ABS JEEP CHEROKEE 2021 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: JEEP, Model Year: 2021, Model line: CHEROKEE, Model: JEEP CHEROKEE 2021Pages: 356, PDF Size: 9.18 MB
Page 5 of 356
3
HOE GEBRUIKT U DEZE HANDLEIDING?
HOE GEBRUIKT U DEZE
HANDLEIDING?
Essentiële informatie
Elke keer wanneer er instructies met betrek-
king tot de richting (links/rechts of vooruit/
achteruit) over het voertuig worden gegeven,
moeten deze worden opgevat met betrekking
tot een inzittende op de bestuurdersstoel.
De afbeeldingen in de gebruikershandleiding
dienen slechts als voorbeeld: dit kan bete-
kenen dat bepaalde details van de afbeel-
ding niet overeenkomen met de werkelijke
uitvoering van uw voertuig.Om het hoofdstuk te identificeren waarin de
informatie staat die u nodig hebt, kunt u het
register achter in deze gebruikershandleiding
raadplegen.
De hoofdstukken kunnen snel worden
geïdentificeerd met speciale grafische tabs
aan de zijkant van elke oneven pagina. Een
paar bladzijden verder is er een uitleg om de
volgorde van de hoofdstukken en de bijbeho-
rende symbolen in de tabs te leren kennen.
Er staat altijd een tekstaanduiding van het
huidige hoofdstuk aan de zijkant van elke
even pagina.
Symbolen
Sommige voertuigonderdelen hebben
gekleurde labels met symbolen die verwijzen
naar voorzorgsmaatregelen die in acht
moeten worden genomen bij het gebruiken
van het betreffende onderdeel. Raadpleeg de
paragraaf "Waarschuwingslampjes en
meldingen" in het hoofdstuk "Uw Instrumen-
tenpaneel leren kennen" voor meer infor-
matie over de gebruikte symbolen in uw auto.
2020_JEEP_CHEROKEE_UG_LHD_EE.book Page 3
Page 9 of 356
7
ELEKTRISCH BEDIENBAAR ZONNEDAK MET
ELEKTRISCH BEDIENDE ZONWERING —
INDIEN AANWEZIG ................................ 51
Zonnedak openen ................................. 52
Ventilatiestand zonnedak ...................... 52
Zonnedak sluiten .................................. 53
Openen Elektrisch Bediende Zonwering .. 53
Elektrisch bediende zonwering sluiten .... 53
Klembeveiliging ................................... 53
Onderhoud schuifdak ............................ 54
Werking bij uitgeschakeld contact .......... 54
MOTORKAP ....................................... 54
De motorkap openen ............................. 54
Motorkap sluiten .................................. 54
ACHTERKLEP ......................................... 55
Openen ............................................... 55
Sluiten ................................................ 56
Handsfree achterklep - indien aanwezig ..... 56
BOORDAPPARATUUR .............................. 58
Voedingsuitgangen ............................ 58
Spanningsomvormer — indien
aanwezig ............................................ 59
IMPERIAAL — INDIEN AANWEZIG .......... 60
MILIEUBESCHERMINGSSYSTEMEN —
INDIEN AANWEZIG ................................. 61
UW INSTRUMENTENPANEEL
LEREN KENNEN
DISPLAY IN DE INSTRUMENTENGROEP .... 62
Locatie en bedieningselementen display in de
instrumentengroep................................ 62 Indicator voor olieverversing — indien
aanwezig ............................................ 63 Schakelindicator (GSI) — indien
aanwezig ............................................. 63 Selecteerbare items op display in
instrumentengroep................................ 64 Dieseldisplays ...................................... 64
Berichten roetfilter dieselmotor (DPF) ... 65
Meldingen brandstofsysteem ................. 65
WAARSCHUWINGSLAMPJES EN
MELDINGEN ...........................................68
Rode waarschuwingslampjes.................. 68
Gele waarschuwingslampjes................... 72
Gele controlelampjes ............................ 76
Groene controlelampjes ......................... 77
Witte controlelampjes ........................... 78
Blauwe controlelampjes ........................ 79
BOORDDIAGNOSESYSTEEM — OBD II ... 79
Boorddiagnosesysteem (OBD II) en
cyberveiligheid ..................................... 80
VEILIGHEID
VEILIGHEIDSVOORZIENINGEN ..................81
Antiblokkeersysteem (ABS) ................... 81
Elektronisch remregelsysteem (EBC) ..... 82
ONDERSTEUNENDE RIJSYSTEMEN ...........94
Dodehoekbewaking — indien aanwezig ... 94 Forward Collision Warning (FCW) met
risicobeperking - indien aanwezig .......... 97 Bandenspanningscontrolesysteem
(TPMS) ............................................ 101
VEILIGHEIDSSYSTEMEN VOOR
INZITTENDEN ......................................105
Beveiligingssystemen
voor inzittenden ................................ 105 Belangrijke veiligheidsmaatregelen....... 105
Veiligheidsgordelsystemen .................. 107
Aanvullend veiligheidssysteem (SRS).... 116
Kinderzitjes - Kinderen
veilig vervoeren ................................ 126 Vervoer van huisdieren ..................... 144
VEILIGHEIDSTIPS ..............................145
Passagiers vervoeren ........................... 145
Uitlaatgas .......................................... 145
Aanbevolen veiligheidscontroles
in de auto ......................................... 145 Veiligheidscontroles buiten de auto ...... 148
STARTEN EN RIJDEN
DE MOTOR STARTEN ...........................149
Normaal starten — benzinemotor ......... 149
Normaal starten — dieselmotor............ 150
AANBEVELINGEN VOOR INRIJDEN ..........151
HANDREM .........................................152
Elektrische handrem (EPB) ................. 152
HANDGESCHAKELDE VERSNELLINGSBAK —
INDIEN AANWEZIG ..............................154
2020_JEEP_CHEROKEE_UG_LHD_EE.book Page 7
Page 70 of 356
UW INSTRUMENTENPANEEL LEREN KENNEN
68
WAARSCHUWINGS-
LAMPJES EN MELDINGEN
De waarschuwings-/controlelampjes in het
instrumentenpaneel worden indien van
toepassing samen met een speciale melding
en/of geluidssignaal weergegeven. Deze indi-
caties zijn slechts indicatief en waarschu-
wend en mogen als zodanig niet als
uitputtend beschouwd worden. Raadpleeg
altijd de informatie in dit hoofdstuk in het
geval van een storingsaanduiding. Alle
actieve verklikkerlampjes worden indien van
toepassing eerst weergegeven. Het systeem-
controlemenu kan er anders uitzien op basis
van uitrusting en opties en de huidige status
van het voertuig. Sommige verklikkerlampjes
zijn optioneel en worden mogelijk niet weer-
gegeven.
Rode waarschuwingslampjes
— Waarschuwingslampje voor de
veiligheidsgordels
Dit waarschuwingslampje geeft aan dat de
veiligheidsgordel van de bestuurder of passa-
gier niet is vastgemaakt. Wanneer het
contact de eerste keer in de stand ON/RUN
of ACC/ON/RUN wordt gezet en als de veilig- heidsgordel van de bestuurder is losgegespt,
klinkt er een geluidssignaal en gaat het
lampje aan. Als tijdens het rijden de veilig-
heidsgordel van de bestuurder of de voorpas-
sagier niet is vastgegespt, gaat het
waarschuwingslampje voor de veiligheidsgor-
dels branden of knipperen en klinkt er een
geluidssignaal.
Raadpleeg de paragraaf "Beveiligingssy-
stemen voor inzittenden" in het hoofdstuk
"Veiligheid" voor meer informatie.
— Waarschuwingslampje voor het
airbagsysteem
Dit waarschuwingslampje gaat branden bij
een storing in de airbag. Het lampje gaat ter
controle vier tot acht seconden branden als
de contactschakelaar in de stand ON/RUN of
ACC/ON/RUN wordt gezet. Dit lampje gaat
branden met één geluidssignaal wanneer er
een storing in de airbag is gedetecteerd en
blijft branden totdat de storing is verholpen.
Wanneer het lampje niet brandt tijdens het
starten, blijft branden of gaat branden
tijdens het rijden, moet het systeem zo snel
mogelijk door een erkende dealer worden
nagekeken.
- Waarschuwingslampje remsysteem
Dit waarschuwingslampje geeft verschillende
functies van het remsysteem aan, zoals het
remvloeistofpeil en het aantrekken van de
handrem. Als het waarschuwingslampje voor
het remsysteem gaat branden, is het moge-
lijk dat de handrem is aangetrokken, het
vloeistofpeil in het remvloeistofreservoir te
laag is of dat zich een probleem voordoet met
het ABS-systeem.
Als het lampje blijft branden wanneer de
handrem niet is aangetrokken en het
remvloeistofpeil in het reservoir van de
hoofdremcilinder zich ter hoogte van het
Full-merkteken bevindt, kan er sprake zijn
van een storing in het hydraulische remcir-
cuit of is er een probleem met de rembe-
krachtiging gedetecteerd door het
ABS-systeem / elektronisch stabiliteitsregel-
systeem (ESC). In dat geval blijft het lampje
branden tot de oorzaak is verholpen. Als het
probleem verband houdt met de rembekrach-
tiging, zal de ABS-pomp actief zijn tijdens
het remmen en voelt u mogelijk een trilling
in het rempedaal.
De dubbel uitgevoerde remcircuits zorgen
voor reserve-remvermogen als ergens een
storing optreedt in het hydraulisch systeem.
2020_JEEP_CHEROKEE_UG_LHD_EE.book Page 68
Page 71 of 356
69
Als er in één helft van het dubbele remsy-
steem sprake is van lekkage, geeft het waar-
schuwingslampje voor het remsysteem dit
aan; het lampje gaat branden wanneer het
remvloeistofpeil in de hoofdcilinder is
gedaald tot onder een bepaald niveau.
Het lampje blijft branden tot de oorzaak is
verholpen.
OPMERKING:
Het lampje kan bij het nemen van een
scherpe bocht even knipperen, doordat dan
het vloeistofpeil verandert. Breng de auto
naar de dealer voor onderhoud en laat het
remvloeistofpeil controleren.
Als een storing van het remsysteem wordt
aangegeven, laat de auto dan onmiddellijk
repareren.Auto’s die met een ABS-systeem zijn uitge-
rust, beschikken ook over elektronische
remkrachtverdeling (EBD). Bij een storing
van EBD, gaat het waarschuwingslampje
voor het remsysteem branden, samen met
het ABS-lampje. Het ABS-systeem moet dan
onmiddellijk worden gerepareerd.
U kunt de werking van het waarschuwings-
lampje voor het remsysteem controleren door
de contactschakelaar van de stand OFF in de
stand ON/RUN te zetten. Het lampje moet
dan gedurende ongeveer vier seconden
branden. Het lampje moet vervolgens doven,
tenzij de handrem is aangetrokken of een
storing van het remsysteem is gedetecteerd.
Als het lampje niet gaat branden, moet u het
lampje door een erkende dealer laten contro-
leren.
Het lampje gaat ook branden als de handrem
wordt aangetrokken wanneer de contactscha-
kelaar in de stand ON/RUN staat.
OPMERKING:
Dit lampje geeft dan alleen aan dat de
handrem is aangetrokken. Het geeft niet aan
hoe krachtig de handrem is aangetrokken.— Waarschuwingslampje acculading
Dit waarschuwingslampje gaat branden
wanneer de accu niet goed wordt opgeladen.
Als het blijft branden terwijl de motor loopt,
is er mogelijk een storing in het laadsysteem.
Neem dan zo snel mogelijk contact op met
een erkende dealer.
Dit duidt op een mogelijk probleem met het
elektrische systeem of een daaraan gerela-
teerd onderdeel.
— Waarschuwingslampje deur open
Dit lampje gaat branden wanneer een portier
niet volledig is gesloten.
OPMERKING:
Als het voertuig rijdt, klinkt er ook een
geluidssignaal.
— Waarschuwingslampje voor storing
elektrische stuurbekrachtiging
Dit waarschuwingslampje gaat branden
wanneer er sprake is van een storing in de
elektrische stuurbekrachtiging. Raadpleeg
de paragraaf "Stuurbekrachtiging" in het
hoofdstuk "Starten en rijden" in het instruc-
tieboekje voor meer informatie.
WAARSCHUWING!
Blijven doorrijden terwijl het rode
waarschuwingslampje voor het remsysteem
brandt, is gevaarlijk. Een deel van het
remsysteem is mogelijk defect. De remweg
wordt dan langer. U kunt een aanrijding
veroorzaken. Laat de auto onmiddellijk
controleren.
2020_JEEP_CHEROKEE_UG_LHD_EE.book Page 69
Page 74 of 356
UW INSTRUMENTENPANEEL LEREN KENNEN
72
Gele waarschuwingslampjes — Waarschuwingslampje storing
adaptieve cruisecontrol (ACC) — indien
aanwezig
Dit waarschuwingslampje gaat branden om
aan te geven dat er sprake is van een storing
in het ACC-systeem. Neem contact op met
een plaatselijke erkende dealer voor onder-
houd.
Raadpleeg voor meer informatie de paragraaf
"Adaptieve cruise control (ACC)" in het
hoofdstuk "Starten en rijden".
— Storingslampje elektronische
parkeerrem
Dit waarschuwingslampje gaat branden om
aan te geven dat de elektronische
parkeerrem niet correct werkt en moet
worden nagekeken. Neem contact op met
een erkende dealer.
— Waarschuwingslampje
antiblokkeerremsysteem (ABS)
Dit waarschuwingslampje is een indicator
van het ABS-systeem. Het lampje gaat
branden wanneer u het contact in de stand ON/RUN of ACC/ON/RUN zet en kan daarna
nog vier seconden blijven branden.
Als het ABS-lampje tijdens het rijden blijft of
gaat branden, wijst dit erop dat het
ABS-gedeelte van het remsysteem niet func-
tioneert en dat onderhoud zo snel mogelijk
moet worden uitgevoerd. Het gewone remsy-
steem zal echter normaal functioneren ervan
uitgaande dat het waarschuwingslampje
remsysteem niet brandt.
Wanneer het ABS-lampje niet gaat branden
als het contact in de stand ON/RUN of ACC/
ON/RUN wordt gezet, moet het remsysteem
worden gecontroleerd door een erkende
dealer.
— Waarschuwingslampje ESC actief —
indien aanwezig
Dit waarschuwingslampje geeft aan wanneer
het elektronisch stabiliteitsregelsysteem
(ESC) actief is. Het controlelampje van het
elektronisch stabiliteitsregelsysteem (ESC)
in de instrumentengroep gaat branden
wanneer het contact in de stand ON/RUN of
ACC/ON/RUN wordt gezet en ESC actief is.
Als de motor draait, behoort dit lampje uit te
gaan. Wanneer het controlelampje ESC
continu blijft branden terwijl de motor draait, is een storing gedetecteerd in het
ESC-systeem. Als het waarschuwingslampje
blijft branden nadat er verschillende keren is
gestart en u meerdere kilometers (mijlen)
hebt gereden met een snelheid hoger dan
48 km/u (30 mph), dient u zo snel mogelijk
contact op te nemen met een erkende dealer
om het probleem te laten opsporen en
verhelpen.
Het controlelampje "ESC uitgeschakeld"
en het controlelampje "ESC" gaan kort
branden wanneer het contact in de stand
ON/RUN of ACC/ON/RUN wordt gezet.
Het ESC-systeem maakt zoemende of klik-
kende geluiden wanneer het actief is. Dit
is normaal. De geluiden houden op
wanneer het ESC-systeem inactief wordt.
Dit lampje gaat branden bij een ingreep
van ESC.
— Waarschuwingslampje ESC
uitgeschakeld — indien aanwezig
Dit waarschuwingslampje geeft aan dat het
elektronisch stabiliteitsregelsysteem (ESC)
is uitgeschakeld.
Telkens wanneer de contactschakelaar in de
stand ON/RUN of ACC/ON/RUN wordt gezet,
2020_JEEP_CHEROKEE_UG_LHD_EE.book Page 72
Page 83 of 356
81
(Vervolgd)
VEILIGHEIDSVOORZIENIN
GEN
Antiblokkeersysteem (ABS)
Het ABS-systeem zorgt voor extra voertuig-
stabiliteit en meer remwerking onder de
meeste remomstandigheden. Het systeem
voorkomt automatisch het blokkeren van de
wielen en verbetert de beheersbaarheid van
het voertuig tijdens remmen.
Het ABS-systeem voert een zelftest uit om te
controleren of het ABS naar behoren functi-
oneert telkens wanneer de auto wordt gestart
en wordt gereden. Tijdens de zelftest hoort u
mogelijk ook een zacht klikkend geluid en
enkele hieraan gerelateerde motorgeluiden.
ABS wordt geactiveerd wanneer het systeem
detecteert dat één of meer wielen beginnen
te blokkeren tijdens het remmen. Als de auto
over ijs, sneeuw, grint, kuilen, spoorrails of
voorwerpen rijdt of wanneer u een noodstop
maakt neemt de kans dat ABS ingrijpt toe.Wanneer het ABS-systeem actief is, kunt u
dit als volgt merken:
Geluid van de ABS-pompmotor (deze kan
nog korte tijd blijven draaien nadat de
auto al tot stilstand is gekomen).
de magneetkleppen maken klikgeluiden,
u voelt pulsaties in het rempedaal,
Het rempedaal daalt iets bij de eindaan-
slag
OPMERKING:
Dit zijn normale kenmerken van het
ABS-systeem.
ABS is ontworpen voor gebruik met originele
banden (OEM). Wijziging kan leiden tot
verminderde prestaties van het ABS.
WAARSCHUWING!
Het ABS-systeem bevat geavanceerde
elektronica die mogelijk gevoelig is voor
storingen van onjuist geïnstalleerde of
krachtige zendapparatuur. Dergelijke
storingen kunnen ertoe leiden dat de
werking van het ABS-systeem volledig
uitvalt. Dergelijke apparatuur mag
uitsluitend door bevoegde vakmensen
worden geïnstalleerd.
Pompend remmen heeft op het
ABS-systeem een averechtse uitwerking.
De effectieve remkracht wordt hierdoor
verminderd en het risico van een ongeval
neemt toe. Pompend remmen verlengt
de remweg. Wanneer u moet afremmen
of stoppen, trap dan alleen stevig het
rempedaal in.
Met het ABS-systeem wordt niet voor-
komen dat de auto onderworpen blijft
aan de wetten van de natuur. De effecti-
viteit van de remmen wordt door ABS
niet verder verhoogd dan de remmen,
banden en grip van de auto toelaten.
Het ABS voorkomt geen ongelukken ten
gevolge van bijvoorbeeld te hoge snel-
heden in bochten, te weinig afstand
houden of aquaplaning.
Gebruik de mogelijkheden van een auto
met ABS nooit op een roekeloze of risico-
volle wijze die de veiligheid van de
bestuurder of anderen in gevaar brengt.
WAARSCHUWING! (Vervolgd)
2020_JEEP_CHEROKEE_UG_LHD_EE.book Page 81
Page 84 of 356
VEILIGHEID
82
ABS-waarschuwingslampje
Het gele ABS-waarschuwingslampje gaat
branden wanneer het contact in de stand
ON/RUN staat en kan daarna nog vier
seconden blijven branden.
Als het ABS-waarschuwingslampje tijdens
het rijden blijft of gaat branden, wijst dit
erop dat het ABS-gedeelte van het remsy-
steem niet functioneert en dat onderhoud
nodig is. Het gewone remsysteem zal echter
normaal functioneren wanneer het
ABS-waarschuwingslampje brandt.
Wanneer het ABS-waarschuwingslampje
brandt, moet u het remsysteem zo spoedig
mogelijk laten controleren om weer van de
voordelen van ABS te kunnen profiteren. Als
het ABS-waarschuwingslampje niet gaat
branden wanneer het contact in de stand
ON/RUN is gezet, moet u het lampje zo snel
mogelijk laten repareren.
Elektronisch remregelsysteem (EBC)
Uw auto is uitgerust met een geavanceerde
elektronische remkrachtregeling (EBC). Dit
systeem bestaat uit een elektronische
remkrachtverdeling (EB), antiblokkeersys-
teem (ABS), een remassistent (Brake Assist
System (BAS)), Hill Start Assist (HSA), eentranctieregelsysteem (Traction Control
System (TCS)), elektronische stabiliteitsre-
geling (ESC), elektronische kantelbeveiliging
(Electronic Roll Mitigation (ERM)). Deze
systemen werken samen zodat de auto
stabiel en bestuurbaar is bij verschillende
rijomstandigheden.
Uw auto is mogelijk tevens uitgerust met
antislingerregeling (TSC), Ready Alert
Braking (RAB), Rain Brake Support (RBS),
en Dynamic Steering Torque (DST), Hill
Descent Control (HDC), and Selec-Speed
Control (SSC).
Waarschuwingslampje remsysteem
Het rode waarschuwingslampje van het
remsysteem gaat branden wanneer u het
contact in de stand ON/RUN zet en kan
daarna nog vier seconden blijven branden.
Als het waarschuwingslampje van het remsy-
steem tijdens het rijden aan blijft of gaat
branden, wijst dit erop dat het remsysteem
niet functioneert en dat onmiddellijk onder-
houd nodig is. Als het waarschuwingslampje
van het remsysteem niet gaat branden
wanneer u het contact in de stand ON/RUN
zet, moet u het lampje zo snel mogelijk laten
repareren.
Remassistent (BAS)
De remassistent (BAS) is ontworpen om de
remwerking van de auto te optimaliseren
tijdens noodremsituaties. Het systeem
herkent een noodremsituatie aan de hand
van de snelheid en kracht waarmee het
rempedaal wordt ingetrapt en optimaliseert
de remdruk dienovereenkomstig. Dit draagt
bij aan een verkorting van de remweg. Het
BAS-systeem vult het ABS-systeem aan.
Wanneer u het rempedaal zeer snel intrapt,
is de assistentie van het BAS-systeem opti-
maal. Om van het systeem te profiteren moet
u aanhoudend remdruk uitoefenen tijdens
het stoppen (niet "pompend" remmen).
Verminder de druk op het rempedaal niet,
tenzij u niet langer hoeft te remmen. Zodra u
het rempedaal loslaat, wordt het
BAS-systeem uitgeschakeld.
2020_JEEP_CHEROKEE_UG_LHD_EE.book Page 82
Page 85 of 356
83
Dynamic Steering Torque (DST)
Dynamic Steering Torque (DTS) is een
functie van het elektronisch stabiliteitsregel-
systeem (ESC) en de elektrische stuurbe-
krachtiging (EPS) die een voelbare
waarschuwing op het stuurwiel geeft onder
bepaalde rijomstandigheden waarbij de
ESC-module instabiliteit van het voertuig
detecteert. De voelbare waarschuwing op het
stuurwiel is alleen bedoeld om de bestuurder
te wijzen op optimaal stuurgedrag voor het
bereiken/handhaven van voertuigstabiliteit.
De bestuurder merkt alleen dat de functie isingeschakeld als de voelbare waarschuwing
op het stuurwiel wordt gegeven.
OPMERKING:
De DST-functie is alleen bedoeld om de
bestuurder te wijzen op de juiste hande-
lingen via rukjes aan het stuurwiel. Dit bete-
kent dat de effectiviteit van de DST-functie
in hoge mate afhankelijk is van de oplettend-
heid en de reactie op de voelbare waarschu-
wing van de bestuurder. Het is van groot
belang te beseffen dat deze functie het voer-
tuig niet bestuurt, hetgeen betekent dat de
bestuurder nog steeds verantwoordelijk is
voor de besturing van het voertuig.
Elektronische remkrachtverdeling (EBD)
De elektronische remkrachtverdeling (EBD)
regelt de verdeling van het remkoppel over
de voor- en achteras door de remdruk op de
achteras te begrenzen. Dit wordt gedaan om
overmatige wielslip van de achterwielen en
instabiliteit van het voertuig te voorkomen,
en om te voorkomen dat ABS eerder ingrijpt
op de achteras dan op de vooras.
Electronic Roll Mitigation (ERM)
Door bewaking van de stuurbewegingen en
de snelheid van de auto anticipeert Elec-
tronic Roll Mitigation (ERM) op de mogelijk-
heid dat een wiel loskomt van het wegdek.
Wanneer het ERM-systeem vaststelt dat de
mate waarin de hoek van het stuur verandert,
en de snelheid van het voertuig voldoende
zijn om het wiel op te tillen, wordt er bijge-
remd en kan het motorvermogen worden
verminderd. Zo wordt de kans kleiner dat het
wiel wordt opgetild. ERM kan de kans op het
optillen van een wiel alleen verminderen
tijdens zeer ernstige of ontwijkende rijma-
noeuvres. Het systeem kan niet voorkomen
dat het wiel wordt opgetild als gevolg van
andere factoren, zoals de staat van de weg,
het verlaten van de rijbaan of het raken van
objecten of andere voertuigen.
OPMERKING:
Het ERM-systeem is uitgeschakeld wanneer
ESP in de stand "Full Off" (volledig uitge-
schakeld) staat (indien aanwezig). Raad-
pleeg het hoofdstuk "Elektronisch
stabiliteitsregelsysteem (ESP) voor een
uitgebreide uitleg over de beschikbare
ESP-modi.
WAARSCHUWING!
Met het BAS-systeem wordt niet
voorkomen dat de auto onderworpen blijft
aan de wetten van de natuur en het
systeem zorgt evenmin voor meer grip op
het wegdek. BAS kan geen ongevallen
voorkomen, zeker geen ongevallen die
worden veroorzaakt door te hoge snelheden
in bochten, het rijden op zeer glad
wegdek, of aquaplaning. Gebruik de
mogelijkheden van een auto met BAS
nooit op een roekeloze of risicovolle wijze
die de veiligheid van uzelf of anderen in
gevaar brengt.
2020_JEEP_CHEROKEE_UG_LHD_EE.book Page 83
Page 186 of 356
STARTEN EN RIJDEN
184
Het systeem werkt mogelijk niet onder alle
omstandigheden (bijv. weersomstandig-
heden zoals zware regen, sneeuw, enz., of
bij het zoeken naar een parkeerplaats met
oppervlakken die de ultrasone sensor-
golven absorberen).
Nieuwe voertuigen van de dealer moeten
ten minste 48 km (30 mijl) hebben
gereden voordat het actieve parkeerhul-
psysteem ParkSense volledig is gekali-
breerd en nauwkeurig werkt. Dit is te
wijten aan dynamische voertuigkalibratie
van het systeem ter verbetering van de
prestaties van de functie. Het systeem
voert eveneens continu de dynamisch
voertuigkalibratie uit om rekening te
houden met verschillen, zoals te harde of
te zachte banden en nieuwe banden.
Het actieve parkeerhulpsysteem ParkSense
kan worden in- en uitgeschakeld met de
ParkSense schakelaar, die zich op het scha-
kelpaneel onder het Uconnect scherm
bevindt. Om het actieve parkeerhulpsysteem
ParkSense in te schakelen, drukt u
eenmaal op de schakelaar voor het
actieve parkeerhulpsysteem Park-
Sense (LED gaat branden). Om het actieve parkeerhulpsysteem Park-
Sense uit te schakelen, drukt u nogmaals op
de schakelaar voor het actieve parkeerhul-
psysteem ParkSense (LED gaat uit).
Raadpleeg het instructieboekje voor meer
informatie hierover.
RIJSTROOKDETECTIE —
INDIEN AANWEZIG
Werking van rijstrookdetectie
Het rijstrookdetectiesysteem werkt bij snel-
heden van meer dan 60 km/u (37 mph) en
onder de 180 km/u (112 mph). Het
rijstrookdetectiesysteem maakt gebruik van
een vooruitkijkcamera om rijstrookmarke-
ringen te detecteren en meet de positie van
het voertuig binnen de markeringen.
Wanneer beide rijstrookmarkeringen zijn
gedetecteerd en de bestuurder onbedoeld de
rijstrook verlaat (geen richtingaanwijzer inge-
schakeld), geeft het rijstrookdetectiesysteem
een voelbare waarschuwing op het stuurwiel,
alsmede een visuele waarschuwing op het
display in de instrumentengroep om de
bestuurder erop te wijzen binnen de
rijstrookmarkeringen te blijven.
De bestuurder kan de voelbare waarschuwing
op elk moment handmatig uitschakelen door
aan het stuur te trekken.
Wanneer slechts één rijstrookmarkering is
gedetecteerd en de bestuurder onbedoeld de
rijstrook overschrijdt (geen richtingaanwijzer
ingeschakeld), geeft het rijstrookdetectiesy-
steem een voelbare waarschuwing op het
stuurwiel, alsmede een visuele waarschu-
wing op het display in de instrumentengroep
om de bestuurder erop te wijzen binnen de
rijstrookmarkeringen te blijven.
OPMERKING:
Wanneer aan de bedrijfsomstandigheden is
voldaan, controleert het rijstrookdetectiesy-
steem of de handen van de bestuurder
aanwezig zijn op het stuurwiel en geeft het
een visuele waarschuwing en een geluidssig-
naal weer als de handen van de bestuurder
niet zijn gedetecteerd op het stuurwiel. Het
systeem wordt geannuleerd als de bestuurder
zijn handen niet aan het stuur heeft.
2020_JEEP_CHEROKEE_UG_LHD_EE.book Page 184
Page 195 of 356
193
Handelingen na het bijvullen
Ga als volgt te werk:
Bevestig de dop weer op de AdBlue®
(UREUM)-vulopening door hem rechtsom
te draaien en schroef hem volledig vast.
Draai het contactslot tot de stand RUN
(het is niet nodig om de motor te starten).
Wacht totdat de indicatie op het instru-
mentenpaneel uitgaat, voordat u de auto
in beweging zet. De indicatie kan enkele
seconden tot ongeveer een halve minuut
zichtbaar blijven. Indien de motor wordt
gestart en de auto in beweging wordt
gezet, blijft de indicatie langer zichtbaar.
Dit heeft geen consequenties voor de
motorwerking.
Wacht twee minuten alvorens de motor te
starten, indien de AdBlue® (UREUM)
werd bijgevuld toen de tank leeg was.
OPMERKING:
Indien AdBlue® (UREUM) uit de vulhals
gemorst wordt, maak dan het gebied goed
schoon en ga dan verder met vullen.
Indien de vloeistof kristalliseert, veeg het
dan weg met een spons en warm water.
OVERSCHRIJD HET MAXIMALE NIVEAU
NIET: dit kan schade aan het reservoir
veroorzaken. AdBlue® (UREUM) bevriest
bij temperaturen lager dan 12°F (-11°C).
Hoewel het systeem ontworpen is om
onder het vriespunt van de UREUM te
werken, is het raadzaam de tank niet
verder te vullen dan het maximumniveau
want als de UREUM bevriest, kan het
systeem beschadigd raken. Volg de
instructies in deze paragraaf.
Als de AdBlue® (UREUM) wordt gemorst
op gelakte oppervlakken of aluminium,
reinig dat gebied dan onmiddellijk met
water en gebruik absorberend materiaal
om de vloeistof op te vangen die op de
grond gemorst werd.
Probeer niet de motor te starten als
AdBlue® (UREUM) per ongeluk aan de
dieselbrandstoftank werd toegevoegd. Dit
kan leiden tot ernstige motorschade.
Neem in dat geval contact op met een
erkende dealer.
Voeg geen additieven of andere vloei-
stoffen aan AdBlue® (UREUM) toe. Als u
dit toch doet, kan het systeem beschadigd
raken.
Het gebruik van verkeerde of aangetaste
AdBlue® (UREUM) kan leiden tot het
verschijnen van indicaties op het display
van het instrumentenpaneel. Raadpleeg
de paragraaf "Waarschuwingslampjes en
meldingen" in het hoofdstuk "Uw instru-
mentenpaneel leren kennen" voor meer
informatie.
Giet nooit AdBlue® (UREUM) in een
andere jerrycan: die kan verontreinigd zijn.
Als de AdBlue® (UREUM) opraakt, raad-
pleeg dan de paragraaf "Waarschuwings-
lampjes en meldingen" in het hoofdstuk
"Uw instrumentenpaneel leren kennen"
voor meer informatie om de auto normaal
te blijven gebruiken.
2020_JEEP_CHEROKEE_UG_LHD_EE.book Page 193