitgerust met 4WD).
Omstandigheden waarin automatisch de elek -
trische parkeerrem wordt bediend in de stand
autostop:
Het bestuurdersportier is geopend en het
rempedaal is niet ingetrapt
Het bestuurdersportier is geopend en de
veiligheidsgordel van de bestuurdersstoel
is niet vastgemaakt
De motorkap is geopend
Er doet zich een storing voor in het Stop/
Start-systeem
Als de elektrische parkeerrem wordt bediend
terwijl de motor is uitgeschakeld, moet de
motor mogelijk handmatig opnieuw worden
gestart en de elektrische parkeerrem hand-
matig worden vrijgezet (trap het rempedaal
in en druk op de schakelaar Electric Park
Brake). Raadpleeg de paragraaf "Display in
de instrumentengroep" in het hoofdstuk "Uw
instrumentenpaneel leren kennen" in het
instructieboekje.
2020_JEEP_CHEROKEE_UG_LHD_EE.book Page 167
Page 170 of 356

STARTEN EN RIJDEN
168
Het Stop/Start-systeem handmatig
uitschakelen
1. Druk op de schakelaar Stop/Start OFF (inde rij schakelaars). Het lampje in de
schakelaar dooft.
Schakelaar Stop/Start OFF
2. De melding "STOP/START OFF" (stop/ start uit) verschijnt op het display in de
instrumentengroep. Raadpleeg de para-
graaf "Waarschuwingslampjes en
meldingen" in het hoofdstuk "Uw instru-
mentenpaneel leren kennen" in uw
instructieboekje.
3. Bij de volgende stop van het voertuig (nadat het Stop/Start-systeem is uitge-
schakeld) zal de motor niet worden uitge-
schakeld. 4. Het Stop/Start-systeem schakelt elke
keer zelfstandig naar de stand ON
wanneer het contact uit- en weer inge-
schakeld wordt.
Het Stop/Start-systeem handmatig
inschakelen
Druk op de schakelaar Stop/Start OFF (in de
rij schakelaars). Het lampje in de schakelaar
dooft.
Raadpleeg voor meer informatie over het
Stop/Start-systeem de paragraaf "Stop/
Start-systeem" in het hoofdstuk "Starten en
rijden" in uw instructieboekje.
STOP/START-SYSTEEM -
ALLEEN DIESELMODELLEN
De Stop/Start-functie is ontwikkeld om
brandstof te besparen en de uitstoot van
schadelijke stoffen te beperken. Het systeem
stopt de motor automatisch tijdens een stop,
wanneer aan alle voorwaarden is voldaan. Als
bij een automatische versnellingsbak het
rempedaal wordt losgelaten of het gaspedaal
wordt ingetrapt, of bij een handgeschakelde
versnellingsbak het koppelingspedaal wordt
ingetrapt, wordt automatisch de motor
opnieuw gestart.
Automatische modus
De Stop/Start-functie wordt ingeschakeld na
elke normale motorstart. Het systeem blijft
in de modus STOP/START NOT READY
(Stop/Start-systeem niet gereed) totdat u
sneller dan 7 km/u (4 mph) met de auto
vooruit gaat rijden. Op dat moment activeert
het systeem de modus STOP/START READY
(Stop/Start-systeem gereed) en, wanneer aan
alle overige voorwaarden is voldaan, activeert
het vervolgens de modus STOP/START
AUTOSTOP ACTIVE (Autostop Stop/
Start-systeem actief).
Om de autostop-modus te activeren, doet u het
volgende:
Het systeem moet in modus STOP/START
READY (Stop/Start-systeem gereed) staan.
De melding STOP/START READY (Stop/
Start-systeem gereed) wordt weergegeven
op het display in de instrumentengroep in
het gedeelte Stop/Start. Raadpleeg de
paragraaf "Display in de instrumenten-
groep" in het hoofdstuk "Uw Instrumenten-
paneel leren kennen" in de informatie voor
de eigenaar voor meer informatie.
Het voertuig moet volledig tot stilstand
zijn gebracht.
2020_JEEP_CHEROKEE_UG_LHD_EE.book Page 168
Page 171 of 356

169
De schakelhendel moet in de stand DRIVE
staan en het rempedaal moet ingetrapt
zijn (automatische versnellingsbak) of de
schakelhendel moet in de neutraalstand
staan en het koppelingspedaal moet
volledig worden losgelaten (handgescha-
kelde versnellingsbak).
De motor wordt uitgeschakeld, de toeren-
teller gaat naar de nulstand en het controle-
lampje Stop/Start gaat branden om aan te
geven dat autostop is ingeschakeld. Als auto-
stop is ingeschakeld, past de klimaatregeling
mogelijk automatisch de luchtstroom aan om
het comfort in de passagiersruimte te hand-
haven. De instellingen van de klant blijven
gehandhaafd wanneer de motor weer wordt
gestart.
Mogelijke oorzaken waarom de motor niet
automatisch stopt
Voor het uitschakelen van de motor, contro-
leert het systeem vele veiligheids- en
comfortvoorwaarden om te controleren of
hieraan is voldaan. Op het Stop/Start-display
in de instrumentengroep wordt gedetail-
leerde informatie weergegeven over de
werking van het Stop/Start-systeem. In de
volgende situaties zal de motor niet stoppen:
De veiligheidsgordel van de bestuurder is
niet vastgemaakt.
Het bestuurdersportier is niet gesloten.
De accutemperatuur is te hoog of te laag.
Het voertuig bevindt zich op een steile
helling.
De interieurverwarming of -koeling is inge-
schakeld en er is geen acceptabele tempe-
ratuur in het interieur bereikt.
De klimaatregeling is ingesteld op volledig
ontwasemen bij een hoge aanjagersnel-
heid.
De motor heeft de normale bedrijfstempe-
ratuur nog niet bereikt.
De accu is bijna leeg.
De versnellingsbak staat niet in de stand
DRIVE (automatische versnellingsbak) of
de neutraalstand (handgeschakelde
versnellingsbak).
De motorkap is geopend.
De tussenbak van het voertuig staat in
stand 4WD LOW.
Er wordt een regeneratie van het
uitlaatsysteem uitgevoerd. Andere factoren die het gebruik van Autostop
verhinderen:
Brandstofpeil.
Bediening van het gaspedaal (alleen auto-
matische versnellingsbak).
Motortemperatuur te hoog.
Het is mogelijk dat meerdere malen met het
voertuig wordt gereden, zonder dat het Stop/
Start-systeem de status STOP/START
READY (Stop/Start gereed) aanneemt,
wanneer de omstandigheden extremer zijn
dan hierboven genoemd.
De motor starten in de stand autostop
Automatische transmissie:
In de stand DRIVE start de motor wanneer
het rempedaal niet is ingetrapt of het gaspe-
daal wordt ingetrapt. De transmissie wordt
automatisch opnieuw ingeschakeld als de
motor opnieuw wordt gestart. Tijdens deze
overgang houden de remmen het voertuig op
zijn plaats om ongewenste bewegingen te
voorkomen.
Handgeschakelde versnellingsbak:
Wanneer de schakelhendel in stand
NEUTRAL staat, start de motor wanneer het
2020_JEEP_CHEROKEE_UG_LHD_EE.book Page 169
Page 172 of 356

STARTEN EN RIJDEN
170
koppelingspedaal wordt ingetrapt. Het voer-
tuig neemt modus STOP/START SYSTEM
NOT READY (Stop/Start-systeem niet
gereed) aan totdat de voertuigsnelheid meer
bedraagt dan 7 km/h (4 mph).
Omstandigheden waarin de motor automatisch
opnieuw start in de stand autostop:
De schakelhendel wordt vanuit DRIVE in
de stand REVERSE of NEUTRAL gezet.
De comfortstand van de temperatuur in
het interieur wordt gehandhaafd.
Het klimaatsysteem in volle ontwase-
mingsmodus is.
De accuspanning daalt naar een te lage
waarde.
Lage vacuümwaarde van remsysteem
(bijv. na meerdere keren na elkaar
remmen).
De schakelaar Stop/Start OFF is ingedrukt.
De vierwielaandrijving is in de stand 4WD
LOW gezet.
Het emissiesysteem hierom vraagt.
Er doet zich een storing voor in het Stop/
Start-systeem.
De temperatuur van het klimaatsysteem of
de aanjagersnelheid wordt handmatig
versteld.
Omstandigheden waarin automatisch de elek -
trische parkeerrem wordt bediend in de stand
autostop:
Het bestuurdersportier is geopend en het
rempedaal niet is ingetrapt.
Het bestuurdersportier is geopend en de
bestuurder heeft de veiligheidsgordel niet
vastgemaakt.
De motorkap is geopend.
Er doet zich een storing voor in het Stop/
Start-systeem.
Als de elektrische parkeerrem wordt bediend
terwijl de motor is uitgeschakeld, moet de
motor mogelijk handmatig opnieuw worden
gestart en de elektrische parkeerrem hand-
matig worden vrijgezet (trap het rempedaal
in en druk op de schakelaar Electric Park
Brake). Raadpleeg de paragraaf "Display in
de instrumentengroep" in het hoofdstuk "Uw
Instrumentenpaneel leren kennen" in uw
instructieboekje voor meer informatie.
Het Stop/Start-systeem handmatig
uitschakelen
1. Druk op de schakelaar Stop/Start OFF (in de rij schakelaars). Het lampje in de
schakelaar dooft.
Schakelaar Stop/Start OFF
2. De melding "STOP/START OFF" (stop/ start uit) verschijnt op het display in de
instrumentengroep. Raadpleeg de para-
graaf "Display in de instrumentengroep"
in het hoofdstuk "Uw Instrumentenpa-
neel leren kennen" in uw instructieboekje
voor meer informatie.
3. Bij de volgende stop van het voertuig (nadat het Stop/Start-systeem is uitge-
schakeld) zal de motor niet worden uitge-
schakeld.
2020_JEEP_CHEROKEE_UG_LHD_EE.book Page 170
Page 173 of 356

171
4. Als het Stop/Start-systeem handmatig isuitgeschakeld, kan de motor alleen
worden gestart en gestopt via het
contactslot.
5. Het Stop/Start-systeem schakelt elke keer zelfstandig weer in wanneer het
contact uit- en weer ingeschakeld wordt.
Het Stop/Start-systeem handmatig
inschakelen
Druk op de schakelaar Stop/Start OFF (in de
rij schakelaars). Het lampje in de schakelaar
dooft.
Systeemstoring
Wanneer zich in het Stop/Start-systeem een
storing voordoet, zal het systeem de motor
niet uitschakelen. In het display in de instru-
mentengroep wordt de melding "SERVICE
STOP/START SYSTEM” (onderhoud Stop/
Start-systeem) weergegeven. Raadpleeg de
paragraaf "Display in de instrumentengroep"
in het hoofdstuk "Uw Instrumentenpaneel
leren kennen" voor meer informatie hierover.
Als de melding "SERVICE STOP/
START-SYSTEEM" (onderhoud Stop/
Start-systeem) in de instrumentengroep verschijnt, laat het systeem dan controleren
door uw erkende dealer.
ACTIEVE
SNELHEIDSBEGRENZER -
INDIEN AANWEZIG
De schakelaar voor de actieve snelheidsbe-
grenzer bevindt zich aan de rechterzijde van
het stuur.
Knop actieve snelheidsbegrenzer
Met deze functie kunt u de maximale rijsnel-
heid van uw auto programmeren.
OPMERKING:
De actieve snelheidsbegrenzer kan worden
ingesteld terwijl het voertuig stilstaat of rijdt.
Activering
Druk op de toets voor de actieve snelheidsbe-
grenzer om de functie te activeren. Er
verschijnt dan een mededeling samen met
een controlelampje op het display van de
instrumentengroep om aan te geven dat
actieve snelheidsbegrenzer geactiveerd is.
Druk op de knoppen SET (+) en SET (-) aan
de rechterkant van het stuur om de actieve
snelheidsbegrenzer te verhogen en te
verlagen tot de gewenste waarde. Door de
SET (+) of SET (-) toetsen ingedrukt te
houden, neemt de snelheid toe/af met
stappen van 5 mph (5 km/u).
Elke keer dat actieve snelheidsbegrenzer
wordt geactiveerd, wordt die ingesteld op de
laatst geprogrammeerde waarde van de
vorige activering.
OPMERKING:
De cruisecontrol (indien aanwezig) en de
adaptieve cruisecontrol (indien aanwezig)
functies zijn niet beschikbaar terwijl de
actieve snelheidsbegrenzer in gebruik is.
2020_JEEP_CHEROKEE_UG_LHD_EE.book Page 171
Page 182 of 356

STARTEN EN RIJDEN
180
(Vervolgd)
PARKSENSE
PARKEERSENSOREN VOOR
EN ACHTER — INDIEN
AANWEZIG
Het ParkSense parkeerhulpsysteem geeft
tijdens het achter- of vooruit rijden, bijv. bij
het inparkeren, met visuele en geluidssig-
nalen de afstand tussen de achter- en/of
voorkant van de auto en een gedetecteerd
obstakel aan. De auto wordt mogelijk auto-
matisch geremd wanneer achteruit wordt
ingeparkeerd en het systeem een mogelijke
botsing met een obstakel detecteert.
Raadpleeg de paragraaf "Voorzorgsmaatre-
gelen bij gebruik van ParkSense" in het
hoofdstuk "Starten en rijden" in uw gebrui-
kershandleiding voor informatie over debeperkingen van dit systeem en aanbeve-
lingen.
Wanneer u de contactschakelaar in de stand
ON/RUN zet, wordt door ParkSense automa-
tisch de systeemstatus (ingeschakeld of
uitgeschakeld) hersteld die actief was
voordat het contact werd uitgeschakeld.
ParkSense sensoren
De vier ParkSense sensoren die zich in de
achterkant/achterbumper bevinden,
bewaken het gebied achter de auto dat
binnen het zichtveld van de sensoren valt. De
sensoren kunnen in horizontale richting
obstakels op een afstand van ongeveer 30 tot
200 cm (12 tot 79 inch) van het achterpa-
neel/de achterbumper detecteren, afhanke-
lijk van de plaats, het type en de richting van
het obstakel.
OPMERKING:
Voertuigen met actief parkeerhulpsysteem
hebben zes sensoren in het achterpaneel/de
achterbumper.
De zes ParkSense sensoren die zich in de
voorkant/voorbumper bevinden, bewaken het
gebied vóór de auto dat binnen het zichtveld
van de sensoren valt. De sensoren kunnen in
horizontale richting obstakels op een afstand
Het wordt sterk aanbevolen de afneem-
bare trekhaak te verwijderen voordat u
ParkSense gaat gebruiken, wanneer u de
trekhaak niet nodig heeft. Als u dit niet
doet, kan persoonlijk letsel of schade
aan voertuigen ontstaan doordat de trek-
haakkogel zich veel dichter bij het
obstakel bevindt dan de achterkant van
de auto, wanneer via de luidspreker een
continue toon klinkt. Afhankelijk van de
afmetingen en vorm van de trekhaak is
het ook mogelijk dat de sensoren de trek-
haak detecteren en abusievelijk
aangeven dat er een obstakel achter de
auto aanwezig is.
LET OP!
ParkSense is uitsluitend bedoeld als
hulpmiddel tijdens het parkeren en is
niet in staat ieder voorwerp, inclusief
kleine obstakels, waar te nemen. Stoe-
pranden worden mogelijk tijdelijk of
helemaal niet gedetecteerd. Op kleine
afstanden worden obstakels boven of
onder de sensoren niet gedetecteerd.
WAARSCHUWING! (Vervolgd)
Bij gebruik van ParkSense moet u lang-
zaam rijden, zodat u tijdig kunt stoppen
wanneer een obstakel wordt gedetec-
teerd. Het is raadzaam om over uw
schouder te kijken, ook wanneer u
gebruik maakt van ParkSense.
LET OP! (Vervolgd)
2020_JEEP_CHEROKEE_UG_LHD_EE.book Page 180