sensor JEEP COMPASS 2018 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: JEEP, Model Year: 2018, Model line: COMPASS, Model: JEEP COMPASS 2018Pages: 388, PDF Size: 5.92 MB
Page 184 of 388

Als de sensor geen voor u rijdend voertuig
detecteert, houdt ACC een vaste ingestelde
snelheid aan.Activering
Druk kort op de toets aan/uit van de adaptieve
cruise control (ACC).
"ACC READY" wordt weergegeven in het dis-
play van het instrumentenpaneel om aan te
geven dat de ACC is ingeschakeld.
Gewenste snelheid instellen
Wanneer het voertuig de gewenste snelheid
bereikt, drukt u kort op de knop SET(+)of op
knop de SET(-). Op het display in de instru-
mentengroep wordt de ingestelde snelheid
weergegeven.
Als het systeem wordt ingesteld op een rij-
snelheid lager dan 30 km/u (19 mph), zal de
ingestelde snelheid automatisch veranderen
in 30 km/u (19 mph). Als het systeem wordt
ingesteld op een rijsnelheid hoger dan
30 km/u (19 mph), zal de ingestelde snel-
heid overeenkomen met de huidige snelheid
van het voertuig.
OPMERKING:
ACC kan niet worden ingesteld als zich een
stilstaand voertuig vlak vóór uw voertuig be-
vindt.Neem uw voet van het gaspedaal. Doet u dat
niet, dan kan de auto blijven versnellen tot
voorbij de ingestelde snelheid. Als dat ge-
beurt:
• Het bericht "DRIVER OVERRIDE" (ingreep
door de bestuurder) verschijnt in het dis-
play in de instrumentengroep.
• Regelt het systeem niet langer de afstand
tussen uw auto en uw voorligger. Wordt de
voertuigsnelheid alleen bepaald door de
stand van het gaspedaal.
De snelheid aanpassen
Zodra de ACC is geactiveerd, kan de snelheid
worden verhoogd of verlaagd.
OPMERKING:
• Als u harder rijdt dan de ingestelde snel-
heid en op de toets SET (+) of SET (-) drukt,
wordt de huidige snelheid van het voertuig
de ingestelde snelheid van het systeem.
• Wanneer u de toets SET (-) gebruikt om de
snelheid te verlagen, maar het voertuig
door het afremmen op de motor onvol-
doende vertraagt om de ingestelde snelheid
te bereiken, zal het voertuig automatisch
worden afgeremd door remsysteem.
Schakelaars van Adaptive Cruise Control
1 — Adaptieve cruisecontrol (ACC) aan/
uit
2 — Afstand instellen
3 — Actieve snelheidsbegrenzer
STARTEN EN RIJDEN
182
Page 187 of 388

WAARSCHUWING!
Het cruisecontrolsysteem biedt twee be-
drijfsmodi:
• De modus Adaptieve cruisecontrol, die
zorgt dat een veilige afstand tussen voer-
tuigen wordt aangehouden.
• De modus Normale cruisecontrol (vaste
snelheid) voor rijden met een constante,
vooraf ingestelde snelheid. Raadpleeg
de paragraaf "Modus Normale cruise-
control (vaste snelheid)" in uw instruc-
tieboekje voor meer informatie.
De normale cruisecontrol (vaste snelheid)
reageert in deze modus niet op voorliggers.
Zorg dat u zich tijdens het rijden bewust
bent van de gekozen modus. U kunt de
modus wijzigen met de knoppen voor de
cruisecontrol. De twee bedrijfsmodi wer-
ken op verschillende manieren. Controleer
altijd welke modus u hebt gekozen.
PARKSENSE
PARKEERSENSOREN
ACHTER — INDIEN
AANWEZIG
ParkSense parkeersensoren achter zorgt voor
zichtbare en hoorbare aanwijzingen m.b.t. de
afstand tussen de achterzijde van de auto en
een gedetecteerd obstakel bij het achteruit-
rijden, bijvoorbeeld tijdens een parkeerma-
noeuvre. Zie de "Voorzorgsmaatregelen bij
gebruik van ParkSense" voor de beperkingen
van dit systeem en aanbevelingen.
Wanneer u de contactschakelaar in de stand
ON/RUN zet, wordt door ParkSense automa-
tisch de systeemstatus (ingeschakeld of uit-
geschakeld) hersteld die actief was voordat
het contact werd uitgeschakeld.
ParkSense kan uitsluitend worden geacti-
veerd wanneer de schakelhendel in de stand
REVERSE staat. Het systeem blijft actief in
REVERSE totdat de voertuigsnelheid toe-
neemt tot ongeveer 7 mph (11 km/u) of
hoger. Als de hendel in de stand REVERSE
staat en de rijsnelheid van het systeem wordt
overschreden, wordt een waarschuwing weer-gegeven op het display in de instrumenten-
groep om aan te geven dat de rijsnelheid te
hoog is. Het systeem wordt weer actief als de
rijsnelheid is gedaald tot minder dan onge-
veer 9 km/u (6 mph).ParkSense sensoren
De vier ParkSense sensoren die zich in de
achterkant/achterbumper bevinden, bewa-
ken het gebied achter de auto dat binnen het
zichtveld van de sensoren valt. De sensoren
kunnen in horizontale richting obstakels op
een afstand van ongeveer 30 tot 200 cm
(12 tot 79 inch) van het achterpaneel/de
achterbumper detecteren, afhankelijk van de
plaats, het type en de richting van het obsta-
kel.
ParkSense in- en uitschakelen
ParkSense kan worden in- en uitgeschakeld
met de ParkSense schakelaar, die zich op het
schakelpaneel onder het Uconnect scherm
bevindt.
185
Page 189 of 388

• ParkSense, indien ingeschakeld, zal het
volume van de radio verlagen wanneer het
systeem een geluidssignaal voortbrengt.
• Reinig de ParkSense sensoren regelmatig,
maar let daarbij op dat u geen krassen of
andere schade toebrengt. De sensoren mo-
gen niet bedekt zijn met ijs, sneeuw, mod-
der, vuil of afval. Verontreiniging van de
sensoren kan ertoe leiden dat het systeem
niet goed werkt. Het ParkSense systeem
kan obstakels achter de auto/bumper over
het hoofd zien of abusievelijk aangeven dat
er een obstakel achter de auto/bumper aan-
wezig is.
•
Gebruik de ParkSense schakelaar om het
ParkSense systeem uit te schakelen wanneer
voorwerpen, zoals fietsendragers, trekhaken,
enz., op minder dan 30 cm (12 inch) vanaf
de achterkant/achterbumper worden ge-
plaatst. Als dit wel het geval is, zal het
systeem een nabijgelegen object mogelijk
interpreteren als een sensorprobleem en
wordt de melding "PARKSENSE UNAVAILA-
BLE SERVICE REQUIRED" (parkeerhulp niet
beschikbaar, onderhoud noodzakelijk) weer-
gegeven op het display in de instrumenten-
groep.
• De werking van de sensoren achter wordt
automatisch uitgeschakeld wanneer de
elektriciteitsstekker van de aanhanger in de
contactdoos van de trekhaak van het voer-
tuig wordt gestoken. De sensoren achter
worden automatisch weer ingeschakeld
wanneer de stekker van de aanhangerkabel
uit de contactdoos wordt gehaald.
WAARSCHUWING!
• Ga altijd voorzichtig te werk tijdens het
achteruitrijden, ook als u ParkSense ge-
bruikt. Controleer het gebied achter de
auto altijd zorgvuldig, kijk naar achteren
en wees bedacht op voetgangers, dieren,
andere voertuigen, obstakels en dode
hoeken, voordat u achteruitrijdt. U bent
verantwoordelijk voor de veiligheid en
dient uw aandacht voortdurend op de
omgeving te richten. Anders bestaat er
een risico op ernstig of zelfs dodelijk
letsel.
• Het wordt sterk aanbevolen de afneem-
bare trekhaak te verwijderen voordat u
ParkSense gaat gebruiken, wanneer u de
trekhaak niet nodig heeft. Als u dit niet
WAARSCHUWING!
doet, kan persoonlijk letsel of schade
aan voertuigen ontstaan doordat de trek-
haakkogel zich veel dichter bij het obsta-
kel bevindt dan de achterkant van de
auto, wanneer via de luidspreker een
continue toon klinkt. Afhankelijk van de
afmetingen en vorm van de trekhaak is
het ook mogelijk dat de sensoren de
trekhaak detecteren en abusievelijk aan-
geven dat er een obstakel achter de auto
aanwezig is.
LET OP!
• ParkSense is uitsluitend bedoeld als
hulpmiddel tijdens het parkeren en is
niet in staat ieder voorwerp, inclusief
kleine obstakels, waar te nemen. Stoep-
randen worden mogelijk tijdelijk of hele-
maal niet gedetecteerd. Op kleine af-
standen worden obstakels boven of
onder de sensoren niet gedetecteerd.
• Bij gebruik van ParkSense moet u lang-
zaam rijden, zodat u tijdig kunt stoppen
wanneer een obstakel wordt gedetec-
187
Page 190 of 388

LET OP!
teerd. Het is raadzaam om over uw
schouder te kijken, ook wanneer u ge-
bruik maakt van ParkSense.
PARKSENSE
PARKEERSENSOREN VOOR
EN ACHTER
ParkSense sensoren
De vier ParkSense sensoren die zich in de
achterkant/achterbumper bevinden, bewaken
het gebied achter de auto dat binnen het zicht-
veld van de sensoren valt. De sensoren kunnen
in horizontale richting obstakels op een af-
stand van ongeveer 30 tot 200 cm (12 tot
79 inch) van het achterpaneel/de achterbum-
per detecteren, afhankelijk van de plaats, het
type en de richting van het obstakel.
OPMERKING:
Als uw auto is uitgerust met het actieve par-
keerhulpsysteem ParkSense, bevinden zich
zes sensoren in de achterkant/achterbumper
van de auto. Raadpleeg het hoofdstuk "Actief
parkeerhulpsysteem ParkSense" voor meer in-
formatie hierover.
De zes ParkSense sensoren die zich in de
voorkant/voorbumper bevinden, bewaken het
gebied vóór de auto dat binnen het zichtveld
van de sensoren valt. De sensoren kunnen in
horizontale richting obstakels op een afstand
van ongeveer 30 tot 120 cm (12 tot 47 inch)
van het voorpaneel/de voorbumper detecte-
ren, afhankelijk van de plaats, het type en de
richting van het obstakel.
ParkSense in- en uitschakelen
ParkSense kan worden in- en uitgeschakeld
met de ParkSense schakelaar, die zich op het
schakelpaneel onder het Uconnect scherm
bevindt.Wanneer de ParkSense schakelaar wordt in-
gedrukt om het systeem uit te schakelen,
wordt op het display van de instrumenten-
groep gedurende ongeveer vijf seconden de
melding "PARKSENSE OFF" (parkeerhulp
uitgeschakeld) weergegeven. Raadpleeg de
paragraaf "Display in de instrumentengroep"
in het hoofdstuk "Uw Instrumentenpaneel
leren kennen" in uw instructieboekje voor
meer informatie. Als de schakelhendel in de
stand REVERSE wordt gezet en het systeem
is uitgeschakeld, wordt op het display van de
ParkSense schakelaarSTARTEN EN RIJDEN
188
Page 191 of 388

instrumentengroep de melding "PARKSENSE
OFF" (parkeerhulp uitgeschakeld) weergege-
ven zolang de schakelhendel in REVERSE
staat.
De LED in de ParkSense schakelaar gaat aan
als ParkSense is uitgeschakeld of service
vereist. De LED in de ParkSense schakelaar
gaat uit als het systeem is ingeschakeld. Als
de ParkSense schakelaar wordt ingedrukt, en
het systeem service vereist, knippert de LED
in de ParkSense schakelaar kort, en vervol-
gens blijft de LED aan.
In- en uitschakelen
Om het systeem in te schakelen, drukt u op
de ParkSense schakelaar op het schakelpa-
neel onder het Uconnect scherm.
Wanneer het systeem overgaat van ingescha-
keld naar uitgeschakeld en omgekeerd, gaat
dit altijd vergezeld van een specifiek bericht
in het display van de instrumentengroep.
Systeem ingeschakeld:LED van ParkSense
schakelaar uit.
Systeem uitgeschakeld:LED van ParkSense
schakelaar brandt continu.De LED van de ParkSense schakelaar gaat
ook branden in het geval van een storing van
het ParkSense systeem. Als de knop wordt
ingedrukt bij een systeemstoring, knippert de
LED van de ParkSense schakelaar ongeveer
5 seconden en blijft deze daarna constant
branden.
Nadat ParkSense is uitgeschakeld, blijft het
systeem in deze staat tot de volgende inscha-
keling, zelfs als het contact van ON/RUN naar
OFF en vervolgens terug naar ON/RUN wordt
gezet.
Waarschuwingssysteem afstand aan de
zijkant
Met het waarschuwingssysteem voor de af-
stand aan de zijkant wordt aanwezigheid van
obstakels opzij naast het voertuig gedetec-
teerd. Hierbij wordt gebruikgemaakt van de
parkeersensoren in de voor- en achterbum-
per.
Weergave waarschuwing afstand aan de
zijkant
Het scherm van het waarschuwingssysteem
voor de afstand aan de zijkant wordt alleen
weergegeven wanneer "Sound and Display"(beeld en geluid) wordt geselecteerd in het
deel met door de klant te programmeren
functies van het Uconnect systeem. Raad-
pleeg de paragraaf "Instellingen van
Uconnect" in het hoofdstuk "Multimedia" in
het instructieboekje voor meer informatie.
Het systeem waarschuwt de bestuurder met
een geluidssignaal en indien aanwezig met
visuele indicaties op het display van het in-
strumentenpaneel.
OPMERKING:
Indien ingeschakeld, zal ParkSense het vo-
lume van de radio verlagen wanneer het sys-
teem een geluidssignaal laat horen.
Inschakelen — uitschakelen
Het systeem kan alleen werken nadat u een
korte afstand hebt gereden en bij een rijsnel-
heid tussen 0 en 11 km/u (0 en 7 mph). Het
systeem kan worden ingeschakeld/
uitgeschakeld via het menu "Settings" (in-
stellingen) van het Uconnect systeem. Als
het ParkSense-systeem is uitgeschakeld via
de toets ParkSense, wordt het waarschu-
wingssysteem afstand aan de zijkant automa-
tisch uitgeschakeld.
189
Page 192 of 388

Melding in het display voor de waarschuwings-
functie voor afstand aan de zijkant:
"Wiper Sensors" (sensor ruitenwisser) — deze
melding wordt weergegeven als een van de
sensors van het waarschuwingssysteem voor
de afstand aan de zijkant een storing ver-
toont. Verwijder obstakels van de voor- en
achterbumper, maak ze vrij van sneeuw, ijs,
modder, stof en vuil om te zorgen dat het
ParkSense-systeem correct werkt.
"SDW not available" (SDW niet beschikbaar) —
deze melding wordt weergegeven als het waar-
schuwingssysteem voor de afstand aan de zij-
kant niet beschikbaar is. De storing in het sys-
teem kan het gevolg zijn van een te lage
accuspanning of andere storingen in het elek-
trisch systeem. Neem zo snel mogelijk contact
op met een erkende dealer om het elektrisch
systeem te laten controleren.
Rijden met aanhanger
De werking van de sensoren wordt automa-
tisch uitgeschakeld wanneer de elektrici-
teitsstekker van de aanhanger in de contact-
doos van de trekhaak van het voertuig wordt
gestoken. De sensoren worden automatisch
weer ingeschakeld wanneer de stekker van de
aanhangerkabel uit de contactdoos wordt ge-
haald.
Algemene waarschuwingen
Als de melding "PARKSENSE UNAVAILABLE
WIPE REAR SENSORS" (parkeerhulp niet
beschikbaar, achtersensoren reinigen) of
"PARKSENSE UNAVAILABLE WIPE FRONT
SENSORS" (parkeerhulp niet beschikbaar,
voorsensoren reinigen) verschijnt in het dis-
play van het instrumentenpaneel, reinigt u de
ParkSense sensoren met water, een schoon-
maakmiddel voor auto's en een zachte doek.
Gebruik geen ruwe of harde doeken. Maak de
sensoren voorzichtig schoon (niet hard druk-
ken of borstelen). Anders kunnen de senso-
ren beschadigd raken.
PARKSENSE ACTIEVE
PARKEERHULP
Actieve parkeerhulp ParkSense in- en
uitschakelen
Het actieve parkeerhulpsysteem ParkSense
kan worden in- en uitgeschakeld met de Park-
Sense schakelaar, die zich op het schakelpa-
neel onder het Uconnect scherm bevindt.
Schakelaar van actief
parkeerhulpsysteem ParkSense
STARTEN EN RIJDEN
190
Page 193 of 388

Het actieve parkeerhulpsysteem ParkSense
is bedoeld om de bestuurder te helpen bij
fileparkeren en insteekparkeren door een ge-
schikte parkeerplaats aan te wijzen,
hoorbare/visuele instructies te geven en het
stuurwiel te bedienen. Het actieve parkeer-
hulpsysteem ParkSense is een semi-
automatisch systeem, omdat de bestuurder
het gaspedaal, de schakelhendel en de rem-
men zelf moet bedienen. Afhankelijk van de
door de bestuurder gekozen parkeermanoeu-
vre, kan het actieve parkeerhulpsysteem
ParkSense insteekparkeren en fileparkeren
aan beide zijden (bestuurders- of passagiers-
zijde).
OPMERKING:
Het actieve parkeerhulpsysteem ParkSense
controleert automatisch standaard op voer-
tuigen aan de rechterzijde.Gebruik de rich-
tingaanwijzer naar links om te zoeken naar een
parkeerplaats aan de linkerzijde.
Raadpleeg het instructieboekje voor meer
informatie.WAARSCHUWING!
• Ga altijd voorzichtig te werk tijdens het
achteruitrijden, ook als u ParkSense ge-
bruikt. Controleer het gebied achter de
auto altijd zorgvuldig, kijk naar achteren
en wees bedacht op voetgangers, dieren,
andere voertuigen, obstakels en dode
hoeken, voordat u achteruitrijdt. U bent
verantwoordelijk voor de veiligheid en
dient uw aandacht voortdurend op de
omgeving te richten. Anders bestaat er
een risico op ernstig of zelfs dodelijk
letsel.
• Het wordt sterk aanbevolen de afneem-
bare trekhaak te verwijderen voordat u
ParkSense gaat gebruiken, wanneer u de
trekhaak niet nodig heeft. Als u dit niet
doet, kan persoonlijk letsel of schade
aan voertuigen ontstaan doordat de trek-
haakkogel zich veel dichter bij het obsta-
kel bevindt dan de achterkant van de
auto, wanneer via de luidspreker een
continue toon klinkt. Afhankelijk van de
afmetingen en vorm van de trekhaak is
het ook mogelijk dat de sensoren de
WAARSCHUWING!
trekhaak detecteren en abusievelijk aan-
geven dat er een obstakel achter de auto
aanwezig is.
LET OP!
• ParkSense is uitsluitend bedoeld als
hulpmiddel tijdens het parkeren en is
niet in staat ieder voorwerp, inclusief
kleine obstakels, waar te nemen. Stoep-
randen worden mogelijk tijdelijk of hele-
maal niet gedetecteerd. Op kleine af-
standen worden obstakels boven of
onder de sensoren niet gedetecteerd.
• Bij gebruik van ParkSense moet u lang-
zaam rijden, zodat u tijdig kunt stoppen
wanneer een obstakel wordt gedetec-
teerd. Het is raadzaam om over uw
schouder te kijken, ook wanneer u ge-
bruik maakt van ParkSense.
191
Page 221 of 388

Locatie Maxizekering Patroonzekering Minizekering Omschrijving
F22 – – 20 A geel — benzinemotor
15 A blauw — dieselmotorVermogensregelmodule mo-
tor
F23 – – 30 A groen Roosterverwarming ruit
F24 – – 15 A blauw Voeding elektronische een-
heid automatische trans-
missie
F30 – – 20 A geel (door klant te
kiezen, verplaatsen van
F18)12V aansluitcontact in ba-
gageruimte achter continu
op accu
F81 60 A blauw – – Bloeibougiemodule
F82 – 40 A groen – Verwarming dieselbrand-
stoffilter
F83 – 40 A groen – HVAC-ventilator
F84 – – 30 A groen Voeding aandrijving op alle
wielen
F87 – – 5 A geelbruin Schakelhendel automati-
sche transmissie
F88 – – 7,5 A bruin Verwarmde buitenspiegels
F89 – – 30 A groen Verwarmde achterruit
F90 – – 5 A geelbruin IBS-sensor (laadtoestand
van de accu)
Fxx – – 10 A rood Regelrelais dubbele accu
219
Page 223 of 388

Locatie Meszekering Omschrijving
F48 20 A geel Ruitmechanisme rechtsachter
F49 7,5 A bruinParkeersensoren, dode hoek, spanningsstabilisator, vochtigheidssensor,
zonnedak, elektronisch stuurslot, temperatuursensor, spiegel, stoelver-
warming, licht- en regensensor
F50 7,5 A bruin Regelaar voor vasthouden inzittende
F51 7,5 A bruinElektronische klimaatregeling, inzittendenclassificatie, achteruitrijca-
mera, klimaatregeling, koplamphoogteregeling, terreinselectie, achter-
ruitverwarming, gebruik van de trekhaak, voelbare indicatie rijstrook
verlaten
F53 7,5 A bruinContactschakelaarmodule zonder sleutel, elektrische parkeerrem, RF-
hub, instrumentenpaneel
F94 15 A blauwECC-blower (HVAC), lendesteun bestuurdersstoel, elektrische
aansluitingen
221
Page 381 of 388

Noodgevallen,
starten met startkabels........238
waarschuwingsknipperlichten. . . .206
Octaangetal, benzine
(brandstof)..........287, 288, 294
Olie, motor..................294
Omvormer, voeding..............66
Onderhoudsschema.........250, 254
Onderhoudsvrije accu............267
Onderhoud van de airconditioning. . . .268
Ontgrendeling, motorkap..........60
Ontwarringsprocedure, autogordel. . . .111
Ontwasemen..................53
Openen van de motorkap..........60
Opslag van het voertuig...........53
Oververhitting van de motor........241
ParkSense, parkeersensoren........190
ParkSense-systeem achter.........185
ParkSense-systeem, achter.....185, 188
ParkSense-systeem achter.....188, 195
ParkSense-systeem vóór..........188
ParkSense-systeem, vóór en achter . . .188
ParkSense-systeem vóór en achter. . . .188
Passagiersairbag uitschakelen AAN . . .119
Passagiersairbag uitschakelen UIT. . . .119Pechhulp,...................206
Peilstokken,
(motor)olie................267
Portierontgrendeling met
afstandsbediening
Alarm inschakelen............23
Alarm uitschakelen............23
Portier open................71, 72
Radiaalbanden................274
Radio,
voorkeurzenders......306, 312, 320
Radio Bediening...............306
Radioschermen............309, 318
Ramen,
elektrisch bediend............54
Ramen
Omhoog...................54
Omlaag...................54
Openen...................54
Sluiten...................54
Regeling afdaling...............92
Reinigen van glasoppervlakken......283
Reiniging,
ruitenwisserbladen...........269
Rembekrachtiging...............87
Remregelsysteem, elektronisch.......87Remsysteem.................270
Remsysteem,
handrem.................159
hoofdremcilinder............270
remvloeistofpeil controleren . .270, 295
Remvloeistof.................295
Reservebanden............278, 279
Reservewiel..................278
Richtingaanwijzers......37, 40, 81, 150
Rotatie, banden...............280
Rugleuning bestuurdersstoel kantelen . .27
Ruitensproeier,
achter.................41, 44
Ruitensproeiers..........41, 42, 267
Ruitensproeiers,
vloeistof.................267
Ruitensproeiers voorruit.....41, 42, 267
Ruitenwisserbladen.............269
Ruitenwissers, achter..........41, 44
Ruitenwisser/sproeier achterruit. . . .41, 44
Ruitenwissers vóór............41, 42
Ruitenwissers, wisbladen vervangen . . .269
Ruitenwissersysteem met
regensensor............41, 42, 43
Ruitontdooier.................149
379