ESP JEEP CHEROKEE 2020 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: JEEP, Model Year: 2020, Model line: CHEROKEE, Model: JEEP CHEROKEE 2020Pages: 356, PDF Size: 9.18 MB
Page 127 of 356

125
(Vervolgd)
De centrale portiervergrendeling ontgren-
delen
Uw voertuig is mogelijk ook ontworpen om
een van deze andere of andere functies uit te
voeren naar aanleiding van het uitgebreide
ongelukkenresponssysteem:
De verwarming van het brandstoffilter
uitschakelen, de aanjagermotor van de
klimaatregeling uitschakelen, de circula-
tieklep van de klimaatregeling sluiten
De accuvoeding afsluiten naar de:
Motor
Elektromotor (indien aanwezig)
Elektrische stuurbekrachtiging
Rembekrachtiging
Elektrische parkeerrem
Automatische schakelhendel
Claxon
Ruitenwissers vóór
Koplampsproeierpomp OPMERKING:
Vergeet niet om na een ongeval het contact
in de stand STOP (OFF/LOCK) te zetten en
de sleutel uit de contactschakelaar te verwij-
deren om te voorkomen dat de accu leeg-
loopt. Controleer zorgvuldig de auto op
brandstoflekkage in de motorruimte en op de
grond in de buurt van de motorruimte en de
brandstoftank voordat u het systeem reset en
de motor te star. Als er na een ongeval geen
brandstoflekkage of schade aan de elektri-
sche apparaten van het voertuig (bijv.
koplampen) is, reset u het systeem door de
hierna beschreven procedure te volgen.
Indien u twijfelt, neem dan contact op met
een erkende dealer.
Resetprocedure uitgebreid
ongelukkenresponssysteem
Om de functies van het uitgebreide ongeluk-
kenresponssysteem na een incident te
resetten, moet u de contactschakelaar van
de stand contact START of ON/RUN in de
stand contact OFF zetten. Controleer zorg-
vuldig de auto op brandstoflekkage in de
motorruimte en op de grond in de buurt van
de motorruimte en de brandstoftank voordat
u het systeem reset en de motor te star.
Onderhoud van het airbagsysteem
WAARSCHUWING!
Wijzigingen aan onderdelen van het
airbagsysteem kunnen tot gevolg hebben
dat het systeem bij een aanrijding niet
functioneert. U kunt letsel oplopen
doordat de airbag niet werkt en u niet
beschermt. Breng geen wijzigingen aan
de onderdelen of bedrading aan en plak
nooit badges of stickers op het afdekpa-
neel op het stuur of aan de rechterboven-
zijde van het instrumentenpaneel. Breng
geen wijzigingen aan in de voorbumper
of de carrosseriestructuur en monteer
geen treden of treeplanken.
Het is gevaarlijk zelf onderdelen van het
airbagsysteem te repareren. Waarschuw
iedereen die aan uw auto werkt dat de
auto is uitgerust met een airbagsysteem.
2020_JEEP_CHEROKEE_UG_LHD_EE.book Page 125
Page 128 of 356

VEILIGHEID
126
Event Data Recorder (EDR)
Deze auto is uitgerust met een Event Data
Recorder (EDR). De belangrijkste taak van de
EDR is het registreren van gegevens die
duidelijk maken hoe een voertuigsysteem
zich heeft gedragen bij aanrijdingen of
bijna-aanrijdingen, zoals de activering van
airbags of een botsing tegen een obstakel. De
EDR is ontworpen om kortstondig, meestal30 seconden of korter, gegevens te regi-
streren die verband houden met de dynamiek
en veiligheidssystemen van de auto. De EDR
in deze auto is ontworpen om gegevens te
registreren die onder meer antwoord geven
op de volgende vragen:
Hoe hebben diverse systemen in uw auto
zich gedragen?
Waren de veiligheidsgordels van de
bestuurder en passagier vastgegespt?
Hoe ver (indien van toepassing) trapte de
bestuurder het gas- en/of rempedaal in?
Hoe snel reed de auto?
Deze gegevens kunnen bijdragen aan een
beter inzicht in de omstandigheden waar-
onder botsingen en letsel ontstaan.
OPMERKING:
De EDR-gegevens worden uitsluitend bij
werkelijke ongevalsituaties. Onder normale
rijomstandigheden registreert de EDR geen
gegevens en er worden geen persoonlijke
gegevens, zoals naam, geslacht, leeftijd en
ongevallocatie geregistreerd. Het is echter
wel mogelijk dat anderen, bijvoorbeeld de
politie, de EDR-gegevens combineren met de
persoonsgegevens die standaard worden
opgevraagd na ongevallen. Voor het uitlezen van de geregistreerde
EDR-gegevens is toegang tot de auto of de
EDR en speciale apparatuur nodig. Naast de
fabrikant van de auto kunnen ook anderen
die over deze speciale apparatuur
beschikken, zoals de politie, de EDR-gege-
vens lezen indien zij toegang hebben tot de
auto of de EDR.
Kinderzitjes - Kinderen veilig vervoeren
Waarschuwingslabel op zonneklep voorpassagier
Iedereen in uw auto moet altijd een veilig-
heidsgordel dragen, ook baby's en kinderen.
EG-richtlijn 2003/20/EG vereist het gebruik
van kinderzitjes in alle landen binnen de EU.
Probeer geen onderdelen van het
airbagsysteem te wijzigen. De airbag kan
per ongeluk worden opgeblazen of werkt
mogelijk niet goed meer als deze is
gewijzigd. Breng de auto naar een
erkende dealer voor onderhoud aan het
airbagsysteem. Breng de auto naar een
erkende dealer als onderhoud nodig is
aan de autostoel, waaronder het afdek-
paneel en het kussen (ook voor het
verwijderen of losdraaien/aantrekken van
stoelbouten). Er mogen uitsluitend door
de fabrikant goedgekeurde stoelacces-
soires worden gebruikt. Neem contact op
met een erkende dealer als het
airbagsysteem moet worden aangepast
aan personen met een handicap.
WAARSCHUWING! (Vervolgd)
2020_JEEP_CHEROKEE_UG_LHD_EE.book Page 126
Page 129 of 356

127
(Vervolgd)
Kinderen kleiner dan 1,5 meter en 12 jaar of
jonger moeten altijd goed vastgegespt op de
achterbank zitten, indien aanwezig. Statis-
tieken tonen aan dat kinderen beter
beschermd zijn wanneer ze op de achterbank
zijn vastgegespt en niet op de voorstoelen.Er zijn verschillende typen kinderzitjes in
verschillende maten verkrijgbaar, van zitjes
voor baby’s tot oudere kinderen die bijna
groot genoeg zijn om een veiligheidsgordel
voor volwassenen te dragen. Kinderen
moeten zo lang mogelijk worden vervoerd in
een tegen de rijrichting in geplaatst kinder-
zitje; dit is de positie waarin het kind het
best beschermd is in geval van een botsing.
Lees altijd het instructieboekje van het
kinderzitje om te controleren of het geschikt
is voor het kind. Lees aandachtig alle
instructies en waarschuwingen door in het
instructieboekje van het kinderzitje en opalle stickers die zijn bevestigd aan het
kinderzitje, en neem ze in acht.
In Europa zijn de regels voor kinderzitjes
vastgelegd in de norm ECE R44 waarin ze in
vijf gewichtsklassen zijn onderverdeeld:
Controleer de sticker van uw kinderzitje. Alle
goedgekeurde kinderzitjes moeten voorzien
zijn een datum van de type-goedkeuring en
de controlemarkering op de sticker. De
sticker moet permanent op het kinderzitje
zijn bevestigd. U mag deze sticker niet van
het kinderzitje verwijderen.
WAARSCHUWING!
Plaats nooit een kinderzitje tegen de
rijrichting in op een stoel die is beveiligd
door een actieve frontairbag! Dit kan
leiden tot ernstig letsel of de dood van
het kind.
"Installeer nooit een naar achteren
gericht kinderzitje op de voorstoel van
een auto. Gebruik alleen een naar
achteren gericht kinderzitje op de
achterbank. Als de auto niet is uitgerust
met een achterbank, transporteer dan
geen naar achteren gericht kinderzitje in
die auto.
Als de frontairbag aan de passagierszijde
wordt opgeblazen, kan een kind van 12
of jonger, maar ook een kind in een
kinderzitje tegen de rijrichting in, ernstig
of zelfs dodelijk letsel oplopen.
Bij een aanrijding kan een niet-vastge-
gespt kind als een projectiel naar voren
worden geslingerd. Bij een aanrijding
kan zo veel kracht nodig zijn om een
baby op uw schoot te houden dat u het
kind onmogelijk kunt vasthouden, hoe
sterk u ook bent. Het kind en anderen
kunnen dan ernstig of zelfs dodelijk
letsel oplopen. Voor elk kind in uw auto
moet u het bijbehorende kinderzitje
gebruiken, overeenkomend met de
grootte van het kind.
WAARSCHUWING! (Vervolgd)
Groepen
kinderzitjes Gewichtsklasse
Groep 0
tot 10 kg
Groep 0+ tot 13 kg
Groep 1 9-18 kg
Groep 2 15 - 25 kg
Groep 3 22 - 36 kg
2020_JEEP_CHEROKEE_UG_LHD_EE.book Page 127
Page 130 of 356

VEILIGHEID
128
"Universele" kinderzitjes
De afbeeldingen in de volgende para-
grafen zijn voorbeelden van elk type
universeel kinderzitje. Kenmerkende
installaties worden getoond. Installeer
altijd uw kinderzitje volgens de aanwij-
zingen van de fabrikant van het kinder-
zitje, die meegeleverd moeten zijn met dit
type veiligheidssysteem.
Zie de paragraaf "Kinderzitjes installeren
met de veiligheidsgordels" voor de stappen
om de veiligheidsgordel over het kinder-
zitje vast te maken.
Kinderzitjes met ISOFIX-ankerpunten zijn
beschikbaar om het kinderzitje in de auto
te installeren zonder de veiligheidsgordels
van de auto gebruiken.
klasse 0 en 0+
Afb. A
Veiligheidsdeskundigen raden aan om
kinderen zo lang mogelijk tegen de rijrichting
in gericht in het voertuig te vervoeren.
Kinderen tot 13 kg moeten worden vastge-
gespt in een naar achteren gericht kinder-
zitje, zoals afgebeeld op afbeelding A. Dit
type kinderzitje ondersteunt het hoofd van
het kind en oefent geen kracht uit op de nek
bij een plotselinge vertraging of botsing. Het naar achteren gerichte kinderzitje wordt
tegengehouden door de veiligheidsgordels
van het voertuig, zoals weergegeven op afb.
A. Het kinderzitje beschermt het kind met
zijn eigen vierpuntsgordel.
WAARSCHUWING!
Zeer gevaarlijk! Plaats een naar achter
gericht kinderzitje niet voor een actieve
airbag. Lees ook de informatiestickers op
de zonneklep. Activering van de airbag bij
een ongeval kan leiden tot dodelijk letsel
aan de baby, ongeacht de ernst van de
botsing. Wij raden u aan kinderen altijd in
een kinderzitje op de achterbank te
voeren, de best beschermde positie in het
geval van een aanrijding.
WAARSCHUWING!
Plaats nooit een naar achter gericht
kinderzitje voor een airbag. Als de fron-
tairbag aan de passagierszijde wordt
opgeblazen, kan een kind van 12 of
jonger, maar ook een kind in een kinder-
zitje tegen de rijrichting in, ernstig of
zelfs dodelijk letsel oplopen.
Installeer nooit een naar achteren
gericht kinderzitje op de voorstoel van
een auto. Gebruik alleen een naar
achteren gericht kinderzitje op de
achterbank. Als de auto niet is uitgerust
met een achterbank, transporteer dan
geen naar achteren gericht kinderzitje in
die auto.
2020_JEEP_CHEROKEE_UG_LHD_EE.book Page 128
Page 135 of 356

133
Veiligheidsgordels voor oudere kinderen
Kinderen langer dan 1,50 m mogen veilig-
heidsgordels gebruiken in plaats van kinder-
zitjes.
Gebruik deze eenvoudige test van 5 stappen
om te bepalen of de gordel het kind goed
past of nog niet en er een kinderzitje van
groep 2 of 3 moet worden gebruikt om de
veiligheidsgordel beter passend te maken:
1. Kan het kind helemaal naar achterentegen de achterkant van de stoel zitten?
2. Buigen de knieën van het kind comfor- tabel over de voorkant van de stoel -
terwijl het kind nog steeds helemaal naar
achteren zit?
3. Loopt de schoudergordel over de schouder van het kind tussen de nek en
de arm?
4. Bevindt het heupgedeelte van de veilig- heidsgordel zich zo laag mogelijk en
raakt het de dijbenen van het kind en niet
de maag?
5. Kan het kind gedurende de hele reis in deze houding blijven zitten? Als het antwoord op een van deze vragen
"nee" is, moet het kind nog een kinderzitje
van groep 2 of 3 gebruiken in deze auto. Als
het kind de driepuntsgordel gebruikt, moet u
regelmatig controleren of de gordel goed past
en moet u controleren of veiligheidsgordel
goed is vastgegespt. Door de bewegingen van
het kind kan de gordel een foutieve positie
aannemen. Als de schoudergordel het
gezicht of de hals raakt, plaats het kind dan
verder naar het midden van de auto, of
gebruik een zitverhoger om te zorgen dat de
veiligheidsgordel goed op het lichaam van
het kind rust.
ISOFIX-systeem voor kinderzitjes
Afb. E
Uw auto is uitgerust met het zogeheten
ISOFIX-bevestigingssysteem voor kinder-
zitjes. Met dit systeem kunnen
ISOFIX-kinderzitjes worden geïnstalleerd
zonder gebruik van de veiligheidsgordels.
Het ISOFIX-systeem is uitgerust met twee
lage ankerpunten, die zich aan de achter-
zijde van de zitting bevinden, op het punt
waar deze samenkomt met de rugleuning, en
een bovenste ankerpunt achter de zitplaats.
In afb. E wordt een voorbeeld van een univer-
seel ISOFIX-kinderzitje voor gewichtsklasse
1 getoond. ISOFIX-kinderzitjes zijn ook
leverbaar voor de overige gewichtsklassen.
WAARSCHUWING!
Sta nooit toe dat een kind de
schoudergordel onder de arm door of
achter de rug langs draagt. Bij een botsing
beschermt de schoudergordel een kind
niet op de juiste wijze, wat kan resulteren
in ernstig letsel of zelfs de dood tot gevolg
hebben. Een kind dient altijd zowel het
heup- als het schoudergedeelte van de
veiligheidsgordel correct te dragen.
2020_JEEP_CHEROKEE_UG_LHD_EE.book Page 133
Page 140 of 356

VEILIGHEID
138(Vervolgd)
Installeren van kinderzitjes met bovenste
bevestigingspunt
1. Kijk achter de zitplaats waar u van planbent het kinderzitje te installeren om het
ankerpunt te vinden. U moet mogelijk de
stoel naar voren bewegen om beter bij de
ankerpunten te komen. Als er geen
bovenste ankerpunt is voor de zitplaats,
verplaats het kinderzitje dan naar een
andere plaats in de auto als er een
beschikbaar is.
2. Leid de bevestigingsband volgens de kortste weg vanaf het ankerpunt naar het
kinderzitje. Als uw auto is uitgerust met
verstelbare hoofdsteunen achterin, trek
de hoofdsteun dan omhoog en leid,
indien mogelijk, de bevestigingsband
onder de hoofdsteun tussen de twee
stangen door. Als dit niet mogelijk is, laat
dan de hoofdsteun zakken en leid de
bevestigingsband langs de buitenzijde
van de hoofdsteun. Locaties van de ankerpunten
3. Bevestig de haak van de bevestigings- band van het kinderzitje vast aan het
bovenste ankerpunt zoals weergegeven in
de afbeelding.
4. Trek de bevestigingsband strak volgens de aanwijzingen van de fabrikant van het
kinderzitje.
Opbergen van een ongebruikte schakelbare
ALR-veiligheidsgordel:
Wanneer u het ISOFIX-bevestigingssysteem
gebruikt om een kinderzitje te installeren,
bergt u alle ALR-veiligheidsgordels op die
niet worden gebruikt door andere inzittenden
of om kinderzitjes te bevestigen. Een onge-
bruikte veiligheidsgordel kan een kind
verwonden als het met de gordel speelt en
per ongeluk het oprolmechanisme van de
veiligheidsgordel vergrendelt. Het is raad-
zaam voordat het kinderzitje met behulp van
het ISOFIX-systeem wordt geplaatst, de
veiligheidsgordel achter het zitje om vast te
gespen, buiten bereik van het kind. Als de
vastgegespte veiligheidsgordel in de weg zit
bij de installatie van het kinderzitje, leidt u
de veiligheidsgordel door de gordelopening
van het kinderzitje en gespt u deze vervol-
gens vast, in plaats van de veiligheidsgordel
achter het zitje te leiden. De veiligheids-
WAARSCHUWING!
Als een bevestigingsband verkeerd is
vastgemaakt, zal het kind het hoofd
misschien te veel kunnen bewegen en
kan het kind letsel oplopen. Gebruik
alleen de verankeringspunten direct
achter het kinderzitje om de bovenste
bevestigingsband van het kinderzitje
vast te maken.
Als uw auto is uitgerust met een meerde-
lige achterbank, moet u zorgen dat de
bevestigingsband bij het verwijderen van
de speling in de gordel niet in de
opening tussen de rugleuningen glijdt.
WAARSCHUWING! (Vervolgd)
2020_JEEP_CHEROKEE_UG_LHD_EE.book Page 138
Page 142 of 356

VEILIGHEID
140
3. Schuif de gesp in de gespsluiting totdatu een 'klik' hoort.
4. Trek aan de band om de heupgordel stevig vast te zetten tegen het kinder-
zitje.
5. Trek het schouderdeel van de gordel naar beneden tot de hele gordel uit het oprol-
mechanisme is om de veiligheidsgordel
te vergrendelen. Vervolgens laat u de
gordel terugrollen in het oprolmecha-
nisme. Terwijl de gordel wordt opgerold,
hoort u een klikgeluid. Dit geeft aan dat
de automatische blokkeerfunctie is geac-
tiveerd. 6. Probeer de gordel uit het oprolmecha-
nisme te trekken. Als de gordel is
vergrendeld, moet u deze niet verder uit
het oprolmechanisme kunnen trekken.
Als het oprolmechanisme niet
is vergren-
deld, herhaalt u stap 5.
7. Trek daarna aan eventuele slappe delen van de gordel om het heupgedeelte rond
het kinderzitje strak te trekken terwijl u
het kinderzitje naar achteren en omlaag
tegen de zitting drukt. 8. Test of het kinderzitje stevig vastzit door
het kinderzitje bij de gordelopening naar
achteren en naar voren te trekken. Het
mag niet meer dan 25 mm in alle rich-
tingen bewegen.
Veiligheidsgordels gaan in de loop van de van
losser zitten. Daarom dient u de gordel af en
toe te controleren en, indien nodig, aan te
trekken.
2020_JEEP_CHEROKEE_UG_LHD_EE.book Page 140
Page 150 of 356

VEILIGHEID
148
Veiligheidscontroles buiten de auto
Banden
Controleer de banden op overmatige of onge-
lijkmatige slijtage. Controleer de banden op
stenen, spijkers, glas of andere voorwerpen
die in het loopvlak of de wang vast zijn
blijven zitten. Controleer het loopvlak op
sneden en scheuren. Controleer de wangen
op sneden, scheuren en bobbels. Controleer
of de wielmoeren stevig zijn aangedraaid.
Controleer de bandenspanning (met inbegrip
van het reservewiel) wanneer de banden
koud zijn.
Verlichting
Laat iemand de werking van de rem- en
buitenverlichting controleren terwijl u in de
auto de verlichting bedient. Controleer de
controlelampjes voor de richtingaanwijzers
en het grootlicht op het instrumentenpaneel.
Portiersloten
Controleer of de portieren goed sluiten en
worden vergrendeld.
Vloeistoflekkage
Controleer de grond onder de auto nadat
deze de hele nacht geparkeerd is geweest om
te zien of er benzine, koelvloeistof, olie of
andere vloeistoffen gelekt zijn. Ook als u een
benzinelucht ruikt of lekkage van brandstof
of remvloeistof vermoedt, moet direct de
oorzaak worden opgespoord en verholpen.
2020_JEEP_CHEROKEE_UG_LHD_EE.book Page 148
Page 153 of 356

151
Normale startprocedure — Keyless
Enter-N-Go
Let op de lampjes op het instrumentenpa-
neel tijdens het starten van de motor.
OPMERKING:
Bij normaal starten van een koude of warme
motor hoeft u het gaspedaal niet te
bedienen.
1. Trek altijd de handrem aan.
2. Houd het rempedaal ingetrapt terwijl uéén keer op de knop ENGINE START/
STOP drukt.
OPMERKING:
Een vertraging voor het starten van maximaal
vijf seconden is mogelijk onder zeer koude
omstandigheden. Het controlelampje
"Wachten met starten" gaat branden tijdens
het voorgloeien. Als het controlelampje
"Wachten met starten" uitgaat, slaat de
motor automatisch aan. 3. Het systeem schakelt automatisch de
startmotor in om de motor te starten. Als
de auto niet start, wordt de startmotor
automatisch na 30 seconden uitgescha-
keld.
4. Als u de startpogingen wilt onderbreken voordat de motor aanslaat, drukt u
nogmaals op de knop ENGINE START/
STOP.
5. Controleer of het waarschuwingslampje oliedruk gedoofd is.
6. Zet de handrem vrij.
Warmdraaien van motor
Geef nooit volgas als de motor koud is. Bij
het starten van een koude motor brengt u de
motor langzaam op het bedrijfstoerental,
zodat de oliedruk wordt gestabiliseerd naar-
mate de motor warmdraait.
OPMERKING:
Als u een koude motor onbelast laten draaien
met een hoog toerental, kan witte rook en
een afname van het motorvermogen het
gevolg zijn. Onbelaste motortoerentallen
moeten lager zijn dan 1200 omw/min tijdens
het warmdraaien, vooral bij lage tempera-
turen.
AANBEVELINGEN VOOR
INRIJDEN
De motor en aandrijflijn (overbrenging en as)
van uw auto vereisen geen lange inrijperiode.
Rijd de eerste 500 km (300 mijl) rustig. Na de eerste 100 km kunt u het beste een snel-
heid tot 80 à 90 km/u aanhouden.
Terwijl u met constante snelheid rijdt, draagt
nu en dan kort accelereren met plankgas,
binnen de grenzen van de geldende verkeers-
regels, bij aan een goed inrijdproces. Accele-
reren met plankgas in een lage versnelling
kan schadelijk zijn en moet worden
vermeden.
De motorolie die in de fabriek in de motor is
aangebracht, is een energiebesparend
smeermiddel van een hoge kwaliteit. Houd
bij het verversen van de olie rekening met de
het te verwachten klimaat waarin de auto
wordt gebruikt.
Raadpleeg de paragraaf "Vloeistoffen en
smeermiddelen" in het hoofdstuk "Techni-
sche gegevens" voor de aanbevolen viscosi-
teit en kwaliteitsklassen.
LET OP!
Om schade aan de startmotor te
voorkomen, mag u deze niet langer dan 10
seconden continu starten. Wacht 10 tot
15 seconden voor u het opnieuw probeert.
2020_JEEP_CHEROKEE_UG_LHD_EE.book Page 151
Page 154 of 356

STARTEN EN RIJDEN
152
OPMERKING:
Een nieuwe motor verbruikt tijdens de eerste
paar duizend kilometers mogelijk iets meer
olie. Dat is bij het inrijden normaal en duidt
niet op een probleem.
HANDREM
Elektrische handrem (EPB)
Uw auto is uitgerust met een elektrisch
handremsysteem (EPB) dat meer gemak
biedt. De parkeerremschakelaar bevindt zich
in de middenconsole.Parkeerremschakelaar
Om de parkeerrem handmatig in te scha-
kelen, trekt u de schakelaar kort omhoog.
Het verklikkerlampje BRAKE in de instru-
mentengroep en een indicator op de schake-
laar gaan branden.
Om de parkeerrem handmatig vrij te zetten,
moet het contact in de stand ON/RUN staan.
Plaats vervolgens uw voet op het rempedaal
en duw de parkeerremschakelaar kort naar
benden. Zodra de parkeerrem volledig is vrij-
gezet, gaan het verklikkerlampje BRAKE en
het controlelampje op de schakelaar uit.
De parkeerrem kan ook automatisch worden
vrijgegeven. Terwijl de motor loopt en de
versnellingsbak in een versnelling staat, laat
u het rempedaal los en trapt u het gaspedaal
in. Omwille van de veiligheid moet de veilig-
heidsgordel eveneens worden vastgegespt. OPMERKING:
Mogelijk is een zacht zoemend geluid
hoorbaar vanaf de achterzijde van de auto
wanneer de parkeerrem wordt ingescha-
keld of uitgeschakeld.
Als uw voet zich op het rempedaal bevindt
wanneer u de parkeerrem inschakelt of
uitschakelt, merkt u mogelijk dat het
rempedaal iets beweegt.
De automatische parkeerremfunctie kan
worden gebruikt om de parkeerrem auto-
matisch in te schakelen wanneer u de auto
parkeert. De automatische parkeerrem kan
worden ingeschakeld en uitgeschakeld via
het menu Settings (instellingen) in Ucon-
nect.
De handrem kan ook worden ingeschakeld
wanneer het contact in de stand OFF
staat, maar kan alleen worden uitgescha-
keld wanneer het contact in de stand ON/
RUN staat.
SafeHold is een functie voor het automa-
tisch inschakelen van de parkeerrem
onder bepaalde omstandigheden. Het EPB
controleert de status van de veiligheids-
gordel van de bestuurder, het bestuur-
dersportier en de pedaalstanden om te
LET OP!
Gebruik nooit niet-reinigende olie of
onvermengde minerale olie, omdat anders
de motor wordt beschadigd.
2020_JEEP_CHEROKEE_UG_LHD_EE.book Page 152