ESP JEEP CHEROKEE 2021 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: JEEP, Model Year: 2021, Model line: CHEROKEE, Model: JEEP CHEROKEE 2021Pages: 356, PDF Size: 9.18 MB
Page 114 of 356

VEILIGHEID
112
(Vervolgd)
OPMERKING:
Het verstelbare ankerpunt voor de schouder-
gordel is voorzien van een Easy Up-functie.
Hiermee kan het ankerpunt van de schouder-
gordel in de bovenste stand worden afgesteld
zonder de ontgrendelknop in te drukken of te
knijpen. Om te controleren of het ankerpunt
van de schoudergordel vergrendeld is, trekt u
het ankerpunt omlaag tot het vast klikt.
Gebruiksinstructies veiligheidsgordel in het
midden van de tweede zitrij - vaste
achterbank (indien aanwezig)
De veiligheidsgordel op de middelste plaats
van de tweede zitrij is mogelijk voorzien van
een mini-gesp en gespsluiting, waardoor de
gordel los van het onderste ankerpunt kan
worden gekoppeld wanneer de stoel wordt
neergeklapt. De mini-gesp en de standaard
gesp kunnen vervolgens in het bekledingspa-
neel aan de rechterkant worden opgeborgen,
zodat de opbergruimten achter de voor-
stoelen kunnen worden gebruikt wanneer de
stoel niet bezet is.1. Haal de mini-gesp en de standaard gesp
uit de opbergpositie in het bekledingspa-
neel aan de rechterzijde.
Opbergen met mini-gesp
2. Pak de mini-gesp beet en trek de veilig- heidsgordel over de stoel.
Schoudergordel geleid door de geleidingslus van de veiligheidsgordel
WAARSCHUWING!
Als u uw veiligheidsgordel niet correct
draagt, kan dit leiden tot veel zwaarder
letsel bij aanrijdingen. U kunt inwendig
letsel oplopen of zelfs onder de veilig-
heidsgordel door glijden. Volg deze
instructies om uw veiligheidsgordel
veilig te dragen en uw passagiers te
beschermen.
Plaats de schoudergordel zo strak moge-
lijk over uw schouder en borst, zodanig
dat deze comfortabel zit en niet op uw
nek rust. Het oprolmechanisme spant de
schoudergordel automatisch aan.
Verkeerde afstelling van de veiligheids-
gordel kan de doeltreffendheid van de
veiligheidsgordel bij een botsing vermin-
deren.
Stel de hoogte van de veiligheidsgordels
alleen in wanneer de auto stilstaat.
WAARSCHUWING! (Vervolgd)
2020_JEEP_CHEROKEE_UG_LHD_EE.book Page 112
Page 115 of 356

113
3. Leid de schoudergordel door de gelei-dingslus van de veiligheidsgordel aan de
bovenkant van de rugleuning van de stoel
bij de binnenzijde van de linker hoofd-
steun.
De plaat van de minigesp in de gespsluiting steken
4. Wanneer de gordel lang genoeg is, plaatst u de gesp in de gespsluiting tot u
een 'klik' hoort. Mini-gesp vastgemaakt
5. Ga in de stoel zitten. Schuif de normale gesp zo ver als nodig is over de gordel-
band, zodat de gordel over uw heupen
valt.
6. Wanneer de gordel lang genoeg is, plaatst u de gesp in de gespsluiting tot u
een 'klik' hoort.
7. Plaats de heupgordel zo, dat hij goed aansluit en over uw heupen, onder uw
buik loopt,. Om een losse heupgordel
strak te trekken, moet u het schouderge-
deelte van de gordel aantrekken. Om een
te strakke heupgordel losser te maken,
trekt u aan de heupgordel. Een goed
aansluitende gordel verkleint het risico
dat u bij een aanrijding onder de gordel
doorglijdt. 8. Haal de schoudergordel zo over uw
borstkas dat deze comfortabel zit en niet
tegen de hals rust. Het oprolmechanisme
spant de veiligheidsgordel automatisch
aan.
De middelste veiligheidsgordel vastgegespt
9. Om de gordel los te maken drukt u op de rode knop op de gespsluiting.
2020_JEEP_CHEROKEE_UG_LHD_EE.book Page 113
Page 116 of 356

VEILIGHEID
114
10. Steek voor het loskoppelen van demini-gespplaat van de mini-gespsluiting
om deze op te bergen, de normale gesp in
de middelste rode sleuf op de mini-gesp-
sluiting. De gordel wordt dan automa-
tisch opgerold. Indien nodig schuift u de
gesp over de gordel zodat deze volledig
kan worden opgerold. Breng de
mini-gesp en normale gesp in de opberg-
plaats aan.
Mini-gespsluiting losmakenVeiligheidsgordels en zwangerschap
Zwangere vrouwen en veiligheidsgordels
Veiligheidsgordels moeten worden gedragen
door alle inzittenden, ook door zwangere
vrouwen: het dragen van de veiligheidsgordel
vermindert het risico van letsel bij een
ongeval voor moeder en ongeboren kind.
Plaats de heupgordel strak en onder de buik,
over de sterke botten van de heupen. Plaats
de schoudergordel over de borst en uit de
buurt van de nek. Plaats de schoudergordel
nooit achter de rug of onder de arm.
Gordelspanner
De veiligheidsgordelsystemen van de voor-
stoelen en de buitenste twee stoelen op de
tweede zitrij zijn uitgerust met gordelspan-
ners die ervoor zorgen dat bij een aanrijding
WAARSCHUWING!
Als de mini-gesp en de mini-gespsluiting
niet goed op elkaar zijn aangesloten
wanneer de veiligheidsgordel door een
inzittende wordt gebruikt, biedt de
veiligheidsgordel onvoldoende steun en
is het risico op letsel bij een aanrijding
hoger.
Zorg bij het vastmaken van de mini-gesp
en de mini-gespsluiting dat de gordel
niet verdraaid is. Als de gordel is
verdraaid, volg dan de voorgaande proce-
dure om de mini-gesp en de mini-gesp-
sluiting los te koppelen, haal de
draaiingen uit de gordel en bevestig de
mini-gesp weer goed aan de mini-gesp-
sluiting.
Als de middelste veiligheidsgordel wordt
gebruikt, zorg dat eventuele bagage in de
bagageruimte goed is bevestigd en niet
in contact komt met de gordelband en
dat er geen speling in de middelste
schoudergordel is.
2020_JEEP_CHEROKEE_UG_LHD_EE.book Page 114
Page 117 of 356

115
een loszittende gordel wordt strak getrokken.
Deze apparaten verbeteren de werking van
de veiligheidsgordels door de gordel al in een
vroeg stadium van een aanrijding strak tegen
het lichaam van de inzittende te trekken.
Gordelspanners werken bij alle lichaamsaf-
metingen, ook bij gebruik van kinderzitjes.
OPMERKING:
Bij gebruik van een gordelspanner dient de veilig-
heidsgordel nog steeds op de juiste wijze worden
omgedaan. De gordel moet nauw aansluiten en op
de juiste wijze worden gedragen.
De gordelspanners worden geactiveerd door de
controller van het beveiligingssysteem voor inzit-
tenden. Net als de airbags zijn ook de gordelspan-
ners slechts geschikt voor eenmalig gebruik. Een
geactiveerde gordelspanner of airbag dient
onmiddellijk te worden vervangen.
Spankrachtbegrenzer
De veiligheidsgordelsystemen van de voor-
stoelen en de buitenste twee stoelen op de
tweede zitrij zijn uitgerust met een energie-
beheersfunctie die helpt het risico op letsel
in geval van een aanrijding verder te
beperken. Het veiligheidsgordelsysteem
heeft een oprolmechanisme dat de gordel-
band op een gecontroleerde manier afwik-
kelt.
Schakelbaar automatisch blokkerend
oprolmechanisme (ALR) — indien aanwezig
De veiligheidsgordels op de passagierszit-
plaatsen zijn mogelijk voorzien van een scha-
kelbaar automatisch blokkerend
oprolmechanisme, dat wordt gebruikt voor
het bevestigen van een kinderzitje. Raad-
pleeg de paragraaf "Kinderzitjes bevestigen
met de veiligheidsgordel" in het hoofdstuk
"Kinderzitjes" in deze handleiding voor meer
informatie hierover. In de onderstaande
afbeelding wordt de vergrendelingsfunctie
voor elke zitplaats getoond.Locaties automatisch blokkerend oprolmecha-
nisme (ALR) — verschuifbare en vaste stoelen
Als de passagierszitplaats is voorzien van een
automatisch blokkerend oprolmechanisme
en voor het gebruikelijke doeleinde wordt
gebruikt, trek dan juist voldoende gordel- band uit het oprolmechanisme om het
middel van de inzittende comfortabel te
kunnen omvatten, zonder het automatisch
blokkerend oprolmechanisme te activeren.
Als het automatisch blokkerend oprolmecha-
nisme toch wordt geactiveerd, hoort u een
klikgeluid terwijl de gordel wordt inge-
trokken. Laat in dat geval de gordel volledig
intrekken en trek vervolgens juist voldoende
gordelband uit het oprolmechanisme om het
middel van de inzittende comfortabel te
kunnen omvatten. Schuif de gesp in de gesp-
sluiting totdat u een 'klik' hoort.
De automatische blokkeerfunctie zorgt
ervoor dat de schoudergordel automatisch in
een van te voren ingestelde positie wordt
geblokkeerd. De schoudergordel wordt nog
steeds aangespannen. Gebruik altijd de
automatische blokkeerfunctie als een kinder-
zitje is aangebracht op een zitplaats die is
voorzien van een veiligheidsgordel met dit
systeem. Kinderen van 12 jaar en jonger
moeten altijd goed vastgegespt op de achter-
bank in een auto met achterbank worden
vervoerd.
2020_JEEP_CHEROKEE_UG_LHD_EE.book Page 115
Page 118 of 356

VEILIGHEID
116
(Vervolgd)
Gebruik van de automatische blokkeerfunctie
1. Gesp de driepuntsgordel vast.
2. Pak het schoudergedeelte en trek ditomlaag tot de hele veiligheidsgordel is
uitgerold. 3. Laat de veiligheidsgordel weer terug-
rollen. Terwijl de veiligheidsgordel wordt
opgerold hoort u een klikgeluid. Dit geeft
aan dat de automatische blokkeerfunctie
is geactiveerd.
De automatische blokkeerfunctie uitschakelen
Maak de gesp van de driepuntsgordel los en
laat de gordel helemaal terugrollen om zo
automatische blokkeerfunctie uit te scha-
kelen en de normale blokkering weer te acti-
veren.
Aanvullend veiligheidssysteem (SRS)
Sommige van de in dit hoofdstuk beschreven
veiligheidsvoorzieningen behoren voor
bepaalde modellen mogelijk tot de stan-
daarduitrusting en zijn optioneel voor andere
modellen. Vraag het bij twijfel aan een
erkende dealer.
Het airbagsysteem moet gereed zijn om u te
beschermen bij een aanrijding. De controller
van het beschermingssysteem voor inzit-
tenden (ORC) controleert de interne circuits
en de bedrading van de elektrische compo-
nenten van het airbagsysteem. Uw voertuig is
mogelijk uitgerust met de volgende compo-
nenten van het airbagsysteem:
WAARSCHUWING!
Plaats nooit een kinderzitje tegen de
rijrichting in op een stoel die is beveiligd
door een actieve frontairbag! Dit kan
leiden tot ernstig letsel of de dood van
het kind.
Installeer nooit een naar achteren
gericht kinderzitje op de voorstoel van
een auto. Gebruik alleen een naar
achteren gericht kinderzitje op de
achterbank. Als de auto niet is uitgerust
met een achterbank, transporteer dan
geen naar achteren gericht kinderzitje in
die auto.
Als de frontairbag aan de passagierszijde
wordt opgeblazen, kan een kind van 12
of jonger, maar ook een kind in een
kinderzitje tegen de rijrichting in, ernstig
of zelfs dodelijk letsel oplopen.
WAARSCHUWING!
Laat het gordelmechanisme vervangen
als het schakelbare automatisch blokke-
rend oprolmechanisme of een andere
functie van de veiligheidsgordels niet
correct werkt bij een controle volgens de
procedures in de onderhoudshandlei-
ding.
Als u het gordelmechanisme niet laat
vervangen wanneer dat nodig is,
verhoogt u de kans op letsel bij aanrij-
dingen.
Gebruik niet de automatische blokkeer-
functie ter bescherming van inzittenden
die de veiligheidsgordel dragen of
kinderen die zitverhogers gebruiken. De
vergrendelde modus wordt alleen
gebruikt om in de rijrichting of tegen de
rijrichting in gerichte kinderzitjes te
installeren die een tuig hebben voor het
vastzetten van het kind.
WAARSCHUWING! (Vervolgd)
2020_JEEP_CHEROKEE_UG_LHD_EE.book Page 116
Page 119 of 356

117
Componenten van het airbagsysteem
Controller van het beveiligingssysteem
voor inzittenden
Waarschuwingslampje voor het
airbagsysteem
Stuurwiel en stuurkolom
Instrumentenpaneel
Kniebescherming
Bestuurders- en passagiersairbags
Gespsluitingschakelaar voor veiligheids-
gordels
Aanvullende zijairbags
Aanvullende knie-airbags
Sensoren voor frontale en zijdelingse
botsingen
Gordelspanners
Glijrailpositiesensoren
Waarschuwingslampje voor het
airbagsysteem
De controller van het beveiligings-
systeem voor inzittenden (ORC)
bewaakt de gereedheid van de elek-
tronische onderdelen van het
airbagsysteem wanneer de contactschake-
laar in de stand START of ON/RUN staat. Als
het contactslot in de stand OFF of ACC staat,
is het airbagsysteem niet ingeschakeld en
zullen de airbags niet worden opgeblazen.
De controller van het beveiligingssysteem
voor inzittenden (ORC) beschikt over een
reservevoeding, waardoor de airbags ook
geactiveerd kunnen worden wanneer de accu
leeg is of is losgekoppeld.
De controller van het beveiligingssysteem
voor inzittenden schakelt het waarschu-
wingslampje voor het airbagsysteem aan in
het instrumentenpaneel voor een zelftest
gedurende vier tot acht seconden, wanneer
de contactschakelaar voor het eerst in de
stand ON/RUN wordt gezet. Na de zelftest
gaat het waarschuwingslampje voor het
airbagsysteem uit. Als de controller van het
beveiligingssysteem voor inzittenden een
storing in het systeem detecteert, gaat het
waarschuwingslampje voor het airbagsysteem knipperen of continu
branden. Een enkel geluidssignaal klinkt om
u te waarschuwen wanneer het lampje weer
gaat branden na de eerste keer starten.
De controller van het beveiligingssysteem
voor inzittenden bevat ook diagnosefuncties
die het waarschuwingslampje voor het
airbagsysteem in het instrumentenpaneel
laten branden wanneer een storing wordt
geconstateerd die het airbagsysteem zou
kunnen beïnvloeden. De diagnose meldt
eveneens de aard van het defect. Omdat het
airbagsysteem zodanig is ontworpen dat het
geen onderhoud vergt, raden wij u aan
onmiddellijk een erkende dealer te raad-
plegen wanneer een van de volgende
problemen zich voordoet.
Het waarschuwingslampje voor het
airbagsysteem gaat niet vier tot acht
seconden branden nadat u de contact-
schakelaar de eerste keer in de stand ON/
RUN hebt gezet.
Het waarschuwingslampje voor het
airbagsysteem blijft branden na de
periode van vier tot acht seconden.
Het waarschuwingslampje voor het
airbagsysteem gaat af en toe branden of
blijft branden tijdens het rijden.
2020_JEEP_CHEROKEE_UG_LHD_EE.book Page 117
Page 121 of 356

119
Kenmerken frontairbag bestuurders- en
passagierszijde
Het geavanceerde frontairbagsysteem
bestaat uit airbags aan de bestuurderszijde
en aan de passagierszijde die in meerdere
stadia worden geactiveerd. Dit systeem
reageert overeenkomstig de kracht en de
aard van de botsing die worden vastgestelddoor de controller van het beveiligingssy-
steem voor inzittenden. Deze controller
ontvangt informatie van de sensoren voor
frontale botsingen (indien aanwezig) of van
andere systeemcomponenten.
Het eerste opblaasmechanisme wordt
onmiddellijk geactiveerd bij een botsing
waarbij gebruik van de airbags noodzakelijk
is. Een geringe opblazing wordt toegepast
voor minder zware botsingen. Bij zwaardere
botsingen wordt een krachtiger opblazing
toegepast.
Deze auto is mogelijk uitgerust met een
gespsluitingsschakelaar voor de veiligheids-
gordel voor de bestuurders- en/of de voorpas-
sagiersstoel die registreert of de gordel is
vastgegespt. Met deze gespsluitingschake-
laar kan het niveau worden aangepast
waarmee de geavanceerde frontairbags
worden opgeblazen.
Deze auto kan zijn uitgerust met glijrailposi-
tiesensoren voor de bestuurders- en/of de
voorpassagiersstoel waarmee de mate van
opblazen van de geavanceerde voorairbags
op basis van de stoelpositie kan worden
aangepast.
Plaats nooit een kinderzitje tegen de
rijrichting in op een stoel die is beveiligd
door een actieve frontairbag! Dit kan
leiden tot ernstig letsel of de dood van
het kind.
Installeer nooit een naar achteren
gericht kinderzitje op de voorstoel van
een auto. Gebruik alleen een naar
achteren gericht kinderzitje op de
achterbank. Als de auto niet is uitgerust
met een achterbank, transporteer dan
geen naar achteren gericht kinderzitje in
die auto.
Als de frontairbag aan de passagierszijde
wordt opgeblazen, kan een kind van 12
of jonger, maar ook een kind in een
kinderzitje tegen de rijrichting in, ernstig
of zelfs dodelijk letsel oplopen.
WAARSCHUWING! (Vervolgd) WAARSCHUWING!
Er mogen geen voorwerpen op of nabij
het airbagpaneel op het instrumentenpa-
neel of het stuur worden geplaatst,
omdat deze letsel kunnen veroorzaken
bij botsingen waarbij de airbag wordt
opgeblazen.
Plaats niets op of rond de airbagpanelen
en probeer deze nooit handmatig te
openen. Anders is het mogelijk dat u de
airbags beschadigt. Bovendien kunt u
letsel oplopen doordat de airbags moge-
lijk niet meer functioneren. De
beschermpanelen van de airbagkussens
gaan alleen open als de airbags worden
opgeblazen.
Als u alleen op de airbags vertrouwt, kan
dit bij een aanrijding leiden tot ernstig
letsel. De airbags werken in combinatie
met uw veiligheidsgordel om u op de
juiste wijze te beschermen. Bij sommige
aanrijdingen worden de airbags niet
opgeblazen. Draag uw veiligheidsgordels
altijd, ook als uw auto is uitgerust met
airbags.
2020_JEEP_CHEROKEE_UG_LHD_EE.book Page 119
Page 124 of 356

VEILIGHEID
122
indien er zich voorwerpen bevinden in het
gebied waar de gordijn-zijairbags worden
opgeblazen. Kinderen lopen een nog hoger
risico van letsel door een geactiveerde
airbag.
De SABIC's (indien aanwezig) kunnen helpen
bij het beperken van het risico van gedeelte-
lijk of volledig uit het voertuig geslingerd
worden van inzittenden dóór de zijruiten bij
bepaalde zijdelingse botsingen.Zijdelingse botsingen
De zijairbags zijn ontworpen om te worden
geactiveerd bij bepaalde zijdelingse
botsingen. De controller van het beveiligings-
systeem voor inzittenden (ORC) bepaalt op
basis van de aard en ernst van een botsing of
de zijairbags moeten worden opgeblazen. De
sensoren voor zijdelingse botsingen helpen
de controller van het beveiligingssysteem
voor inzittenden bij het bepalen van de juiste
reactie op de botsingen. Het systeem is geka-
libreerd om de zijairbags aan de zijde van de
botsing van het voertuig te activeren bij
botsingen waarbij bescherming van de inzit-
tenden door zijairbags noodzakelijk is. Bij
een zijdelingse botsing worden de zijairbags
onafhankelijk geactiveerd; bij een botsing
aan de linkerzijde worden alleen de zijair-
bags links geactiveerd en bij een botsing aan
de rechterzijde alleen de zijairbags rechts.
Beschadiging van de auto is op zichzelf geen
goede indicatie of activering van de zijair-
bags al dan niet vereist was.
De zijairbags worden niet bij alle zijdelingse
botsingen geactiveerd, zoals sommige aanrij-
dingen onder bepaalde hoeken of bij
bepaalde zijdelingse botsingen die geen
invloed hebben op het interieur. De zijair-
bags kunnen worden geactiveerd tijdensbotsingen onder een hoek of frontale
botsingen, waarbij de frontairbags worden
geactiveerd.
Zijairbags vormen een aanvulling op de veilig-
heidsgordels. Zijairbags worden sneller opge-
blazen dan u met uw ogen kunt knipperen.
WAARSCHUWING!
Stapel apparatuur, bagage of andere
lading niet dermate hoog op dat het
opblazen van de gordijn-zijairbags wordt
geblokkeerd. De bekleding boven de
zijruiten waar de gordijn-zijairbags en
het opblaaspad zich bevinden, moet vrij
van obstakels blijven.
Om de gordijn-zijairbags naar behoren te
laten werken, geen accessoires in uw
auto installeren die het dak kunnen
veranderen. Voeg later geen open dak toe
aan uw voertuig. Monteer geen daktrans-
portsystemen waarbij permanente beves-
tigingen nodig zijn (bouten of schroeven)
voor montage op het autodak. Boor nooit
in het autodak, om welke reden dan ook.
WAARSCHUWING!
Inzittenden, waaronder kinderen, die tegen of
heel dicht bij zijairbags zitten, kunnen
ernstig of zelfs dodelijk letsel oplopen. Inzit-
tenden, waaronder kinderen, dienen nooit
tegen het portier, de zijruiten of het gebied
waar de zijairbags worden opgeblazen aan te
leunen of in slaap te vallen, ook niet als zij in
een babyzitje of kinderzitje zitten.
Veiligheidsgordels (en kinderzitjes indien van
toepassing) zijn bij alle ongevallen noodzake-
lijk voor uw bescherming. Ze houden u ook op
uw plaats, uit de buurt van een zijairbag die
wordt opgeblazen. Voor de beste bescher-
ming van de zijairbags, moeten inzittenden
hun veiligheidsgordels naar behoren dragen
en rechtop zitten met hun rug tegen hun
stoel. Kinderen moeten naar behoren worden
vastgegespt in een kinderzitje of zitverhoger,
afgestemd op de grootte van het kind.
2020_JEEP_CHEROKEE_UG_LHD_EE.book Page 122
Page 125 of 356

123
OPMERKING:
De airbagpanelen zijn in de interieurbekle-
ding nauwelijks zichtbaar, maar springen
open tijdens het opblazen van de airbag.
Over de kop slaan van het voertuig (indien
uitgerust met systeem voor detectie van over de
kop slaan)
Zijairbags en gordelspanners zijn ontworpen
om te worden geactiveerd bij bepaaldegevallen van over de kop slaan van de auto
(indien uitgerust met detectie van over de
kop slaan). De controller van het beveili-
gingssysteem voor inzittenden (ORC) bepaalt
op basis van de aard en ernst van een
bepaalde kanteling of activering noodzakelijk
is. Beschadiging van de auto is op zichzelf
geen goede indicatie of activering van de
zijairbags en gordelspanners al dan niet
vereist was.
De zijairbags en gordelspanners worden niet
altijd geactiveerd wanneer de auto over de
kop slaat. Het systeem voor detectie van over
de kop slaan bepaalt of de het voertuig
mogelijk over de kop slaat en of activering
noodzakelijk is. Als het voertuig over de kop
slaat of bijna over de kop slaat en het
systeem moet worden geactiveerd, activeert
het systeem voor detectie van over de kop
slaan de zijairbags en de gordelspanners aan
beide zijden van het voertuig.
De gordijn-zijairbags kunnen helpen bij het
beperken van het risico van gedeeltelijk of
volledig uit de auto geslingerd worden van
inzittenden dóór de zijruiten bij bepaalde
zijdelingse botsingen of het over de kop
slaan van de auto.
Componenten van het airbagsysteem
OPMERKING:
De controller van het beschermingssysteem
voor de inzittenden (ORC) controleert de
interne circuits en de bedrading van de
onderstaande elektrische componenten van
het airbagsysteem:
Controller van het beveiligingssysteem
voor inzittenden
Waarschuwingslampje voor het
airbagsysteem
Stuurwiel en stuurkolom
Instrumentenpaneel
Kniebescherming
Bestuurders- en passagiersairbags
Gespsluitingschakelaar voor veiligheids-
gordels
Aanvullende zijairbags
Aanvullende knie-airbags
Sensoren voor frontale en zijdelingse
botsingen
Gordelspanners
Glijrailpositiesensoren
WAARSCHUWING!
Zijairbags hebben ruimte nodig om te
worden opgeblazen. Leun niet tegen het
portier of het raam. Zit rechtop op het
midden van de stoel.
Als u zich tijdens het activeren te dicht
bij de zijairbags bevindt, kunt u ernstig
of zelfs dodelijk letsel oplopen.
Als u alleen op de zijairbags vertrouwt,
kan dit bij een aanrijding leiden tot
ernstig letsel. De zijairbags werken in
combinatie met uw veiligheidsgordel om
u op de juiste wijze te beschermen. Bij
sommige aanrijdingen worden de zijair-
bags niet opgeblazen. Draag altijd uw
veiligheidsgordel, ook als uw auto is
uitgerust met zijairbags.
2020_JEEP_CHEROKEE_UG_LHD_EE.book Page 123
Page 126 of 356

VEILIGHEID
124
Als een airbag wordt opgeblazen
De frontairbags zijn zo ontworpen dat ze na
het opblazen onmiddellijk weer leeglopen.
OPMERKING:
De front- en/of zijairbags worden niet bij alle
botsingen opgeblazen. Dit houdt echter niet
in dat het airbagsysteem niet werkt.
Bij een aanrijding waarbij de airbags worden
opgeblazen, kan zich het volgende voordoen:
Het materiaal van de airbag kan soms
schaafwonden en/of een rode huid veroor-
zaken bij de inzittenden tijdens het
opblazen van de airbags. De schaaf-
wonden lijken op de wonden die u oploopt
als u zich schaaft aan een touw, de vloer-
bedekking of op de vloer van een gymnas-
tiekzaal. Deze schaafwonden worden niet
veroorzaakt door contact met chemische
stoffen. De schaafwonden zijn niet blij-
vend en genezen normaal gesproken snel.
Als uw schaafwonden echter na enkele
dagen nog niet zijn genezen of als u last
hebt van blaren, raadpleeg dan onmiddel-
lijk een arts.
Wanneer de airbags leeglopen ziet u
mogelijk zwevende stofdeeltjes die op rook
lijken. Dit stof is een normaal bijproduct
van het activeringsproces voor het
niet-giftige opblaasgas. Deze zwevende
stofdeeltjes kunnen de huid, ogen, neus of
keel irriteren. Spoel met koud water als u
last hebt van geïrriteerde ogen of huid.
Zorg voor frisse lucht bij neus- of keelirri-
taties. Raadpleeg uw huisarts als de irri-
tatie blijvend is. Als deze deeltjes op uw
kleding terechtkomen, volg dan de gebrui-
kelijke wasvoorschriften van de kledingfa-
brikant om de kleding te reinigen.
Rijd niet in uw auto nadat de airbags zijn
geactiveerd. Als u dan opnieuw bij een
aanrijding betrokken raakt, zullen de airbags
geen enkele bescherming bieden. OPMERKING:
De airbagpanelen zijn in de interieurbekle-
ding nauwelijks zichtbaar, maar springen
open tijdens het opblazen van de airbag.
Na ieder ongeval dient de auto onmiddel-
lijk naar een erkende dealer te worden
gebracht.
Uitgebreid ongelukkenresponssysteem
Bij een botsing zal de controller van het
beveiligingssysteem voor inzittenden, als het
communicatienetwerk en de voeding intact
blijven en afhankelijk van de aard van de
botsing, bepalen of het uitgebreide ongeluk-
kenresponssysteem de volgende functies
uitvoert:
De brandstoftoevoer naar de motor
afsluiten (indien aanwezig)
De accuvoeding naar de elektromotor
afsluiten (indien aanwezig)
De waarschuwingsknipperlichten inscha-
kelen zo lang de accu energie heeft
De interieurverlichting inschakelen zolang
de accu werkt of gedurende 15 minuten
na interventie van het uitgebreid ongeluk-
kenresponssysteem
WAARSCHUWING!
Eenmaal geactiveerde airbags en
gordelspanners hebben geen enkel effect
bij een volgende aanrijding. Laat de
airbags, gordelspanners en het
oprolmechanisme van de
veiligheidsgordels onmiddellijk vervangen
door een erkende dealer. U dient ook de
controller van het beveiligingssysteem voor
inzittenden te laten nakijken.
2020_JEEP_CHEROKEE_UG_LHD_EE.book Page 124