service indicator JEEP GRAND CHEROKEE 2014 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: JEEP, Model Year: 2014, Model line: GRAND CHEROKEE, Model: JEEP GRAND CHEROKEE 2014Pages: 420, PDF Size: 2.68 MB
Page 91 of 420

van een geautomatiseerde klantenservice te
navigeren of om een nummer achter te laten op
een pieper.
U kunt ook de opgeslagen vermeldingen uit het
Uconnect® telefoonboek verzenden als tonen,
zodat u snel en gemakkelijk toegang krijgt tot
voicemail en pagers. Om deze functie te gebrui-
ken, kiest u het nummer dat u wilt bellen, drukt
u vervolgens op de toets
en zegt u"Send"
(Verzend). Het systeem vraagt u de naam of het
nummer in te voeren en de naam van de
telefoonboekvermelding uit te spreken die u wilt
zenden. Uconnect® Phone zal vervolgens het
telefoonnummer dat aan deze vermelding is
gekoppeld via de telefoon verzenden als tonen.
OPMERKING:
• Het is mogelijk dat u vanwege de netwerk-
configuratie van de mobiele telefoon niet
alle tonen kunt horen. Dit is echter nor-
maal.
• Sommige leveranciers van pieper- en
voicemaildiensten hebben een uitscha-
keltijd die te kort is, waardoor deze func-
tie niet bruikbaar is. Onderbreken — prompts negeren
De toets Voice Command-toets kan worden
gebruikt als u een deel van een prompt wilt
overslaan en de gesproken opdracht onmiddel-
lijk wilt geven. Als bijvoorbeeld de prompt
"Would you like to pair a phone, clear a...,
"(Wilt
u een telefoon koppelen, annule…,) klinkt, kunt
u de toets
indrukken en zeggen "Pair a
Phone" (Een telefoon koppelen) om die optie te
selecteren zonder dat u naar de rest van de
prompt hoeft te luisteren.
Controlevragen in- of uitschakelen
Als u de controlevragen uitschakelt, vraagt het
systeem u niet langer uw keuzes te bevestigen
(Uconnect® Phone zal bijvoorbeeld het tele-
foonnummer niet herhalen voordat het wordt
gekozen).
• Druk op de toets
om te beginnen.
• Na de prompt "Ready"(Gereed) en de daar-
opvolgende pieptoon zegt u:
• "Setup Confirmations Prompts On "(Instel-
len Controlevragen Aan)
• "Setup Confirmations Prompts Off" (Instel-
len Controlevragen Uit) Indicatoren voor telefoon- en
netwerkstatus
Uconnect® Phone meldt de status van uw
telefoon en netwerk wanneer u probeert een
oproep tot stand te brengen via Uconnect®,
indien uw mobiele telefoon, de radio en/of een
display van hoge kwaliteit, zoals het instrumen-
tenpaneel, deze functie ondersteunen. De sta-
tus wordt aangeduid voor de signaalsterkte van
het netwerk, de status van de telefoonaccu, etc.
Kiezen via de toetsen van de mobiele
telefoon
U kunt via uw mobiele telefoon een nummer
kiezen en tegelijkertijd Uconnect® Phone ge-
bruiken (wanneer u de toetsen van de mobiele
telefoon gebruikt, moet u echter voorzichtig te
werk gaan en zorgen dat u de veiligheid niet in
gevaar brengt). Als u een nummer kiest via de
gekoppelde mobiele Bluetooth® telefoon, wordt
het geluid hoorbaar via het audiosysteem van
uw auto. Uconnect® Phone werkt op dezelfde
wijze als wanneer u het nummer kiest via een
gesproken opdracht.
87
Page 196 of 420

•Selected Ride Height Not Permitted (gese-
lecteerde rijhoogte niet toegestaan)
• Service Air Suspension System Immediately
(luchtveringsysteem vereist onmiddellijk
onderhoud)
• Reduce Speed To Maintain Selected Ride
Height (verlaag snelheid om geselecteerde
rijhoogte te handhaven)
• Air Suspension System Cooling Down
Please Wait (luchtveringsysteem koelt af
Even wachten a.u.b.)
• Vehicle Cannot Be Lowered Door Open
(voertuig niet kan worden verlaagd Portier
open)
• Off Road 2 Watch For Clearance (terreinrij-
den 2 Let op bodemvrijheid)
• Entry/Exit Watch For Clearance (instappen/
uitstappen Let op bodemvrijheid)
• Air Suspension Temporarily Disabled For jac-
king And Tire Change (luchtvering tijdelijk
uitgeschakeld voor krikken en band
verwisselen) •
Battery Low Start Engine To Change Ride
Height (accu laag, start motor om de rij-
hoogte te wijzigen)
Het gedeelte met instelbare indicatoren bestaat
uit witte indicatoren aan de rechterzijde, oranje
indicatoren in het midden en rode indicatoren
aan de linkerzijde.
Oranje indicatoren in EVICIn dit gedeelte worden instelbare oranje indica-
toren getoond. Voorbeelden van deze indicato-
ren zijn:
• Laag brandstofpeil
Als het brandstofpeil is gezakt tot on-
geveer 11,0 liter (3,0 gal), gaat dit
lampje aan en blijft het branden tot er
brandstof wordt bijgevuld.
• Laag peil ruitensproeiervloeistof
Dit lampje gaat branden om aan te
geven dat het peil van de ruiten-
sproeiervloeistof laag is. •
Versnellingsbaktemperatuur
Deze indicator geeft aan dat de
temperatuur van de transmissie-
vloeistof te hoog is. Dit kan gebeu-
ren bij veeleisend gebruik, zoals
het trekken van een aanhanger.
Wanneer dit lampje gaat branden, zet dan de
auto veilig stil aan de kant van de weg. Schakel
vervolgens naar NEUTRAL en laat de motor
stationair of met een hoger toerental draaien tot
het lampje dooft.
• Waarschuwing Forward Collision vereist
onderhoud
Dit lampje waarschuwt u voor een mogelijke
aanrijding met het voertuig vóór u en spoort u
aan om actie te ondernemen om een aanrijding
te voorkomen. Raadpleeg de paragraaf "Adap-
tieve cruisecontrol (ACC)" in het hoofdstuk"De
functies van uw auto" voor meer informatie
hierover.
192
Page 226 of 420

•Bandenslijtage-indicatoren ....................... .268
• Levensduur van banden ......................... .269
• Vervangende banden .......................... .269
•SNEEUWKETTINGEN (TRACTIEHULPMIDDELEN) ...........271
• ROULEREN VAN BANDEN .........................271
• BANDENSPANNINGSCONTROLESYSTEEM ...............272
•Waarschuwingen van het bandenspanningscontrolesysteem . . . .274
• Waarschuwing SERVICE TPM SYSTEM (Onderhoud
bandenspanningscontrolesysteem) ...................274
• Bandenspanningscontrolesysteem uitschakelen ............276
•BRANDSTOFVEREISTEN ..........................276•3,6-liter motor ............................... .276
• 5,7-litermotor ................................ .277
•BRANDSTOFVEREISTEN — DIESELMOTOR ..............279
• BRANDSTOF TANKEN ............................280
•Noodontgrendeling voor brandstofvulklep ...............281•TREKKEN VAN EEN AANHANGER ....................281•Begrippen voor het trekken van een aanhanger ............282
• Breekkabelbevestiging .......................... .283
• Trekgewichten (maximale aanhangergewichten) ...........285
• Aanhanger- en disselgewicht ...................... .286
• Vereisten voor het trekken van de aanhanger .............286
• Tips voor het trekken van een aanhanger ................290
•DE AUTO SLEPEN ACHTER EEN CAMPER ...............292•Slepen van deze auto achter een ander voertuig............292
• Slepen achter een camper – modellen met tweewielaandrijving . . .292
• Slepen achter een camper – Quadra–Trac II® /Quadra–Drive® II
modellen met vierwielaandrijving .....................293
222