JEEP CHEROKEE 2021 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: JEEP, Model Year: 2021, Model line: CHEROKEE, Model: JEEP CHEROKEE 2021Pages: 356, PDF Size: 9.18 MB
Page 81 of 356

79
 — Controlelampje LaneSense 
(rijstrookdetectie) — indien aanwezig
Wanneer de rijstrookdetectie is ingeschakeld
(ON),  maar  niet  is  geactiveerd,  brandt  het
controlelampje  van  de  rijstrookdetectie
continu  wit.  Dit  gebeurt  wanneer  alleen  de
linker,  rechter  of  geen  van  beide  rijstrook-
markeringen  wordt  gedetecteerd.  Wanneer
slechts  één  rijstrookmarkering  wordt  gede-
tecteerd,  is  het  systeem  gereed  voor  het
geven  van  visuele  waarschuwingen  wanneer
onbedoeld de rijstrook wordt verlaten.
Raadpleeg de paragraaf "Rijstrookdetectie —
indien  aanwezig"  in  het  hoofdstuk  "Starten
en rijden" voor meer informatie.
 — Waarschuwingscontrolelampje 
snelheid
Het  witte  controlelampje  gaat  branden,
samen met een tekstbericht (Snelheidswaar-
schuwing  ingesteld  op  xx  gevolgd  door
eenheid),  zodra  de  functie  is  ingeschakeld.
Wanneer  de  ingestelde  snelheid  wordt  over-
schreden, klinkt er een aanhoudend geluids-
signaal  (tot  10  seconden  of  totdat  de
snelheid  niet  meer  wordt  overschreden)
samen met een pop-upbericht Waarschuwing snelheid  overtreden  en  het  controlelampje
gaat geel knipperen.
OPMERKING:
De waarde “31” is slechts een voorbeeld van
een snelheid die kan worden geselecteerd.
 — Controlelampje Selec Speed Control 
— indien aanwezig
Dit  lampje  brandt  wanneer  Selec  Speed
Control is ingeschakeld.
Om "Selec Speed Control" te activeren dient
de vierwielaandrijving (4WD) in de stand Low
te staan en drukt u op de knop op het instru-
mentenpaneel.
OPMERKING:
Als het voertuig niet in 4WD Low staat, wordt
de  melding  "To  Enter  Selec-Speed  Shift  to
4WD  Low"  (schakel  naar  4WD  Low  om
Selec-Speed  te  activeren)  op  het  display  in
de instrumentengroep weergegeven.
 — Controlelampje cruisecontrol gereed  
Dit  lampje  gaat  branden  wanneer  de  cruis-
econtrol  is  ingeschakeld,  maar  niet  is  inge-
steld. Raadpleeg de paragraaf "cruisecontrol
—  indien  aanwezig"  in  het  hoofdstuk
"Starten en rijden" voor meer informatie.
Blauwe controlelampjes
— Controlelampje grootlicht
Dit  controlelampje  gaat  branden  om  aan  te
geven dat het grootlicht is ingeschakeld. Als
het  dimlicht  is  ingeschakeld,  duwt  u  de
multifunctionele hendel naar voren (naar de
voorkant van  het  voertuig) om het grootlicht
in  te  schakelen.  Trek  de  multifunctionele
hendel  naar  achteren  (naar  de  achterkant
van  het  voertuig)  om  het  grootlicht  uit  te
schakelen.  Wanneer  het  grootlicht  is  uitge-
schakeld, trekt u de hendel naar u toe om het
grootlicht  tijdelijk  in  te  schakelen,  of  te
"knipperen".
BOORDDIAGNOSESYSTEEM — 
OBD II   
Uw  auto  is  uitgerust  met  een  geavanceerd
diagnosesysteem genaamd OBD II (On-Board
Diagnostic II). Dit systeem bewaakt de pres-
taties van de regelsystemen voor uitlaatgase-
missie,  de  motor  en  de  versnellingsbak.  Als
deze  systemen  correct  werken,  zal  uw  auto
uitstekende  prestaties  leveren,  brandstof
besparen  en  lage  emissiewaarden  hebben
die aan de strengste eisen voldoen.
2020_JEEP_CHEROKEE_UG_LHD_EE.book  Page 79   
Page 82 of 356

UW INSTRUMENTENPANEEL LEREN KENNEN
80
(Vervolgd)
Wanneer een bepaald systeem onderhoud of
reparatie  nodig  heeft,  schakelt  het  OBD  II
systeem het storingslampje in. Bovendien zal
het diagnosecodes en andere hulpinformatie
voor  de  monteur  opslaan  in  een  geheugen.
Hoewel  u  dan  meestal  nog  met  het  voertuig
kunt rijden en niet gesleept hoeft te worden,
dient u toch zo spoedig mogelijk een erkende
dealer te bezoeken voor service.Boorddiagnosesysteem (OBD II) en 
cyberveiligheid
Uw  voertuig  moet  zijn  uitgerust  met  een
boorddiagnosesysteem  (OBD  II)  en  een
aansluiting  voor  toegang  tot  informatie  met
betrekking  tot  de  prestaties  van  de  emissie-
regeling.  Erkende  servicemonteurs  hebben
toegang  tot  deze  informatie  nodig  voor  de
diagnose  en  het  onderhoud  van  uw  voertuig
en emissiesystemen.Raadpleeg  de  paragraaf  "Cyberveiligheid"  in
het hoofdstuk "Multimedia"  voor meer infor-
matie.
 LET OP!
Als  u  lange  tijd  blijft  rijden  met  een
brandend  storingslampje,  kan  het  emis-
sieregelsysteem  verder  beschadigd
raken.  Het  kan  ook  van  invloed  zijn  op
het  brandstofverbruik  en  het  rijgedrag.
De  auto  vereist  onderhoud  om  emissie-
tests te kunnen uitvoeren.
Als  het  lampje  knippert  wanneer  de
motor  draait, zal  de  katalysator  vrij  snel
ernstig defect raken en zal het motorver-
mogen afnemen. Raadpleeg dan onmid-
dellijk uw dealer.
 WAARSCHUWING!
UITSLUITEND een erkende servicemon-
teur  mag  apparatuur  aansluiten  op  de
OBD II aansluiting voor uitlezen van het
VIN, diagnose of onderhoud van uw auto.
Als  niet-goedgekeurde  apparatuur  wordt
aangesloten  op  de  OBD  II  aansluiting,
zoals  een  tracker  voor  bestuurdersge-
drag, kan:
Het  mogelijk  zijn  dat  voertuigsy-
stemen,  waaronder  ook  veiligheids-
gerelateerde  systemen,  worden
aangetast.  Ook  kan  het  voertuig
onbestuurbaar  worden  wat  kan
leiden  tot  ernstige  of  zelfs  dodelijke
ongevallen.
Informatie  die  is  opgeslagen  in  de
systemen van uw voertuig, waaronder ook persoonlijke gegevens, toeganke-
lijk worden voor anderen.
 WAARSCHUWING! (Vervolgd)
2020_JEEP_CHEROKEE_UG_LHD_EE.book  Page 80   
Page 83 of 356

81
(Vervolgd)
VEILIGHEIDSVOORZIENIN
GEN
Antiblokkeersysteem (ABS) 
Het  ABS-systeem  zorgt  voor  extra  voertuig-
stabiliteit  en  meer  remwerking  onder  de
meeste  remomstandigheden.  Het  systeem
voorkomt  automatisch  het  blokkeren  van  de
wielen  en  verbetert  de  beheersbaarheid  van
het voertuig tijdens remmen.
Het ABS-systeem voert een zelftest uit om te
controleren of het ABS naar behoren functi-
oneert telkens wanneer de auto wordt gestart
en wordt gereden. Tijdens de zelftest hoort u
mogelijk  ook  een  zacht  klikkend  geluid  en
enkele hieraan gerelateerde motorgeluiden.
ABS wordt geactiveerd wanneer het systeem
detecteert  dat  één  of  meer  wielen  beginnen
te blokkeren tijdens het remmen. Als de auto
over  ijs,  sneeuw,  grint,  kuilen,  spoorrails  of
voorwerpen  rijdt of wanneer  u een  noodstop
maakt neemt de kans dat ABS ingrijpt toe.Wanneer  het  ABS-systeem  actief  is,  kunt  u
dit als volgt merken:
Geluid  van de  ABS-pompmotor  (deze  kan
nog  korte  tijd  blijven  draaien  nadat  de
auto al tot stilstand is gekomen).
de magneetkleppen maken klikgeluiden,
u voelt pulsaties in het rempedaal,
Het  rempedaal  daalt  iets  bij  de  eindaan-
slag
OPMERKING:
Dit  zijn  normale  kenmerken  van  het
ABS-systeem.
ABS is ontworpen voor gebruik met originele
banden  (OEM).  Wijziging  kan  leiden  tot
verminderde prestaties van het ABS.
 WAARSCHUWING!
Het  ABS-systeem  bevat  geavanceerde
elektronica  die mogelijk  gevoelig is voor
storingen  van  onjuist  geïnstalleerde  of
krachtige  zendapparatuur.  Dergelijke
storingen  kunnen  ertoe  leiden  dat  de
werking  van  het  ABS-systeem  volledig
uitvalt.  Dergelijke  apparatuur  mag
uitsluitend  door  bevoegde  vakmensen
worden geïnstalleerd.
Pompend  remmen  heeft  op  het
ABS-systeem een averechtse uitwerking.
De  effectieve  remkracht  wordt  hierdoor
verminderd en het risico van een ongeval
neemt  toe.  Pompend  remmen  verlengt
de  remweg.  Wanneer  u  moet  afremmen
of  stoppen,  trap  dan  alleen  stevig  het
rempedaal in.
Met  het  ABS-systeem  wordt  niet  voor-
komen  dat  de  auto  onderworpen  blijft
aan de wetten van de natuur. De effecti-
viteit  van  de  remmen  wordt  door  ABS
niet  verder  verhoogd  dan  de  remmen,
banden en grip van de auto toelaten.
Het ABS  voorkomt geen ongelukken ten
gevolge  van  bijvoorbeeld  te  hoge  snel-
heden  in  bochten,  te  weinig  afstand
houden of aquaplaning.
Gebruik  de  mogelijkheden  van  een auto
met ABS nooit op een roekeloze of risico-
volle  wijze  die  de  veiligheid  van  de
bestuurder of anderen in gevaar brengt.
 WAARSCHUWING! (Vervolgd)
2020_JEEP_CHEROKEE_UG_LHD_EE.book  Page 81   
Page 84 of 356

VEILIGHEID
82
ABS-waarschuwingslampje
Het  gele  ABS-waarschuwingslampje  gaat
branden  wanneer  het  contact  in  de  stand
ON/RUN  staat  en  kan  daarna  nog  vier
seconden blijven branden.
Als  het  ABS-waarschuwingslampje  tijdens
het  rijden  blijft  of  gaat  branden,  wijst  dit
erop  dat  het  ABS-gedeelte  van  het  remsy-
steem  niet  functioneert  en  dat  onderhoud
nodig is. Het gewone remsysteem zal echter
normaal  functioneren  wanneer  het
ABS-waarschuwingslampje brandt.
Wanneer  het  ABS-waarschuwingslampje
brandt,  moet  u  het  remsysteem  zo  spoedig
mogelijk  laten  controleren  om  weer  van  de
voordelen van ABS te kunnen profiteren. Als
het  ABS-waarschuwingslampje  niet  gaat
branden  wanneer  het  contact  in  de  stand
ON/RUN is gezet, moet u het lampje zo snel
mogelijk laten repareren.
Elektronisch remregelsysteem (EBC) 
Uw  auto  is  uitgerust  met  een  geavanceerde
elektronische  remkrachtregeling  (EBC).  Dit
systeem  bestaat  uit  een  elektronische
remkrachtverdeling  (EB),  antiblokkeersys-
teem  (ABS),  een  remassistent  (Brake  Assist
System  (BAS)),  Hill  Start  Assist  (HSA),  eentranctieregelsysteem  (Traction  Control
System  (TCS)),  elektronische  stabiliteitsre-
geling (ESC), elektronische kantelbeveiliging
(Electronic  Roll  Mitigation  (ERM)).  Deze
systemen  werken  samen  zodat  de  auto
stabiel  en  bestuurbaar  is  bij  verschillende
rijomstandigheden.
Uw  auto  is  mogelijk  tevens  uitgerust  met
antislingerregeling  (TSC),  Ready  Alert
Braking  (RAB),  Rain  Brake  Support  (RBS),
en  Dynamic  Steering  Torque  (DST),  Hill
Descent  Control  (HDC),  and  Selec-Speed
Control (SSC).
Waarschuwingslampje remsysteem
Het  rode  waarschuwingslampje  van  het
remsysteem  gaat  branden  wanneer  u  het
contact  in  de  stand  ON/RUN  zet  en  kan
daarna nog vier seconden blijven branden.
Als het waarschuwingslampje van het remsy-
steem  tijdens  het  rijden  aan  blijft  of  gaat
branden,  wijst  dit  erop  dat  het  remsysteem
niet functioneert  en dat onmiddellijk onder-
houd nodig is. Als het waarschuwingslampje
van  het  remsysteem  niet  gaat  branden
wanneer u het contact  in  de  stand  ON/RUN
zet, moet u het lampje zo snel mogelijk laten
repareren.
Remassistent (BAS) 
De  remassistent  (BAS)  is  ontworpen  om  de
remwerking  van  de  auto  te  optimaliseren
tijdens  noodremsituaties.  Het  systeem
herkent  een  noodremsituatie  aan  de  hand
van  de  snelheid  en  kracht  waarmee  het
rempedaal  wordt  ingetrapt  en  optimaliseert
de  remdruk  dienovereenkomstig.  Dit  draagt
bij  aan  een  verkorting  van  de  remweg.  Het
BAS-systeem  vult  het  ABS-systeem  aan.
Wanneer  u  het  rempedaal  zeer  snel  intrapt,
is  de  assistentie  van  het  BAS-systeem  opti-
maal. Om van het systeem te profiteren moet
u  aanhoudend  remdruk  uitoefenen  tijdens
het  stoppen  (niet  "pompend"  remmen).
Verminder  de  druk  op  het  rempedaal  niet,
tenzij u niet langer hoeft te remmen. Zodra u
het  rempedaal  loslaat,  wordt  het
BAS-systeem uitgeschakeld.
2020_JEEP_CHEROKEE_UG_LHD_EE.book  Page 82   
Page 85 of 356

83
Dynamic Steering Torque (DST)
Dynamic  Steering  Torque  (DTS)  is  een
functie van het elektronisch stabiliteitsregel-
systeem  (ESC)  en  de  elektrische  stuurbe-
krachtiging  (EPS)  die  een  voelbare
waarschuwing  op  het  stuurwiel  geeft  onder
bepaalde  rijomstandigheden  waarbij  de
ESC-module  instabiliteit  van  het  voertuig
detecteert. De voelbare waarschuwing op het
stuurwiel is alleen bedoeld om de bestuurder
te  wijzen  op  optimaal  stuurgedrag  voor  het
bereiken/handhaven  van  voertuigstabiliteit.
De bestuurder merkt alleen dat de functie isingeschakeld  als  de  voelbare  waarschuwing
op het stuurwiel wordt gegeven.
OPMERKING:
De  DST-functie  is  alleen  bedoeld  om  de
bestuurder  te  wijzen  op  de  juiste  hande-
lingen via rukjes aan het stuurwiel. Dit bete-
kent  dat  de  effectiviteit  van  de  DST-functie
in hoge mate afhankelijk is van de oplettend-
heid en de reactie op de voelbare waarschu-
wing  van  de  bestuurder.  Het  is  van  groot
belang te beseffen dat deze functie het voer-
tuig  niet  bestuurt,  hetgeen  betekent  dat  de
bestuurder  nog  steeds  verantwoordelijk  is
voor de besturing van het voertuig.
Elektronische remkrachtverdeling (EBD)
De  elektronische  remkrachtverdeling  (EBD)
regelt  de  verdeling  van  het  remkoppel  over
de voor- en achteras door de  remdruk op de
achteras te begrenzen. Dit wordt gedaan om
overmatige  wielslip  van  de  achterwielen  en
instabiliteit  van  het  voertuig  te  voorkomen,
en om te voorkomen dat ABS eerder ingrijpt
op de achteras dan op de vooras.
Electronic Roll Mitigation (ERM) 
Door  bewaking  van  de  stuurbewegingen  en
de  snelheid  van  de  auto  anticipeert  Elec-
tronic Roll Mitigation (ERM) op de mogelijk-
heid  dat  een  wiel  loskomt  van  het  wegdek.
Wanneer  het  ERM-systeem  vaststelt  dat  de
mate waarin de hoek van het stuur verandert,
en  de  snelheid  van  het  voertuig  voldoende
zijn  om  het wiel  op te tillen,  wordt  er bijge-
remd  en  kan  het  motorvermogen  worden
verminderd. Zo wordt de kans kleiner dat het
wiel wordt opgetild. ERM kan de kans op het
optillen  van  een  wiel  alleen  verminderen
tijdens  zeer  ernstige  of  ontwijkende  rijma-
noeuvres.  Het  systeem  kan  niet  voorkomen
dat  het  wiel  wordt  opgetild  als  gevolg  van
andere  factoren,  zoals  de  staat  van  de  weg,
het verlaten  van de rijbaan of het  raken  van
objecten of andere voertuigen.
OPMERKING:
Het  ERM-systeem  is  uitgeschakeld  wanneer
ESP  in  de  stand  "Full  Off"  (volledig  uitge-
schakeld)  staat  (indien  aanwezig).  Raad-
pleeg  het  hoofdstuk  "Elektronisch
stabiliteitsregelsysteem  (ESP)  voor  een
uitgebreide  uitleg  over  de  beschikbare
ESP-modi.
 WAARSCHUWING!
Met  het  BAS-systeem  wordt  niet
voorkomen  dat  de  auto  onderworpen  blijft
aan  de  wetten  van  de  natuur  en  het
systeem  zorgt  evenmin  voor  meer  grip  op
het  wegdek.  BAS  kan  geen  ongevallen
voorkomen,  zeker  geen  ongevallen  die
worden veroorzaakt door te hoge snelheden
in  bochten,  het  rijden  op  zeer  glad
wegdek,  of  aquaplaning.  Gebruik  de
mogelijkheden  van  een  auto  met  BAS
nooit  op  een  roekeloze  of  risicovolle  wijze
die  de  veiligheid  van  uzelf  of  anderen  in
gevaar brengt.
2020_JEEP_CHEROKEE_UG_LHD_EE.book  Page 83   
Page 86 of 356

VEILIGHEID
84
(Vervolgd)
Elektronisch stabiliteitsregelsysteem (ESC) 
Het  elektronisch  stabiliteitssysteem  (ESP)
zorgt  onder  diverse  rijomstandigheden  voor
een  betere  controle  over  de  rijrichting  en
meer  stabiliteit  van  het  voertuig.  ESP  corri-
geert  over-  en  ondersturen  van  het  voertuig
door het/de juiste wiel(en) af te remmen. Zo
wordt tegengestuurd bij onder- of oversturen.
Ook kan het motorvermogen worden vermin-
derd om het voertuig te helpen bij het hand-
haven van de juiste rijrichting.ESC  bepaalt  met  behulp  van  sensors  in  het
voertuig  de  door  de  bestuurder  gewenste
rijrichting. Het systeem vergelijkt deze baan
dan  met  de  werkelijke  rijrichting  van  het
voertuig.  Wanneer  de  werkelijke  baan  niet
overeenkomt  met  de  gewenste  baan,  remt
ESC het juiste wiel af om over- of onderstuur
tegen te gaan.
Overstuur — het voertuig draait meer dan
correct is voor de stand van het stuur.
Onderstuur  —  het  voertuig  draait  minder
dan correct is voor de stand van het stuur.
Het  controle-/storingslampje  ESC  (in  de
instrumentengroep)  begint  te  knipperen
zodra  het  ESC-systeem  wordt  geactiveerd.
Het  controle-/storingslampje  ESC  knippert
ook  wanneer  het  ASR-systeem  actief  is.  Als
het  controle-/storingslampje  ESC  gaat  knip-
peren  tijdens  het  optrekken,  neem  dan  gas
terug en rijd verder terwijl u zo min mogelijk
gas  geeft.  Pas  uw  snelheid  en  rijstijl  altijd
aan de toestand van het wegdek aan.
 WAARSCHUWING!
Er zijn veel factoren, zoals de belading van
het  voertuig  en  de  weg-  en
rijomstandigheden,  die  ervoor  kunnen
zorgen  dat  een  wiel  wordt  opgetild  of  het
voertuig  kantelt.  Het  ERM-systeem  kan
niet  in  alle  gevallen  voorkomen  dat  een
wiel wordt opgetild of de auto kantelt, met
name  niet  wanneer  de  rijbaan  wordt
verlaten  of  wanneer  er  objecten  of  andere
voertuigen  worden  geraakt.  Gebruik  de
mogelijkheden  van  een  auto  met  ERM
nooit  op  een  roekeloze  of gevaarlijke  wijze
die  de  veiligheid  van  de  bestuurder  of
anderen in gevaar brengt.
 WAARSCHUWING!
De  elektronische  stabiliteitsregeling
(ESC)  kan  niet  voorkomen  dat  de  auto
onderhevig  is  aan  de  natuurkundige
wetten en kan evenmin zorgen voor meer
grip op het wegdek. ESC kan geen onge-
lukken  voorkomen,  zeker  geen  onge-
lukken  die  worden  veroorzaakt  door  te
hoge snelheden in bochten, het rijden op
zeer  glad  wegdek,  of  aquaplaning.  ESC
kan evenmin ongelukken  voorkomen die
het  gevolg  zijn  van  het  verlies  van  de
controle  over  het  voertuig  doordat  het
rijgedrag  niet  is  aangepast  aan  de
omstandigheden.  Alleen  een  oplettende
en  bekwame  bestuurder  met een  veilige
rijstijl  kan  ongelukken  voorkomen.
Gebruik  de  mogelijkheden  van  een auto
met ESC nooit op een roekeloze of risico-
volle  wijze  die  de  veiligheid  van  de
bestuurder of anderen in gevaar brengt.
2020_JEEP_CHEROKEE_UG_LHD_EE.book  Page 84   
Page 87 of 356

85
Bedrijfsmodi van ESC
OPMERKING:
Afhankelijk  van  het  model  en  de  bedrijfs-
modus,  heeft  het  ESP-systeem  meerdere
standen.ESC ingeschakeld
Dit  is  de  normale  bedrijfsmodus  voor  het
ESP-systeem.  Als  de  auto  wordt  gestart,
bevindt  het  ESP-systeem  zich  in  deze
modus.  Deze  modus  moet  worden  gebruikt
voor  het  merendeel  van  de  rijomstandig-
heden. Alternatieve ESP-modi mogen alleen
om  specifieke  redenen  worden  gebruikt,
zoals wordt beschreven in de volgende para-
grafen.
Gedeeltelijk uitgeschakeld
De  modus  "Gedeeltelijk  uit"  is  bedoeld  voor
situaties  waarin  een  meer  dynamische  rijer-
varing gewenst is. Deze modus wijzigt moge-
lijk  de  drempelwaarden  voor  activering  van
ASR  en  ESP,  waardoor  meer  wielspin  wordt
toegestaan  dan  normaal.  Deze  modus  kan
nuttig zijn wanneer u met de auto vast komt
te zitten.
Als  u  de  modus  "Gedeeltelijk  uit"  wilt  acti-
veren,  drukt  u  kort  op  de  toets  "ESC  OFF",
waarna  het  controlelampje  "ESC  OFF"  gaat
branden.  Als  u  ESC  opnieuw  wilt  inscha-
kelen,  drukt  u  nogmaals  kort  op  de  toets
"ESC  OFF".  Het  controlelampje  "ESC  OFF"
gaat uit.
OPMERKING:
Voor  voertuigen  met  meerdere  gedeeltelijke
ESP-modi  kan  met  een  drukknop  worden
geschakeld tussen de ESC-modi. Om terug te
keren  naar  ESP  Aan  moet  meermaals  op de
knop worden gedrukt.
Wijzigingen  van  uw  voertuig  of  slecht
onderhoud  van  uw  voertuig  kunnen
leiden  tot  verandering  van  de  rijeigen-
schappen  van  het  voertuig  en  kunnen
een  negatief  effect  hebben  op  de
werking  van  het  ESC-systeem.  Wijzi-
gingen  van  de  stuurinrichting,  ophan-
ging,  het  remsysteem,  bandentype  en
banden-  of  wielmaat  kunnen  een  nade-
lige  invloed  hebben  op  de  werking  van
ESC.  Een  onjuiste  bandenspanning  of
ongelijkmatige  bandenslijtage  kan
leiden tot een verslechterde werking van
ESC.  Elk  wijziging  van  het  voertuig  of
onvoldoende onderhoud van het voertuig
die leidt tot een afname van de effectivi-
teit  van  het  ESC-systeem  kan  het  risico
van verlies van de macht over het stuur,
het over de kop slaan en (dodelijk) letsel
vergroten.
 WAARSCHUWING! (Vervolgd)
 WAARSCHUWING!
Wanneer  ESC  in  de  stand  "Gedeeltelijk
uit" staat, wordt de ASR-functie van ESC
uitgeschakeld (behalve de slipbeperking
die is beschreven de paragraaf over ASR)
en brandt het indicatielampje "ESC uit".
Wanneer  ESC  in  de  stand  "Gedeeltelijk
uit"  staat,  wordt  de  functie  voor  het
verminderen van het motorvermogen van
ASR  uitgeschakeld  en  neemt  de  verbe-
terde  voertuigstabiliteit  die  het
ESC-systeem biedt af.
Trailer  Sway  control  (TSC)  is  uitgescha-
keld  wanneer  het  ESC-systeem  in  de
stand "Gedeeltelijk uit" staat.
2020_JEEP_CHEROKEE_UG_LHD_EE.book  Page 85   
Page 88 of 356

VEILIGHEID
86
Volledig uit — indien aanwezig
Deze  modus  is  uitsluitend  bedoeld  voor
gebruik  buiten  openbare  wegen  en  voor
terreinrijden en mag niet gebruikt worden op
de  openbare  weg.  In  deze  modus,  zijn  de
functies  TCS  en  ESC  uitgeschakeld.  Om  de
volledig  uitgeschakelde  modus  in  te  scha-
kelen,  houdt  u  de  schakelaar  "ESC  OFF"
gedurende  vijf  seconden  ingedrukt,  terwijl
het voertuig stilstaat en de motor draait.  Na
vijf  seconden,  klinkt  een  geluidssignaal  en
gaat  het  controlelampje  "ESC  uit"  branden
en  de  melding  "ESC  OFF"  (ESC  uit)
verschijnt in de instrumentengroep. Om ESC
weer in te schakelen, drukt u kort op de toets
"ESC OFF".
OPMERKING:
Systeem kan van ESC volledig naar gedeelte-
lijk  uit  schakelen  wanneer  het  voertuig  een
vooraf  ingestelde  snelheid  overschrijdt.
Wanneer  het  voertuig  vertraagt  tot  onder  de
vooraf ingestelde snelheid, gaat het systeem
weer naar ESC "volledig uit".
ESC-modi  kunnen  ook  worden  beïnvloed
door rijmodi (indien aanwezig).Controle-/storingslampje ESC en 
controlelampje ESC UIT 
Het  controle-/storingslampje  van
het  elektronisch  stabiliteitsregelsy-
steem  (ESC)  in  de  instrumenten-
groep  gaat  branden  wanneer  het
contact in de stand ON wordt gezet. Wanneer
de  motor  draait,  behoort  dit  lampje  uit  te
gaan. Wanneer controle-/storingslampje ESC
continu blijft branden terwijl de motor draait,
is  een  storing  gedetecteerd  in  het
ESC-systeem.  Als  het  lampje  blijft  branden
nadat  er  verschillende  keren  is  gestart  en  u
meerdere  kilometers  (mijlen)  hebt  gereden
met  een  snelheid  hoger  dan  48 km/u
(30 mph),  dient  u  zo  snel  mogelijk  contact
op te nemen met een erkende dealer om het
probleem te laten opsporen en verhelpen.
Het  controle-/storingslampje  ESC  (in  de
instrumentengroep)  begint  te  knipperen
zodra  de  banden  grip  verliezen  en  het
ESC-systeem  wordt  geactiveerd.  Het
controle-/storingslampje  ESC  knippert  ook
wanneer  het  ASR-systeem  actief  is.  Als  het
controle-/storingslampje ESC gaat knipperen
tijdens het optrekken, neem dan gas terug en
rijd  verder  terwijl  u  zo  min  mogelijk  gas
geeft. Pas uw snelheid en rijstijl altijd aan de
toestand van het wegdek aan.
 WAARSCHUWING!
In de stand waarbij ESC volledig is uitge-
schakeld,  worden  de  functies  voor
reductie  van  het  motorvermogen  en  de
stabiliteitsregeling  geannuleerd.  De
verbeterde  voertuigstabiliteit  die  het
ESC-systeem biedt, is dan niet beschik-
baar.  Bij  een  uitwijkende  beweging  in
een  noodgeval  wordt  het  ESC-systeem
niet  geactiveerd  als  hulpmiddel  bij  de
stabiliteitsregeling van de auto. De stand
"volledig  uit"  van  ESC  is  uitsluitend
bedoeld voor terreinrijden.
Met  het  ESC-systeem  wordt  niet  voor-
komen  dat  de  auto  onderworpen  blijft
aan  de  wetten  van  de  natuur  en  het
systeem zorgt evenmin voor meer grip op
het wegdek. ESC kan niet alle ongevallen
voorkomen,  ook  niet  ongevallen  die
worden  veroorzaakt  door  te  hoge  snel-
heden in bochten, het rijden op zeer glad
wegdek,  of  aquaplaning.  ESC  kan  ook
geen aanrijdingen voorkomen.
2020_JEEP_CHEROKEE_UG_LHD_EE.book  Page 86   
Page 89 of 356

87
OPMERKING:
Het  controle-/storingslampje  ESC  en  het
controlelampje "ESC  OFF" (ESC  uit)  gaan
altijd kort branden wanneer het contact in
de stand ON wordt gezet.
Telkens  wanneer  de  contactschakelaar  in
de  stand  ON  wordt  gezet,  wordt  het
ESC-systeem  ingeschakeld,  ook  wanneer
dit eerder werd uitgeschakeld.
Het ESC-systeem maakt zoemende of klik-
kende  geluiden  wanneer  het  actief is.  Dit
is  normaal.  De  geluiden  houden  op
wanneer  ESC  inactief  wordt  na  de
manoeuvre  die  de  activering  van  het
ESC-systeem heeft veroorzaakt.Het  controlelampje  "ESP  uit"  geeft
aan  dat  de  klant  het  elektronisch
stabiliteitsregelsysteem  (ESP)
gedeeltelijk heeft uitgeschakeld.
Hill Start Assist (HSA)  
Hill Start Assist (HSA)  is bedoeld om terug-
rollen  op  een  helling  vanuit  volledige  stil-
stand  te  voorkomen.  Als  de  bestuurder  de
rem loslaat na gestopt te zijn op een helling,
handhaaft  het  HSA-systeem  nog  een  korte
tijd de remdruk. Als de bestuurder geen gas
geeft tijdens deze periode, wordt de remdruk weggenomen en rolt de auto normaal van de
helling af.
HSA  wordt  geactiveerd  als  aan  de  volgende
voorwaarden wordt voldaan:
Deze functie moet worden ingeschakeld.
De auto moet stilstaan.
De handrem moet zijn uitgeschakeld.
Het bestuurdersportier moet gesloten zijn.
De auto moet zich op een voldoende steile
helling bevinden.
De  gekozen  versnelling  moet  overeen-
komen  met  de  stand  van  de  auto  op  de
helling  (in  een  vooruitversnelling  als  de
voorkant van de auto naar boven is gericht;
in  de  achteruitversnelling  (REVERSE  (R))
als de voorkant van de auto naar beneden
is gericht).
HSA  werkt  in  alle  vooruitversnellingen  en
in de achteruit. Het systeem treedt niet in
werking  als  de  versnellingsbak  in  PARK
(P) of  NEUTRAL  (N)  staat.  Bij voertuigen
met  handgeschakelde  versnellingsbak
blijft  HSA  actief  wanneer  de  koppeling
wordt ingetrapt.HSA in- en uitschakelen
U kunt deze functie in- en uitschakelen. Om
de  huidige  instelling  te  wijzigen,  gaat  u  als
volgt te werk:
Raadpleeg voor het uitschakelen van HSA
met  behulp  van  het  display  in  de  instru-
mentengroep  de  paragraaf  "Display  in  de
instrumentengroep"  in  het  hoofdstuk  "Uw
 WAARSCHUWING!
Er  kunnen  situaties  optreden  waarbij  het
HSA-systeem  (Hill  Start  Assist)  niet  wordt
geactiveerd  en de  auto  enigszins kan  gaan
rollen.  Voorbeelden  hiervan  zijn  lichte
hellingen,  als  de  auto  beladen  is  of  een
aanhangwagen trekt. HSA is geen systeem
dat de taken en verantwoordelijkheden van
de  bestuurder  overneemt.  De  bestuurder
blijft  te  allen  tijde  verantwoordelijk  voor
het  houden  van  afstand  ten  opzichte  van
andere  voertuigen,  personen  en  objecten,
en  -  als  belangrijkste  -  het  bedienen  van
de remmen voor veilig gebruik van de auto
onder  alle  omstandigheden.  Veilig
autorijden vereist altijd uw volle aandacht.
Het negeren van deze waarschuwingen kan
een  aanrijding  en  ernstig  of  zelfs  dodelijk
letsel tot gevolg hebben.
2020_JEEP_CHEROKEE_UG_LHD_EE.book  Page 87   
Page 90 of 356

VEILIGHEID
88(Vervolgd)
instrumentenpaneel  leren  kennen"  voor
meer informatie.
Raadpleeg voor het uitschakelen van HSA
via  Uconnect  instellingen,  de  paragraaf
"Instellingen  van  Uconnect"  in het hoofd-
stuk "Multimedia" voor meer informatie.
Ga  bij  voertuigen  die  niet  zijn  voorzien  van
een  display  in  de  instrumentengroep  als
volgt te werk:
1. Centreer  het  stuur  (voorwielen  wijzen recht naar voren)
2. Schakel de versnellingsbak in PARK (P)
3. Trek de parkeerrem aan
4. Start de motor
5. Draai  het  stuur  iets  meer  dan  een  halve slag naar links
6. Druk vier keer binnen 20 seconden op de schakelaar  "ESC  OFF"  in  de  onderste  rij
schakelaars  onder  de  klimaatregeling.
Het  "controlelampje  ESC  uit"  moet  twee
keer aan en uit gaan
7. Draai het stuur terug naar het midden en vervolgens  iets  meer  dan  een  halve  slag
naar rechts 8. Zet  het  contact  in  de  stand  OFF  en
vervolgens  weer  in  ON.  Wanneer  de
procedure  juist  is  uitgevoerd,  zal  het
"controlelampje  ESC  uit"  meerdere
malen  knipperen  om  te  bevestigen  dat
HSA is uitgeschakeld.
9. Herhaal  deze  stappen  als  u  de  vorige instelling  voor  deze  functie  wilt
herstellen
Een aanhanger trekken met HSA
HSA helpt ook bij het voorkomen van achter-
over  kantelen  tijdens  het  trekken  van  een
aanhanger.
Tractieregelsysteem (ASR) 
De tractieregeling (TCS) detecteert het door-
slippen  van  de  aangedreven  wielen.  Als  er
wielslip  wordt  gedetecteerd,  oefent  ASR
mogelijk  remdruk  uit  op  het/de  slippende
wiel(en)  en/of  wordt  het  motorvermogen
verlaagd voor een betere acceleratie en stabi-
liteit.  Een  voorziening  van  ASR,  Brake
Limited  Differential  (BLD),  functioneert  op
dezelfde  wijze  als  een  limited-slipdifferen-
tieel  en  regelt  de  wielspin  van  een  aange-
dreven as. Als één wiel van een aangedreven
as  sneller  draait  dan  het  andere,  wordt  het
doorslippende  wiel  afgeremd.  Hierdoor  kan
er  meer  motorkoppel  naar  het  niet-doorslip-
pende  wiel  gaan.  BLD  kan  ingeschakeld
blijven,  zelfs  als  TCS  en  het  elektronisch
stabiliteitsregelsysteem (ESC) zijn beperkt.
 WAARSCHUWING!
Als u een aanhangerremregeling gebruikt
op uw aanhanger, kunt u de remmen van
de aanhanger in- en uitschakelen met de
remschakelaar. In dat geval is er na het
loslaten  van  het  rempedaal  mogelijk
onvoldoende  remkracht  om  zowel  de
auto als de aanhangwagen op een helling
stil te laten staan. Om te voorkomen dat
de  auto  omlaag  rolt  als  u  weer  gaat
rijden,  moet  u  de  aanhangerrem  hand-
matig  inschakelen of meer kracht op  de
rem  zetten  voordat  u  het  rempedaal
loslaat.
HSA  is  geen  handrem.  Trek  de
parkeerrem altijd helemaal aan voordat u
uitstapt.  Controleer  ook  of  de  schakel-
hendel in de stand PARK (P) staat.
Het  negeren  van  deze  waarschuwingen
kan  een  aanrijding  en  ernstig  of  zelfs
dodelijk letsel tot gevolg hebben.
 WAARSCHUWING! (Vervolgd)
2020_JEEP_CHEROKEE_UG_LHD_EE.book  Page 88