onderhoud JEEP COMPASS 2018 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: JEEP, Model Year: 2018, Model line: COMPASS, Model: JEEP COMPASS 2018Pages: 388, PDF Size: 5.92 MB
Page 282 of 388

• Er worden geen andere bandenformaten
aanbevolen voor gebruik met een
sneeuwketting.
WAARSCHUWING!
Het gebruik van verschillende bandenma-
ten en -typen (M+S, winterbanden) tussen
de voor- en achteras kan leiden tot onvoor-
spelbaar weggedrag. U zou de macht over
het stuur kunnen verliezen en een aanrij-
ding kunnen veroorzaken.
LET OP!
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht om schade aan de auto of de
banden te voorkomen:
• Door de beperkte ruimte voor sneeuw-
kettingen tussen de banden en andere
onderdelen van de wielophanging, is het
belangrijk uitsluitend kettingen te ge-
bruiken die in goede staat verkeren. Ge-
broken sneeuwkettingen kunnen ern-
stige schade veroorzaken. Zet de auto
onmiddellijk stil als u een geluid hoort
dat zou kunnen wijzen op kettingbreuk.
LET OP!
Verwijder eerst de beschadigde onderde-
len van de ketting voordat u deze weer
gebruikt.
• Breng de ketting zo strak mogelijk aan
en trek hem opnieuw strak nadat u
0,8 km (0,5 mijl) hebt gereden.
• Rijd niet sneller dan 48 km/u (30 mph).
• Rijd voorzichtig en vermijd scherpe
bochten en oneffenheden, vooral als de
auto zwaar beladen is.
• Rijd niet langdurig op een droog wegdek.
• Houd u aan de instructies van de fabri-
kant van de sneeuwketting voor de juiste
wijze van installatie, de rijsnelheid en de
gebruiksvoorwaarden. Houd u aan de
rijsnelheid die de fabrikant van de
sneeuwkettingen aanbeveelt, mits deze
lager is dan 48 km/u (30 mph).
• Gebruik geen sneeuwkettingen op een
compact reservewiel.
Aanbevelingen voor het rouleren van
banden
De voorbanden en de achterbanden van uw
voertuig werken onder verschillende belastin-
gen en vervullen verschillende stuur-,
stabiliteits- en remfuncties. Hierdoor slijten
de voor- en achterbanden onevenredig.
Dit effect kunt u verminderen door de banden
onderling te rouleren. De voordelen van rou-
leren zijn het grootst bij grove profielen, zoals
het profiel van terreinbanden. Rouleren zorgt
voor een langere levensduur van de banden
en geeft langere tijd goede grip in modder,
sneeuw en op een nat wegdek. Bovendien
draagt rouleren bij aan de rijeigenschappen.
Raadpleeg het hoofdstuk "Onderhouds-
schema" voor de juiste onderhouds-
intervallen. De oorzaken van snelle of onge-
wone slijtage moeten verholpen worden
voordat u de banden rouleert.
De aanbevolen roulatiemethode voor voor-
wielaandrijving (FWD) is kruislings naar vo-
ren, zoals in de volgende afbeelding is weer-
SERVICE EN ONDERHOUD
280
Page 284 of 388

• Verwijder vetvlekken met Mopar Multi-
Purpose Cleaner en een schone, vochtige
doek. Verwijder zeepresten met een andere
vochtige doek.
• Gebruik geen bijtende oplosmiddelen of
enige andere vorm van bescherming op
vlekwerende producten.
Verzorging van veiligheidsgordels
Bleek of verf de gordels nooit en reinig ze niet
met chemische oplosmiddelen of schurende
reinigingsmiddelen. De gordelband kan hier-
door worden aangetast. Ook zonnestraling
kan de stof aantasten.
Als u de gordels moet reinigen, gebruik dan
een lauw sopje van zachte zeep. Verwijder de
gordels niet uit de auto om ze te wassen.
Drogen met een zachte doek.
Laat de gordels vervangen wanneer ze rafels
of slijtplekken vertonen of wanneer de gesp-
sluitingen niet goed functioneren.
WAARSCHUWING!
Een gerafelde of verdraaide gordel kan bij
een aanrijding scheuren, waardoor u niet
langer beschermd bent. Controleer de vei-
ligheidsgordels van tijd tot tijd op scheu-
ren, rafels en losse delen. Laat bescha-
digde onderdelen onmiddellijk vervangen.
Probeer niet zelf de gordels aan te passen
of uit elkaar te halen. Gordelsystemen
moeten na een aanrijding direct worden
vervangen als ze zijn beschadigd (oprol-
mechanisme verbogen, scheuren in de
gordel, enz.).
Kunststof- en gelakte onderdelen
Gebruik Mopar Total Clean om vinylbekleding
te reinigen.
LET OP!
• Direct contact van luchtverfrissers, in-
sectenwerende middelen, zonnecrème
of handcrème met de kunststofopper-
vlakken, of gelakte of gedecoreerde op-
pervlakken in het interieur kan blijvende
LET OP!
schade veroorzaken. Veeg deze onmid-
dellijk af.
• Schade veroorzaakt door dit type pro-
ducten wordt mogelijk niet gedekt door
de standaardgarantie van een nieuw
voertuig.
Kunststoflenzen van instrumentengroep
reinigen
De lenzen voor de instrumenten in deze auto
zijn gemaakt van doorzichtige kunststof.
Wees bij het reinigen van deze lenzen extra
voorzichtig om krassen te voorkomen.
1. Reinig met een vochtige, zachte doek.
Eventueel kan een zachte zeepoplossing
worden gebruikt, maar gebruik in geen
geval reinigingsalcohol of bijtende of
schurende reinigingsmiddelen. Verwijder
de zeep met een schone, vochtige doek.
2. Drogen met een zachte doek.
SERVICE EN ONDERHOUD
282
Page 285 of 388

Lederen onderdelen
De kwaliteit van lederen bekleding blijft het
best behouden door deze te reinigen met een
zachte, vochtige doek. Stofdeeltjes of vuil
kunnen een schurend effect hebben en de
lederen bekleding beschadigen. Verwijder
deze daarom direct met een vochtige doek.
Voorkom dat lederen bekleding wordt door-
drenkt met welke vloeistof dan ook. Reinig uw
lederen bekleding nooit met polish, olie, rei-
nigingsvloeistoffen, oplosmiddelen, afwas-
middelen of schoonmaakmiddelen op ammo-
niakbasis. Het gebruik van speciale
onderhoudsmiddelen voor leder is niet vereist
om de originele kwaliteit te behouden.OPMERKING:
Lichtgekleurde lederen bekleding is besmet-
telijker voor vreemd materiaal, vuil en afge-
ven van weefselkleurstof dan donkere kleu-
ren. Het leer is ontworpen voor eenvoudige
reiniging.
LET OP!
Gebruik geen alcohol en reinigingsmidde-
len op basis van alcohol of keton om lede-
ren stoelbekleding te reinigen omdat der-
gelijke middelen de stoel kunnen
beschadigen.
Ruitoppervlakken
Alle ruiten behoren regelmatig met een nor-
male glasreiniger te worden gereinigd. Ge-
bruik nooit schurende reinigingsmiddelen.
Wees voorzichtig bij het reinigen van de bin-
nenkant van de achterruit, die is voorzien van
achterruitverwarming of ruiten die zijn voor-
zien van een radioantenne. Gebruik geen
schrapers of andere scherpe voorwerpen die
de elementen kunnen beschadigen.
Wanneer u de binnenspiegel schoonmaakt,
moet u reinigingsmiddel op de gebruikte
doek spuiten. Spuit de reinigingsvloeistof
niet rechtstreeks op de spiegel.
283
Page 290 of 388

Licht pingelen bij lage motortoerentallen is
niet schadelijk voor de motor. Aanhoudend
ernstig pingelen bij hoge motortoerentallen
kan echter schade veroorzaken en vereist on-
middellijk onderhoud. Benzine van slechte
kwaliteit kan problemen veroorzaken, zoals
slecht starten, afslaan en haperen van de mo-
tor. Als u last heeft van dergelijke storingen,
probeer dan eerst een ander merk benzine
voordat u contact opneemt met uw dealer.
Benzine van slechte kwaliteit kan problemen
veroorzaken, zoals slecht starten, afslaan en
haperen van de motor. Als u last heeft van
dergelijke storingen, probeer dan eerst een
ander merk benzine voordat u contact op-
neemt met uw dealer.
2.4-liter benzinemotor
Deze motor is ontworpen om te voldoen aan
alle emissie-eisen en een laag brandstofver-
bruik en optimale rijeigenschappen te bieden
wanneer u hoogwaardige loodvrije benzine
met een minimum octaangetal (RON) van
91 gebruikt.
Licht pingelen bij lage motortoerentallen is
niet schadelijk voor de motor. Aanhoudend
ernstig pingelen bij hoge motortoerentallen
kan echter schade veroorzaken en vereist on-
middellijk onderhoud. Benzine van slechte
kwaliteit kan problemen veroorzaken, zoals
slecht starten, afslaan en haperen van de mo-
tor. Als u last heeft van dergelijke storingen,
probeer dan eerst een ander merk benzine
voordat u contact opneemt met uw dealer.
Benzine van slechte kwaliteit kan problemen
veroorzaken, zoals slecht starten, afslaan en
haperen van de motor. Als u last heeft van
dergelijke storingen, probeer dan eerst een
ander merk benzine voordat u contact op-
neemt met uw dealer.
Ethanol
De fabrikant raadt het gebruik van brandstof-
fen aan die niet meer dan 10% ethanol
bevatten. Wanneer u brandstof tankt bij een
benzinestation van een bekend merk beperkt
u de kans dat deze limiet van 10% wordt
overschreden of dat u brandstof tankt met
abnormale eigenschappen.
LET OP!
Het gebruik van brandstof met een etha-
nolgehalte van meer dan 10% kan motor-
defecten, start- en rijproblemen, en aan-
tasting van materialen veroorzaken. Deze
nadelige werking kan blijvende schade
aan uw auto tot gevolg hebben.
Brandstofadditieven
Onzorgvuldig gebruik van reinigingsmiddelen
voor het brandstofsysteem word afgeraden.
Veel van deze stoffen zijn bedoeld voor het
verwijderen van koolstof en glazuur en bevat-
ten vaak actieve oplosmiddelen of soortge-
lijke ingrediënten. Deze middelen kunnen
schade toebrengen aan pakkingen en mem-
branen in het brandstofsysteem.
TECHNISCHE SPECIFICATIES
288
Page 292 of 388

BrandstoflabelsBetekenis
Dieselbrandstof met maximaal 7% (V/V) vetzuurmethylesters (FAME), brandstof conformEN590.
Dieselbrandstof met maximaal 10% (V/V) vetzuurmethylesters (FAME), brandstof conformEN16734.
Aandachtspunten brandstofsysteem
LET OP!
Volg deze richtlijnen om de prestaties van
uw voertuig te handhaven:
• Het gebruik van loodhoudende benzine
is wettelijk verboden. Loodhoudende
benzine kan de motorprestaties nadelig
beïnvloeden en het emissieregelsysteem
beschadigen.
• Een pingelende motor of bepaalde pro-
blemen met het brandstof- of ontste-
kingssysteem kunnen oververhitting van
de katalysator veroorzaken. Als u een
LET OP!
prikkelende brandgeur of enige rook
waarneemt, is het mogelijk dat de motor
niet is afgestemd of slecht werkt en is
mogelijk onmiddellijke reparatie vereist.
Neem contact op met een erkende dea-
ler voor onderhoud.
• Het gebruik van brandstofadditieven die
momenteel worden aangeprezen als oc-
taanverhogers wordt niet aangeraden.
De meerderheid van deze producten be-
vat hoge concentraties methanol.
Schade aan het brandstofsysteem of
problemen met voertuigprestaties die
LET OP!
veroorzaakt worden door het gebruik van
dergelijke brandstoffen of additieven
vallen buiten de verantwoordelijkheid
van de fabrikant en worden mogelijk niet
gedekt door de standaardgarantie of
kunnen leiden tot het vervallen van deze
garantie.
OPMERKING:
Opzettelijk manipuleren van het emissiere-
gelsysteem is strafbaar en kan leiden tot
strafrechtelijke vervolging.TECHNISCHE SPECIFICATIES
290
Page 293 of 388

Koolmonoxidewaarschuwingen
WAARSCHUWING!
Koolmonoxide (CO) in uitlaatgassen is do-
delijk. Volg de onderstaande voorschriften
om koolmonoxidevergiftiging te voorko-
men:
• Adem nooit uitlaatgassen in. Deze be-
vatten namelijk koolmonoxide, een
kleurloos en reukloos gas dat dodelijk
kan zijn. Laat de motor nooit in een
gesloten ruimte, zoals een garage,
draaien en blijf nooit lange tijd in een
stilstaande auto met draaiende motor
zitten. Wanneer de auto langere tijd met
draaiende motor buiten stilstaat, stel uw
ventilatiesysteem dan zodanig in dat
buitenlucht naar binnen wordt geblazen.
• Regelmatig onderhoud is een prima be-
scherming tegen koolmonoxide. Laat het
uitlaatsysteem altijd controleren wan-
neer de auto op een hefbrug wordt gezet.
Laat defecten direct repareren. Rijd tot
na de reparatie altijd met de ramen vol-
ledig geopend.
BRANDSTOFVEREISTEN —
DIESELMOTOR
Dieselmotor
Tank diesel van goede kwaliteit bij een benzi-
nestation van een bekend merk. Als de buiten-
temperatuur zeer laag is, wordt de dieselbrand-
stof dikker als gevolg van de vorming van
paraffineklonten, waardoor het brandstoftoe-
voersysteem niet goed werkt.
Om dergelijke problemen te voorkomen, zijn
meerdere soorten brandstof verkrijgbaar afhan-
kelijk van het seizoen: zomer-, winter- en pool-
typen (koude/bergachtige gebieden). Als die-
selbrandstof wordt getankt waarvan de
eigenschappen niet geschikt zijn voor de ge-
bruikstemperatuur, raden wij u aan een ge-
schikt additief aan de brandstof toe te voegen.
Schenk het additief vóór het tanken van brand-
stof in de tank, met de hoeveelheid die wordt
vermeld op de fles.
Wanneer u het voertuig gedurende een lange
tijd gebruikt of parkeert in de bergen of koude
gebieden, raden wij u aan lokaal verkrijgbarebrandstof bij te vullen. In dat geval raden wij
u tevens aan de brandstoftank meer dan voor
de helft vol te houden.
Gebruik voor deze auto uitsluitend hoogwaar-
dige diesel welke voldoet aan de richtlijnen van
EN 590. Ook biodieselmengsels tot 7% welke
voldoen aan EN 590 mogen worden gebruikt.
WAARSCHUWING!
Meng de brandstof niet met alcohol of
benzine. Deze stoffen kunnen onstabiel
zijn onder bepaalde omstandigheden en
gevaarlijk of explosief wanneer ze worden
gemengd met dieselbrandstof.
Dieselbrandstof bevat vrijwel altijd een kleine
hoeveelheid water. Om problemen met het
brandstofsysteem te voorkomen, dient het wa-
ter dat is verzameld in de waterafscheider, te
worden afgetapt. Als u hoogwaardige brandstof
gebruikt en het bovenstaande advies bij koud
weer opvolgt, zijn er geen brandstofadditieven
voor de auto nodig. Een "premium" diesel-
brandstof met een hoog cetaangetal (indien
verkrijgbaar) kan het koud starten en warm-
draaien verbeteren.
291
Page 301 of 388

MULTIMEDIA
CYBERVEILIGHEID..........301
TIPS BEDIENINGSELEMENTEN
EN ALGEMENE INFORMATIE . . .302
Stuurbedieningselementen
geluidsinstallatie..............302
Ontvangstkwaliteit..............302
Verzorging en onderhoud..........303
Beveiliging tegen diefstal.........303
UCONNECT 3 SYSTEEM MET
5–INCH DISPLAY — INDIEN AAN-
WEZIG...................304
Overzicht Uconnect 3 met 5-inch
display.....................304
Klok instellen................305
Audio-instelling...............305
Bediening van de radio...........306
Bediening USB/Audio-aansluiting
(AUX) /Bluetooth..............306
Gesproken tekstberichten beantwoorden
(niet compatibel met iPhone)......308
Apps — indien aanwezig..........309
UCONNECT 4 MET 7-INCH
DISPLAY..................309
Overzicht Uconnect 4...........309
Menubalk slepen en neerzetten......311
Radio.....................312
Mediahub — USB-/Audio-aansluiting
(AUX) — indien aanwezig.........313
Android Auto — indien aanwezig.....315
Integratie Apple CarPlay — indien
aanwezig...................317
Apps — indien aanwezig..........317
UCONNECT 4C/4C NAV MET
8,4-INCH DISPLAY...........318
Overzicht Uconnect 4/4C NAV......318
Menubalk slepen en neerzetten......319
Radio.....................320
Mediahub — USB-/Audio-aansluiting
(AUX) — indien aanwezig.........321
Android Auto — indien aanwezig.....323
Integratie Apple CarPlay — indien
aanwezig...................327
Apps — indien aanwezig..........329
Jeep Skills..................329
INSTELLINGEN VAN
UCONNECT................329
NAVIGATIESYSTEEM — INDIEN
AANWEZIG................330
Volume van gesproken aanwijzingen van
het navigatiesysteem wijzigen.......330
Nuttige plaatsen vinden..........332
Een locatie vinden door de naam in te
voeren.....................332
Gesproken bestemming invoeren
in één stap..................332
Uw thuisadres instellen..........332
Home.....................333
Een tussenstop invoegen..........334
Een omleiding volgen............334
Kaartupdate.................334
UCONNECT PHONE.........335
Uconnect Phone (Handsfree bellen met
Bluetooth)..................335
Uw mobiele telefoon koppelen
(draadloos verbinden) met het
Uconnect-systeem.............338
MULTIMEDIA
299
Page 305 of 388

Verzorging en onderhoud
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in
acht om te verzekeren dat het systeem volle-
dig operationeel is:
• De lens mag niet in contact komen met
scherpe of harde objecten die het oppervlak
van de lens kunnen beschadigen; gebruik
een zachte, droge antistatische doek om de
lens schoon te maken en oefen geen druk
uit op de doek.
• Gebruik nooit alcohol, benzine of derivaten
om de lens schoon te maken.
• Voorkom dat vloeistof het systeem binnen-
dringt; hierdoor kan het onherstelbaar wor-
den beschadigd.
Beveiliging tegen diefstal
Het systeem is uitgerust met een antidiefstal-
systeem dat is gebaseerd op informatie-
uitwisseling met de elektronische regeleen-
heid (carrosseriecomputer) van het voertuig.
Dit garandeert een maximale veiligheid en
voorkomt dat de geheime code wordt inge-
voerd nadat de voeding is losgekoppeld.Als de controle een juist resultaat geeft, zal
het systeem in werking treden; als de verge-
lijkingscodes echter niet overeenkomen of als
de elektronische regeleenheid (carrosserie-
computer) is vervangen, wordt de gebruiker
gevraagd de geheime code in te voeren.
Neem contact op met een erkende dealer
voor meer informatie.
303
Page 360 of 388

WANNEER U ASSISTENTIE
NODIG HEBT
De importeurs van de fabrikant willen dat u
volkomen tevreden bent over hun producten en
diensten. Indien zich problemen met het on-
derhoud of andere zaken zich voordoen, raden
wij u aan de volgende stappen te nemen:
Bespreek het probleem bij de erkende dealer
met de directeur of de service manager. Ma-
nagementpersoneel van de erkende dealer is
het best in staat om het probleem op te
lossen.
Wanneer u contact opneemt met de impor-
teur, lever deze dan de volgende informatie:
• Uw naam, adres en telefoonnummer.
• Chassisnummer (VIN, dit nummer van
17 cijfers bevindt zich op een label aan de
linkervoorhoek van het instrumentenpaneel
en is van buitenaf door de voorruit zicht-
baar. Het staat ook op het kentekenbewijs
vermeld.)• Erkende dealer die de auto heeft verkocht
en hem in onderhoud heeft.
• Afleverdatum en huidige kilometerstand.
• Onderhoudshistorie van uw auto.
• Een nauwkeurige beschrijving van het pro-
bleem en de omstandigheden waaronder
het zich voordoet.KLANTENSERVICE
358
Page 377 of 388

Aanhangergewicht..............201
Aanhangwagen trekken...........199
Aansluiting voor randapparatuur......64
Aanvullend veiligheidssysteem -
Airbag...................117
ABS, waarschuwingslampje......73, 77
Accessoires..................297
Mopar...................297
Accu...................71, 267
Accu,
laadsysteemlampje...........71
Achterbank, neerklapbaar..........27
Achterklep...................61
Achterligger..................96
Achterruitwisser/-sproeier.......41, 44
Achteruitrijcamera.............195
Achteruitrijden................195
Activeringssysteem (alarmsysteem)....22
Adaptieve cruisecontrol (ACC)
Aan .................181, 182
Uit .................181, 182
Adaptieve cruisecontrol (ACC)
(cruisecontrol)..............181
aan.....................183
uit .....................183Additieven, brandstof............288
Afstandsbediening,
startsysteem...............22
Afstellen, koplampen.............41
Airbag.....................117
Airbagwaarschuwingslampje.....115
Airbag,
als een airbag wordt opgeblazen . . .128
Airbag
Event Data Recorder (EDR)......248
Airbag,
kniebescherming............124
onderhoud................131
onderhoud van uw airbagsysteem . .131
Airbag
Redundant waarschuwingslampje
airbag..................117
Airbag,
uitgebreide ongelukkenrespons. . . .129
Airbag
Versnelde ongevalreactie........248
Vervoer van huisdieren.........147
Werking airbag.............
.118
Zijairbags.................124
Airbag Lampje..........69, 115, 149Airco, filter...............54, 269
Airco, koelmiddel..............268
Aircosysteem..............52, 268
Airco, tips voor gebruik...........53
Alarm
Het systeem inschakelen........23
Het systeem uitschakelen........23
Alarm (beveiliging)...........22, 73
Alarmknipperlichten............206
Alarmsysteem...............22, 73
Alarm inschakelen............23
Alarm uitschakelen............23
Alarmsysteem (beveiliging).........22
Antiblokkeersysteem (ABS).........86
Anti-ongevalsysteem FCW
(Forward Collision Warning).......98
Antivries (motorkoelvloeistof).......293
Asolie.....................295
assistentie..................206
Assmering..................295
Audio-aansluiting...........313, 321
Audiosystemen (radio)...........306
Automatische koplampen..........39
Automatische portiervergrendelingen . . .27
INDEX
375