warning JEEP COMPASS 2018 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: JEEP, Model Year: 2018, Model line: COMPASS, Model: JEEP COMPASS 2018Pages: 388, PDF Size: 5.92 MB
Page 77 of 388

— Motorcontrole/storingslampje
Het motorcontrole/storingslampje maakt deel
uit van het boorddiagnosesysteem (OBD II)
dat de regeling van de motor en de automa-
tische versnellingsbak controleert. Het
lampje gaat branden als de contactschake-
laar in de stand ON/RUN wordt gezet, voordat
de motor start. Als het lampje niet gaat bran-
den wanneer u de contactschakelaar van OFF
naar ON/RUN draait, laat uw voertuig dan
direct controleren op storingen.
Door sommige omstandigheden, zoals een
losse of afwezige brandstofvuldop, slechte
brandstofkwaliteit e.d., kan na het aanslaan
van de motor het storingslampje gaan bran-
den. De auto moet worden afgeleverd voor
onderhoud als het lampje aanblijft tijdens
een paar ritten zoals die voor u gebruikelijk
zijn. In de meeste gevallen kan dan normaal
met de auto worden gereden en is slepen niet
noodzakelijk.
Bij een draaiende motor kan het storingsindi-
catielampje gaan knipperen als er sprake is
van ernstige storingen die ertoe kunnen lei-
den dat het motorvermogen onmiddellijkwegvalt of dat de katalysator ernstig bescha-
digd raakt. Als dit gebeurt, moet de auto zo
snel mogelijk voor onderhoud worden
aangeboden.
WAARSCHUWING!
Een niet goed werkende katalysator, zoals
hierboven beschreven, kan warmer worden
dan een katalysator die wel goed werkt.
Hierdoor kan brand ontstaan als u lang-
zaam rijdt of de auto op brandbaar mate-
riaal parkeert, zoals droge planten, hout,
karton enz. Dit ernstig of zelfs dodelijk
letsel tot gevolg hebben voor de bestuur-
der, de passagiers of anderen.
LET OP!
Als u lange tijd blijft rijden met een bran-
dend storingslampje, kan het voertuigre-
gelsysteem beschadigd raken. Het kan ook
van invloed zijn op het brandstofverbruik
en het rijgedrag. Als het lampje knippert,
zal de katalysator vrij snel ernstig defect
raken en zal het motorvermogen afnemen.
Raadpleeg dan onmiddellijk uw dealer.
— Waarschuwingslampje onderhoud
adaptieve cruisecontrol — indien aanwezig
Dit lampje gaat branden wanneer de ACC niet
werkt en onderhoud nodig heeft. Raadpleeg
de paragraaf "Adaptieve cruisecontrol (ACC)"
in het hoofdstuk "Starten en rijden" voor meer
informatie.
SERV4WD— Waarschuwingslampje service
4WD — indien aanwezig
Als het lampje blijft branden of tijdens het
rijden gaat branden, duidt dit erop dat de
vierwielaandrijving niet correct werkt en moet
worden nagekeken. Wij raden u aan naar het
dichtstbijzijnde service center te rijden en de
auto onmiddellijk te laten repareren.
— Lampje Service Forward Collision
Warning (FCW) — indien aanwezig
Dit lampje gaat branden om aan te geven dat
er een storing aanwezig is in het Forward
Collision Warning-systeem. Neem contact op
met uw erkende dealer voor service. Raad-
pleeg de paragraaf "Forward Collision War-
ning (FCW)" in het hoofdstuk "Veiligheid" voor
meer informatie.
75
Page 81 of 388

— Controlelampje Forward Collision
— indien aanwezig
Deze indicator gaat branden om u te waar-
schuwen voor een mogelijke aanrijding met
een voertuig vóór u.
Controlelampje Forward Collision War-
ning uit — indien aanwezig
Dit lampje geeft aan dat Forward Collision
Warning is uitgeschakeld.
— Controlelampje laag niveau Diesel
Exhaust Fluid (DEF) — indien aanwezig
Het controlelampje laag niveau Diesel Ex-
haust Fluid (DEF) gaat branden wanneer er
weinig Diesel Exhaust Fluid (DEF) in de auto
aanwezig is. Raadpleeg "Starten en rijden"
voor meer informatie hierover.
— Controlelampje mistlampen achter
— indien aanwezig
Dit lampje gaat branden wanneer de mistach-
terlichten zijn ingeschakeld.
— Controlelampje water in brandstof
— indien aanwezig
De indicator "Water in brandstof dieselmotor"
brandt als water wordt gedetecteerd in de
brandstoffilters. Als dit lampje blijft branden,
mag u de auto NIET starten voordat u het
water uit de brandstoffilters hebt afgetapt om
schade aan de motor te voorkomen.
— Lampje Wacht met starten —
indien aanwezig
De indicator "Wachten met starten" brandt
ongeveer twee seconden als u de contact-
schakelaar in de stand RUN zet. Dit kan
langer duren gebaseerd op koudere bedrijfs-
omstandigheden. Auto zal niet starten zolang
de indicator wordt weergegeven. Raadpleeg
de paragraaf "De motor starten" in het hoofd-
stuk "Starten en rijden" voor meer informatie
hierover.
OPMERKING:
Het controlelampje "Wachten met starten"
brandt mogelijk niet als de temperatuur in
het inlaatspruitstuk hoog genoeg is.
Witte controlelampjes
— Controlelampje cruisecontrol ge-
reed
Dit lampje gaat branden wanneer de cruise-
control gereed is, maar niet is ingesteld.
— Controlelampje LaneSense (rij-
strookdetectie) — indien aanwezig
Wanneer de rijstrookdetectie is ingeschakeld,
maar niet is geactiveerd, brandt het controle-
lampje van de rijstrookdetectie continu wit.
Dit gebeurt wanneer alleen de linker, rechter
of geen van beide rijstrookmarkeringen wordt
gedetecteerd. Wanneer slechts één rijstrook-
markering wordt gedetecteerd, is het systeem
gereed voor het geven van visuele waarschu-
wingen wanneer onbedoeld de rijstrook wordt
verlaten.
Raadpleeg de paragraaf "Rijstrookdetectie —
indien aanwezig" in het hoofdstuk "Starten en
rijden" voor meer informatie.
79
Page 87 of 388

VEILIGHEID
VEILIGHEIDSVOORZIENINGEN . .86
Antiblokkeersysteem (ABS).........86
Elektronisch remregelsysteem.......87
ONDERSTEUNENDE RIJSYSTE-
MEN......................96
Dodehoekbewaking..............96
Forward Collision Warning (FCW).....98
Bandenspanningscontrolesysteem....99
VEILIGHEIDSSYSTEMEN VOOR
INZITTENDEN..............106
Beveiligingssystemen voor inzittenden. .106
Belangrijke veiligheidsmaatregelen . . .106
Veiligheidsgordelsystemen........107
Aanvullend veiligheidssysteem (SRS) . .115
Kinderzitjes — Kinderen veilig
vervoeren...................132Vervoer van huisdieren...........147VEILIGHEIDSTIPS...........148
Passagiers vervoeren............148
Uitlaatgas...................148
Aanbevolen veiligheidscontroles
in de auto..................148
Veiligheidscontroles buiten de auto . . .150
VEILIGHEID
85
Page 100 of 388

Wanneer het systeem echter in RCP-modus
werkt, zal zowel een visuele als geluidswaar-
schuwing worden gegeven wanneer een object
wordt gedetecteerd. Wanneer een geluidssig-
naal moet worden gegeven, wordt ook de radio
gedempt. Signaalstatus richtingaanwijzers/
waarschuwingsknipperlicht wordt genegeerd;
de RCP-status vereist altijd het geluidssignaal.
Dodehoekwaarschuwing uit
Als de dodehoekbewaking is uitgeschakeld,
worden er geen visuele of geluidssignalen
weergegeven door het dodehoekbewakings-
of RCP-systeem.
OPMERKING:
De dodehoekbewaking slaat de huidige be-
drijfsmodus op wanneer de contactschake-
laar wordt uitgezet. Tijdens het starten van de
auto wordt de laatst opgeslagen modus opge-
roepen en geactiveerd.
Forward Collision Warning (FCW)
Het systeem Forward Collision Warning
(FCW) met risicobeperking geeft de bestuur-
der hoorbare signalen en visuele waarschu-
wingen (op het display in de instrumenten-
groep), en kan een remschok toepassen omde bestuurder te waarschuwen wanneer het
een mogelijke frontale botsing detecteert. De
waarschuwingen en beperkte remwerking
zijn bedoeld om de bestuurder voldoende tijd
te geven om te reageren, een mogelijke bot-
sing te voorkomen of te beperken.
OPMERKING:
FCW bewaakt de informatie vanaf de naar
voren gerichte sensoren en vanaf de elektro-
nische remregeling (EBC), om de waarschijn-
lijkheid te berekenen dat er zich een frontale
botsing voordoet. Wanneer het systeem con-
stateert dat een frontale botsing waarschijn-
lijk is, zal de bestuurder geluidssignalen en
visuele waarschuwingen ontvangen, en kan
het systeem een remschok als waarschuwing
toepassen.
FCW in- of uitschakelen
Het instellingenmenu voor Forward Collision
bevindt zich in het menu instellingen van
Uconnect. Er zijn drie instellingen waaruit u
kunt kiezen:
• Off (uit)
• Alleen waarschuwing
• Waarschuwing + remmenOPMERKING:
• De standaard status van FCW is "Aan",
hiermee kan het systeem u waarschuwen
voor een mogelijke aanrijding met het voor-
liggende voertuig.
• Door de FCW-status te wijzigen in "OFF"
(uit) waarschuwt het systeem u niet langer
voor een mogelijke aanrijding met het voer-
tuig vóór u. Als FCW is uitgeschakeld, ver-
schijnt de melding "FCW OFF" (FCW uit) op
het display in de instrumentengroep.
De FCW-status wijzigen
De FCW-functie heeft drie gevoeligheidsstan-
den en deze kunnen worden gewijzigd op het
scherm van het Uconnect systeem:
• Far (ver)
• Gemiddeld
• Near (dichtbij)
Far (ver)
Als de FCW-status wordt gewijzigd in "Far"
(veraf), kan het systeem de bestuurder met
hoorbare en zichtbare signalen waarschuwen
VEILIGHEID
98
Page 101 of 388

voor een mogelijke aanrijding met het voer-
tuig vóór hem/haar wanneer de afstand tot dit
voertuig groter is dan bij de instelling "Me-
dium" (normaal).
Meer voorzichtige bestuurders die zich niet
storen aan frequente waarschuwingen zullen
de voorkeur hebben voor deze instelling.
OPMERKING:
Deze instelling geeft u de langste reactietijd.
Gemiddeld
De standaardinstelling van de FCW is "Me-
dium" (normaal), en actief remmen is inge-
steld op "On" (aan). Hierdoor kan het systeem
de bestuurder met hoorbare/zichtbare signa-
len waarschuwen voor een mogelijke aanrij-
ding met het voertuig vóór hem/haar, en au-
tonoom remmen.
Near (dichtbij)
Door de FCW-status te veranderen naar de
instelling "Near" (dichtbij), kan het systeem u
waarschuwen voor een mogelijke frontale
aanrijding wanneer u veel dichter bij bent.Met deze instelling heeft u minder reactietijd
dan bij de instelling "Far" (veraf). Hierdoor is
een meer dynamische rijervaring mogelijk.
Meer dynamische of agressieve bestuurders
die frequente waarschuwingen willen vermij-
den, zullen de voorkeur hebben voor deze
instelling.
OPMERKING:
Door de status van Warning + Braking (waar-
schuwing + remmen) te veranderen in "off"
(uit) voorkomt u dat het systeem autonoom
remt of extra remondersteuning biedt als de
bestuurder niet voldoende hard remt in het
geval van een potentiële frontale botsing. De
optie Warning + Braking (waarschuwing +
remmen) kan worden uitgeschakeld in de
instellingen van Uconnect.
Raadpleeg het instructieboekje voor meer
informatie.
WAARSCHUWING!
Forward Collision Warning (FCW) is niet
bedoeld om zelfstandig een aanrijding te
voorkomen en kan ook niet elke soort mo-
WAARSCHUWING!
gelijke aanrijding herkennen. De bestuur-
der blijft verantwoordelijk voor de bestu-
ring van de auto en het voorkomen van een
aanrijding. Als u deze waarschuwing niet
opvolgt, kan dit ernstig en zelfs dodelijk
letsel tot gevolg hebben.
Bandenspanningscontrolesysteem
Het bandenspanningscontrolesysteem waar-
schuwt de bestuurder voor te lage banden-
spanning op basis van de op de sticker ver-
melde bandenspanning.
De bandenspanning varieert met de tempera-
tuur met ongeveer 1 psi (7 kPa) voor elke 6,5
°C (12 °F). Dat betekent dat de bandenspan-
ning afneemt wanneer de buitentemperatuur
daalt. De bandenspanning moet altijd worden
gemeten en ingesteld wanneer de banden
"koud" zijn. De banden zijn "koud" als ten
minste drie uur niet met de auto is gereden,
of minder dan 1,6 km (1 mijl) is gereden na
een periode van drie uur stilstaan. De span-
ning van een koude band mag nooit hoger zijn
dan de maximumspanning die op de wang
van de band staat vermeld. Raadpleeg de
99
Page 377 of 388

Aanhangergewicht..............201
Aanhangwagen trekken...........199
Aansluiting voor randapparatuur......64
Aanvullend veiligheidssysteem -
Airbag...................117
ABS, waarschuwingslampje......73, 77
Accessoires..................297
Mopar...................297
Accu...................71, 267
Accu,
laadsysteemlampje...........71
Achterbank, neerklapbaar..........27
Achterklep...................61
Achterligger..................96
Achterruitwisser/-sproeier.......41, 44
Achteruitrijcamera.............195
Achteruitrijden................195
Activeringssysteem (alarmsysteem)....22
Adaptieve cruisecontrol (ACC)
Aan .................181, 182
Uit .................181, 182
Adaptieve cruisecontrol (ACC)
(cruisecontrol)..............181
aan.....................183
uit .....................183Additieven, brandstof............288
Afstandsbediening,
startsysteem...............22
Afstellen, koplampen.............41
Airbag.....................117
Airbagwaarschuwingslampje.....115
Airbag,
als een airbag wordt opgeblazen . . .128
Airbag
Event Data Recorder (EDR)......248
Airbag,
kniebescherming............124
onderhoud................131
onderhoud van uw airbagsysteem . .131
Airbag
Redundant waarschuwingslampje
airbag..................117
Airbag,
uitgebreide ongelukkenrespons. . . .129
Airbag
Versnelde ongevalreactie........248
Vervoer van huisdieren.........147
Werking airbag.............
.118
Zijairbags.................124
Airbag Lampje..........69, 115, 149Airco, filter...............54, 269
Airco, koelmiddel..............268
Aircosysteem..............52, 268
Airco, tips voor gebruik...........53
Alarm
Het systeem inschakelen........23
Het systeem uitschakelen........23
Alarm (beveiliging)...........22, 73
Alarmknipperlichten............206
Alarmsysteem...............22, 73
Alarm inschakelen............23
Alarm uitschakelen............23
Alarmsysteem (beveiliging).........22
Antiblokkeersysteem (ABS).........86
Anti-ongevalsysteem FCW
(Forward Collision Warning).......98
Antivries (motorkoelvloeistof).......293
Asolie.....................295
assistentie..................206
Assmering..................295
Audio-aansluiting...........313, 321
Audiosystemen (radio)...........306
Automatische koplampen..........39
Automatische portiervergrendelingen . . .27
INDEX
375