climate control JEEP COMPASS 2018 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: JEEP, Model Year: 2018, Model line: COMPASS, Model: JEEP COMPASS 2018Pages: 388, PDF Size: 5.92 MB
Page 32 of 388

U kunt het oproepen annuleren door tijdens
het oproepen op één van de geheugentoetsen
(S, 1 of 2) te drukken. Als het oproepen wordt
geannuleerd, stopt de beweging van de be-
stuurdersstoel. Na een vertraging van één
seconde kunt u een nieuwe geheugenpositie
oproepen.
Easy Entry/Exit
Deze functie verstelt automatisch de be-
stuurdersstoel, zodat de bestuurder gemak-
kelijker kan in- en uitstappen.
De afstand waarover de bestuurdersstoel zich
beweegt, is afhankelijk van de positie van de
stoel op het moment dat u de contactschake-
laar in de stand OFF zet.
• Als u de contactschakelaar in de stand OFF
zet, beweegt de bestuurdersstoel ongeveer
60 mm (2,4 inch) naar achteren wanneer
de stoel zich 67,7 mm (2,7 inch) of meer
vóór de achterste stand bevindt. De stoel
keert terug naar de ingestelde positie zodra
u de contactschakelaar in de stand ACC of
RUN zet.• De functie Easy Entry/Easy Exit is uitge-
schakeld wanneer de bestuurdersstoel zich
op minder dan 22,7 mm (0,9 inch) vóór de
achterste stop bevindt. Bij deze positie
heeft het voor de bestuurder geen zin om de
stoel te verplaatsen voor gemakkelijk in- en
uitstappen.
Elke opgeslagen geheugeninstelling heeft
een bijbehorende positie voor Easy Entry en
Easy Exit.
OPMERKING:
De functie Easy Entry/Easy Exit is af-fabriek
niet ingeschakeld. De Easy Entry/Exit-functie
kan worden ingeschakeld (of later worden
uitgeschakeld) met de programmeerbare
functies van het Uconnect systeem. Raad-
pleeg de paragraaf "Instellingen van
Uconnect/Door de klant te programmeren
functies" in het hoofdstuk "Multimedia" in de
gebruikershandleiding voor meer informatie.
Stoelverwarming voor — indien aanwezig
De schermtoetsen voor de stoelverwarming
vóór bevinden zich in het Uconnect systeem.
U vindt de bedieningstoetsen via het scherm
"Climate” (klimaat) of "Controls" (bedie-
ningselementen).
• Kies éénmaal de schermtoets stoelverwar-
ming
om de HI-instelling in te schake-
len.
• Kies tweemaal de schermtoets stoelverwar-
ming
om de LO-instelling in te schake-
len.
• Kies driemaal de schermtoets stoelverwar-
ming
om de verwarmingselementen uit
te schakelen.
Als uw voertuig is uitgerust met automatische
temperatuurregeling met een geïntegreerd
centraal deel, of handmatige temperatuurre-
geling, vindt u de schakelaars voor stoelver-
warming in de rij schakelaars onder het ra-
dioscherm.
Als de hoge stand (HI) is geselecteerd, scha-
kelt het systeem na ongeveer 60 minuten
continue werking automatisch naar de lage
stand (LO). Op dat moment verandert het
UW VOERTUIG LEREN KENNEN
30
Page 33 of 388

display van HI (hoge stand) in LO (lage
stand). De lage stand (LO) wordt na ongeveer
45 minuten automatisch uitgeschakeld.
OPMERKING:
De stoelverwarming werkt uitsluitend wan-
neer de motor draait.
Voertuigen met starten op afstand — indien
aanwezig
Bij uitvoeringen met een op afstand bediend
startsysteem kunt u programmeren dat de
stoelventilatie wordt ingeschakeld tijdens het
starten op afstand.
Deze functie kan worden geprogrammeerd
via het Uconnect systeem. Raadpleeg de pa-
ragraaf "Instellingen van Uconnect" in het
hoofdstuk "Multimedia" in het instructie-
boekje voor meer informatie.
WAARSCHUWING!
• Personen die geen pijn op de huid kun-
nen voelen als gevolg van ouderdom,
chronische ziekte, diabetes, rugletsel,
medicatie, alcoholgebruik, uitputting of
een andere lichamelijke conditie, moe-
WAARSCHUWING!
ten voorzichtig zijn bij het gebruik van
de stoelverwarming. Deze kan zelfs bij
lage temperaturen brandwonden veroor-
zaken, met name als de verwarming
langdurig wordt gebruikt.
• Plaats geen voorwerpen op de zitting of
de rugleuning die warmte-isolerend wer-
ken, zoals een deken of kussen. Hierdoor
kan de stoelverwarming oververhit ra-
ken. Een oververhitte stoel kan leiden tot
ernstige brandwonden als gevolg van de
verhoogde oppervlaktetemperatuur van
de zitting.
Stoelventilatie voor — indien aanwezig
Als uw voertuig is uitgerust met stoelventila-
tie, bevinden zich in de stoelzitting en de
rugleuning ventilatoren die lucht uit het pas-
sagierscompartiment door kleine perforaties
in de stoelbekleding blazen, ter verkoeling
van de bestuurder en voorpassagier bij hoge
omgevingstemperaturen. De ventilatoren
werken bij twee snelheden, HI (hoge snel-
heid) en LO (lage snelheid).De schermtoetsen voor de stoelventilatie vóór
bevinden zich in het Uconnect systeem. U
vindt de bedieningstoetsen via het scherm
"Climate” (klimaat) of "Controls" (bedienings-
elementen).
• Druk eenmaal op de toets van de stoelven-
tilatie
om HI (hoge stand) te kiezen.
• Druk een tweede keer op de toets van de
stoelventilatie
om LO (lage stand) te
kiezen.
• Druk een derde keer op de toets van de
stoelventilatie
om de stoelventilatie
UIT te schakelen.
OPMERKING:
De stoelventilatie werkt uitsluitend wanneer
de motor draait.
Voertuigen met starten op afstand — indien
aanwezig
Bij uitvoeringen met een op afstand bediend
startsysteem kunt u programmeren dat de
stoelventilatie wordt ingeschakeld tijdens het
starten op afstand.
31